29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving

Nr. 60 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2017

Hierbij stuur ik u ter vertrouwelijke inzage en naar aanleiding van de beantwoording van Kamervragen van de leden Sjoerdsma en Karabulut, naar de Kamer gezonden op 6 juli 2017 (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 2269), nadere van Koeweit ontvangen informatie over mogelijke financiële steun aan Nederlandse organisaties1. Eerder ontving uw Kamer ter vertrouwelijke inzage informatie over mogelijke financieringsstromen uit de Golfstaten (Kamerstuk 29 614, nr. 52).

De bijgevoegde informatie werd op respectievelijk 26 september 2016 en 9 maart 2017 van Koeweit ontvangen als resultaat van de intensieve gesprekken die sinds 2016 worden gevoerd om de transparantie omtrent financiering van Nederlandse organisaties te versterken. Het gaat om informatie over mogelijke financieringsstromen in de periode 2007–2016.

De op 26 september 2016 ontvangen lijst bevat op sommige punten discrepanties met eerder ontvangen informatie van Koeweit op basis van Notes Verbales. De status van de nieuwe gegevens is soms nog onduidelijk. Actief overleg met Koeweit hierover is nog gaande.

Mogelijk worden de discrepanties veroorzaakt door onvolkomenheden in het registratiesysteem in Koeweit. Nederland probeert eventuele onduidelijkheden op te helderen en te verifiëren of de genoemde bedragen correct zijn. Zo is door Koeweit bevestigd dat er in het geval van een genoemd bedrag van KWD 293.328.400 (ongeveer EUR 850 miljoen) sprake is van een verkeerd geplaatste komma en gaat het in werkelijkheid om EUR 850.000. Verder blijkt uit eerste onderzoek door het Financieel Expertisecentrum (FEC) dat financieringsstromen naar Nederland op basis van de ontvangen gegevens niet bevestigd c.q. niet herleid kunnen worden; hiervoor is aanvullende informatie nodig.

De lijst van 9 maart 2017 bevat een overzicht van financieringsverzoeken die door Nederlandse organisaties zijn gedaan bij instellingen in Koeweit. Voor zover bekend zijn deze verzoeken nog niet gehonoreerd.

Nederland blijft actief met Koeweit en de andere Golflanden in gesprek om afspraken te maken over het delen van zo veel mogelijk relevante informatie op basis van verzoeken om financiering die door Nederlandse organisaties worden gedaan. Koeweit is zeer bereidwillig om Nederland zoveel mogelijk ter wille te zijn met het verstrekken van gegevens.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven