29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 389 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 april 2012

Op 16 maart heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid mij verzocht om een brief over de stand van zaken rond de SER-commissie «Toekomstige arbeidsmarktpositie jongeren» en de aanbevelingen die deze commissie heeft gedaan.

In 2009 is de SER uit eigen beweging met een advies over de toekomstige arbeidsmarktpositie van jongeren aan de slag gegaan. De verwachting was dat de SER medio vorig jaar een advies uit zou brengen. Uit navraag bij de SER blijkt dat de SER besloten heeft dit advies niet naar buiten te brengen. Het is aan de SER om daar desgewenst nadere mededelingen over te doen.

De vaste commissie voor SZW heeft mij daarnaast gevraagd een overzicht te geven van verdringingsgevolgen en extra sociale zekerheidsuitgaven als gevolg van de huidige vormgeving van het wettelijk minimumjeugdloon en het CPB daar bij te betrekken. Ik heb het CPB verzocht zijn visie te geven op de werking van de arbeidsmarkt voor jongeren in relatie tot het wettelijk minimumjeugdloon en daarbij in te gaan op mogelijke verdringingsgevolgen en additionele uitgaven aan sociale zekerheid. Ik zal uw Kamer te zijner tijd over de CPB-analyse informeren.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp

Naar boven