Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2019
Op 10 en 11 september hebben Nieuwsuur en NRC gemeld dat kinderen op salafistische
moskeescholen en islamitische basisscholen wordt geleerd om zich af te keren van Nederland
en van andersdenkenden. Deze zorgelijke signalen in zowel het reguliere als het informele
onderwijs hebben de volle aandacht van het kabinet. In deze brief wordt ingegaan op
het informele onderwijs. Over het reguliere onderwijs ontvangt u een separate brief.
Het kabinet vindt het in geen geval acceptabel indien mensen in Nederland onze vrijheden
misbruiken om antidemocratische, anti-integratieve en onverdraagzame boodschappen
te verspreiden. Het kabinet heeft daartoe een aantal maatregelen in gang gezet.
We werken met Rijkspartners en gemeenten aan een integrale aanpak van problematisch
gedrag en buitenlandse financiering. We zetten in op het uitbreiden van de mogelijkheden
om in te grijpen. Ten eerste zetten we in op het transparant maken van internationale
geldstromen (donaties) naar maatschappelijke organisaties. De inzet en de verwachting
is dat dit voorstel voor het einde van dit jaar naar de Raad van State zal worden
gestuurd voor advisering. Ten tweede wordt een proeve van wetgeving voorbereid om
financiële stromen uit onvrije landen richting maatschappelijke organisaties te verbieden.
De inzet voor deze proeve is deze begin volgend jaar aan de Raad van State voor te
leggen voor advies. Ten slotte hebben we een voorstel in voorbereiding waarmee de
mogelijkheden worden verruimd voor het verbieden van rechtspersonen waarvan de werkzaamheden
in strijd zijn met de openbare orde, als bedoeld in artikel 2:20 BW. Dit voorstel
ligt nu bij de Raad van State voor advies.
Ten aanzien van informele scholing wordt in opdracht van SZW een verkenning uitgevoerd,
waarin ook gekeken wordt naar de mogelijkheden voor toezicht en kwaliteitsverbetering
bij informele scholing. De resultaten van dit onderzoek worden begin volgend jaar
verwacht. In de tussentijd worden binnen de Taskforce problematisch gedrag en ongewenste
buitenlandse financiering zorgwekkende signalen bijeen gebracht en werken we met rijk
en gemeenten aan een gezamenlijke aanpak.
Tot slot is het goed om te beseffen dat degenen die het meest door deze praktijken
geraakt worden de islamitische gemeenschappen zelf zijn. Zij worden dubbel geraakt.
Ten eerste direct door de problematische invloed van deze salafistische aanjagers,
waardoor kinderen met de rug naar de samenleving komen te staan en zij zich steeds
minder thuis voelen in hun eigen land. En ten tweede omdat de islamitische gemeenschappen
als geheel worden aangekeken op het problematisch gedrag van deze kleine groep. Zo
wakkeren zij bewust polarisatie aan en dat is onacceptabel. Het kabinet steunt de
mensen binnen de islamitische gemeenschappen die de signalen uit de Nieuwsuuruitzendingen
evenzeer onacceptabel vinden. Het is dan ook van het grootste belang dat van binnenuit
tegengeluid is en weerbaarheid wordt versterkt. Daarover zijn we voortdurend met vertegenwoordigers
van islamitische gemeenschappen in gesprek.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker