29 575 Duurzame energie en energiebesparing

Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2011

U heeft mij 2 maart jl. (2011Z04084/2011D10323) verzocht om een reactie op het artikel in het Financieele Dagblad (FD) van 1 maart jl. met als titel «Bedrijven lobbyen voor duurzaam financieringsfonds van euro 5 mrd». Tevens heeft U mij 16 maart (2011Z04989/2011D13448) verzocht te informeren op welke datum Uw Kamer het plan van aanpak voor de Green Deal tegemoet kan zien met het verzoek deze brief zo spoedig mogelijk aan de Kamer toe te sturen.

Hierbij zend ik uw Kamer mijn reactie op beide verzoeken.

Filosofie Green Deal

Het kabinet wil een Green Deal met de samenleving aangaan op het gebied van energie, waarin het accent ligt op energiebesparing en lokale duurzame energieopwekking.

Voor de Green Deal ben ik op zoek naar initiatieven die op zichzelf rendabel zijn maar vanwege bepaalde belemmeringen niet tot stand komen. De verwachting is dat veel van dit soort initiatieven met een duwtje in de rug vanuit de Rijksoverheid wel tot stand kunnen komen. Met het tot stand komen van deze initiatieven wil ik de markt in beweging krijgen.

Aan organisaties wordt dan ook verzocht om met voorstellen te komen. Het initiatief van bovengenoemde bedrijven, vertegenwoordigd in de Groene Zaak, is een sprekend voorbeeld.

Om de markt in beweging te krijgen, ben ik op zoek naar aansprekende, vooroplopende initiatieven. Ik denk daarbij aan:

  • Initiatieven die een bijdrage leveren aan het realiseren van meer energiebesparing en aan hernieuwbaar energiebeleid en die vanuit economisch perspectief aantrekkelijk zijn. Initiatieven die zich bevinden in de implementatiefase, de toepassingsfase.

  • Initiatieven die op kortere termijn tot resultaat kunnen leiden, bij voorkeur al in deze kabinetsperiode.

  • Initiatieven die bij voorkeur herhalingspotentieel hebben: vergelijkbare projecten kunnen zonder extra overheidsinterventie van de grond komen.

Met de Green Deal beoog ik ondersteuning te geven ter realisering van de initiatieven zoals hiervoor beschreven. De invulling van deze ondersteuning is afhankelijk van de behoefte van initiatiefnemers. Gedacht kan worden aan het adviserend vermogen van de overheid (kennis en kunde), organiserend vermogen van de overheid (partijen in contact brengen, regiefunctie), en het wegnemen van belemmeringen in wet- en regelgeving.

De Green Deal is bottom up gericht. De initiatieven moeten vanuit de maatschappij zelf komen:van particulieren, kleine en grote bedrijven, maatschappelijke organisaties en decentrale overheden.

Inmiddels is een brede consultatie gestart met als doel om initiatieven in beeld te krijgen. Voor het verkrijgen van initiatieven is gekozen voor een twee sporen aanpak:

  • 1. Vanuit mijn departement benaderen we momenteel zoveel mogelijk onze bestaande contacten met het verzoek voorstellen voor de Green Deal te formuleren. Medio april moet een groslijst aan initiatieven gereed zijn, onder andere van de in deze brief bedoelde bedrijven die zich in de Groene Zaak hebben verenigd.

  • 2. Het ministerie van EL&I richt daarnaast een speciaal internetportaal in om burgers en bedrijven te vragen met initiatieven te komen. De verwachting is dat het portaal eind maart tot eind mei geopend zal zijn.

Conform uw verzoek van 16 maart jl. doe ik de toezegging U in de zomer nader te informeren. U kunt dan een eerste concrete lijst van kansrijke initiatieven in het kader van de Green Deal tegemoet zien, die ten uitvoer zullen worden genomen.

Reactie op artikel in Financieel Dagblad

Het artikel refereert aan een brief van een groep grote ondernemingen van 7 februari jl. De bedrijven geven hierin aan een Green Deal vanuit de Rijksoverheid te steunen. Ik ben zeer verheugd dat een dergelijke aansprekende groep van ondernemingen te kennen geeft te willen samenwerken om de in het Regeerakkoord opgenomen Green Deal samen uit te werken. In het artikel in het Financieel Dagblad wordt vooral ingegaan op één onderdeel van de brede voorstellen die in de brief worden gedaan, namelijk een zogenaamd revolverend fonds met als doel om voorfinancieringsproblemen weg te nemen voor zowel kleinschalige als grote projecten voor energiebesparing in de Gebouwde Omgeving. De bedoeling daarbij zou zijn dat banken dit fonds voeden met 5 miljard euro en dat de overheid zich voor dit bedrag garant stelt.

Naar aanleiding van deze brief is overleg met deze ondernemingen gaande. Omdat de Green Deal zich richt op projecten die op zichzelf rendabel zijn, denk ik in principe niet direct aan een vorm van investeringssteun vanuit de Rijksoverheid. Het realiseren van de financiering van energieprojecten wordt echter door bedrijven wel als knelpunt genoemd. Ik ben daarom bereid te kijken naar budgettair realistische oplossingen voor dat knelpunt. Daarbij merk ik op dat in het Regeerakkoord geen extra budget voor de Green Deal is gereserveerd. Zonder thans concreet op de uitkomsten van de gesprekken met De Groene Zaak te kunnen ingaan, merk ik op dat de gedachte van een revolverend fonds interessant is. In het Regeerakkoord wordt een revolverend fonds ook ingezet om innovatiesubsidies te verstrekken. Een garantstelling voor een bedrag van 5 miljard euro is echter op voorhand minder realistisch gegeven de budgettaire problematiek waar dit kabinet mee te maken heeft. Ik kom hier in de brief die ik in de zomer aan uw Kamer stuur op terug.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Naar boven