29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 441 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 maart 2013

Hierbij bied ik u de rapportage Werken met beperkingen van de Inspectie SZW alsmede mijn beleidsreactie aan1.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Beleidsreactie

Rapportage werken met beperkingen

De inspectie SZW heeft, in vervolg op de rapportage Tussen Wajong en werk, onderzoek verricht naar de vraag in hoeverre UWV en gemeenten er in slagen de vraag naar en het aanbod van uitkeringsgerechtigden met een arbeidsbeperking bij elkaar te brengen. In deze rapportage staan de mensen met een arbeidsbeperking (maar met arbeidsmogelijkheden) uit de WIA, de ZW en de WWB centraal.

Daarbij heeft de inspectie met name onderzoek gedaan naar de begeleiding van deze groepen en de werkgeversbenadering en matching van vraag en aanbod. Het onderzoek vond plaats bij professionals van het UWV en van gemeenten.

De inspectie is van oordeel dat de onderzochte groepen onvoldoende de begeleiding krijgen die zij nodig hebben om aan het werk te komen. De inspectie benoemt de volgende knelpunten:

  • De kenmerken en arbeidsmogelijkheden van een deel van de WIA- en de WWB-uitkeringsgerechtigden met een arbeidsbeperking zijn onvoldoende in beeld.

  • Een actieve werkgeversbenadering voor hen ontbreekt of is nog in ontwikkeling.

  • De aansturing van de WIA en WWB professionals bevat onvoldoende stimulans om mensen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt naar werk te begeleiden.

De inspectie ziet ook een aantal positieve ontwikkelingen. De inspectie wijst er daarbij op dat het UWV werkt aan de verbetering van de actieve werkgeversbenadering op de 30 regionale werkgeversservicepunten die het UWV heeft ingericht. De inspectie concludeert ook dat het ZW/Arbo-proces ten opzichte van eerder onderzoek van de inspectie beter op orde is. De focus is meer op werk gericht, er zijn meer klant contacten en wettelijk voorgeschreven termijnen zijn meer tijdig. Voorts maken gemeenten steeds meer afspraken met werkgevers bij gemeentelijke aanbestedingen.

Reactie

In mijn reactie op het door de inspectie verrichte onderzoek betrek ik ook de reacties van Divosa (mede namens de VNG) en UWV, die als bijlagen in de rapportage van de inspectie zijn opgenomen.

Ik vind het allereerst van belang dat de inspectie aandacht besteedt aan de begeleiding van mensen met een arbeidsbeperking en de mate waarin UWV en gemeenten erin slagen om de vraag naar en het aanbod van uitkeringsgerechtigden met een arbeidsbeperking bij elkaar te brengen. Na de rapportage Tussen Wajong en werk, waarbij Wajongers centraal stonden, richt deze rapportage zich nu op mensen met arbeidsbeperkingen uit de WIA, de ZW en de WWB. Daarbij geeft de inspectie inzicht in de actuele stand van zaken en aangrijpingspunten voor verbetering met betrekking tot de arbeidsmarktpositie van mensen met arbeidsbeperkingen. Het is voor beleid en uitvoering van belang hier inzicht in te hebben.

Uit deze rapportage blijkt het grote belang van een goede werkgeversdienstverlening. Dit is een cruciale succesfactor om adequaat en slagvaardig in te spelen op de bereidheid bij werkgevers om mensen met arbeidsbeperkingen in dienst te nemen. Uit de rapportage blijkt dat er positieve stappen worden gezet. De inspectie wijst in dit verband op de 30 regionale werkgeversservicepunten die UWV heeft ingericht en op de verbeteringen in het ZW/Arbo-werkproces, waarbij de focus meer op werk wordt gericht. Van belang hierbij is ook de samenwerking met de uitzendbranche en het convenant dat tussen UWV en de uitzendbranche is afgesloten en vanaf 1 januari 2013 landelijk wordt uitgevoerd. Dit convenant heeft tot doel voor zieke uitzendkrachten sneller een match te realiseren en zo het langdurig ziekteverzuim terug te dringen. Voorts wijst de inspectie op de afspraken die gemeenten steeds meer maken met werkgevers bij gemeentelijke aanbestedingen.

Uit het onderzoek komt echter ook naar voren dat op een aantal punten verbetering nodig is. Deze punten zijn hiervoor genoemd. Het is voor de duiding hiervan van belang op twee aspecten te wijzen. Allereerst is van belang dat de groep mensen met arbeidsbeperkingen heterogeen is samengesteld, dit vraagt om een professionele aanpak. Divosa geeft aan, mede namens de VNG, sterk in te zetten op verbetering van effectiviteit en vakmanschap. UWV wijst in zijn reactie er in dit verband op dat de Wajongers in het algemeen meer en intensievere ondersteuning nodig hebben dan mensen uit de WIA en de ZW. Ook vergt de benadering van werkgevers voor deze groep een andere aanpak. Een effectieve inzet van re-integratiemiddelen betekent dat deze groep qua tijd en capaciteit meer aandacht krijgt. Dit sluit aan bij het uitgangspunt dat re-integratieondersteuning gericht en selectief is en dat beschikbare middelen zo effectief mogelijk worden ingezet. In de tweede plaats zijn voor de toekomst de voorgenomen beleidswijzigingen van belang.

Dit kabinet heeft met de Participatiewet en de quotumregeling het voornemen om belangrijke stappen te zetten om de arbeidsdeelname van mensen met arbeidsbeperkingen te bevorderen. Deze voorgenomen wijzigingen bieden een belangrijke ondersteuning voor gemeenten en UWV om mensen met arbeidsbeperkingen waar nodig te begeleiden naar werk en adequate werkgeversdienstverlening te bieden. De quotumregeling moet bijdragen aan de cultuuromslag bij werkgevers zodat het normaal wordt dat mensen met een arbeidsbeperking werkzaam zijn binnen reguliere bedrijven. Divosa verwelkomt, mede namens de VNG, de plannen van het kabinet voor een quotumregeling en wijst op de positieve uitwerking op de arbeidsdeelname van arbeidsgehandicapten.

Daarnaast blijft een goede werkgeversdienstverlening van groot belang. Gemeenten en UWV spelen hierbij een sleutelrol. Halverwege 2012 zijn UWV en VNG overeengekomen dat ze de dienstverlening aan werkgevers gaan organiseren vanuit 35 arbeidsmarktregio’s. Deze krijgen één aanspreekpunt waar werkgevers terecht kunnen voor informatie, advies en expertise. In iedere arbeidsmarktregio dienen UWV en gemeenten dit aanspreekpunt gezamenlijk vorm te geven, zo is wettelijk vastgelegd in de Wet SUWI, die per 1 juli 2012 gewijzigd is. Aan de Programmaraad (het samenwerkingsverband van UWV, VNG en Divosa) is voor de jaren 2012 en 2013 een bijdrage beschikbaar gesteld om de samenwerking in de regio’s te stimuleren.

Met de uitvoerders wordt gesproken over de uitwerking van de voornemens uit het regeerakkoord, zoals de Participatiewet, de quotumregeling en de beschikbare financiële middelen. De beleidsdoelen zijn gericht op bevordering van de arbeidsdeelname van mensen met beperkingen, dit binnen de financiële kaders. SZW ondersteunt de uitvoering waar mogelijk, bijv. via de impuls effectiviteit en vakmanschap. Binnen dit programma werkt men aan een aantal werkwijzers die de uitvoering ondersteunen bij de re-integratie van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. De werkgeversdienstverlening is één van de thema’s waarover dit jaar een werkwijzer wordt ontwikkeld.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven