29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 151 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2020

Hierbij reageer ik op het verzoek van het Lid Wilders u voor het plenaire Corona-debat van hedenmiddag 14.00 uur (Handelingen II 2019/20, nr. 79, Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus) de complete appwisseling tussen mij en de burgemeester van Amsterdam inzake de demonstratie van afgelopen maandag te doen toekomen. Tijdens het mondelinge vragenuur van afgelopen dinsdag jongstleden heb ik op een vraag van het Lid Jetten u al laten weten dat ik geen bezwaar heb tegen openbaarmaking van de appconversatie. Hedenmorgen heeft de burgemeester van Amsterdam mij laten weten zelf ook geen bezwaar te hebben tegen openbaarmaking (Handelingen II 2019/20, nr. 77, Vragen van het lid Wilders aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het niet handhaven van de anderhalvemeterregel bij de demonstratie in Amsterdam). Hierbij voldoe ik dan ook aan uw verzoek. Deze app-conversatie evenals een parafrasering van gevoerde telefoon-videogesprekken vindt u in de bijlage bij deze brief, voor zover deze conversatie betrekking had op de demonstratie1. Ik heb met het oog op het feit dat correspondentie tussen bestuurders onderling in beginsel vertrouwelijk moet kunnen plaatsvinden, de app-conversatie ook tegen de eventuele openbaarmaking onder de Wet Openbaarheid van Bestuur aangehouden. Deze inschatting heeft alsnog geleid tot integrale openbaarmaking.

Zoals ik tijdens het mondelinge vragenuur al heb aangegeven, moet bijgaande correspondentie worden bezien in het licht van de staatsrechtelijke context. Het in goede banen leiden van demonstraties is op grond van de Wet openbare manifestaties geen bevoegdheid van de Minister van Justitie en Veiligheid, maar van het lokale gezag (de burgemeester, dan wel de voorzitter van een veiligheidsregio). Het lokale gezag dient zich actief op te stellen om de in artikel 9 van de Grondwet verankerde vrijheid van betoging te faciliteren, zodat dit grondrecht zo goed mogelijk kan worden uitgeoefend. Het lokale gezag maakt een inschatting van een mogelijke demonstratie of manifestatie. Daarbij worden de mogelijkheden en onmogelijkheden ter plaatse betrokken en worden zo nodig voorschriften en beperkingen gegeven ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer of ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. In de praktijk maakt het lokale gezag daarbij afspraken met politie en openbaar ministerie in de driehoek. Het zal er ook van afhangen hoe een situatie zich ontwikkelt of en hoe het lokale gezag de bevoegdheden gebruikt. Over de uitoefening van al deze bevoegdheden wordt verantwoording afgelegd aan de gemeenteraad.

Het is dan ook niet aan de orde dat ik als Minister van Justitie en Veiligheid in dit verband goedkeuring verleen aan of adviseer over de beslissingen die op dit punt op lokaal niveau worden genomen. Het appbericht van de burgemeester van Amsterdam van 17:02 uur heb ik dan ook, zeker ook door de afsluitende woorden, logischerwijs beschouwd als een informatieve mededeling.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven