29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 1067 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2021

In december jl. heb ik uw Kamer de kabinetsreactie aangeboden op het eindrapport van de Commissie Regulering van Werk, ook wel de commissie-Borstlap genoemd, en het rapport «Het betere werk» van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).1 In die kabinetsreactie ben ik onder meer ingegaan op uitbesteding, ook wel «contracting» genoemd, waarbij geconcurreerd kan worden op arbeidsvoorwaarden via het uitbesteden van werk aan andere werkgevers. Daarbij heb ik aangekondigd een onderzoek te laten uitvoeren naar de verschijningsvormen van uitbesteding, als voorbereiding op eventuele wettelijke maatregelen door het volgende kabinet.

Dit onderzoek is inmiddels afgerond. Het is uitgevoerd door De Beleidsonderzoekers en heeft geresulteerd in het rapport «Verschijningsvormen van Uitbesteding. Een empirisch onderzoek.» Dit rapport bied ik uw Kamer bij dezen aan2.

Het is aan het volgende kabinet om de resultaten te betrekken bij de besluitvorming over en eventuele uitwerking van wettelijke maatregelen op het gebied van uitbesteding.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstuk 29 544, nr. 1028.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven