29 544 Arbeidsmarktbeleid

31 311 Zelfstandig ondernemerschap

Nr. 954 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2019

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft mij per brief op 11 september 2019 verzocht uw Kamer met spoed te informeren over de stand van zaken met betrekking tot kleine zelfstandigen met een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV), die in de problemen kunnen komen door de stijgende AOW- en pensioenleeftijd – i.c. mijn toezegging in het debat over de begroting SZW 2019, in november 2018.

Allereerst mijn excuses voor deze late beantwoording van uw verzoek. Conform mijn hiervoor genoemde toezegging, ben ik een onderzoek gestart naar het vraagstuk van de gevolgen van de verhoging van de AOW-pensioenleeftijd in relatie tot een AOV. Naar aanleiding van de motie van het lid Gijs van Dijk (PvdA)1 betrek ik hier ook de vraag bij naar de mogelijkheden voor oudere zelfstandigen in specifieke beroepen om zich te verzekeren, bijvoorbeeld via het UWV, indien dit niet via private verzekeraars mogelijk is.

In juni 2019 heeft onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek de opdracht gekregen om nader onderzoek te verrichten bij onder meer verzekeraars, naar de verzekeringsmogelijkheden voor oudere zelfstandigen c.q. naar het AOW-hiaat en private arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.

In mijn brief aan uw Kamer van 24 juni 20192 – naar aanleiding van mijn toezeggingen in een dertigledendebat op 5 maart 2019 en een Algemeen Overleg op 27 maart 2019 – heb ik toegelicht dat er vertraging was opgetreden en dat ik dit onderzoek pas na de zomer aan uw Kamer aan zou kunnen bieden.

Op dit moment bevindt het onderzoek zich in de afrondende fase. De onderzoekers zijn bezig met het schrijven van het onderzoeksrapport. Vervolgens zal het rapport besproken worden in een begeleidingscommissie. Begin november levert het onderzoeksbureau het eindrapport op. Ik streef ernaar deze brief nog voor de begrotingsbehandeling SZW 2020 aan uw Kamer toe te sturen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstuk 35 000 XV, nr. 64

X Noot
2

Kamerstukken 29 544 en 31 311, nr. 925

Naar boven