nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 april 2006
Tijdens het Algemeen Overleg over de reductie administratieve lasten op
14 september jl. (29 546, nr. 8) heb ik u het volgende toegezegd:
1. ik stuur de Kamer de berekening van de beleefde en werkelijke regeldruk
die het onderwijsnummer veroorzaakt in het voortgezet onderwijs.
2. bij de volgende rapportage over de reductie van de administratieve
lasten geef ik een totaalbeeld, inclusief het cultuurdeel;
Met deze brief kom ik deze toezeggingen na.
1. Berekening werkelijke en beleefde regeldruk die
het onderwijsnummer veroorzaakt
Feitelijke reductie van administratieve lasten
De invoering van het onderwijsnummer betekent voor de scholen in het voortgezet
onderwijs een feitelijke vermindering van de administratieve lasten met structureel
7,5 miljoen euro: scholen zijn minder tijd kwijt aan het invullen van formulieren
en het aanleveren van gegevens. Het onderwijsnummer is nu grotendeels in het
voortgezet onderwijs ingevoerd. Scholen hoeven bij de omzetting in principe
geen extra gegevens aan te leveren.
Het onderwijsnummer is hetzelfde als het sofi-nummer van de Belastingdienst.
Met het onderwijsnummer komt er meer en betere informatie beschikbaar over
bijvoorbeeld het aantal leerlingen op een school, verschuivingen in die aantallen
of het percentage achterstandsleerlingen op een school of in een stad. Door
het onderwijsnummer vermindert ook het administratieve werk op scholen: zij
hoeven minder vaak gegevens te leveren. Verder wordt de uitwisseling van leerlinggegevens
tussen scholen onderling en tussen scholen en gemeenten makkelijker. Ten slotte
maakt het onderwijsnummer het gemakkelijker voor de rijksoverheid en de gemeenten
om onderwijsbeleid te ontwikkelen en te controleren.
De feitelijke vermindering van de regeldruk in het voortgezet onderwijs
is als volgt opgebouwd:
Handeling | Administratieve last (in mln) |
---|
1. geen telformulieren voor leerlingentelling | € 3,7 |
2. vervallen aanleveren instroom – doorstroomgegevens | € 0,7 |
3. vervallen aanleveren gegevens IBG les- en cursusgeldwet | € 1,3 |
4. vervallen aanleveren gegevens eindexamen IBG/inspectie | € 0,3 |
5. vervallen opvragen bewijsstukken CUMI | € 1,3 |
6. vervallen meldingsplichten in- en uitschrijving
gemeente | € 0,2 |
Totale reductie administratieve lasten | € 7,5 |
Beleefde regeldruk
De introductie van het onderwijsnummer in het voortgezet onderwijs heeft
de scholen eenmalig extra werk bezorgd. De knelpunten heb ik in samenspraak
met de scholen door onderzoeksbureau Berenschot in kaart laten brengen. Scholen
hebben onder meer de administratie moeten aanpassen en sofi-nummers moeten
opvragen. Mede vanwege deze knelpunten hebben de scholen de invoering van
het onderwijsnummer ervaren als een toename van de regeldruk, terwijl deze
feitelijk gezien juist afneemt.
Daar komt bij dat de invoering van het onderwijsnummer mede als doel heeft
de rechtmatigheid in de bekostiging beter te waarborgen. Het Basisregister
Onderwijsnummer van de IB-groep wordt namelijk gebruikt als basis voor de
bekostiging van het onderwijs. Scholen ervaren deze toegenomen controle op
de rechtmatigheid echter als een verzwaring van de administratieve lasten.
De beleefde regeldruk wijkt hier eveneens af van de feitelijke regeldruk.
Inmiddels heb ik concrete acties in gang gezet om de knelpunten op te
lossen. Zo zijn er voorlichtingsbijeenkomsten en cursussen georganiseerd voor
de scholen in het voortgezet onderwijs. Verder kunnen zij via de speciale
website over het onderwijsnummer (www.onderwijsnummer.nl) meer informatie vinden. Ook kunnen scholen vragen stellen aan een
helpdesk.
De lessen die we geleerd hebben uit de introductie van het onderwijsnummer
in het voortgezet onderwijs gebruiken we uiteraard bij de introductie van
het onderwijsnummer in de andere sectoren. Daar hoort ook het «management
van verwachtingen» bij over de tijdelijke, extra inspanningen die de
instellingen moeten leveren om het onderwijsnummer in te voeren.
2. Totaalbeeld reductie administratieve lasten (inclusief
cultuur)
Over het totaalbeeld van de reductie administratieve lasten (inclusief
cultuur) rapporteer ik elk jaar in de jaarverslagen. Zo geeft het jaarverslag
over 2005 de reducties op onderwijs-, cultuur- en wetenschapsterrein weer.
OCW realiseert daarbij deze kabinetsperiode een administratieve lastenreductie
van 29%, oplopend tot bijna 40% in 2010. De reductiedoelstelling
voor cultuur is nog niet volledig ingevuld. De invulling hangt nauw samen
met de herijking van de cultuurnotasystematiek en de
nieuwe inrichting van de mediawet. In september, als deze plannen bekend
zijn, informeert staatssecretaris Van der Laan u over de reductie van administratieve
lasten in de cultuursector.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. J. A. van der Hoeven