29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 1195 MOTIE VAN HET LID VAN HOUWELINGEN

Voorgesteld 1 juni 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit recent onderzoek van de Vereniging Zelfstandigen Nederland blijkt dat:

  • bijna driekwart van de zzp'ers tegen een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering is;

  • 94% van de zzp'ers graag een opt-outregeling wil, mocht die verplichting er toch komen;

  • 27% van de zzp'ers zich op dit moment al onderling heeft verzekerd voor ziekte en arbeidsongeschiktheid via een zogenaamd broodfonds of schenkkring;

overwegende dat een broodfonds of schenkkring mooie voorbeelden zijn van particuliere initiatieven en bovendien ook de sociale cohesie en onderlinge gemeenschapszin kunnen bevorderen, omdat deze gebaseerd zijn op onderling vertrouwen en zo ook het onterecht aanspraak maken op een verzekering kunnen voorkomen;

overwegende dat 30% van de zzp'ers daarnaast minder goede ervaringen hebben met private verzekeraars die niet of met moeite uitbetalen bij ziekte of arbeidsongeschiktheid;

overwegende dat een broodfonds of schenkkring geen verzekering maar een collectieve voorziening is;

overwegende dat zzp'ers zich tegenwoordig ook kunnen verzekeren via «crowdsurance», een moderne variant van het broodfonds en de schenkkring, die ook geschikt lijkt te zijn voor langetermijnverzekeringen;

verzoekt de regering, als er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt ingevoerd voor zzp'ers, in ieder geval in gesprek te gaan met (vertegenwoordigers van) zzp'ers en te onderzoeken of broodfondsen, schenkkringen en crowdsurance onderdeel kunnen worden van de opt-outregeling;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe broodfondsen, schenkkringen en crowdsurance als onderdeel van de opt-outregeling wel kunnen voldoen aan de materiële eisen (met betrekking tot bijvoorbeeld de minimale duur en hoogte van de uitkering) die worden gesteld aan de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering, zonder zelf verplicht een verzekeraar te hoeven worden of met bestaande verzekeraars te moeten samenwerken;

verzoekt ten slotte de regering daarover voor Prinsjesdag aan de Kamer te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Houwelingen

Naar boven