29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 402 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2012

Bij de regeling van werkzaamheden van 7 juni 2012 (Handelingen II 2011/12, nr. 93, Regeling van Werkzaamheden) heeft lid Klaver (GroenLinks) verzocht om een reactie op onderzoek van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) waarin geconstateerd is dat arbeidsdiscriminatie bij mensen boven de 55 jaar zeer veel plaatsvindt. De heer Klaver doelt hierbij waarschijnlijk op informatie opgenomen in het jaarverslag 2011 van de CGB. Bij mij en bij de CGB is geen ander onderzoek hierover bekend.

Het systeem van de gelijke behandelingsregelgeving doet een beroep op individuele personen zelf om de regels te handhaven: als een persoon van mening is dat er sprake is van een verboden onderscheid op grond van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid kan dit voorgelegd worden aan de rechter of de CGB.

In het jaarverslag 2011 wordt niet geconstateerd dat leeftijdsdiscriminatie bij mensen boven de 55 jaar zeer frequent voorkomt. In het jaarverslag 2011 staat dat in 2011 de meeste oordelen van de CGB leeftijdsdiscriminatie betreffen (24 procent van het totaal van 221 oordelen).

Tevens blijkt uit het jaarverslag dat het merendeel van de leeftijdsdiscriminatie gaat over werk (met name de werving- en selectiefase) en dat de meeste mensen die een klacht over leeftijdsdiscriminatie indienden, tussen de 50 en 69 jaar oud zijn. Ook in 2009 (31 procent) en 2010 (19 procent) gingen de meeste oordelen van de CGB over leeftijd. De cijfers over het aantal oordelen van de CGB over leeftijdsdiscriminatie laten enige fluctuatie zien in de afgelopen jaren. Overigens wil een oordeel niet zeggen dat er ook sprake is van discriminatie in juridische zin. In 2011 was bij 56 procent van het totaal aantal oordelen sprake van een verboden onderscheid. Bij de overige 44 procent was er geen verboden onderscheid.

Dit laat onverlet dat elke vorm van discriminatie onacceptabel is. Het stemt mij hoopvol dat uit CBS-cijfers blijkt dat de bruto arbeidsparticipatie van 55-plussers sinds 2001 is gestegen van 33 procent naar 55 procent in 2011.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom

Naar boven