Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2016
In de begrotingsbehandeling van SZW is op 7 december jl. (Handelingen II 2016/17,
nr. 32, Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid) de motie van Kamerlid Marcouch
c.s. (Kamerstuk 34 550 XV, nr. 38) ingebracht waarin de regering wordt verzocht om bij de rijksoverheid een grootschalige
pilot met anoniem solliciteren te starten, de uitkomsten hiervan te monitoren en de
Kamer op de hoogte te brengen van de resultaten. De overwegingen hierbij zijn dat:
-
– discriminatie op de arbeidsmarkt hardnekkig en onacceptabel is
-
– de rijksoverheid baat heeft bij een divers personeelsbestand en een voorbeeldrol heeft
in de strijd tegen discriminatie
-
– uit de «Rijksmonitor Anoniem solliciteren» naar voren komt dat medewerkers die betrokken
zijn bij de werving- en selectieprocedure de rol van onbewuste vooroordelen bij zichzelf
onderschatten.
Deze motie is aangehouden om hem aan mij als verantwoordelijk Minister voor de Rijksdienst
voor advies te kunnen voorleggen.
Ik ontraad u deze motie om de volgende redenen:
In de kabinetsreactie op het rapport van de Commissie Borstlap en bij de behandeling
van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren hebben kabinet en Kamerleden het
belang benadrukt van het onderscheid tussen wetgever en werkgever. In het rapport
Borstlap wordt de volgende aanbeveling gedaan (Kabinetsreactie op het rapport Borstlap,
p.4): «De aanbeveling om de overheid in de rol van wetgever nadrukkelijker en explicieter
te (onder)scheiden van de overheid in de rol van werkgever, en daaruit volgend de
aanbeveling om dit onderscheid te concretiseren door spelregels te hanteren ten aanzien
van de sturing vanuit het kabinet op de collectieve arbeidsvoorwaardenvorming. Deze
aanbevelingen hebben vooral betrekking op de voorbeeldrol die vanuit de politiek (de
wetgever) regelmatig wordt gevraagd van overheidswerkgevers, alsook op de wijze van
besluitvorming in het kabinet over collectieve arbeidsvoorwaardenakkoorden en rechtspositieregelingen
voor rijksambtenaren, militairen, politieagenten en rechters.»
De motie over anoniem solliciteren gaat over de rol van het Rijk als werkgever. Bij
de normalisering van de rechtpositie van overheidspersoneel past dat de wetgever,
dus ook de Tweede Kamer, zo min mogelijk op de stoel van de werkgever gaat zitten.
Overigens vindt het kabinet het bevorderen van een inclusieve werkomgeving belangrijk.
Ter bevordering van een inclusieve werkomgeving bij het Rijk is besloten om een nieuwe
impuls te geven aan het diversiteit- en inclusiebeleid bij het Rijk, door af te spreken
dat alle ministeries het Charter Diversiteit ondertekenen. Dat is ondertussen ook
door alle ministeries gedaan. Daarnaast is het Rijk een van de deelnemende overheidssectoren
aan het programma Inclusieve Overheid dat zich richt op het stimuleren van diversiteit
en een inclusieve cultuur bij overheidsorganisaties onder andere door delen van kennis
en ervaring. De werkgever Rijk onderkent bijvoorbeeld al langer dat er sprake is van
onbewuste vooroordelen bij werving- en selectieprocedures. Om deze onbewuste vooroordelen
te verminderen worden diverse instrumenten ingezet, bijvoorbeeld trainingen selecteren
zonder vooroordelen.
Naast de diverse initiatieven die de ministeries en uitvoeringsorganisaties ontplooien
en die tot doel hebben aan een inclusieve werkomgeving bij te dragen, wordt ook gekeken
naar initiatieven die door andere werkgevers worden ondernomen, zoals door de gemeente
Den Haag. Op basis van informatie over de pilot anoniem solliciteren van de gemeente
Den Haag en op basis van de resultaten van andere, eerdere pilots blijkt het nog niet
zonder meer duidelijk dat het op deze manier werven leidt tot het binnenhalen van
meer divers personeel en dat anoniem solliciteren bijdraagt aan het bevorderen van
een meer inclusieve werkomgeving. Een causaal effect kan nog niet worden aangetoond.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok