Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 oktober 2012
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft mij op
3 oktober jl. verzocht om een reactie op het witboek van FNV Bondgenoten «Schimmenspel,
hoe Nederland hopeloos achterloopt als het gaat om de rechten van huishoudelijk werksters»
en op het onderzoek «Positie huishoudelijke hulp en alfahulp».
In antwoord op schriftelijke vragen van de Kamerleden Hamer (PvdA), Karabulut (SP)
en Van Gent (GroenLinks) over de slechte positie van werksters, van 31 augustus 2012,
is de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uitgebreid ingegaan op de arbeidsrechtelijke
positie van huishoudelijk personeel (Kamerstukken II, 2011/12, Aanhangselnrs. 3 355
en 3354). Daarin concludeert hij dat de Regeling Dienstverlening aan huis zorgt voor
adequate arbeidsvoorwaarden en sociale zekerheid.
Op een aantal door uw Kamer aangedragen alternatieven voor deze regeling is de minister
tijdens het debat op 15 juni 2011 (Kamerstukken II, 2011/12, 29 544, nr. 334) uitvoerig ingegaan. De minister heeft bij die gelegenheid geconstateerd dat afschaffing
van de regeling geen reële mogelijkheid is, omdat daarmee de problemen waarvoor de
regeling een oplossing beoogt te zijn zich opnieuw zouden voordoen.
Het onderzoek «Positie huishoudelijke hulp en alfahulp» rapporteert over de naleving
van en de bekendheid met de regelgeving. Dit onderzoek bevestigt dat er op het gebied
van naleving van de regelgeving nog veel valt te winnen. De huishoudelijke hulp zal
hiervoor zelf het initiatief moeten nemen door zijn particuliere werkgever aan te
spreken op nakoming van zijn wettelijke verplichtingen. Mocht de werkgever dit weigeren,
dan kan de huishoudelijke hulp, daartoe eventueel bijgestaan door een belangenbehartiger,
naar de rechter die daarover een oordeel zal vellen. De inspectiediensten kunnen optreden
als het gaat om overtredingen die publiekrechtelijk worden gehandhaafd.
Uit het onderzoek komt verder naar voren dat 62% van de particuliere werkgevers met
de regelgeving bekend is. Bij de totstandkoming van de Regeling Dienstverlening aan
huis is samen met de Belastingdienst een actieve informatiecampagne gevoerd. Verder
zijn door de jaren heen de voorlichtingsteksten op diverse overheidswebsites geactualiseerd
en uitgebreid.
Als gevolg hiervan verstrekken de websites rijksoverheid.nl, uwv.nl en belastingdienst.nl.
thans specifieke informatie over de regelgeving. Gezien het bovenstaande acht ik aanvullende
maatregelen op dit moment niet noodzakelijk.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom