29 544
Arbeidsmarktbeleid

nr. 192
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2009

Op 25 maart bent u geïnformeerd over de gezamenlijke aanpak van kabinet en sociale partners tegen de gevolgen van de crisis, die erop gericht is om zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen en te houden.

Inmiddels zijn diverse maatregelen voortvarend aangepakt. In samenwerking met het UWV en diverse andere partners wordt een structureel beeld ontwikkeld van de tekort- en overschotsectoren op sectoraal en regionaal niveau. De eerste regionale sets van gegevens heeft het UWV inmiddels verspreid onder de gemeenten. Deze set dient als basis voor verdere analyse en aanpak van de crisis in de regio’s.

Sinds maart is er, aangesloten bij de dertig grote regionale werkpleinen, een landelijk dekkend netwerk van mobiliteitscentra om met ontslag bedreigde werknemers zo snel mogelijk naar ander werk te begeleiden. Belangrijkste taak van de mobiliteitscentra is om alle regionale publieke en private partijen bij elkaar te brengen en ervoor te zorgen dat er intensieve samenwerking ontstaat. Mogelijkheden van publiek-private samenwerking worden daarbij zoveel mogelijk uitgebouwd.

Bij elk van deze dertig werkpleinen wordt een expertisepunt zorg ingericht en worden er, voor een betere aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs in de regio, leerwerkloketten ingericht. Zoals gemeld aan de Tweede Kamer in de brief van 25 maart worden er daarnaast voor een betere bereikbaarheid 10 extra leerwerkloketten behouden en gefinancierd.

De dertig regionale werkpleinen spelen ook een centrale rol in de uitvoering van het actieplan Jeugdwerkloosheid, dat onlangs is gepresenteerd. Per regio worden door alle partijen op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt en jeugdzorg convenanten afgesloten met het kabinet. Basis hiervan is een regionaal plan van aanpak van alle partijen die kunnen bijdragen aan het creëren van participatiemogelijkheden (stages, leerwerkplekken) van jongeren. UWV Werkbedrijf en het kenniscentrum voor onderwijs Colo zorgen er verder voor dat meer stage- en leerwerkplaatsen beschikbaar komen om jongeren hun opleiding af te laten ronden. Daarnaast investeert het kabinet in het langer op school houden van MBO-leerlingen met een slecht arbeidsmarktperspectief, zet zij een«matchings-offensief» op waarbij de vraag van werkgevers en de beschikbaarheid van jongeren op elkaar worden aangesloten en geeft zij meer kansen aan kwetsbare jongeren met extra voorzieningen voor deze groep Voor het «matchings-offensief» worden 200 jongeren ingezet als junior-werkcoaches bij het UWV.

Per april is de regeling deeltijd WW geïntroduceerd om vakkrachten te behouden voor bedrijven die voldoende gezond zijn om, ondanks een tekort aan orders en omzet, door de crisis heen te komen. Re-integratieverplichtingen uit de WW gelden niet als van de deeltijd WW gebruik gemaakt wordt.

Scholing is een belangrijk middel om de inzetbaarheid van mensen te vergroten en de overgang van de ene naar de andere baan te vereenvoudigen. Zo wordt bij gebruikmaking van de deeltijd WW vereist dat afspraken worden gemaakt over scholing. Werkgevers die een elders met ontslag bedreigde werknemer aannemen, kunnen hiervoor een scholingsbonus krijgen van maximaal € 2 500. Daarnaast is er geld beschikbaar gesteld voor ervaringscertificaten (evc’s) en ervaringsprofielen, waarin bestaande competenties worden vastgelegd van met ontslag bedreigde werknemers die niet beschikken over een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Met die evc’s en eventueel aanvullende scholing maken de werknemers meer kans op de arbeidsmarkt.

Wij vinden het belangrijk om het gebruik van deze maatregelen te volgen en willen u daarover periodiek informeren via een nieuw te ontwikkelen monitor arbeidsmarktmaatregelen. De monitor arbeidsmarktmaatregelen zal bestaan uit twee delen. Het eerste deel bevat een algemene beschouwing van de belangrijkste ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en een beschrijving van het gebruik van de arbeidsmarktmaatregelen. In het tweede deel wordt het eerste deel cijfermatig onderbouwd. Het is de bedoeling dat deze cijfers telkens in de monitor worden opgenomen, zodat ontwikkelingen in de tijd gevolgd kunnen worden. In de bijlage1 vindt u per maatregel de te verstrekken informatie.

Het is onze intentie om de monitor driemaal per jaar op te stellen. De eerste monitor Arbeidsmarktmaatregelen ontvangt u daarom bij aanbieding van de eerste tussentijdse verslagen 2009 van de SUWI-organisaties (juli). De tweede monitor verschijnt in november en de derde bij aanbieding van de jaarverslagen 2009 van de SUWI-organisaties.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven