29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 783 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2017

Hierbij zend ik u de rapportage «Cao-afspraken 2016» over de inhoudelijke ontwikkelingen van cao’s1.

Rapportage «Cao-afspraken 2016»

De rapportage geeft een beeld van de stand van zaken van cao-afspraken op het gebied van contractloonontwikkeling, laagste loonschalen, afstand tot de arbeidsmarkt, bovenwettelijke aanvullingen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, normale arbeidsduur, systeem van salarisaanpassing, contracten voor bepaalde tijd, duurzame inzetbaarheid, de financiële positie van cao-fondsen en bevordering van (een bredere) inzetbaarheid. Het onderzoek is gebaseerd op een steekproef van 98 cao’s. Onder deze cao’s vallen circa 4,8 miljoen werknemers, dat is 87% van alle werknemers onder een cao.

Contractloonmutatie

De rapportage toont een gemiddelde contractloonontwikkeling van 2,0% in 2016 op niveaubasis2. In vergelijking met 2015 ligt de gemiddelde contractloonmutatie in 2016 0,5%-punt hoger. De contractloonmutatie op niveaubasis loopt uiteen van gemiddeld 1,6% in de zorgsector, 1,9% in de marktsector tot 3,0% in de overheidsector. Naar economische sector bezien is de mutatie op niveaubasis het hoogst in de sector bouwnijverheid (2,4%) en het laagst in de sector zakelijke dienstverlening (1,2%). Voor 2017 zijn van slechts 30 van de 98 steekproefakkoorden de loongegevens over heel 2017 bekend. Deze akkoorden zijn van toepassing op bijna 1,5 miljoen werknemers (i.e. 31% van de steekproef). Voor deze 1,5 miljoen werknemers betekent dit dat de contractloonontwikkeling op niveaubasis in 2017 0,7%-punt lager ligt dan in 2016 en uitkomt op 1,3%.

Rekening houdend met de overloopeffecten uit vorige jaren is het voorlopige beeld dat in 2017 de gemiddelde contractloonmutatie op jaarbasis uitkomt op 1,4%. Dit is 0,6%-punt lager dan in 2016 (2016: 2,0%).

De inflatie bedraagt in 2016 0,3% (CBS). Het beeld is dan ook dat de gemiddelde contractloonstijging boven het inflatieniveau ligt. In 2015 lag deze ook boven het inflatieniveau. In 2014 lag deze rond het inflatieniveau.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Niveaubasis betekent dat géén rekening is gehouden met overloopeffecten i.e. de effecten van afspraken uit 2015 over wijzigingen in beloningen die doorwerken in 2016 en de afspraken uit 2016 die doorwerken naar 2017. Bij jaarbasis tellen deze effecten wél mee. In Bijlage II van de cao-rapportage staat een nadere toelichting op de berekeningswijze.

Naar boven