29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 349 MOTIE VAN HET LID HAMER

Voorgesteld 27 oktober 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de inzet van de voorgestelde mobiliteitsbonus een werkgeversbonus is geworden;

overwegende, dat deze pas kan worden ingezet wanneer mensen werkloos zijn;

overwegende, dat niet alle functies geschikt zijn om deze gedurende je hele loopbaan uit te oefenen;

overwegende, dat deze problematiek nog meer gaat opspelen wanneer loopbanen worden verlengd;

overwegende, dat de mobiliteitsbonus bedoeld zou moeten zijn om mensen de kans te geven zich om te laten scholen naar banen die ze met plezier gedurende hun resterende loopbaan kunnen vervullen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe de voorgestelde mobiliteitsbonus meer preventief ingezet kan worden en de Kamer hierover zo spoedig mogelijk te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Hamer

Naar boven