Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2020
Hierbij zend ik u de rapportage «Cao-afspraken 2019» over de inhoudelijke ontwikkelingen
van cao’s1.
De rapportage geeft een beeld van de stand van zaken van cao-afspraken op het gebied
van de contractloonontwikkeling, onderkant van het loongebouw, afstand tot de arbeidsmarkt,
bovenwettelijke aanvullingen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, normale
arbeidsduur, arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, flexibele beloningsvormen en
oudere werknemers. Het onderzoek is gebaseerd op een steekproef van 99 cao’s. Onder
deze cao’s vallen circa 4,9 miljoen werknemers, dat is 87% van alle werknemers onder
een cao.
Contractloonmutatie
De rapportage toont een gemiddelde contractloonontwikkeling van 2,5% in 2019 op niveaubasis2. In vergelijking met 2018 ligt de gemiddelde contractloonmutatie in 2019 0,4%-punt
hoger. De contractloonmutatie op niveaubasis is in 2019 gemiddeld 2,7% in de marktsector,
2,0% in de overheidssector en 2,4% in de zorgsector. Naar economische sector bezien
is de mutatie op niveaubasis het hoogst in de sector industrie (3,6%) en het laagst
in de sectoren handel en horeca en vervoer en communicatie (2,2%).
De inflatie bedraagt in 2019 1,6% (CBS, CPI afgeleid). Het beeld is dan ook dat de
gemiddelde contractloonstijging boven het inflatieniveau ligt. In 2018 was dit eveneens
het geval.
Voor 2020 is het zeer voorlopige beeld dat de contractlonen op niveaubasis met 2,7%
stijgen. Deze voorlopige cijfers zijn gebaseerd op 51 steekproefakkoorden, van toepassing
op ruim 2,8 miljoen werknemers (i.e. 59% van de steekproef). Het onderzoek naar de
ontwikkeling van de contractlonen is tot stand gekomen voor de coronacrisis. De gevolgen
van de coronacrisis zijn hierin dus niet verwerkt.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees