Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 29537 nr. 25 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 29537 nr. 25 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2005
Naar aanleiding van het notaoverleg op 21 juni 2004 met de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over de illegalennota (Kamerstukken II, 2003–2004, 29 537, nrs. 1 en 2) heeft Uw Kamer een drietal moties aangenomen die met name thuis horen op het terrein van de minister van Justitie. Met deze brief geef ik aan op welke wijze ik uitvoering geef aan deze moties.
De motie Dijsselbloem (Kamerstukken II, 2003–2004, 29 537, was nr. 7 is hernummerd naar nr. 20) en de motie Visser (Kamerstukken II, 2003–2004, 29 537, nr 10)
In motie 7 van het lid Dijsselbloem c.s. wordt de regering verzocht bij veroordeling van werkgevers en verhuurders wegens het gebruik maken van illegale werknemers respectievelijk onderdak bieden aan illegalen met het openbaar ministerie als beleidslijn af te spreken om zo mogelijk een vordering in te stellen tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. In motie 10 van het lid Visser c.s. (Kamerstukken II 2003/04, 29 537, nr. 10) wordt de regering verzocht beleid te ontwikkelen waarmee het openbaar ministerie aan de hand van artikel 33 van het Wetboek van Strafrecht effectiever op kan treden ingeval woonruimte doelbewust aan illegalen wordt verhuurd.
Beide moties hebben betrekking op tewerkstelling van illegale vreemdelingen en/of het verhuren van woonruimte aan illegale vreemdelingen.
Beide gedragingen zijn strafbaar.
Zo is het ingevolge art. 2 lid 1 Wet arbeid vreemdelingen (WAV) juncto artikel 1 sub 4 Wet economische delicten (WED) strafbaar om een vreemdeling te laten werken zonder dat de werkgever beschikt over een tewerkstellingsvergunning.
Verder is op grond van artikel 197a Wetboek van Strafrecht (Sr) het (uit winstbejag) behulpzaam zijn bij het verblijven van illegalen in Nederland strafbaar gesteld.
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Ingevolge art. 36e Sr kan voordeel dat wederrechtelijk is verkregen door middel van of uit de baten van strafbare feiten, worden ontnomen.
Voor de werkgevers van illegale arbeidskrachten kan dit oplopen tot de gehele opbrengst van de onderneming indien kan worden aangetoond dat deze zonder illegale krachten geen bestaansrecht heeft. De uitbetaling van lonen kan worden gezien als kosten. Naarmate de werkgever minder loon betaalt, wordt zijn behaalde voordeel hoger.
Bij de verhuur van woonruimte aan illegalen kan de opbrengst daarvan (minus kosten) worden gezien als wederrechtelijk verkregen voordeel.
Het Openbaar Ministerie volgt bij het afromen van criminele winsten een meersporenbeleid dat in de nabije toekomst nog meer benadrukt zal worden. Zo kan bij het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel worden gekozen voor het vorderen van een (hogere) geldboete of verbeurdverklaring, of voor het instellen van een ontnemingsvordering.
Het Openbaar Ministerie werkt momenteel plannen uit om o.a. vaker de geldboete in te zetten als sprake is van een beperkt wederrechtelijk verkregen voordeel. Op dit moment wordt gedacht aan een bovengrens van € 15 000,-. Om de haalbaarheid van dit voornemen te toetsen, wordt gewerkt aan een proef om gedurende drie tot zes maanden in enkele arrondissementen vaker een hogere geldboete te eisen met als doel het voordeel af te nemen. Het zal namelijk in de praktijk moeten blijken of rechters willen meegaan in de argumentatie van het Openbaar Ministerie. Vanwege haar onafhankelijke positie zijn met de zittende magistratuur geen beleidslijnen af te spreken over bijvoorbeeld het opleggen van hogere geldboetes. Wanneer de uitkomsten van de proef positief zijn, zullen concrete aanpassingen van de OM-beleidsregels aan het College van procureurs-generaal worden voorgelegd. Vanwege de looptijd van de proef zal de analyse niet eerder gereed zijn dan in het najaar van 2005.
Voor verbeurdverklaring van voorwerpen kan worden gekozen indien het gehele voordeel belichaamd is in de betreffende voorwerpen. Daarnaast is verbeurdverklaring mogelijk van voorwerpen met betrekking tot of met behulp waarvan het feit is gepleegd. Hieronder valt dus ook het pand waarin kamers verhuurd worden aan illegale vreemdelingen.
Indien het wederrechtelijk verkregen voordeel meer bedraagt dan € 15 000,- en niet uitsluitend betrekking heeft op verbeurd te verklaren voorwerpen, kan een vordering tot ontneming worden ingediend.
Het is met name bij omvangrijke zaken, waarbij grote winsten worden behaald, van belang dat het Wetboek van Strafrecht wordt gevolgd. In de grote zaken zal een gedegen financieel onderzoek moeten plaatsvinden om zowel nationaal als internationaal verdachten door te lichten en vermogen te traceren. Alleen op die wijze kan een vuist gemaakt worden tegen het misbruik maken van illegaal verblijf.
Met gebruik van het hiervoor beschreven juridisch instrumentarium ontneemt het Openbaar Ministerie al voordeel dat wederrechtelijk is verkregen door werkgevers of huisjesmelkers die voordeel behalen door misbruik te maken van illegaal verblijf.
Artikel 197a Sr kan gebruikt worden om een accent te leggen op malafide huiseigenaren die nadrukkelijk misbruik maken van illegaal verblijf. Dit accent dient als strafrechtelijk sluitstuk van een integrale lokale (gemeentelijke) ketengerichte aanpak van illegaliteit.
Het College heeft deze mogelijkheid in 2004 onder de aandacht gebracht van de parkethoofden. Ter nadere invulling van het accent zal het College van procureurs-generaal de parkethoofden wijzen op het belang om in de betreffende zaken waar dat geïndiceerd is ook een (strafrechtelijk) financieel onderzoek te starten gericht op het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel.
De motie Dijsselbloem c.s. (Kamerstukken II, 2003–2004, 29 537, was nr. 6 is hernummerd naar 19)
In deze de motie wordt de regering verzocht in de eerste plaats om onderzoek naar malafide vastgoedactiviteiten te laten verrichten. Daarnaast wordt de regering verzocht de criteria voor ongebruikeljike transacties in de Wet melding ongebruikeljike transacties nader aan te scherpen om een hogere meldingsgraad te verkrijgen van verdachte vastgoedtransacties, samenhangend met verhuur aan illegalen in de grote steden.
Om de redenen die de leden aangeven acht ik het gevraagde onderzoek van groot belang. Een breed onderzoek naar verbanden tussen criminaliteit en de vastgoedsector kan mogelijk ook uitkomst verschaffen met betrekking tot signalen dat in de vastgoedmarkt wordt geïnvesteerd door criminelen, onder meer verwoord in het Nationaal Dreigingsbeeld, u toegezonden als bijlage bij de brief van 22 november 2004 (Kamerstukken II, 29 911, nr. 1).
Ik heb het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) verzocht om op korte termijn dit onderzoek te verrichten. Nadrukkelijk is de onderzoekers ook gevraagd om op basis van hun bevindingen met aanbevelingen te komen voor de handhaving en opsporing. De resultaten van het onderzoek zullen naar verwachting medio 2006 beschikbaar zijn.
Op basis van de Wet MOT geldt sinds 1 juni 2003 een meldingsplicht inzake ongebruikelijke transacties voor actoren in de onroerend goed sector, te weten makelaars, notarissen en advocaten. Deze meldingsplicht is gericht op ontdekking en voorkoming van witwassen via onroerend goed transacties, en witwassen van gelden verkregen uit criminele activiteiten met onroerend goed.
Uit cijfers van het Meldpunt ongebruikelijke transacties, blijkt dat de meldingsplicht, van kracht vanaf 1 juni 2003, op 1 januari 2005 voor advocaten, notarissen en makelaars 115 meldingen van ongebruikelijke transacties had opgeleverd. Volledigheidshalve wil ik hier nog vermelden, dat ook de meldingsplicht voor andere melders, met name banken, een belangrijke rol kan spelen bij de bestrijding van illegale praktijken in de vastgoedhandel. Het bij motie gevraagde is dus reeds in uitvoering.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29537-25.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.