De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende de motie-Smeulders/Heerma (Kamerstuk 35 000 XV, nr. 44) die de regering verzoekt te onderzoeken of het mogelijk gemaakt kan worden dat ook
vakbonden in naam van werknemers de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) kunnen inschakelen;
constaterende dat uit de evaluatie van de WAS blijkt dat dit nader onderzoek verdient
en dat een met waarborgen omklede wettelijke constructie die werknemersorganisaties
de mogelijkheid biedt een collectieve loonvordering in te stellen meerwaarde heeft;
overwegende dat op dit moment bij niet nakoming van de loonverplichtingen op grond
van een cao het enige risico voor een opdrachtgever is dat deze alsnog het achterstallige
loon moet betalen;
overwegende dat de dreiging tevens een mogelijke schadevergoeding te moeten betalen
bij overtreding van de loonverplichtingen uit cao een meer afschrikwekkende werking
kan hebben;
overwegende dat de schadevergoeding van artikel 3:305a BW (groepsactie) geen soelaas
biedt, omdat deze schadevergoeding toeziet op massaschade, dat wil zeggen het achterstallige
loon zelf;
verzoekt de regering, om een verkenning te doen naar verbetering van de mogelijkheden
voor werknemersorganisaties om in het kader van de WAS op te treden voor collectieven
van individuele werknemers, en hierbij expliciet de mogelijkheid te betrekken om het
werknemersorganisaties mogelijk te maken zelfstandig een schadevergoeding te eisen
overeenkomstig artikel 15 Wet CAO,
en gaat over tot de orde van de dag.