Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2023
Het succes van de klimaat- en digitale transitie hangt mede af van voldoende goed
geschoolde vakmensen. Het tekort aan technisch en digitaal geschoold personeel is
daarnaast een belemmering op de lange termijn voor het duurzaam verdienvermogen van
Nederland. Oplossingen vragen een lange adem en een goede samenwerking tussen publieke
én private partijen.
Als onderdeel van het Actieplan Groene en Digitale Banen versterk ik 15 regionale
publiek-private samenwerkingen (pps’en) in het beroepsonderwijs met een totale investering
van 123 miljoen euro voor de komende vier jaar. Deze regionale samenwerkingsverbanden
dragen bij aan het stimuleren van scholing in de techniek door het bundelen van kennis,
financiën en organisatiekracht. In de bijlage vind u het opschalingsplan in cijfers,
de 15 geselecteerde pps’en inclusief een korte beschrijving.1
De afgelopen 10 jaar zijn ruim 400 pps’en ontstaan. Hierbij zijn 12.000 bedrijven,
8.000 docenten en 124.000 studenten betrokken die de aansluiting tussen beroepsonderwijs
en arbeidsmarkt aantoonbaar verbeteren en daarmee een verschil maken in relatie tot
klimaat- en digitale transitie en arbeidsmarkttekorten. De benodigde schaalgrootte
van deze pps’en blijft echter uit en de impact is nog te bescheiden. Met het opschalen
van 15 pps’en met een bewezen trackrecord wordt voortgebouwd op het beschikbare fundament
en wordt gewerkt aan een grotere betrokkenheid van het mkb. Dat is nu ongeveer 4 tot
6%. De bedoeling is om dat te vergroten naar 15 tot 25% van het mkb.
Vanuit mijn ministerie draag ik per publiek-private samenwerking maximaal 9 miljoen euro
bij voor vier jaar. Aanvullend komt daar 58% cofinanciering bij vanuit het bedrijfsleven
en regionale overheden. De middelen worden besteed aan de volgende vijf actielijnen:
-
1. Versterken van de regionale samenwerking tussen onderwijs, bedrijven en overheden;
-
2. Talentontwikkeling van huidige en toekomstige werknemers;
-
3. Leven lang ontwikkelen door modules met het bedrijfsleven op te zetten voor hun werknemers
om nieuwe technologieën aan te leren;
-
4. Innovatie van de beroepspraktijk op basis van de behoeftes van het bedrijfsleven;
-
5. Contextrijke leeromgevingen, lesruimtes waarin werksituaties worden gesimuleerd.
Om de voortgang te waarborgen en de kennis en ontwikkelingen van de pps’en te monitoren,
investeer ik ook in een kennis- en ontwikkelingsprogramma dat zal worden uitgevoerd
door het Platform Talent voor Technologie. Als opdrachtgever blijf ik nauw betrokken
bij de verdere uitwerking en uitvoering van het programma.
Tot slot kom ik terug op een eerdere toezegging gedaan in mijn Kamerbrief «Inzet op
arbeidsmarktkrapte in de klimaat- en digitale transitie: Het Actieplan Groene en Digitale
Banen», van 3 februari 2023 (Kamerstuk 29 544, nr. 1173). Hierin heb ik vermeld uw Kamer nog voor de zomer te informeren over de voortgang
van de verdere inrichting van de governance en de uitvoering van het Actieplan Groene
en Digitale Banen. Echter, zoals ik tijdens het commissiedebat van 25 mei jl. (Kamerstuk
29 544, nr. 1207) heb aangegeven, zal ik uw Kamer in het najaar informeren. Dit betreft onder andere
de monitoringsopzet van het Actieplan Groene en Digitale Banen. Een eerste inhoudelijke
voortgangsrapportage volgt dan een jaar later in 2024.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens