Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 29537 nr. 28 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 29537 nr. 28 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 2005
Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Justitie, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg met de vaste commissie voor Justitie van uw Kamer op 28 april 2005 (kamerstuk 29 537, nr. 26), over de voortgang in de uitvoering van de verschillende maatregelen die in de Illegalennota1 zijn opgenomen.
In het Hoofdlijnenakkoord is vastgelegd dat illegaal verblijf van vreemdelingen in Nederland alsmede het profiteren van illegaal verblijf krachtiger zal worden tegengegaan. Op 23 april 2004 heeft het Kabinet u een nota gestuurd waarin een aantal maatregelen daartoe staat opgesomd. Door middel van deze rapportage bericht ik u over de voortgang in de uitvoering van de verschillende maatregelen.
Deze voortgangsrapportage bestaat uit twee onderdelen:
A. Toelichting op de maatregelen, genoemd in de Illegalennota;
B. Kwantitatieve rapportage over de uitvoering van de aanpak van illegaal verblijf en illegale arbeid.
A) Maatregelen, genoemd in de Illegalennota
De maatregelen zoals deze worden genoemd in de Illegalennota zijn als volgt onderverdeeld:
1. Vreemdelingenbeleid;
2. Aanpak van mensenhandel;
3. Aanpak van onrechtmatige bewoning;
4. Aanpak van illegale tewerkstelling.
Per maatregel wordt gemeld wat gerealiseerd is, welke ontwikkelingen in de rapportageperiode hebben plaatsgevonden en wat de geplande ontwikkelingen zijn.
1. Maatregelen op het gebied van het vreemdelingenbeleid
In de Illegalennota is aangekondigd dat het misbruik van reguliere procedures krachtig zal worden tegengegaan. Onder misbruik wordt hier verstaan het indienen van een op voorhand kansloze aanvraag om een verblijfsvergunning regulier, zonder de vereiste machtiging tot voorlopig verblijf (MVV). Hierbij is het belangrijkste oogmerk van de vreemdeling om gedurende de procedure een bewijs van rechtmatig verblijf te verkrijgen. In de Illegalennota is aanpassing van de regelgeving aangekondigd.
Ontwikkelingen in rapportageperiode
In de periode van 1 mei tot 1 augustus 2005 heeft de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) in samenwerking met een aantal gemeenten twee pilots uitgevoerd met als doel het versneld afdoen van onwenselijke procedures. In de eerste pilot zijn IND-medewerkers tewerkgesteld bij drie gemeenten (Roermond, Weert en Venlo) om zo mogelijk meteen te beslissen op aanvragen van vreemdelingen die zonder mvv zijn ingereisd. In de tweede pilot is met de gemeenten Amsterdam en Delft afgesproken dat aanvragen van vreemdelingen die niet in het bezit zijn van de vereiste mvv, rechtstreeks bij het loket van de IND te Hoofddorp worden ingediend. De IND neemt vervolgens ter plekke een beslissing op de aanvraag, tenzij nader onderzoek nodig is.
Bij brief van 12 juli 20051 heb ik uw Kamer al de resultaten van een tussentijdse evaluatie doen toekomen. Uit de eindevaluatie blijkt dat in beide pilots is geconstateerd dat sprake is van een positief effect. Aanvragen worden direct en ter plekke afgewezen waarbij een merkbare daling van het aantal kansloze aanvragen wordt geconstateerd. Uit de resultaten van de twee pilots kan worden geconcludeerd dat de pilot met het IND-loket procentueel bezien de meeste afwijzingen van kansloze aanvragen heeft gerealiseerd. Voorts is het afhandelen van de aanvragen op IND-locatie efficiënter aangezien de planning door de IND wordt gedaan, alsmede vanwege de beschikbaarheid van de systemen met procedurele en inhoudelijke gegevens. Daarnaast is gebleken dat het niet wenselijk is om deze aanvragen in de gemeentehuizen af te handelen, gelet op de overlast die dit kan veroorzaken voor andere bezoekers. Op grond van bovenstaande uitkomsten van de pilots ben ik voornemens om vooralsnog beide pilots te continueren. Daarnaast zal de werkwijze met het IND-loket gefaseerd worden uitgebreid tot een landelijke werkwijze. Naar verwachting zal door deze landelijk in te voeren organisatorische aanpassing het oneigenlijk gebruik van de reguliere toelatingsprocedure effectiever worden bestreden.
Door de vreemdelingenpolitie wordt in de politieregio’s Rotterdam-Rijnmond en Haaglanden gecontroleerd op het vertrek na de kortverblijfprocedure. De politieregio Rotterdam-Rijnmond is gestart in september 2004. Volgens de eerste resultaten heeft 9% van de aangemelde kort verblijvers de afmeldkaart niet afgegeven of ingezonden aan de Koninklijke Marechaussee. Bij controle op de adressen van betrokkenen werd 5% van hen aangetroffen. Zij zijn teruggekeerd naar hun land van herkomst door middel van uitzetting of vertrek onder toezicht. De politieregio Haaglanden gaat binnenkort starten met de controles.
De controles beogen in beeld te krijgen in hoeverre de kort-verblijf-procedure wordt gebruikt om vervolgens onrechtmatig in Nederland te verblijven.
Onder «aanpak van mensenhandel» zijn de volgende maatregelen genoemd in de Illegalennota:
a. Toegang voor de politie in relevante systemen van de vreemdelingenketen
b. Informatiegestuurde opsporing van mensenhandel
c. Actief onderkennen van signalen van mensenhandel
d. Standaard gelegenheid voor het doen van aangifte door slachtoffers mensenhandel
Ad. a Toegang voor de politie in relevante systemen van de vreemdelingenketen
De toegang tot de informatiesystemen van de vreemdelingenketen voor de politie en andere (opsporings)instanties is inmiddels sterk verbeterd. Door gebruik van de gegevens uit de Basisvoorziening Vreemdelingen (BVV) en het gebruik van biometrische gegevens is raadpleging van informatie in de diverse opsporingssystemen van de politie zoals Havank, Schengen Informatie Systeem (SIS) en het Opsporingsregister (OPS) effectiever en efficiënter geworden. Per april 2005 is het Vreemdelingen Administratie Systeem (VAS) van de politie vervangen door Politiesuite Handhaving Vreemdelingen (PSHV). Dit systeem is toegerust voor het verwerken en uitwisselen van informatie in de vreemdelingenketen. Het genereren van managementinformatie vanuit de PSHV is echter nog in ontwikkeling.
Ontwikkelingen in rapportageperiode
In mijn brief van 9 september 2005 aan uw Kamer1 heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken van de informatie-uitwisseling tussen de Strafrechtketen en de Vreemdelingenketen (werkwijze Vreemdelingen in de Strafrechtketen, kortweg VRIS).
Per mei 2005 hebben de Arbeidsinspectie en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) – in pilotvorm – tot het eind van het jaar een inzage functie in de BVV gekregen. In het najaar wordt de aansluiting geëvalueerd. Inmiddels worden voorbereidingen getroffen voor de aansluiting van de AIVD op de BVV.
Door het koppelen van de verblijfstitelgegevens uit de GBA aan de BVV zijn onder andere onjuistheden ontstaan in de verblijfstitelregistratie in INDIS/BVV. De IND is het project Herstel Informatie Project (HIP) gestart. Deze synchronisatie bestaat uit enerzijds de GBA-BVV synchronisatie. Deze vindt momenteel plaats. Vervolgens vindt synchronisatie plaats tussen BVV-INDIS. Deze laatste synchronisatie zal naar verwachting in december van dit jaar plaats vinden.
Ad. b Informatiegestuurde opsporing van mensenhandel
Ontwikkelingen in rapportageperiode
Voor de informatiegestuurde opsporing van o.a. mensenhandel, mensensmokkel en fraude was de intentie om een informatiesysteem te ontwikkelen; de Politiesuite Opsporing (PSO). De invoering van PSO is echter vertraagd. In de zomer van 2005 is onderzocht of een (tijdelijk) alternatief kon worden gerealiseerd via een koppeling naar de Verwijsindex Personen (VIP). Ook dit alternatief is (nog) niet haalbaar gebleken.
In mijn brief van 12 juli 2005 aan uw Kamer1 heb ik u geïnformeerd over de opening van het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel in mei 2005, dat een onderdeel vormt van de Nationale Recherche. Hierin werken de politie, de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, de Koninklijke Marechaussee en de IND samen om mensenhandel en mensensmokkel effectief aan te pakken door kennis en inzichten te integreren.
De IND heeft onlangs besloten dat de taakuitvoering van de Mensensmokkel Informatie Groep (MIG) als onderdeel van het IND Informatie- en Analysecentrum (INDIAC) op experimentele basis en incidentgericht wordt verbreed. De taakuitvoering van de MIG ligt oorspronkelijk op het gebied van het genereren van informatie uit het proces asiel, die duidt of kan duiden op mensensmokkel. Ook doet de MIG onderzoek op dat gebied. De verbreding van de taakuitvoering betreft enerzijds het ontsluiten van andere processen dan asiel, zoals het proces reguliere toelating, door signalen te genereren en analyses op te stellen. Anderzijds betekent het een verbreding van het aandachtsgebied van mensensmokkel naar migratiecriminaliteit. Dit past in de doelstelling partners, zoals de politie, structureel te informeren over opgedane kennis op zowel operationeel niveau van een individuele zaak (persoonsgebonden) als op geaggregeerd niveau (ervaringen, signalen, trends, etcetera), zoals ook door het Kabinet is verwoord in reactie op het onderzoek van de Algemene Rekenkamer2. De MIG werkt nauw samen met het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel.
Onder het EU-voorzitterschap van Engeland wordt thans gewerkt aan een EU-breed voorstel voor de internationale aanpak en opsporing van mensenhandel.
Ad. c Actief onderkennen van signalen van mensenhandel en Ad. d Standaard gelegenheid voor het doen van aangifte door slachtoffers mensenhandel
In de werkprocessen van de betrokken organisaties (Politie en Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD)) zijn aanpassingen doorgevoerd. In de standaarden voor de uitvoering voor eerste- en tweedelijns identiteits- en nationaliteitsonderzoeken, is opgenomen dat actief wordt gezocht naar signalen van mensenhandel. Ook de Arbeidsinspectie (AI) geeft in voorkomende gevallen signalen van mensenhandel door aan de SIOD. Eventuele slachtoffers van mensenhandel worden volgens vastgestelde werkwijzen expliciet in de gelegenheid gesteld aangifte te doen van mensenhandel en een verklaring af te leggen. Dit is van belang voor het slachtoffer, maar ook voor de opsporing en vervolging van mensenhandelaren. Eén en ander is inmiddels verwerkt in de herziene en gepubliceerde paragraaf B9 van de Vreemdelingencirculaire 2000. Hierin is opgenomen dat mogelijke slachtoffers van mensenhandel desgewenst een periode wordt gegund van maximaal drie maanden, waarbinnen zij een beslissing moeten nemen of zij aangifte willen doen van mensenhandel of dat zij hiervan afzien. Gedurende die periode wordt hun verwijdering opgeschort en kunnen zij rechtmatig in Nederland verblijven. Medewerkers van de politie en SIOD zijn bekend met de nieuwe werkwijze.
Ontwikkelingen in rapportageperiode
De Minister van Justitie rapporteert afzonderlijk aan uw Kamer ten aanzien van het onderwerp Mensenhandel. Op 27 september 2005 heeft hierover een overleg met uw Kamer plaatsgevonden.
In 2004 zijn aanmerkelijk meer zaken op basis van art. 273a WvSr (en art. 250ter en 250a WvSr) in behandeling genomen door het OM dan in 2003. De cijfers over de eerste acht maanden van 2005 wijzen op een afname van het aantal in behandeling genomen zaken ten opzichte van 2004.
3. Aanpak van onrechtmatige bewoning
In de Illegalennota worden voor de aanpak van onrechtmatige bewoning de volgende maatregelen genoemd:
a. Tweedelijns toezicht op de gemeentelijke aanpak van onrechtmatige bewoning;
b. Het stimuleren van aangifte op basis van art. 197a WvSr door gemeenten;
c. Het maken van afspraken tussen het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) met de corporatiesector om onrechtmatige bewoning te voorkomen;
d. Het opstellen van nieuwe wetgeving met betrekking tot het vaststellen van de verblijfstatus van nieuwe huurders;
e. Het invoeren van een nieuwe opzeggingsgrond in het huurrecht, te weten «illegaal verblijf in Nederland».
In de periode waarop deze rapportage betrekking heeft is ook een onderzoek gepubliceerd dat in opdracht van de Minister van VROM is uitgevoerd naar de ruimtelijke concentratie en huisvestingssituatie van illegale vreemdelingen. Een afschrift van dit onderzoek is aan uw Kamer verzonden. Door de Minister van VROM is tevens uiteen gezet wat de relatie is tussen de resultaten van dit onderzoek en de aangenomen moties gerelateerd aan het beleidsterrein wonen, naar aanleiding van de parlementaire behandeling van de Illegalennota1. Het onderzoek bevat een kwantitatieve analyse en meer kwalitatieve wijkstudies van enkele wijken in Den Haag en Rotterdam. De resultaten bieden een goed beeld van de huisvestingssituaties van illegalen in de beschreven wijken, maar zijn niet zonder meer generaliseerbaar door de nadruk op kwalitatieve gegevens. Een belangrijke conclusie is wel dat (gevoelens van) onvrede en onveiligheid in delen van buurten hoger kan zijn, als er overlast en overbewoning ontstaat bij pensions en andere commerciële verhuur van woonruimte aan illegale vreemdelingen. Dergelijke problemen door deze specifieke «woonvormen» kunnen gepaard gaan met het verblijf van illegale vreemdelingen in de wijk, maar hoeven daarmee niet noodzakelijkerwijs direct samen te hangen, aangezien ook andere personen dan illegaal verblijvende vreemdelingen van de huisvestingsvorm gebruik kunnen maken. Met name bij panden van huisjesmelkers zullen overlast en overbewoning eerder voor kunnen komen, waardoor de directe leefomgeving van dergelijke panden eerder kan afglijden en het gevoel van onveiligheid van bewoners kan versterken. De bestrijding van zowel onrechtmatige bewoning als van huisjesmelkerij is dan ook van groot belang voor de aanpak van het illegalenvraagstuk. Vanuit de rijksoverheid worden diverse instrumenten geboden aan zowel gemeenten als bonafide verhuurders om doorverhuur en huisjesmelkerij aan te pakken. Dit instrumentarium wordt verder geoptimaliseerd en lokale partijen zijn opgeroepen door het rijk om daar waar deze problemen spelen, ook tot lokale actie over te gaan. Hierbij wil ik u ook wijzen op de recente brief van de Ministers van VROM en Justitie over dit onderwerp1.
Ad. a Tweedelijns toezicht op de gemeentelijke aanpak van onrechtmatige bewoning enAd. b Het stimuleren van aangifte op basis van art. 197a WvSr door gemeenten
De gemeentelijke aanpak van onrechtmatige bewoning wordt door de VROM-inspectie, in tweedelijns toezicht, gevolgd. Op 30 november 2004 is door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het rapport «Bestrijding van onrechtmatige bewoning (waarom en hoe), Achtergronden, instrumenten, best-practices» aan uw Kamer gezonden2. Hierin is praktijkinformatie opgenomen over het opsporen en bestrijden van onrechtmatige bewoning. Onderdeel van de voorkeursaanpak is hierbij dat door gemeenten in voorkomende gevallen aangifte wordt gedaan van huisjesmelkers op grond van artikel 197a WvSr.
Op 10 maart 2005 heeft de Minister van VROM het rapport van de VROM-Inspectie «Bestrijding van onrechtmatige bewoning (waarom en hoe), Achtergronden, instrumenten, best-practices» en een brochure over het onderwerp «Aanpak onrechtmatige bewoning»3 met praktische suggesties van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) aangeboden aan gemeenten en sociale verhuurders. In de begeleidende brief is een beroep gedaan op de lokale partijen om de bestaande mogelijkheden in wet- en regelgeving te benutten en gezamenlijk onrechtmatige bewoning voortvarend aan te pakken.
Het stimuleren van de aangifte door gemeenten op basis van art. 197a WvSr is in de publicaties aangegeven.
Ontwikkelingen in rapportageperiode
De VROM-inspectie treft voorbereidingen om een effectieve gemeentelijke aanpak van onrechtmatige bewoning te bevorderen. Dit vloeit voort uit de toezending door de Minister van VROM aan alle gemeenten en corporaties van voornoemde brief van 10 maart 2005. Hierover is ook gesproken met uw Kamer tijdens het overleg op 21 juni. Vanaf 2006 wordt de aanpak van onrechtmatige bewoning op lokaal niveau gevolgd door middel van de VROM-brede gemeenteonderzoeken, die de VROM-inspectie uitvoert.
Binnen het Openbaar Ministerie (OM) is door het College van Procureurs Generaal per brief van 13 september 2004 gewezen op de mogelijkheid om malafide huiseigenaren die nadrukkelijk misbruik maken van illegaal verblijf te vervolgen op grond van artikel 197a WvSr. In dit artikel is bepaald dat het behulpzaam zijn bij het verblijven in Nederland door illegalen met het oog op winstbejag strafbaar is. Dit kan worden bestraft met maximaal vier jaar gevangenisstraf of een boete van de vijfde categorie. Door het OM is een quickscan uitgevoerd om te bezien of en hoe vaak artikel 197a WvSr wordt ingezet bij de aanpak van deze malafide huiseigenaren. Uit de eerste berichten van het OM kan geconcludeerd worden dat er tot op heden nauwelijks sprake is van inzet van artikel 197a Sr bij de aanpak van malafide huiseigenaren. De inzet van dit artikel moet echter ook gezien worden als het strafrechtelijke sluitstuk van een integrale lokale ketengerichte aanpak van illegaliteit, zoals in Rotterdam met het project Alijda plaatsvindt. Het doel van dit project is om malafide eigenaren en verhuurders zowel financieel, justitieel als bestuursrechtelijk aan te pakken en hen ertoe te bewegen zich sociaal verantwoord te gaan gedragen. Alle wettelijke mogelijkheden waarover de gemeente Rotterdam en haar partners beschikken worden daartoe ingezet. Er wordt daarbij samengewerkt door de Belastingdienst, FIOD/ECD, gemeentelijke diensten, politie en het OM.
In de gemeenten Amsterdam en Den Haag worden op een gelijksoortige manier controles uitgevoerd. In Amsterdam worden onder de programmanaam «Zoeklicht» misstanden opgespoord op de woningmarkt en in de sociale zekerheid. In Den Haag heeft het zogenaamde AMFI-project geleid tot een structurele inbedding in het regiokorps Haaglanden van de controles op onrechtmatige bewoning.
Interventieteams in Utrecht (Amsterdamsestraatweg) en Den Haag (Transvaal) treden op tegen onrechtmatige bewoning van (huur)woningen en illegale kamerverhuur.
Het ministerie van VROM is samen met SZW en VNG gestart met onderzoek naar de huisvesting van tijdelijke seizoensarbeiders. VROM en SZW hebben het onderzoeksbureau Regioplan opdracht gegeven om de aard en omvang van de problematiek in kaart te brengen. De resultaten van dit onderzoek worden eind 2005 verwacht. Aan de hand van de resultaten zal bekeken worden of en welke ondersteunende maatregelen nodig zijn. Uw Kamer wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Ad. c Het maken van afspraken tussen het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) met de corporatiesector om onrechtmatige bewoning te voorkomen
Ontwikkelingen in rapportageperiode
Op 21 juni 2005 heeft uw Kamer overlegd met de Ministers van VROM en van Justitie. Als uitkomst van dit overleg is door de beide Ministers toegezegd een overzicht samen te stellen met mogelijke strafrechtelijke en bestuurlijke maatregelen om onrechtmatige bewoning aan te pakken. In augustus en september is hierover in concept gesproken met vertegenwoordigers van de vier grootste gemeenten (G-4), de vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG) en vereniging van woningcorporaties (Aedes). Bij brief van 8 november 2005 is uw Kamer schriftelijk geïnformeerd over dit overzicht1.
Ad. d Het opstellen van nieuwe wetgeving met betrekking tot het vaststellen van de verblijfstatus van nieuwe huurders
Ontwikkelingen in rapportageperiode
Het wetsvoorstel Wet Victor (artikel 16a Woningwet) en het wetsvoorstel tot wijziging van de Woningwet zijn op 15 september 2005 aangenomen door uw Kamer. De gemeenten krijgen hiermee meer mogelijkheden om malafide huiseigenaren aan te pakken.
Het opleggen van de verplichting aan verhuurders van woonruimte om de verblijfstatus van hun (nieuwe) huurders vast te stellen en de legaliteit hiervan te registreren zal betrokken worden bij de herziening van de Huisvestingswet.
Ad. e Het invoeren van een nieuwe opzeggingsgrond in het huurrecht, te weten «illegaal verblijf in Nederland»
Ontwikkelingen in rapportageperiode
In de Illegalennota is toegezegd dat zou worden onderzocht of in het Burgerlijk Wetboek aan de verhuurder de mogelijkheid moet worden geboden om de huurovereenkomst op te zeggen op de grond dat de huurder illegaal in Nederland verblijft. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat mala fide verhuurders, die zich juist op de illegalenpopulatie richten, geen gebruik zullen maken van een bevoegdheid de huur op te zeggen. De bona fide verhuurder zal niet geneigd zijn de verblijfsstatus van zijn huurders periodiek te controleren zolang deze de huur betaalt en geen overlast veroorzaakt. Daarmee voegt de voorgestelde nieuwe opzeggingsgrond niets toe aan de bestaande mogelijkheden om illegale bewoning in Nederland aan te pakken.
4. Aanpak van illegale tewerkstelling
In de Illegalennota worden voor de aanpak van illegale tewerkstelling de volgende maatregelen genoemd:
a. Het intensiveren van de samenwerking tussen de Arbeidsinspectie en de Vreemdelingenpolitie
b. Het doen van onderzoek naar het uitbreiden van de bevoegdheden van de arbeidsinspecteur ten aanzien van het verrichten van onderzoek naar de identiteit van een persoon
c. Het opnemen van een bestuurlijke boete in de Wet Arbeid vreemdelingen (Wav)
d. Het invoeren van een verplichte aanmelding door werkgevers van dienstverbanden voor de eerste werkdag
e. Het tijdig insturen van de Melding Sociale Verzekeringen (MSV)
f. Het realiseren van een landelijk dekkend netwerk van interventieteams
g. Het afstemmen van bevoegdheden ten aanzien van fiscaliteit, sociale zekerheid en de Wav
h. Het wegnemen van belemmeringen voor gegevensuitwisseling in het interventieteam
i. Maatregelen met betrekking tot de uitzendbranche
Ad. a Het intensiveren van de samenwerking tussen de Arbeidsinspectie en de Vreemdelingenpolitie
Ontwikkelingen in rapportageperiode
Voor een aanpak van illegale tewerkstelling is samenwerking van de verschillende betrokken (opsporings)instanties cruciaal. De inzet van de politie (en ook Koninklijke Marechaussee) is hierbij vereist om uiteindelijk tot in bewaring stelling en/of verwijdering van de aangetroffen illegaal over te kunnen gaan. Daarom participeert een vertegenwoordiger van de Raad van Hoofdcommissarissen sinds september 2005 in de Landelijke Stuurgroep Interventieteams.
Om de samenwerking tussen de politie en de arbeidsinspectie, zowel op landelijk als op regionaal niveau te verbeteren, is in het najaar van 2005 een start gemaakt met het opstellen van een landelijke dienstverleningsovereenkomst. Gestreefd wordt de dienstverleningsovereenkomst begin 2006 gereed te hebben.
Ad. b Het doen van onderzoek naar het uitbreiden van de bevoegdheden van de arbeidsinspecteur ten aanzien van het verrichten van onderzoek naar de identiteit van een persoon
Ontwikkelingen in rapportageperiode
Over de mogelijke uitbreiding van de bevoegdheden van arbeidsinspecteurs voor het vaststellen van de identiteit van aangetroffen personen is uw Kamer op 8 juni 2005 geïnformeerd1. In de brief wordt door de Staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën gesteld dat dit niet de beste manier is om dit probleem aan te pakken. Een betere weg lijkt om een bestuurlijke boete met betrekking tot medewerkingsverplichting in te voeren voor werkgevers die niet meewerken bij de vaststelling van de identiteit van de werknemers. Op 5 oktober 2005 is met uw Kamer overlegd over de maatregelen ter bestrijding van fraude in de uitzendbranche, waar dit voorstel onderdeel van uitmaakt.
De staatssecretaris van SZW is voornemens de voorgestelde wetswijziging van de Wav met betrekking tot medewerkingsverplichting in de loop van 2006 door te voeren.
Ad. c Het opnemen van een bestuurlijke boete in de Wav
Op 1 januari 2005 is de Wet bestuurlijke boete arbeid vreemdelingen in werking getreden, waardoor de overtreding van voorschriften in de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) met bestuurlijke boetes kan worden bestraft. De bestuurlijke boete bedraagt € 4 000,– per illegaal tewerkgestelde voor particuliere werkgevers en € 8 000,– per illegaal tewerkgestelde voor rechtspersonen.
Ad. d Het invoeren van een verplichte aanmelding door werkgevers van dienstverbanden voor de eerste werkdag en Ad. e Het tijdig insturen van de Melding Sociale Verzekeringen (MSV)
De invoering van de verplichte aanmelding door werkgevers van dienstverbanden voor de eerste werkdag is voorzien per 1 juli 2006; de eerstedagsmelding (EDM) is opgenomen in het wetsvoorstel Invoeringswet Financiering Sociale Verzekeringen (Wfsv), dat in december 2004 door de Eerste Kamer is aanvaard en op 1 januari 2006 in werking zal treden. De MSV komt per 1 januari 2006 te vervallen.
Ad. f Het realiseren van een landelijk dekkend netwerk van interventieteams
De activiteiten van de interventieteams zijn gebaseerd op een landelijk afgestemde planning. Sinds januari 2004 zijn in totaal 23 projecten goedgekeurd en in uitvoering genomen of in voorbereiding, die zich onder andere op illegale tewerkstelling richten. De planning wordt regelmatig geactualiseerd en via de Landelijke Stuurgroep Interventieteams verspreid over de verschillende betrokken organisaties.
Ontwikkelingen in rapportageperiode
In de loop van 2005 zijn zeven interventieprojecten afgerond. Het betreft projecten op het gebied van warehouses en distributie, illegale tewerkstelling in de tuinbouw in Zuid-Oost Brabant, kantorenbouw in Noord-Holland, Vleesindustrie Twente, project Waterproef (uitkeringsfraude) in Overijssel, Horeca in het noorden van het land en sofi-nummerfraude/ID-fraude in Rotterdam.
Er zijn projecten in uitvoering in diverse steden (Utrecht, Rotterdam, Den Haag en Tilburg) en in een aantal branches (schoonmaakbranche, fruitteelt, pluimveesector, belwinkels en recreatiebedrijven). Van de zeven afgeronde projecten bedraagt de geraamde opbrengst aan opgelegde boeten en naheffingen, en teruggevorderde en beëindigde uitkeringen over de periode 2004 tot en met 2007 ruim tien miljoen euro.
Ad. g Het afstemmen van bevoegdheden ten aanzien van fiscaliteit, sociale zekerheid en de Wav en Ad. h Het wegnemen van belemmeringen voor gegevensuitwisseling in het interventieteam
Ontwikkelingen in rapportageperiode
Ten aanzien van de in de Illegalennota en de brief van 23 april 2004 genoemde maatregelen die tot grotere effectiviteit van interventieteams moeten leiden is door het Ministerie van SZW in samenwerking met de Belastingdienst, het UWV, de Sociale Verzekeringsbank, de Arbeidsinspectie, de SIOD, het Landelijk Contact Sociale Recherche, het OM en het Ministerie van Financiën een onderzoek uitgevoerd. Met betrekking tot het kruislings toepassen van de huidige bevoegdheden is de conclusie dat, op een enkele uitzondering na, niet alle leden van het interventieteam over dezelfde bevoegdheden hoeven te beschikken. Wel is het gewenst dat, afhankelijk van het doel van de controle, alle organisaties in het interventieteam zijn vertegenwoordigd. Met betrekking tot het doorpakken bij het aantreffen van illegaal werkende personen is het noodzakelijk dat de Vreemdelingenpolitie in het team aanwezig is. Verder wordt aanbevolen om te onderzoeken of de bevoegdheid tot het betreden van plaatsen kan worden uitgebreid tot alle leden van een interventieteam.
Het onderzoek van de werkgroep heeft geleid tot de aanbeveling om op lokaal niveau, in de voorbereiding van interventieprojecten, duidelijke afspraken te maken met de Vreemdelingenpolitie over de beschikbare capaciteit en daar in het projectplan rekening mee te houden. De afstemming met de Vreemdelingenpolitie vindt nu ook plaats op het niveau van de Landelijke Stuurgroep Interventieteams, waarin de Vreemdelingenpolitie zitting heeft genomen.
Aanbevelingen met betrekking tot de voorbereiding van projecten, het maken van afspraken met de Vreemdelingenpolitie en het hanteren van standaardvragenlijsten worden op het niveau van projectleiders opgepakt.
Met betrekking tot gegevensuitwisseling tussen de leden van het interventieteam is vastgesteld dat er in principe geen wettelijke belemmeringen zijn, maar de aanvraag goed moet worden gemotiveerd.
Aanbevolen wordt om een format voor gegevensuitwisseling te ontwikkelen en de verzoeken om het ter beschikking stellen van gegevens op vaste plaatsen in de deelnemende organisaties te beleggen.
Met betrekking tot vaststelling van de identiteit van werknemers wordt nader onderzocht in hoeverre alternatieve methoden van identiteitsvaststelling een rechtsgeldige oplossing kunnen bieden ingeval de identiteit niet aan de hand van een erkend document kan worden vastgesteld.
Ad. i Maatregelen met betrekking tot de uitzendbranche
Ontwikkelingen in rapportageperiode
Omtrent de aanpak van malafide uitzendbureaus is door uw Kamer op 5 oktober 2005 met de staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën besproken de certificering van uitzendbureaus aan de uitzendbranche zelf over te laten.
De afgelopen maanden is door het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), in samenwerking met het georganiseerde uitzendwezen, gewerkt aan een ontwerpnorm, waarin eisen aan en beoordeling op afdracht van belastingen en sociale lasten en gerechtigheid tot arbeid zijn opgenomen. De ontwerpnorm is op 13 september 2005 beschikbaar gekomen. In het najaar zal een openbare consultatieronde plaatsvinden, waarna de norm vermoedelijk in januari 2006 definitief kan worden vastgesteld. Eind 2005 zullen door de branche tevens pilots worden uitgevoerd om de norm te testen.
B. Kwantitatieve rapportage uitvoering aanpak illegaal verblijf en illegale arbeid
Opbouw en doel van de rapportage
De rapportage is opgebouwd conform de huidige aanpak van illegaal verblijf en illegale tewerkstelling. Deze aanpak vindt plaats via controles van de diverse inspectiediensten1, gemeenten en politie. Tijdens de controles wordt ter plaatse nagegaan of er personen aanwezig zijn, die in overtreding zijn. De inspecties richten zich in eerste instantie op hun primaire taak. In het geval van de Arbeidsinspectie is dit de werkgever die in overtreding is van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav), dat wil zeggen waarbij vreemdelingen worden aangetroffen, van wie de werkgever niet, of over een niet geldige tewerkstellingsvergunning beschikt. De gemeente richt zich primair op het voorkomen van overlast en een onveilige woonomgeving (veiligheidsbeleid). De politie richt zich op toezicht in het kader van de openbare orde en veiligheid en komt in dit kader onrechtmatig verblijvende vreemdelingen tegen die een overtreding of misdrijf hebben gepleegd, naast de controles die specifiek worden uitgevoerd in het kader van het toezicht op de uitvoering van de Vreemdelingenwet (Vw).
De Stuurgroep Aanpak Illegaliteit coördineert en faciliteert de inspanningen die de verschillende betrokken ketenpartners leveren ten aanzien van het bestrijden van illegaal verblijf. Het doel van de rapportage is de aanpak van illegaal verblijf, al of niet gecombineerd met illegaal werken of wonen, zichtbaar te maken en daar waar mogelijk de nodige sturingsinformatie te leveren voor de toekomst.
De rapportage is opgedeeld naar de volgende invalshoeken:
1. Illegale tewerkstelling
2. Bewoning door en verhuur aan illegalen
3. Algemeen toezicht op illegaal verblijf
De groep zonder procedure onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen vormt één van de categorieën die moeten terugkeren naar het land van herkomst. De andere categorie wordt gevormd door vreemdelingen, die uitgeprocedeerd zijn en zich – in tegenstelling tot illegale vreemdelingen – nog niet aan het toezicht hebben onttrokken, zoals vreemdelingen behorende tot de doelgroep van het Project Terugkeer.
De terugkeer van deze vreemdelingen behoort niet tot het aandachtsgebied van de Illegalennota, maar tot de Terugkeernota.
De controles op illegale tewerkstelling worden uitgevoerd door de Arbeidsinspectie (AI), veelal in samenwerking met de Vreemdelingenpolitie. Een groot deel van deze controles vindt plaats in het kader van Interventieteams. Sinds de invoering van de bestuurlijke boete in de Wav (vanaf 1 januari 2005) wordt de Wav voor het overgrote deel bestuursrechtelijk gehandhaafd.
De SIOD is daarnaast belast met de opsporing van strafbare feiten die relatie hebben met het SZW-domein waarbij ook sprake kan zijn van illegale tewerkstelling.
De AI-controles richten zich primair op de werkgever en niet op de personen die aangetroffen worden tijdens controles. In de registratiesystemen worden wel de aangetroffen illegaal tewerkgestelden geregistreerd, inclusief de vermoedelijke nationaliteit. Hierdoor kunnen vanuit de AI controles de volgende gegevens worden gegenereerd:
– het aantal objectcontroles dat de Arbeidsinspectie in een bepaalde periode heeft uitgevoerd;
– het totale aantal illegaal tewerkgestelde vreemdelingen, die bij de controles zijn aangetroffen, uitgesplitst naar illegalen en personen afkomstig uit de per 1 mei 2004 tot de EU/EER toegetreden nieuwe lidstaten met uitzondering van Malta en Cyprus; dit zijn de zogenoemde MOE-landen1.
Dit levert het volgende beeld op:
| Realisatie jan t/m sept. 2005 (bij benadering) | |
|---|---|
| Aantal controles | 6 200 |
| Aantal controles met resultaat boeterapport | 1 600 |
| Percentage controles met boeterapport | 25% |
| Aantal aangetroffen MOE-landers | 1 400 |
| Aantal aangetroffen vreemdelingen met andere nationaliteit | 2 100 |
| Totaal opgelegd boetebedrag (€) | 7 750 000 |
Vanaf de introductie van de bestuurlijke boete in de Wav per 1 januari 2005 tot september 2005 zijn door de Arbeidsinspectie 6175 controles uitgevoerd. In een kwart van de gevallen heeft dit tot een boeterapport geleid. Er zijn tijdens de controles ca. 3500 illegaal tewerkgestelde vreemdelingen aangetroffen, waarvan ca. 1400 afkomstig waren uit één van de zogenaamde MOE-landen. Dit is 39% van het totale aantal aangetroffen illegaal tewerkgestelden. Van deze MOE-landers is veruit het grootste gedeelte afkomstig uit Polen, namelijk circa 82%. Wat de overige nationaliteiten betreft, zijn relatief veel illegaal tewerkgestelden afkomstig uit landen als Turkije en China (ieder ca. 12% van het totaal) en Bulgarije (ca. 9%).
In de eerste 9 maanden van 2005 is voor ca. € 7 750 000 aan boetes opgelegd door de Arbeidsinspectie.
Bewoning door en verhuur aan illegalen
Vanuit de gemeenten worden vanuit verschillende invalshoeken controles uitgevoerd. Deze controles kunnen worden uitgevoerd door de sociale dienst, bouw- en woningtoezicht en de burgerlijke stand.
In de Koppelingswet is vastgelegd dat ambtenaren van uitvoeringsorganisaties zich niet de taak dienen aan te meten van opsporingsambtenaar. Gesteld werd, dat bij de toepassing van de Koppelingswet de bevoegdheden zuiver moeten worden gesteld. Als uitvoeringsorgaan zijn gemeenten onder omstandigheden bevoegd huisen werkcontroles uit te voeren. De daartoe aangewezen gemeenteambtenaren zijn geen opsporingsambtenaren en kunnen als ze een illegale vreemdeling aantreffen eigenlijk niet meer doen dan de vreemdelingenpolitie bellen.
Algemeen toezicht op illegaal verblijf
De politie voert de volgende controles uit:
A. Persoonsgerichte controles
Het betreft hier controles, gericht op de persoon waarvan de identiteit bekend is. Deze controle wordt uitgevoerd aan de hand van maandelijkse lijsten van de IND met uitgeprocedeerde vreemdelingen of vreemdelingen waarvan de verblijfstermijn is verstreken of vreemdelingen die zich niet houden aan de meldplicht. De volgende gegevens worden geregistreerd:
1. het aantal persoonsgerichte controles
2. het aantal aangetroffen betrokkenen
3. het gemiddelde aantal controles per betrokkene
B. Objectgerichte controles
Het betreft hier controles in het kader van de handhaving van de Vreemdelingenwet, gericht op een object (woning, bedrijfspand, tuinbouwgebied) en de daarbij betrokken of daarbinnen verblijvende personen. De volgende gegevens worden geregistreerd:
4. het aantal objectgerichte controles
5. het aantal gecontroleerde personen
6. het aantal staande gehouden personen op basis van art. 50 Vw (= redelijk vermoeden illegaal verblijf)
C. Algemeen toezicht
Het betreft hier situaties waarin in het kader van algemeen politieel toezicht vreemdelingen worden aangetroffen (bijvoorbeeld tijdens kleine en grote misdrijven, verkeerscontroles, overlastsituaties etc.).
Onderstaand zijn de schema’s opgenomen van de persoonsgerichte en objectgerichte controles over de maanden januari tot en met september 2005. Ten gevolge van de invoering van het nieuwe informatiesysteem PSHV heeft de politie over de maand mei geen gegevens kunnen leveren.


Gegevens van het Openbaar Ministerie
In 2005 (tot eind augustus) zijn er in totaal 114 zaken onder artikel 197a WvSr bekend, waarvan er 92 hebben geleid tot een dagvaarding en 12 tot een sepot. Op dit moment zijn er van de 92 zaken 74 zaken in behandeling, in 15 zaken is er een straf opgelegd en in 3 gevallen volgde er vrijspraak. (Het gaat in deze zaken dus voornamelijk over de aanpak van mensensmokkelaars en niet over de huisvesting van illegalen).
Van het OM zijn de volgende gegevens verkregen ten aanzien van het gebruik van art 273a WvSr.
Zaken Sr 250ter/Sr 250a/Sr 273a ingeschreven bij de parketten, exclusief overdrachten binnen OM, per jaar van inschrijving en wetsartikel

Zaken Sr 250ter/Sr 250a/Sr 273a afgedaan door het OM, exclusief overdrachten binnen OM, per jaar van afdoening en soort afdoening

Brief verstuurd d.d. 8 november 2005, kenmerk DBO2005196011; nog niet geregistreerd als kamerstuk bij het versturen van deze brief
Brief verstuurd d.d. 8 november 2005, kenmerk DBO2005196011; nog niet geregistreerd als kamerstuk bij het versturen van deze brief.
Deze laatste categorie vreemdelingen kunnen in vreemdelingenbewaring worden geplaatst of vertrekken onder toezicht (zelfmelder). Aangezien de AI zich uit hoofde van haar taak op werkgevers richt en niet op vreemdelingen als zodanig en ook niet de bevoegdheid heeft om vreemdelingen in bewaring te stellen, worden deze vreemdelingen gemeld aan de Vreemdelingenpolitie. Bij gezamenlijke controles beslist de Vreemdelingenpolitie over eventueel staandehouding.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29537-28.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.