nr. 237
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 maart 2010
Hierbij reageer ik op het verzoek van de vaste commissie voor Sociale
Zaken en Werkgelegenheid van 26 januari jl. om een uitgebreide kabinetsreactie
op het SCP-rapport Liever Mark dan Mohammed? aan
de Tweede Kamer te zenden.
Aan het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) is in 2006 opgedragen de discriminatiemonitoren
2007 en 2009 en een verdiepend onderzoek in de vorm van praktijktests in 2008
uit te voeren. De SCP-rapportage Liever Mark dan Mohammed? is op 21 januari 2010 gepubliceerd. In het kader van het onderzoek
zijn in 2008 in totaal 1342 «sollicitatie-praktijktests» uitgevoerd;
1142 schriftelijke en 200 telefonische tests. In het onderzoek is gebruik
gemaakt van twee fictieve kandidaten die op dezelfde vacature solliciteren.
Ze zijn qua relevante kenmerken even geschikt voor de functie, maar hebben
een andere etnische achtergrond. Het onderzoek bestrijkt niet de gehele arbeidsmarkt
aangezien de tests betrekking hebben op vacatures in vijf verschillende sectoren
(horeca, detailhandel, financiële dienstverlening, gemeentelijke overheid
en zorg) en de maximum leeftijd van de sollicitanten op 33 jaar ligt. Uit
de praktijktests blijkt dat autochtoon Nederlandse sollicitanten gemiddeld
44% kans hebben een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek te ontvangen.
Vergelijkbare niet-westerse migranten hebben gemiddeld 37% kans op
een sollicitatiegesprek.
De resultaten van deze praktijktests geven aan dat er sprake is van discriminatie,
maar stellen niet vast wat de aard of achtergrond daarvan is (bewust of onbewust)
of welke beelden werkgevers hebben bij verschillende groepen sollicitanten.
Aangezien de «Discriminatiemonitor 2009» antwoord zal geven op
deze vragen, kunnen de uitkomsten van de praktijktests pas door middel van
deze monitor in perspectief worden geplaatst. Het SCP rondt de «Discriminatiemonitor
2009» naar verwachting eind april 2010 af.
In dit kader is het van belang dat in dezelfde periode de «Monitor
Rassendiscriminatie», die in opdracht van de Minister voor Wonen, Wijken
en Integratie (WWI) wordt opgesteld, zal worden afgerond. In deze monitor
wordt onder meer aandacht gegeven aan kwantitatief onderzoek naar arbeidsmarktdiscriminatie.
Daarnaast betreft het dezelfde doelgroep als het SCP-rapport Liever Mark dan Mohammed.
Aangezien de uitkomsten van het SCP-rapport Liever
Mark dan Mohammed? en de discriminatiemonitor 2009 onlosmakelijk
met elkaar verbonden zijn en er tevens een samenhang is met de «Monitor
Rassendiscriminatie», kan een uitgebreide inhoudelijke reactie pas worden
gegeven na afronding van de genoemde monitoren. Overeenkomstig mijn toezegging
in het Algemeen Overleg Arbeidsmarkt d.d. 10 februari 2010, zal ik daarin
ook mijn reactie op de suggesties van het Kamerlid Vermeij met betrekking
tot mogelijke onconventionele middelen tegen leeftijdsdiscriminatie van ouderen
meenemen.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner