Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2019
Namens het kabinet, informeren wij uw Kamer over de stand van zaken rondom het WODC
onderzoek over buitenlandse financiering van religieuze organisaties. Met dit onderzoek
geeft het kabinet invulling aan de motie van de leden Sjoerdsma en Segers van 30 mei
2018 (Kamerstuk 29 614, nr. 82). Deze motie verzoekt de regering een nieuw onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren
naar de aard en omvang van buitenlandse financiering van religieuze organisaties.
Aangezien de beschikbaarheid, kwaliteit en het zicht op de volledigheid van gegevens
ook vandaag de dag nog tekortschiet om tot een betrouwbaar beeld te komen van de exacte
omvang, aard en invloed van buitenlandse financiering, heeft de Taskforce Problematisch
Gedrag en Ongewenste Buitenlandse Financiering in overleg met het WODC voor dit onderzoek
gekozen voor een bottom-up benadering: met behulp van een enquête onder diverse religieuze
instellingen en case studies wordt getracht tot uitspraken te komen over de relatieve
omvang van buitenlandse financiering van religieuze organisaties in Nederland.
Na een aanbestedingstraject door het WODC, is bovengenoemd onderzoek gegund aan externe
onderzoekers van RAND Europe en Breuer & Intraval.
Het WODC heeft aangegeven meer tijd nodig te hebben voor de oplevering van dit onderzoek.
Dit heeft te maken met enige vertraging bij de instelling van de begeleidingscommissie
en met een tussentijdse methodologische aanpassing van de onderzoeksopzet.
Oplevering van het onderzoek wordt momenteel voorzien voor het voorjaar van 2020.
Zodra het onderzoek gereed is, zal Uw Kamer over de resultaten van het onderzoek worden
geïnformeerd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees