29 531
Invoering van de Wet financiering sociale verzekeringen (Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen)

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de invoering van de Wet financiering sociale verzekeringen en enkele daarmee samenhangende onderwerpen te regelen, zulks onder intrekking van onder andere de Wet financiering volksverzekeringen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1 DEFINITIES

Artikel 1 Algemene begrippen

In de hoofdstukken 3 en 4 van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

b. UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

c. SVB: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

d. College zorgverzekeringen: het College voor zorgverzekeringen, genoemd in hoofdstuk IA van de Ziekenfondswet;

e. werknemer: de werknemer in de zin van de Werkloosheidswet, de Ziektewet of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

f. werkgever: de werkgever in de zin van de Werkloosheidswet, de Ziektewet of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

g. inspecteur: de functionaris van de rijksbelastingdienst die als zodanig bij regeling van Onze Minister van Financiën is aangewezen.

HOOFDSTUK 2 WIJZIGING VAN ANDERE WETTEN

§ 1. Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Artikel 2.1.1 Werkloosheidswet

De Werkloosheidswet, zoals deze komt te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 20 oktober 2003 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met de vervanging van fictief arbeidsverleden door feitelijk arbeidsverleden en de beperking van het verzorgingsforfait (29 249) en het bij koninklijke boodschap van 13 april 2004 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van enkele socialeverzekeringswetten en enige andere wetten in verband met het aanbrengen van enige vereenvoudigingen (29 513) tot wet zijn verheven en in werking treden, wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 6a, tweede lid, wordt «de artikelen 81, vijfde lid, 97b, tweede lid, 97c, eerste lid, 97d, vierde lid en 127b» vervangen door: de artikelen 79, tweede lid, en 127b.

B

In artikel 19, eerste lid, onderdeel j, wordt «artikel 17 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering een vrijstelling» vervangen door: artikel 5.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen een ontheffing. Voorts wordt «een zodanige vrijstelling» vervangen door: een zodanige ontheffing.

C

Na artikel 36b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 37

Ingeval het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een aan een overheidswerknemer toegekende uitkering op grond van deze wet, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg, dan wel een toeslag op grond van de Toeslagenwet betaalt aan een overheidswerkgever met het oogmerk die uitkering of toeslag door diens tussenkomst te doen uitbetalen:

a. wordt de bedoelde uitkering of toeslag niet vermeerderd met de daarover door de werkgever verschuldigde premie op grond van artikel 3.2.2.1, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen en wordt die uitkering of toeslag verminderd met het door de overheidswerknemer of gewezen overheidswerknemer verschuldigde deel van de premie op grond van dat lid;

b. treedt, in afwijking van artikel 11, tweede lid, artikel 10, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, en artikel 11, derde lid, van de Ziektewet, voorzover die artikelleden betrekking hebben op de premie bedoeld in artikel 3.2.2.1, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, de overheidswerkgever niet in de plaats van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

c. wordt voor de inhouding, bedoeld in artikel 3.3.2.1, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen onder loon niet verstaan de bedoelde uitkering of toeslag.

D

In artikel 42, vierde lid, wordt «artikel 33a» vervangen door: artikel 83c.

E

In artikel 58 vervallen het tweede en derde lid, onder vernummering van het vierde lid tot tweede lid.

F

In artikel 59 vervalt onderdeel c. Onderdeel d wordt verletterd tot c.

G

Artikel 72a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een persoon als bedoeld in artikel 78a, die recht heeft op uitkering op grond van hoofdstuk IIa of IIb» vervangen door: degene die uit hoofde van een dienstbetrekking als overheidswerknemer met die overheidswerkgever recht heeft op uitkering op grond van hoofdstuk IIa of IIb.

2. In het vierde lid wordt «als bedoeld in artikel 78a» vervangen door: als bedoeld in het eerste lid.

H

Hoofdstuk VII komt te luiden:

HOOFDSTUK VII VERHAAL

Artikel 79

1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verhaalt op de overheidswerkgever tot wie de dienstbetrekking bestond uit hoofde waarvan de overheidswerknemer de in onderdeel a bedoelde uitkering ontvangt:

a. de op grond van hoofdstuk IIa of IIb te betalen uitkering aan die overheidswerknemer, met uitzondering van de premie verschuldigd over een uitkering, als bedoeld in artikel 3.2.2.1, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

b. de op grond van enige wet over de uitkering, bedoeld in onderdeel a, door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verschuldigde premies die niet op deze uitkering in mindering kunnen worden gebracht, met uitzondering van de premie verschuldigd over een uitkering, als bedoeld in artikel 3.2.2.1, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

c. de financiële tegemoetkomingen op grond van artikel 7:6 van de Wet arbeid en zorg en de daaraan verbonden uitvoeringskosten;

d. de vergoeding, bedoeld in artikel 7.3.1.18 van de Wet financiering sociale verzekeringen, die betrekking heeft op de persoon die de in onderdeel a bedoelde uitkering ontving;

e. de tegemoetkoming in de kosten in verband met kinderopvang, bedoeld in artikel 74, tweede lid, voorzover de werknemer de uitkering, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, ontving uit hoofde van een dienstbetrekking als overheidswerknemer.

2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder uitkering niet verstaan de uitkering aan een persoon:

a. voor wie een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de, in de in het eerste lid bedoelde dienstbetrekking, verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet;

b. waarvan het de overheidswerkgever niet redelijkerwijs duidelijk kon zijn dat deze tot hem in een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking stond.

3. Op het totaal van de bedragen die op de overheidswerkgever op grond van het eerste lid over enig tijdvak wordt verhaald, wordt in mindering gebracht hetgeen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in dat tijdvak ontvangt door de toepassing van artikel 36 of de artikelen 7:11, derde lid, of 7:13 van de Wet arbeid en zorg, onder aftrek van de daarop betrekking hebbende uitvoeringskosten, voorzover die toepassing betrekking heeft op uitkeringen, premies en tegemoetkomingen die eerder op grond van dat lid op de overheidswerkgever zijn verhaald.

4. Indien hetgeen op grond van het tweede lid in mindering wordt gebracht het totaal van de bedragen die op de overheidswerkgever over het betrokken tijdvak wordt verhaald overtreft, wordt dat meerdere door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen betaald aan de overheidswerkgever.

5. Indien de overheidswerkgever, bedoeld in het eerste lid, niet meer bestaat, wordt voor de toepassing van het eerste tot en met derde lid onder overheidswerkgever verstaan de rechtsopvolger van die overheidswerkgever. De eerste zin is niet van toepassing met betrekking tot de rechtsopvolger na faillissement.

6. Het besluit waarbij de in het eerste lid bedoelde uitkering, premies, tegemoetkoming of vergoeding worden verhaald, vermeldt de termijn of de termijnen waarbinnen deze moeten worden betaald, alsmede de wijze waarop het besluit bij gebreke van tijdige betaling, overeenkomstig het zevende tot en met negende lid zal worden ten uitvoer gelegd.

7. Het besluit waarbij de in het eerste lid bedoelde uitkering, premies, tegemoetkoming of vergoeding worden verhaald, levert een executoriale titel op in de zin van het Tweede Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De titel heeft mede betrekking op de rente en kosten, bedoeld in het negende lid.

8. Het besluit waarbij de in het eerste lid bedoelde uitkering, premies, tegemoetkoming of vergoeding worden verhaald, wordt bij gebreke van tijdige betaling met toepassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op kosten van de overheidswerkgever of diens rechtsopvolger betekend en ten uitvoer gelegd.

9. Bij gebreke van tijdige betaling wordt het te verhalen bedrag verhoogd met de wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten.

10. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan nadere regels stellen met betrekking tot het eerste tot en met derde lid en het vijfde lid.

Artikel 80

1. Een beschikking tot verhaal van uitkering, premies, tegemoetkoming of vergoeding als bedoeld in artikel 79, eerste lid, wordt niet meer gegeven indien meer dan vijf jaren sedert het einde van het kalenderjaar zijn verstreken, waarin zij zijn betaald of afgedragen.

2. Uitkering, premies, tegemoetkoming of vergoeding, die niet zijn ingevorderd binnen tien jaren na het geven van de beschikking tot verhaal, worden niet meer ingevorderd.

3. De rechtsvordering tot terugbetaling van een onverschuldigd betaald bedrag in verband met verhaal van uitkering, premies, tegemoetkoming of vergoeding verjaart door verloop van vijf jaren sedert het einde van het kalenderjaar waarin de beschikking tot verhaal is gegeven.

Artikel 81

De vordering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen wegens verhaal als bedoeld in artikel 79, eerste lid, is bevoorrecht op alle goederen van de werkgever en gaat boven alle andere voorrechten met uitzondering van die van de artikelen 287 en 288 onder a, alsmede dat van artikel 284 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

I

De artikelen 102, 103, 104 en 105 vervallen.

J

Artikel 112 vervalt.

K

Artikel 116 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «, 97, 97b, tiende lid, 97l, derde lid, en 97n, tweede lid» vervangen door: en 79, tiende lid.

2. Het tweede en derde lid vervallen, onder vernummering van het vierde lid tot het tweede lid.

L

Het opschrift van Hoofdstuk X komt te luiden:

HOOFDSTUK X BEPALINGEN IN VERBAND MET DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT EN BEROEP IN CASSATIE

M

In Hoofdstuk X wordt voor artikel 127 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 126c

In afwijking van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht is de werkgever geen belanghebbende bij een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen voorzover dat betrekking heeft op het verzekerd zijn op grond van deze wet.

N

Artikel 127a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Een aanvraag tot het geven van een beschikking over het verzekerd zijn op grond van deze wet kan door de werknemer uitsluitend bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen worden ingediend. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen geeft de beschikking binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

2. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid.

3. In het nieuwe vierde en vijfde lid wordt «, derde of vierde lid» telkens vervangen door: of derde lid.

O

Artikel 128 vervalt.

P

In artikel 129b wordt «bedoeld in artikel 97b» vervangen door: bedoeld in artikel 79.

Q

Artikel 129d komt te luiden:

Artikel 129d

1. Tegen uitspraken van de Centrale Raad van Beroep kan ieder der partijen beroep in cassatie instellen terzake van schending of verkeerde toepassing van de artikelen 2 tot en met 12 en de daarop berustende bepalingen.

2. Op dit beroep zijn de voorschriften betreffende het beroep in cassatie tegen de uitspraken van de gerechtshoven inzake beroepen in belastingzaken van overeenkomstige toepassing, waarbij de Centrale Raad van Beroep de plaats inneemt van een gerechtshof.

R

Artikel 130g wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «De artikelen 82, tweede lid, 82a, eerste lid, en 97c, zesde lid,» ingevoegd: zoals deze artikelen luidden op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen,.

2. In het tweede lid wordt na «De artikelen 82, derde lid, 82a, tweede lid, en 97c, zevende lid,» ingevoegd: zoals deze artikelen luidden op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen,.

3. In het derde lid wordt na «de artikelen 82, tweede, derde en vierde lid, 82a, eerste, tweede en derde lid, of 97c, zesde, zevende en achtste lid,» ingevoegd: zoals deze artikelen luidden op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen,.

S

In artikel 131 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

Artikel 2.1.2 Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c komt als volgt te luiden:

c. Arbeidsongeschiktheidsfonds: het fonds genoemd in artikel 7.3.2.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen;.

2. Onderdeel e komt als volgt te luiden:

e. Arbeidsongeschiktheidskas: de Arbeidsongeschiktheidskas genoemd in artikel 7.3.2.2 van de Wet financiering sociale verzekeringen;.

3. In onderdeel f wordt «bedoeld in artikel 75, eerste lid» vervangen door: bedoeld in artikel 3.5.1.1, aanhef en eerste lid, onderdeel b, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

B

In artikel 6a, tweede lid, wordt «van de artikelen 75a, derde lid, 76a, tweede lid, en 87g» vervangen door: van de artikelen 75a, derde lid, en 87g.

C

In artikel 23, eerste lid, wordt «artikel 79b» vervangen door: de artikelen 3.6.2.1 en 3.6.2.2 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

D

In artikel 33, eerste lid, wordt «op grond van artikel 17 der Coördinatiewet Sociale Verzekering wegens gemoedsbezwaren van verplichtingen ingevolge deze wet was vrijgesteld» vervangen door: op grond van artikel 5.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen ontheffing was verleend van verplichtingen op grond van deze wet.

E

In artikel 34a, eerste lid, wordt «persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van die wet» vervangen door: personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden.

F

In artikel 71b, derde lid, wordt «persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van die wet» vervangen door: personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden.

G

Hoofdstuk III, § 2, vervalt.

H

Artikel 75 vervalt.

I

In artikel 75a, eerste lid, aanhef, wordt «eigen risicodrager» vervangen door: eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 3.5.1.1, aanhef en eerste lid, onderdeel b, van de Wet financiering sociale verzekeringen,.

J

In artikel 75b, vijfde lid, wordt «artikel 75, eerste lid» vervangen door: artikel 3.5.1.1, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

K

Artikel 75c vervalt.

L

Artikel 75f, eerste lid, komt te luiden:

1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen brengt bij de eigenrisicodrager de kosten in rekening ter zake van de betaling van de uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en het verhaal op de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 75a, vierde lid.

M

Hoofdstuk IV vervalt.

N

Artikel 80a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid en het lid dat als eerste met «4.» is aangeduid, worden genummerd als leden twee en drie.

2. In het tot derde lid vernummerde vierde lid, wordt «de artikelen 97l en 97m van de Werkloosheidswet» vervangen door: de artikelen 7.3.1.4 en 7.3.1.5 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

O

Artikel 84, tweede en derde lid, vervallen, onder vernummering van het vierde lid tot het tweede lid.

P

In artikel 85 vervalt onderdeel c onder toevoeging van «en» na de puntkomma aan het slot van onderdeel b en onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel c.

Q

In § 1 van hoofdstuk VII wordt, onder vernummering van artikel 86a tot 86b, een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 86a

In afwijking van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht is de werkgever geen belanghebbende bij een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen over het verzekerd zijn op grond van deze wet als bedoeld in artikel 87, eerste lid.

R

Artikel 87, eerste lid, komt als volgt te luiden:

1. Een aanvraag tot het geven van een beschikking over het verzekerd zijn op grond van deze wet kan door de werknemer uitsluitend bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen worden ingediend. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen geeft de beschikking binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

S

Artikel 87a vervalt.

T

In artikel 87e wordt «artikel 78, derde of vierde lid» vervangen door «artikel 3.4.4.2, tweede of derde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen».

U

In artikel 87f, eerste lid, wordt «artikel 1, derde tot en met zevende lid,» vervangen door: de artikelen 1, derde tot en met zevende lid, en 2 tot en met 11.

V

In artikel 91, tweede lid, wordt «degene, die krachtens het bepaalde bij het eerste lid van artikel 16a der Coördinatiewet Sociale Verzekering mede als werkgever wordt beschouwd, ongeacht de bij het tweede lid van dat artikel bedoelde uitzonderingen» vervangen door: de inlener, bedoeld in artikel 34 van de Invorderingswet 1990.

W

Artikel 91a vervalt.

X

In artikel 91b, eerste lid, wordt «, 75a en 76f» vervangen door «en 75a en artikel 7.3.2.6 van de Wet financiering sociale verzekeringen».

Y

In artikel 92 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

Artikel 2.1.3 Ziektewet

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, onderdeel h, wordt «bedoeld in artikel 63, eerste lid» vervangen door: bedoeld in artikel 3.5.1.1, aanhef en eerste lid, onderdeel a, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

B

Artikel 39a, zevende lid, vervalt, onder vernummering van het achtste lid tot zevende lid.

C

Na artikel 39a worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 39b

1. Een beschikking tot verhaal van uitkering en premies als bedoeld in artikel 39a, eerste lid, wordt niet meer gegeven indien meer dan vijf jaren sedert het einde van het kalenderjaar zijn verstreken, waarin zij zijn betaald of afgedragen.

2. Uitkering en premies die niet zijn ingevorderd binnen tien jaren na het geven van de beschikking tot verhaal, worden niet meer ingevorderd.

3. De rechtsvordering tot terugbetaling van een onverschuldigd betaald bedrag in verband met verhaal van uitkering en premies verjaart door verloop van vijf jaren sedert het einde van het kalenderjaar waarin de beschikking tot verhaal is gegeven.

Artikel 39c

De vordering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen wegens verhaal als bedoeld in artikel 39a, eerste lid, is bevoorrecht op alle goederen van de werkgever en gaat boven alle andere voorrechten met uitzondering van die van de artikelen 287 en 288 onder a, alsmede dat van artikel 284 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

D

In artikel 43 wordt «vrijstelling als bedoeld in artikel 17 der Coördinatiewet Sociale Verzekering» vervangen door: ontheffing wegens gemoedsbezwaren als bedoeld in artikel 5.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

E

In artikel 52b, tweede lid, wordt «degene, die krachtens het bepaalde bij het eerste lid van artikel 16a der Coördinatiewet Sociale Verzekering mede als werkgever wordt beschouwd, ongeacht de bij het tweede lid van dat artikel bedoelde uitzonderingen» vervangen door: de inlener, bedoeld in artikel 34 van de Invorderingswet 1990.

F

In artikel 60 wordt «de artikelen 102 en 103 van de Werkloosheidswet» vervangen door: de artikelen 7.3.1.2 en 7.3.1.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

G

In artikel 61 wordt «artikel 104 van de Werkloosheidswet» vervangen door: artikel 7.3.1.14 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

H

Artikel 63 vervalt.

I

In artikel 63a, eerste en derde lid, wordt «persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid» telkens vervangen door: personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden.

J

In artikel 63b wordt in het eerste en tweede lid «het risico, bedoeld in artikel 63, eerste lid» vervangen door: het risico, bedoeld in artikel 3.5.1.1, aanhef en eerste lid, onderdeel a, van de Wet financiering sociale verzekeringen. Voorts wordt in het tweede lid «de kredietinstelling of verzekeraar, bedoeld in artikel 63, eerste lid» vervangen door: de kredietinstelling of verzekeraar, bedoeld in artikel 3.5.1.1, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

K

Artikel 63c komt te luiden:

Artikel 63c

Indien de werkgever zich met betrekking tot de begeleiding van zijn zieke werknemers niet meer laat bijstaan door een arbodienst meldt hij dat zo spoedig mogelijk. Indien de werkgever deze verplichting niet is nagekomen legt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen hem een boete op van ten hoogste € 454. De artikelen 45a, vierde, vijfde en zevende lid, 45b, 45c, 45e, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid, en 45g, eerste, vierde, zesde, achtste en negende lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

L

Artikel 63e vervalt.

M

In artikel 68 vervallen het tweede en derde lid onder vernummering van het vierde lid tot het tweede lid.

N

In artikel 71 vervalt onderdeel c onder toevoeging van «en» na de puntkomma aan het slot van onderdeel b en onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel c.

O

Onder vernummering van de artikelen 72a en 72b tot 72b en 72c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 72a

In afwijking van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht is de werkgever geen belanghebbende bij een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen voorzover dat betrekking heeft op het verzekerd zijn ingevolge deze wet.

P

Artikel 72c, eerste lid, komt te luiden:

1. Een aanvraag tot het geven van een beschikking over het verzekerd zijn op grond van deze wet kan door de werknemer uitsluitend bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen worden ingediend. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen geeft de beschikking binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

Q

In artikel 75m, eerste lid, wordt «artikel 1, derde tot en met zevende lid,» vervangen door: de artikelen 1, derde tot en met zevende lid, en 2 tot en met 12.

R

In artikel 86, eerste lid, wordt «blijft artikel 39a» vervangen door: blijven de artikelen 39a, 39b en 39c.

Artikel 2.1.4 Coördinatiewet Sociale Verzekering

De Coördinatiewet Sociale Verzekering, zoals deze komt te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 5 februari 2002 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en andere wetten in verband met een administratieve lastenverlichting inzake de vaststelling van het premieloon en het uitkeringsloon (Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten) (28 219) tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

c. loontijdvak: het loontijdvak, bedoeld in artikel 25, eerste en vierde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964;

d. premiebetalingstijdvak: het kalenderjaar.

B

Artikel 3c vervalt

C

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9

1. Bij de berekening van het loon, waarnaar de premies op grond van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen worden geheven, blijft het loon dat bij dezelfde werkgever meer heeft bedragen dan een door Onze Minister vastgesteld bedrag vermenigvuldigd met het aantal loontijdvakken van het premiebetalingstijdvak, voor dat meerdere buiten aanmerking.

2. Bij de berekening van het loon, waarnaar de premies op grond van de Ziekenfondswet worden geheven, blijft het loon dat bij dezelfde werkgever meer heeft bedragen dan een door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in overeenstemming met Onze Minister vastgesteld bedrag vermenigvuldigd met het aantal loontijdvakken van het premiebetalingstijdvak, voor dat meerdere buiten aanmerking. Indien het in artikel 3, eerste lid, onder a, van de Ziekenfondswet genoemde bedrag, zoals dit is herzien ingevolge artikel 3a van die wet, wijziging ondergaat, wordt het in de eerste zin bedoelde bedrag door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met Onze Minister, met ingang van dezelfde datum herzien.

3. Bij de berekening van het loon, waarnaar de premie op grond van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen wordt geheven, blijft, wat betreft het door de werkgever en door de werknemer verschuldigde gedeelte van het deel van de premie dat ten gunste komt van het Algemeen Werkloosheidsfonds, het bij dezelfde werkgever genoten loon buiten aanmerking tot een door Onze Minister vastgesteld bedrag vermenigvuldigd met het aantal loontijdvakken van het premiebetalingstijdvak. Het bedrag, bedoeld in de eerste zin, kan voor de werkgever en voor de werknemer verschillend worden vastgesteld.

4. De bedragen, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, worden vastgesteld voor loontijdvakken waarvoor Onze Minister dit nodig acht. Indien een wijziging ingaat op een ander tijdstip dan 1 januari, vindt de vaststelling plaats in overeenstemming met Onze Minister van Financiën.

5. Indien voor een werknemer die van verschillende werkgevers loon heeft genoten premie is betaald over een hoger loonbedrag dan het bedrag, bedoeld in het eerste onderscheidenlijk tweede lid, wordt op aanvraag van werkgever dan wel werknemer door de inspecteur, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel t, van de Wet financiering sociale verzekeringen, bij voor bezwaar vatbare beschikking het bedrag van de teveel betaalde premie vastgesteld. Bij die vaststelling wordt het voor de premieheffing in aanmerking komende loon berekend naar evenredigheid van het ten laste van die werkgevers genoten loon, en blijft bij de berekening van het loon waarnaar de premie op grond van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen, bedoeld in het derde lid, wordt geheven, het voor premieberekening in aanmerking komende loon buiten aanmerking tot een evenredig deel van het bedrag, bedoeld in het derde lid.

6. Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, kunnen regels worden gesteld voor de vaststelling van het voor premieberekening in aanmerking komende loon bij samenloop van loon dat gelijktijdig wordt genoten uit een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, en uit één of meer dienstbetrekkingen als bedoeld in artikel 3a, tweede lid, dan wel uitsluitend uit meer dan één dienstbetrekking als bedoeld in artikel 3a, tweede lid. In de te stellen regels wordt uitgegaan van een totaal loonbedrag, dat niet hoger is dan het bedrag in het eerste lid, onderscheidenlijk het tweede lid, en waarbij niet meer dan één keer rekening wordt gehouden met dat bedrag.

7. Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, kunnen nadere en zo nodig van de vorige leden afwijkende regels worden gesteld.

D

In artikel 9a wordt «genoemd in artikel 9» telkens vervangen door: bedoeld in artikel 9.

E

Na artikel 9a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9b

Ingeval een werknemer in het premiebetalingstijdvak zijn naam, adres of woonplaats niet aan de werkgever heeft verstrekt dan wel zijn identiteit niet is vastgesteld en niet is opgenomen in de administratie overeenkomstig artikel 28, onderdeel e, van de Wet op de loonbelasting 1964, alsmede ingeval de werknemer ter zake onjuiste gegevens heeft verstrekt en de werkgever dit weet of redelijkerwijs moet weten, blijft artikel 9, eerste tot en met vierde lid, buiten toepassing bij de berekening van het loon waarnaar de premies op grond van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen en artikel 15 van de Ziekenfondswet worden geheven.

F

De paragrafen 3 tot en met 6 vervallen.

G

In artikel 18a vervalt «, met uitzondering van een beschikking op grond van het bepaalde in artikel 12, tweede en derde lid,».

H

In artikel 18c, eerste lid, wordt na «1, vierde tot en met achtste lid,» ingevoegd: 2, 3a en.

Artikel 2.1.5 Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen

De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, zoals deze komt te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 20 oktober 2003 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met de vervanging van fictief arbeidsverleden door feitelijk arbeidsverleden en de beperking van het verzorgingsforfait (29 249) en het bij koninklijke boodschap van 2 april 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de beëindiging van de toegang tot die verzekering voor diegenen die op of na de inwerkingtreding van deze wet arbeidsongeschikt worden (Wet einde toegang verzekering WAZ ) (29 497) tot wet worden verheven en in werking treden, wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel l wordt vervangen door:

l. werknemersverzekeringen: de verplichte verzekeringen op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering alsmede de verplichte verzekering op grond van de Ziekenfondswet waarvoor een procentuele premie wordt geheven;.

3. De onderdelen n tot en met u worden geletterd o tot en met v.

4. Onderdeel m wordt vervangen door:

m. volksverzekeringen: de verzekeringen op grond van de Algemene Ouderdomswet en de Algemene nabestaandenwet alsmede de Algemene Kinderbijslagwet;

5. Na onderdeel m wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

n. werknemer: werknemer in de zin van de werknemersverzekeringen of een werknemer, artiest, beroepssporter, lid van een buitenlands gezelschap of een aangewezen andere natuurlijke persoon als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de loonbelasting 1964;.

B

Artikel 13, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste en derde zin wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

2. De tweede zin komt te luiden: Een in het eerste lid genoemde rechtspersoon verstrekt in de in de eerste zin bedoelde maatregel bepaalde gegevens op verzoek aan een in die maatregel genoemde derde indien die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van taken door die derden en deze taken naar hun aard gelijk zijn aan taken waarvoor op grond van het eerste lid goedkeuring is verleend.

C

In artikel 17, eerste lid, onderdeel h, wordt «Werkloosheidswet» vervangen door: Wet financiering sociale verzekeringen.

D

Artikel 30, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c wordt vervangen door:

c. beheren en administreren van de fondsen, bedoeld in artikel 1.1, onderdelen j tot en met n van de Wet financiering sociale verzekeringen, en het Reïntegratiefonds, genoemd in artikel 41 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, het Toeslagenfonds, genoemd in artikel 31 van de Toeslagenwet en het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten, genoemd in artikel 63 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;.

2. In de onderdelen f en g wordt «een persoon, als bedoeld in artikel 63, eerste lid, van die wet» vervangen door: personen als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden,.

3. Onder vervanging van de punt na onderdeel l door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

m. diensten te verrichten voor gegevensverkeer met het buitenland ten behoeve van een rechtmatige uitvoering van bij of krachtens deze wet of enig andere wet aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Centrale organisatie werk en inkomen en de Sociale verzekeringsbank opgedragen taken en van aan de colleges van burgemeester en wethouders opgedragen taken bij of krachtens de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet inkomensvoorziening kunstenaars en ten behoeve van Onze Minister met het oog op het toezicht op de naleving van wetten, waarbij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de genoemde bestuursorganen de omvang van die diensten nader kunnen overeenkomen.

E

Artikel 33 komt te luiden:

Artikel 33 Polisadministratie

1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen draagt zorg voor de inrichting en adequate werking van de polisadministratie.

2. De polisadministratie heeft tot doel:

a. van de werknemer gegevens over zijn arbeidsverhouding en uitkeringsverhouding – daaronder begrepen duur, loon en premies werknemersverzekeringen – vast te leggen ten behoeve van de werknemersverzekeringen;

b. besluiten over recht op uitkering of verstrekking te baseren op gegevens als bedoeld in onderdeel a met het oog waarop berichten aan de werknemer worden verstrekt over die gegevens en het al dan niet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen;

c. van de persoon die vrijwillig verzekerd is voor de Ziektewet, Werkloosheidswet en Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering gegevens te verwerken waarbij de onderdelen a en b van overeenkomstige toepassing zijn;

d. van de werknemer gegevens over genoten loon in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964, ingehouden loonbelasting en premie volksverzekeringen in de zin van de Wet financiering sociale verzekeringen, alsmede andere gegevens van belang voor de heffing van de inkomstenbelasting te verwerken ten behoeve van de uitvoering van de taken van de rijksbelastingdienst;

e. van de werknemer overige gegevens van belang voor de inschrijving van de verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet te verwerken;

f. van de werknemer overige gegevens van belang voor statistische doeleinden op het gebied van arbeid en lonen te verwerken ten behoeve van het Centraal bureau voor de statistiek.

3. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is de verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens voorzover het betreft de verwerking van de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a, b, en c, en de bewerker in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens voorzover het betreft de verwerking van de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onderdelen d tot en met f.

4. De verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens voor de verwerking van de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onderdelen d, e en f, zijn respectievelijk Onze Minister van Financiën, de ziekenfondsen, bedoeld in de Ziekenfondswet, en het Centraal bureau voor de statistiek.

5. De rijksbelastingdienst verstrekt aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, in het kader van zijn taak bedoeld in het eerste lid, alle gegevens en inlichtingen, die verkregen zijn bij de uitvoering van de heffing van loonbelasting en van de artikelen 4.1.2, tweede lid, en 4.1.3 van de Wet financiering sociale verzekeringen, voorzover die gegevens en inlichtingen noodzakelijk zijn voor het verwerken van gegevens in de polisadministratie.

6. De gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt ter verificatie geraadpleegd voor de gegevens, die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van dit artikel worden verwerkt.

7. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt aan de rijksbelastingdienst alle gegevens en inlichtingen, die noodzakelijk zijn ten behoeve van de uitvoering van de taken van de rijksbelastingdienst.

8. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt Onze Minister en bestuursorganen als bedoeld in de artikelen 62, 72 en 73, vierde lid, gegevens die op grond van het tweede lid verwerkt worden in de polisadministratie, met uitzondering van de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onderdeel d.

9. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld, in ieder geval over de inrichting, de gegevensset en de wijze van verkrijging van de gegevens van de polisadministratie. Tevens worden regels gesteld over het elektronische gegevensverkeer, de daarbij te gebruiken elektronische infrastructuur en de eisen die aan de gegevensverstrekking uit de polisadministratie worden gesteld.

F

Artikel 33a vervalt.

G

Na artikel 33 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 33a Gegevensverwerking voor vervulling taken UWV en CWI

1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is de verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens voor de verwerking van gegevens van uitkeringsgerechtigden als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, aanhef en sub 2, noodzakelijk voor het uitvoeren van de taak, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a.

2. De gegevens, die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen worden verwerkt, worden door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of de Centrale organisatie voor werk en inkomen met toepassing van artikel 28, niet verkregen van de in het eerste lid genoemde uitkeringsgerechtigden, voor zover zij verkregen kunnen worden uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, de polisadministratie, bedoeld in artikel 33, of van de Sociale verzekeringsbank, omdat ze verwerkt worden in de verzekerdenadministratie, bedoeld in artikel 35.

3. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is, voorzover het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen niet verantwoordelijke is in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens, bewerker in de zin van die wet voor de verwerking van gegevens ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel m.

Artikel 33b Sociaal-fiscaalnummer

1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen gebruikt het sociaal-fiscaalnummer bij de verwerking van persoonsgegevens voor de uitvoering van de in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, genoemde verzekeringen en wetten en bij de verwerking van persoonsgegevens in de polisadministratie, bedoeld in artikel 33.

2. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verifieert het sociaal-fiscaalnummer in relatie tot de bijbehorende persoonsidentificerende gegevens, van de natuurlijke persoon, bedoeld in artikel 33, tweede lid, onderdeel a, bij de eerste opname in de polisadministratie en vervolgens indien daartoe aanleiding is, bij de rijksbelastingdienst.

3. Bij ministeriële regeling kunnen, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, nadere regels worden gesteld ter uitvoering van dit artikel.

Artikel 33c Bericht over verwerkte gegevens

1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt aan de werknemer periodiek een bericht als bedoeld in artikel 33, tweede lid, onderdeel b.

2. Indien de gegevens opgenomen in het bericht, bedoeld in het eerste lid, niet juist of niet volledig zijn, doet de werknemer het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, hiervan terstond schriftelijk mededeling.

3. Indien de werknemer het bericht, bedoeld in het eerste lid, niet heeft ontvangen en hij redelijkerwijs een bericht kon verwachten, deelt hij dit terstond aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen mede.

4. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen beslist naar aanleiding van een mededeling als bedoeld in het tweede of derde lid, over de opname, verbetering en aanvulling van gegevens van de werknemer.

5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld voor de periodiciteit van het bericht, die voor verschillende soorten werknemers, verschillend kan zijn, en in samenhang daarmee voor de inhoud van het bericht.

H

Artikel 34, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b wordt vervangen door:

b. beheren en administreren van de fondsen, bedoeld in artikel 1.1, onderdelen f en g van de Wet financiering sociale verzekeringen en het Algemeen Kinderbijslagfonds, genoemd in artikel 29a van de Algemene Kinderbijslagwet;.

2. Onder vervanging van de punt na onderdeel g door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. via onder de Sociale verzekeringsbank ressorterende rechtspersonen voor gegevensverkeer met het buitenland diensten te verrichten ten behoeve van de rechtmatige uitvoering van bij of krachtens deze wet of enig andere wet aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of de Centrale organisatie werk en inkomen opgedragen taken, van bij of krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Ziekenfondswet aan het College zorgverzekeringen opgedragen taken of ten behoeve van de vaststelling van het verzekerd zijn op grond van de werknemersverzekeringen en de volksverzekeringen, voorzover dit voortvloeit uit internationaal-rechtelijke voorschriften of dit tussen de betrokken bestuursorganen is overeengekomen.

I

Artikel 35 komt te luiden:

Artikel 35 Verzekerdenadministratie Sociale verzekeringsbank

1. De Sociale verzekeringsbank is de verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens voor de verwerking van gegevens over verzekerden en uitkeringsgerechtigden in de zin van de volksverzekeringen en over bij de verzekerden behorende personen in de verzekerdenadministratie.

2. De verwerking van gegevens in de verzekerdenadministratie heeft tot doel:

a. van verzekerden, pensioengerechtigden, nabestaanden en andere uitkeringsgerechtigden gegevens te verwerken noodzakelijk voor de uitvoering van de wetten, genoemd in artikel 34, eerste lid, onderdeel a;

b. van kinderen van verzekerden gegevens te verwerken noodzakelijk voor de uitvoering van de Algemene Kinderbijslagwet;

c. van de echtgenoot, kinderen of huisgenoten van de verzekerde en pensioengerechtigde gegevens te verwerken noodzakelijk voor de uitvoering van de Algemene nabestaandenwet en de Algemene Ouderdomswet;

d. van andere personen gegevens te verwerken noodzakelijk voor de uitvoering van taken als bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel d;

e. gegevens vast te leggen over verzekerde en niet verzekerde tijdvakken op grond van verplichte of vrijwillige verzekering voor de volksverzekeringen;

f. gegevens te verwerken om te voldoen aan verplichtingen van de Socialeverzekeringsbank op grond van internationaalrechtelijke voorschriften.

3. De Sociale verzekeringsbank verstrekt Onze Minister en bestuursorganen als bedoeld in de artikelen 62, 72 en 73, vierde lid, gegevens als bedoeld in het tweede lid die verwerkt wordt in de verzekerdenadministratie, voor zover deze gegevens niet verwerkt worden in de polisadministratie, bedoeld in artikel 33, en verstrekt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen alle gegevens, die noodzakelijk zijn voor verwerking van gegevens in de polisadministratie.

4. De gegevens, die door de Sociale verzekeringsbank worden verwerkt worden niet verkregen van de in het tweede lid genoemde personen, voorzover zij verkregen kunnen worden uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens of de polisadministratie, bedoeld in artikel 33.

5. De Sociale verzekeringsbank gebruikt het sociaal-fiscaalnummer bij de verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in dit artikel. Artikel 33b, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld, in ieder geval over de inrichting en de gegevensset van de verzekerdenadministratie. Tevens worden regels gesteld over het elektronische gegevensverkeer, de daarbij te gebruiken elektronische infrastructuur en de eisen die aan de gegevensverstrekking uit de verzekerdenadministratie worden gesteld.

J

De artikelen 50 tot en met 53 vervallen.

K

In artikel 54, derde lid, wordt onderdeel b vervangen door:

b. de rijksbelastingdienst;.

L

In artikel 55 vervallen het derde en vierde lid onder vernummering van het vijfde lid tot derde lid.

M

De artikelen 58, 59 en 60 vervallen.

N

In artikel 61 wordt na «werknemersverzekeringen» ingevoegd «, de rijksbelastingdienst» en wordt na «deze wet» ingevoegd «en de Wet financiering sociale verzekeringen» en wordt «het heffen van bijdragen» vervangen door: het heffen van premies en bijdragen.

O

Artikel 73 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt «de door hen gevoerde» vervangen door: de onder hun verantwoordelijkheid gevoerde.

2. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «vierde lid, onderdeel b» vervangen door: vierde lid, onderdeel B.

3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt na «of voorzieningen,» ingevoegd: voorzover de uitvoering betrekking heeft op taken die naar hun aard gelijk zijn aan de taken, die bij of krachtens deze wet aan de Centrale organisatie werk en inkomen, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Sociale verzekeringsbank zijn opgedragen,.

4. In het eerste lid, onderdeel d, wordt «die worden verwerkt in de administratie, bedoeld in artikel 33,» vervangen door: die worden verwerkt door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen als verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens,.

5. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot derde en vierde lid, vervalt het derde lid.

6. Aan het tot derde vernummerde lid wordt toegevoegd: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de gegevens en de derden aan wie gegevens mogen worden verstrekt.

7. Het tot vierde vernummerde lid komt te luiden:

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de verstrekking van gegevens door de Centrale organisatie werk en inkomen, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of de Sociale verzekeringsbank aan andere bestuursorganen, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van aan die andere bestuursorganen opgedragen taken, de daarvoor in rekening te brengen kosten, en het gebruik daarbij van de infrastructuur, bedoeld in artikel 62, tweede lid.

8. Onder vernummering van het zevende tot vijfde lid, vervalt het zesde lid.

9. Aan het artikel worden twee leden toegevoegd, luidende:

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke gegevens op grond van het eerste en tweede lid mogen worden verstrekt en welke kosten daarvoor in rekening mogen worden gebracht.

7. De Centrale organisatie werk en inkomen is bevoegd uit de onder haar verantwoordelijkheid gevoerde administratie aan natuurlijke personen of rechtspersonen die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in het arbeidsproces bevorderen, gegevens te verstrekken. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke gegevens mogen worden verstrekt.

P

Artikel 74, tweede lid, komt te luiden:

2. Het in het eerste lid vervatte verbod is niet van toepassing indien:

a. enig wettelijk voorschrift tot de bekendmaking verplicht;

b. degene op wie de gegevens betrekking hebben schriftelijk heeft verklaard tegen de verstrekking van deze gegevens geen bezwaar te hebben;

c. de gegevens niet herleidbaar zijn tot individuele natuurlijke personen.

Q

Artikel 77, eerste en tweede lid en de aanduiding «3» voor het derde lid vervallen.

R

In de artikelen 83a en 83b wordt «artikel 33a» vervangen door: artikel 83c.

S

Artikel 83c komt te luiden:

Artikel 83c Overgangsrecht arbeidsverledenbeschikking

1. Tot een bij regeling van Onze Minister bepaalde datum geeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uiterlijk 18 maanden na afloop van ieder tijdvak van vijf kalenderjaren aan de werknemer, bedoeld in de Werkloosheidswet, van wie in dat tijdvak door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen gegevens zijn verwerkt op grond van deze wet, een beschikking waarin van ieder kalenderjaar in dat tijdvak is aangegeven of hij over 52 of meer dagen loon heeft ontvangen als bedoeld in artikel 42 van de Werkloosheidswet.

2. De in het eerste lid bedoelde beschikking wordt door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aangehouden indien van de in dat lid bedoelde persoon geen adresgegevens worden verwerkt in de polisadministratie, bedoeld in artikel 33. In dat geval wordt de beschikking niet eerder gegeven dan dat de adresgegevens bekend zijn.

3. Op verzoek van belanghebbende geeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een beschikking over tijdvakken die niet zullen worden bestreken door de in het eerste lid bedoelde beschikking waarin van ieder kalenderjaar in dat tijdvak wordt aangegeven of hij over 52 of meer dagen loon heeft ontvangen als bedoeld in artikel 42 van de Werkloosheidswet.

4. Bij de vaststelling van het aantal kalenderjaren, bedoeld in het eerste en derde lid, is artikel 17b van de Werkloosheidswet van overeenkomstige toepassing.

5. Tot 1 januari 2012 is het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, in afwijking van het eerste lid bevoegd:

a. de in dat lid genoemde termijn van 18 maanden buiten beschouwing te laten, en

b. de in dat lid bedoelde beschikking te geven over tijdvakken korter of langer dan vijf jaar.

6. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent het eerste en tweede lid.

T

Artikel 84 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «55, tweede, derde, vierde en vijfde lid» vervangen door: 55, tweede en derde lid.

2. Het tweede, derde en vijfde lid vervallen.

3. Het vierde lid wordt vernummerd tot tweede lid en komt te luiden:

2. De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Artikel 2.1.6 Algemene nabestaandenwet

De Algemene nabestaandenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel b, wordt «de premie, bedoeld in de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: de premie voor de volksverzekeringen, bedoeld in de Wet financiering sociale verzekeringen.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, eerste zin, en onderdeel d, eerste zin, wordt «en premies ingevolge de sociale verzekeringswetten, behoudens de nominale premie ingevolge de Ziekenfondswet» vervangen door: , premies op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen en de procentuele premie op grond van de Ziekenfondswet.

2. In het eerste lid, onderdeel b, tweede zin, en onderdeel d, tweede zin, wordt «ingevolge de Werkloosheidswet» vervangen door: bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

3. In het tweede lid wordt «ingevolge een van de sociale verzekeringswetten» vervangen door: op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen.

C

In artikel 13, vierde lid, wordt «de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: de Wet financiering sociale verzekeringen.

D

In artikel 62, tweede lid, wordt «degene, die krachtens het eerste lid van artikel 16a van de Coördinatiewet Sociale verzekering mede als werkgever wordt beschouwd, ongeacht de bij het tweede lid van dat artikel bedoelde uitzonderingen» vervangen door: de inlener, bedoeld in artikel 34 van de Invorderingswet 1990.

E

In artikel 63c, eerste lid, onderdeel d, wordt «artikel 26 van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 6.1.3.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

F

Hoofdstuk 6 vervalt.

G

Artikel 74 vervalt.

Artikel 2.1.7 Algemene Ouderdomswet

De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, eerste zin, wordt «premies ingevolge de sociale verzekeringswetten» vervangen door: premies op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen, de procentuele premie op grond van de Ziekenfondswet en.

2. In het derde lid, tweede zin, wordt «artikel 1 van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: de Wet financiering sociale verzekeringen.

3. In het derde lid, tweede zin, wordt «ingevolge de Werkloosheidswet» vervangen door: bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

4. In het vierde lid wordt «ingevolge een van de sociale verzekeringswetten» vervangen door: op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen.

B

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid, onderdeel b, wordt «ingevolge deze wet» vervangen door: op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «artikel 18 van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 4.3.1 van die wet.

C

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid, eerste zin, wordt «premies ingevolge de sociale verzekeringswetten» vervangen door: premies op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen.

2. In het vierde lid, tweede zin, wordt «artikel 1 van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: de Wet financiering sociale verzekeringen en wordt «ingevolge de Werkloosheidswet» vervangen door: bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

3. In het vijfde lid wordt «ingevolge een van de sociale verzekeringswetten» vervangen door: op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen.

D

In artikel 37, eerste lid, onderdeel e, wordt «artikel 26 van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 6.1.3.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

E

Artikel 47 vervalt.

F

In artikel 48, eerste lid, wordt «artikel 20 van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 5.2, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

G

Na artikel 48 wordt een opschrift ingevoegd luidende:

HOOFDSTUK VI INFORMATIEVERPLICHTINGEN

Artikel 2.1.8 Wet arbeid en zorg

De Wet arbeid en zorg, zoals deze komt te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 2 april 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de beëindiging van de toegang tot die verzekering voor diegenen die op of na de inwerkingtreding van deze wet arbeidsongeschikt worden (Wet einde toegang verzekering WAZ) (29 497) tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1:3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt «bedoeld in artikel 103 van de Werkloosheidswet» vervangen door: bedoeld in artikel 7.3.1.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

2. In onderdeel a wordt «bedoeld in artikel 72 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: bedoeld in artikel 7.3.2.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

B

In artikel 3:15 wordt «artikel 97f, onderdeel o, van de Werkloosheidswet» vervangen door «artikel 7.3.1.16, eerste lid, onderdelen c en d, van de Wet financiering sociale verzekeringen» en wordt «bedoeld in artikel 104» vervangen door: bedoeld in artikel 7.3.1.14.

C

In artikel 3:16, eerste lid, onderdeel e, wordt «vrijstelling» vervangen door: ontheffing.

D

In artikel 7:6, tweede lid, wordt «artikel 97f, onderdeel i, van de Werkloosheidswet» vervangen door «artikel 7.3.1.16, eerste lid, onderdeel i, van de Wet financiering sociale verzekeringen» en wordt «bedoeld in artikel 104» vervangen door: bedoeld in artikel 7.3.1.14.

Artikel 2.1.9 Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, zoals deze komt te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 2 april 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de beëindiging van de toegang tot die verzekering voor diegenen die op of na de inwerkingtreding van deze wet arbeidsongeschikt worden (Wet einde toegang verzekering WAZ ) (29 497) tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt «bedoeld in artikel 72 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: bedoeld in artikel 7.3.2.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

n. inspecteur: de functionaris van de rijksbelastingdienst die als zodanig bij regeling van Onze Minister van Financiën is aangewezen.

B

In artikel 56 wordt «op grond van de Werkloosheidswet» vervangen door «op grond van afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen» en wordt «op grond van die wet» vervangen door: op grond van de Werkloosheidswet.

C

Hoofdstuk 6 vervalt.

Artikel 2.1.10 Wet op de ondernemingsraden

De Wet op de ondernemingsraden wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 25, eerste lid, onderdeel m, van de Wet op de ondernemingsraden wordt «bedoeld in artikel 75, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of artikel 63, eerste lid, van de Ziektewet» vervangen door: bedoeld in artikel 3.5.1.1, aanhef en eerste lid, onderdeel a, of artikel 3.5.1.1, aanhef en eerste lid, onderdeel b, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

B

Artikel 46a komt te luiden:

Artikel 46a

1. De ondernemer op wie op grond van deze wet, een collectieve arbeidsovereenkomst of een regeling van arbeidsvoorwaarden vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan op 1 januari van het betrokken kalenderjaar de verplichting rust een ondernemingsraad in te stellen alsmede de ondernemer die op 1 januari van het betrokken kalenderjaar een ondernemingsraad heeft met toepassing van artikel 5a, tweede lid, is een heffing verschuldigd ter bevordering van de scholing en vorming van ondernemingsraadleden.

2. De heffing bedraagt een percentage van het bij de betrokken ondernemer in het voorafgaande kalenderjaar genoten loon in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964. Voor de toepassing van dit lid wordt onder ondernemer verstaan: de inhoudingsplichtige in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964.

3. Het percentage van de heffing wordt jaarlijks door de Raad vastgesteld bij verordening; het kan op nihil worden vastgesteld.

4. De heffing wordt namens de Raad door de rijksbelastingdienst bij wege van aanslag geheven en ingevorderd, met overeenkomstige toepassing van de voor de heffing en de invordering van de inkomstenbelasting geldende regels.

5. In een verordening als bedoeld in het derde lid wordt bepaald op welke wijze de afdracht van de heffing door de rijksbelastingdienst aan de Raad geschiedt.

6. De Raad kan bij verordening nadere regels stellen omtrent de toepassing van dit artikel.

7. Een verordening als bedoeld in dit artikel wordt, voorzover deze betrekking heeft op ondernemingen waarin uitsluitend of nagenoeg uitsluitend krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht, niet vastgesteld dan na overleg met de betrokken werkgevers of verenigingen van werkgevers en de centrales van overheidspersoneel, verenigd in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

8. Een verordening als bedoeld in dit artikel behoeft de goedkeuring van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën.

Artikel 2.1.11 Wet arbeid vreemdelingen

Artikel 15 van de Wet arbeid vreemdelingen wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Een werkgever in de zin van de Wet financiering sociale verzekeringen, die door een vreemdeling arbeid laat verrichten, verstrekt, indien de vreemdeling feitelijk bij een andere werkgever arbeid verricht, een afschrift van het document, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht, van de vreemdeling dat in zijn loonadministratie is opgenomen, aan de laatstgenoemde werkgever en draagt er in ieder geval onverwijld zorg voor, dat de werkgever bij wie de vreemdeling feitelijk arbeid verricht een afschrift van dit document ontvangt.

2. Het vierde lid komt te luiden:

4. De vreemdeling is verplicht aan de werkgever, bedoeld in het tweede lid, met het oog op de toepassing van het tweede lid, een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht, ter inzage te verstrekken.

Artikel 2.1.12 Toeslagenwet

De Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 15, tweede lid, van de Toeslagenwet wordt «de Werkloosheidswet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door «de Wet financiering sociale verzekeringen» en vervalt: op grond van die wetten.

B

Artikel 32 komt te luiden:

Artikel 32

Artikel 7.4.2 van de Wet financiering sociale verzekeringen is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.1.13 Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten

De Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, zoals deze komt te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 13 april 2004 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van enkele socialeverzekeringswetten en enige andere wetten in verband met het aanbrengen van enige vereenvoudigingen (29 513) tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8, twaalfde lid, wordt «de persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van de ZW» vervangen door «de personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden» en wordt «aan die persoon» vervangen door: aan die personen.

B

In artikel 16, eerste lid, onderdeel c, wordt «bedoeld in artikel 79b van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en artikel 82, 82a of 97c van de Werkloosheidswet» vervangen door: bedoeld in artikel 3.6.2.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

C

Voor de tekst van artikel 41 wordt het nummer «1» geplaatst en er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Het UWV kan de middelen voor het Reïntegratiefonds in een of meer rekeningen-courant houden bij Onze Minister van Financiën. Artikel 7.4.2 van de Wet financiering sociale verzekeringen is van overeenkomstige toepassing.

D

In artikel 49, vierde lid, wordt «de persoon, die op grond van artikel 16a van de Coördinatiewet Sociale Verzekering mede als werkgever wordt beschouwd» vervangen door: de inlener, bedoeld in artikel 34 van de Invorderingswet 1990.

E

In artikel 84 wordt na «bedoeld in artikel 76f, zesde lid, onderdeel c, van de WAO,» ingevoegd: zoals dit artikel luidde op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen,.

Artikel 2.1.14 Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 48 wordt «op grond van de Werkloosheidswet» vervangen door «op grond van afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen» en wordt «op grond van die wet» vervangen door: op grond van de Werkloosheidswet.

B

Artikel 66 komt te luiden:

Artikel 66 Beschikking over financiële middelen

Artikel 7.4.2 van de Wet financiering sociale verzekeringen is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.1.15 Wet gevolgen brutering uitkeringsregelingen

In artikel 10 van de Wet gevolgen brutering uitkeringsregelingen wordt «artikelen 90 en 93 WW» vervangen door: artikelen 7.3.1.8 en 7.3.1.12 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel 2.1.16 Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen

Artikel VII van de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «en in artikel 76f van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering,» ingevoegd: zoals deze artikelen luidden op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen,.

2. In het tweede lid wordt na «als bedoeld in artikel 78, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» ingevoegd: , zoals dit artikel luidde op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen,.

Artikel 2.1.17 Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen

Artikel 6 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «op grond van de Werkloosheidswet» vervangen door «op grond van afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen» en wordt «op grond van die wet» vervangen door: op grond van de Werkloosheidswet.

2. In het tweede lid wordt «een van de sociale verzekeringswetten» vervangen door: de Wet financiering sociale verzekeringen.

§ 2. Financiën

Artikel 2.2.1 Algemene wet inzake rijksbelastingen

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 67b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt.

2. Na het eerste lid worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:

2. Indien de inhoudingsplichtige de aangifte loonbelasting niet, niet binnen de in artikel 10 bedoelde termijn, dan wel onjuist of onvolledig heeft gedaan, vormt dit, in afwijking van het eerste lid, een verzuim terzake waarvan de inspecteur hem een boete van ten hoogste € 1134 kan opleggen.

3. De bevoegdheid tot het opleggen van de boete wegens het niet dan wel niet tijdig doen van de aangifte vervalt door verloop van een jaar na het einde van de termijn waarbinnen de aangifte had moeten worden gedaan. De bevoegdheid tot het opleggen van de boete wegens het doen van een onjuiste of onvolledige aangifte vervalt door verloop van vijf jaren jaar na het einde van het kalenderjaar van het aangiftetijdvak waarop de aangifte betrekking heeft.

B

In artikel 68, eerste lid, onderdeel c, wordt «d, e en f» vervangen door: d en e.

Artikel 2.2.2 Wet op de loonbelasting 1964

De Wet op de loonbelasting 1964, zoals deze komt te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 16 mei 2002 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 in het kader van administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten (Aansluitingswet Walvis) (28 371) tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8, eerste lid, alsmede de aanduiding «2.» voor het tweede lid vervallen.

B

In artikel 11, eerste lid, onderdeel j, onder 2°, wordt «ingevolge de Werkloosheidswet» vervangen door: bedoeld in de afdelingen 2 en 3 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

C

In artikel 19d, onderdeel b, wordt «artikel 19, tweede lid, van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 5.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

D

In artikel 21 wordt onderdeel b vervangen door:

b. gecombineerd heffingspercentage: de som van het belastingtarief eerste schijf en de volgens artikel 2.2.3.3 van de Wet financiering sociale verzekeringen vastgestelde premiepercentages voor de algemene ouderdomsverzekering, de nabestaandenverzekering en de algemene verzekering bijzondere ziektekosten

E

In artikel 21b wordt «artikel 10a, tweede lid, van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 2.2.3.3, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

F

In artikel 26b wordt in de eerste volzin «artikel 28, onderdeel f» vervangen door: artikel 28, onderdeel e. Voorts wordt in de tweede volzin «artikel 27, tweede lid» vervangen door: artikel 27b, eerste lid.

G

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede, vijfde en achtste lid vervallen onder vernummering van het derde, vierde, zesde en zevende lid in tweede, derde, vierde en vijfde lid.

2. In het tot vierde lid vernummerde zesde lid wordt «derde lid» vervangen door: tweede lid. Voorts wordt «tweede lid» vervangen door: artikel 27b, eerste lid.

H

Na artikel 27 worden vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 27a

1. In afwijking in zoverre van het overigens bij of krachtens deze wet bepaalde wordt de belasting over de in artikel 31 bedoelde eindheffingsbestanddelen geheven van de inhoudingsplichtige.

2. De heffing over eindheffingsbestanddelen, met uitzondering van de aan naheffing onderworpen eindheffingsbestanddelen als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, geschiedt als ware de door de inhoudingsplichtige in een tijdvak verschuldigde belasting door hem op aangifte af te dragen belasting.

Artikel 27b

1. Indien de werknemer ook premieplichtig is voor de volksverzekeringen geschiedt de heffing van de belasting en de premie voor de volksverzekeringen in één bedrag dan wel in één percentage, met overeenkomstige toepassing van de regels die gelden voor de heffing en de invordering van de loonbelasting.

2. Voor gevallen waarin het eerste lid toepassing vindt, worden, met overeenkomstige toepassing van artikel 25, bij ministeriële regeling tabellen vastgesteld waarin telkens de belasting en de premie voor de volksverzekeringen in één bedrag dan wel in één percentage worden opgenomen.

3. Bij ministeriële regeling worden voor daarbij aan te wijzen gevallen berekeningsvoorschriften vastgesteld aan de hand waarvan uit de in het tweede lid bedoelde tabellen het bedrag van de belasting wordt afgeleid.

Artikel 27c

1. Indien ten aanzien van de werknemer ook premieplicht voor de werknemersverzekeringen bestaat, geschiedt de heffing van de premies voor de werknemersverzekeringen gelijktijdig met die van de belasting en geschiedt de afdracht van die premies en de belasting op één aangifte, een en ander met overeenkomstige toepassing van de regels die gelden voor de heffing en de invordering van de loonbelasting.

2. Voor de toepassing van dit artikel en artikel 27d wordt onder premieplicht voor de werknemersverzekeringen mede begrepen premieplicht voor de verzekering op grond van de Ziekenfondswet waarvoor een procentuele premie wordt geheven en wordt onder premies voor de werknemersverzekeringen mede begrepen de verschuldigde procentuele premie voor die verzekering ingevolge de Ziekenfondswet.

3. Toerekening van een betaling op de aangifte bedoeld in het eerste lid geschiedt naar evenredigheid aan de belasting en aan de premies voor de werknemersverzekeringen.

Artikel 27d

Voorzover de belasting, de premie voor de volksverzekeringen of de premies voor de werknemersverzekeringen gelijktijdig worden geheven en artikel 28b of artikel 67b, 67c of 67f van de Algemene wet inzake rijksbelastingen toepassing vindt, wordt dat artikel eenmaal toegepast.

I

In artikel 28 vervalt onderdeel d onder verlettering van de onderdelen e en f tot d en e.

J

Na artikel 28 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 28a

1. Indien de inhoudingsplichtige met betrekking tot de aangifte binnen vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin het tijdvak is gelegen waarover aangifte is gedaan, constateert dat hij een onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan, is hij verplicht binnen één maand nadat hij bekend geworden is met de onjuistheid of onvolledigheid, door middel van een correctiebericht alsnog de juiste en volledige gegevens te verstrekken.

2. Indien de inspecteur met betrekking tot de aangifte binnen vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin het tijdvak is gelegen waarover aangifte is gedaan, constateert dat de inhoudingsplichtige een onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan, kan hij de inhoudingsplichtige verplichten binnen een door hem gestelde termijn door middel van een correctiebericht alsnog de juiste en volledige gegevens te verstrekken.

3. De inhoudingsplichtige is gehouden de gegevens bedoeld in het eerste en tweede lid op dezelfde wijze en in dezelfde vorm te verstrekken als van de aangifte.

Artikel 28b

1. Indien de inhoudingsplichtige het correctiebericht bedoeld in artikel 28a, eerste en tweede lid, niet, onjuist, onvolledig dan wel niet binnen de gestelde termijn heeft ingediend, vormt dit een verzuim terzake waarvan de inspecteur hem een boete van ten hoogste € 1134 kan opleggen.

2. De bevoegdheid tot het opleggen van een boete wegens het feit bedoeld in artikel 28a, eerste lid, vervalt door verloop van vijf jaar na het einde van het kalenderjaar van de aangifte waarop het correctiebericht betrekking had moeten hebben.

3. De bevoegdheid tot het opleggen van een boete wegens het feit bedoeld in artikel 28a, tweede lid, vervalt door verloop van een jaar na het einde van de termijn waarbinnen het correctiebericht had moeten worden gedaan.

4. Aan de inhoudingsplichtige die een onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan en die alsnog de juiste of volledige gegevens door middel van een correctiebericht als bedoeld in artikel 28a verstrekt voordat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de inspecteur met de onjuistheid of onvolledigheid bekend is of bekend zal worden, wordt een boete als bedoeld in artikel 67b, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen ter zake van het feit van de onjuiste of onvolledige aangifte niet opgelegd.

K

In artikel 29, derde lid, wordt «onderdelen a, d en e» vervangen door: onderdelen a en d.

L

Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid vervalt onder vernummering van het tweede tot en met tiende lid tot respectievelijk eerste tot en met negende lid.

2. In het tot eerste lid vernummerde tweede lid wordt «met betrekking tot dat loon het eerste lid niet toe te passen» telkens vervangen door: dat loon niet als eindheffingsbestanddeel aan te merken.

3. In het tot tweede lid vernummerde derde lid wordt in de aanhef «Het bedrag van de verschuldigde belasting wordt bepaald» vervangen door: Met betrekking tot eindheffingsbestanddelen wordt het bedrag van de verschuldigde belasting bepaald. Voorts wordt «tweede lid» telkens vervangen door: eerste lid.

4. In het tot derde lid vernummerde vierde lid wordt in de eerste volzin «de Werkloosheidswet» vervangen door: hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen. In de tweede volzin wordt «derde lid» vervangen door: tweede lid.

5. In het tot zevende lid vernummerde achtste lid wordt «derde lid» vervangen door: tweede lid.

6. In het tot achtste lid vernummerde negende lid wordt «tweede lid» telkens vervangen door: eerste lid.

7. Het elfde lid vervalt onder vernummering van het twaalfde lid tot tiende lid.

8. In het tot tiende lid vernummerde twaalfde lid wordt «tweede en derde lid» vervangen door: eerste en tweede lid.

M

Artikel 32a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in de eerste volzin «vierde en vijfde lid» vervangen door: derde en vierde lid. In de derde volzin wordt «de Werkloosheidswet» vervangen door: hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

2. In het tweede lid wordt «artikel 27, tweede lid» vervangen door: artikel 27b, eerste lid. Voorts wordt «vierde en vijfde lid» vervangen door: derde en vierde lid.

Artikel 2.2.3 Invorderingswet 1990

De Invorderingswet 1990 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7, tweede lid, komt als volgt te luiden:

2. Toerekening van betalingen op een belastingaanslag geschiedt, behoudens voorzover daarvan moet worden afgeweken ingevolge het elders in deze wet bepaalde, naar evenredigheid aan de belasting, aan de premies voor de werknemersverzekeringen, aan de heffingsrente, aan de revisierente, aan de compenserende interesten, aan de kosten van ambtelijke werkzaamheden, aan de bestuurlijke boeten, aan de toeslagen en aan de opcenten, met dien verstande dat indien artikel 9.1, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 of artikel 27b, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 toepassing heeft gevonden, de toerekening in de eerste plaats geschiedt aan de belasting en vervolgens aan de premie voor de volksverzekeringen.

B

In artikel 35, vijfde lid, vervalt «en artikel 16b, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering».

C

In artikel 35a, vierde lid, onderdeel c, vervalt «en artikel 16b» en «en artikel 16ba».

Artikel 2.2.4 Wet inkomstenbelasting 2001

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.5, vierde lid, wordt «artikel 10, eerste en tweede lid, van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 2.2.3.2 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

B

In artikel 2.7 wordt in het tweede lid «artikel 10, vierde lid, van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door «artikel 2.2.3.4, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen». Voorts wordt «artikel 10, eerste lid en tweede lid, van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door «artikel 2.2.3.2 van de Wet financiering sociale verzekeringen».

C

In artikel 2.11 wordt «niet premieplichtig is voor de Algemene Ouderdomswet» vervangen door «geen premie voor de algemene ouderdomsverzekering verschuldigd is ingevolge artikel 2.2.3.2 van de Wet financiering sociale verzekeringen». Voorts wordt «premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet die daarover verschuldigd zou zijn door een persoon die wel premieplichtig is ingevolge die wet» vervangen door «premie voor de algemene ouderdomsverzekering die daarover ingevolge de Wet financiering sociale verzekeringen verschuldigd zou zijn door een persoon die wel de premie voor de algemene ouderdomsverzekering verschuldigd is».

D

In artikel 3150, vierde lid, wordt «aan wie wegens gemoedsbezwaren ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door «aan wie wegens gemoedsbezwaren tegen één of meer volksverzekeringen ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet financiering sociale verzekeringen».

E

In artikel 3154, zevend lid, wordt «artikel 27, tweede lid» vervangen door: artikel 27b, eerste lid.

F

In artikel 5.11 wordt «artikel 31, tweede lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964» vervangen door: artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964.

G

Artikel 8.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt «artikel 10, eerste en tweede lid, van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 2.2.3.2 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

2. Onderdeel c wordt vervangen door:

c. gecombineerd heffingspercentage: de som van het belastingtarief eerste schijf en de op grond van artikel 2.2.3.3 van de Wet financiering sociale verzekeringen vastgestelde premiepercentages voor de algemene ouderdomsverzekering, de nabestaandenverzekering en de algemene verzekering bijzondere ziektekosten;.

H

In artikel 8.4 wordt «artikel 10a, tweede lid, van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 2.2.3.3, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

I

In artikel 8.5 wordt «artikel 11 van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 2.2.3.3, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

J

In artikel 8.6 wordt «artikel 11 van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 2.2.3.3, derde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

K

In artikel 8.7 wordt in het eerste en tweede lid «artikel 10a, tweede lid, van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 2.2.3.3, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

L

In artikel 8.9a, derde lid, wordt «premie volksverzekeringen» vervangen door: premie voor de volksverzekeringen.

M

Artikel 10.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde, vierde en vijfde lid wordt «volgens de Werkloosheidswet» vervangen door: bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

2. In het vierde lid wordt «volgens een van de sociale-verzekeringswetten» vervangen door: op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel 2.2.5 Wet op de vennootschapsbelasting 1969

In artikel 20, achtste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt «aan wie wegens gemoedsbezwaren ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel b, van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: aan wie wegens gemoedsbezwaren tegen één of meer volksverzekeringen ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

§ 3. Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Artikel 2.3.1 Ziekenfondswet

De Ziekenfondswet, zoals deze komt te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 2 april 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de beëindiging van de toegang tot die verzekering voor diegenen die op of na de inwerkingtreding van deze wet arbeidsongeschikt worden (Wet einde toegang verzekering WAZ) (29 497) tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel l komt te luiden:

l. Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten: het fonds, genoemd in artikel 7.2.2.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen;.

2. Onder vervanging van de komma's aan het slot van de onderdelen a tot en met p door puntkomma's en van de punt aan het slot van onderdeel q door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

r. Sociale verzekeringsbank: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

B

In artikel 1a, tweede lid, wordt «Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: Wet financiering sociale verzekeringen.

C

In artikel 1s, vierde lid, onderdeel b, wordt «artikel 39, eerste lid, onder a, van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 7.2.2.2, eerste lid, onderdeel a, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

D

In artikel 1u, derde lid, wordt «Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: Wet financiering sociale verzekeringen.

E

In artikel 1x14, vierde lid, wordt «Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: Wet financiering sociale verzekeringen.

F

Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het derde lid komt te luiden:

3. De rijksbelastingdienst heft en vordert de door de werkgever en door de verzekerde verschuldigde procentuele premie in overeenkomstig de regels die gelden voor de heffing en invordering van de loonbelasting. Indien een wijziging van het in de eerste of tweede volzin van het eerste lid bedoelde premiepercentage of een wijziging in de verdeling van de premie op grond van het tweede lid, ingaat op een ander tijdstip dan 1 januari, vindt de vaststelling plaats in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Financiën, en kunnen daarbij regels worden gesteld omtrent de wijze van berekening van de premie over het gehele kalenderjaar.

2. De tweede zin van het vierde lid wordt vervangen door: De werkgever mag de door hem verschuldigde premie en de door de werknemer verschuldigde premie voorzover deze niet op diens loon is ingehouden, niet verhalen op de werknemer. Elk beding waarbij van de tweede zin wordt afgeweken, is nietig.

3. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Financiën worden regels gesteld met betrekking tot de afdracht van de premie alsmede van de daarmee verband houdende bestuurlijke boeten en renten door de rijksbelastingdienst aan de Algemene Kas en de wijze van toerekening van die premie, boeten en renten.

4. Het zesde lid komt te luiden:

6. Indien de verzekerde, bedoeld in het eerste lid, gelijktijdig verzekerd is ingevolge artikel 3, eerste lid, onder b of d, en over in totaal een hoger bedrag procentuele premie is betaald dan het bedrag, bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering wordt de premie betaald over het bedrag dat hoger is dan het hiervoor bedoelde bedrag, terugbetaald met overeenkomstige toepassing van artikel 9 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en artikel 4.1.3, negende lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen. Bij ministeriële regeling kan Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, nadere regels stellen betreffende de terugbetaling.

5. Aan het artikel worden drie leden toegevoegd, luidende:

7. Een aanvraag tot het geven van een beschikking over het verzekerd zijn op grond van deze wet kan door de werkgever, bedoeld in het derde lid, uitsluitend bij de inspecteur, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel t, van de Wet financiering sociale verzekeringen worden ingediend. De inspecteur beslist bij voor bezwaar vatbare beschikking. Artikel 4.1.3, vierde en zesde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen is van overeenkomstige toepassing.

8. Een aanvraag tot het geven van een beschikking over het verzekerd zijn op grond van deze wet kan door de werknemer uitsluitend bij het ziekenfonds worden ingediend. Het ziekenfonds informeert de inspecteur, bedoeld in het zevende lid, en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen omtrent zijn beslissing. De inspecteur stelt de werkgever, bedoeld in het derde lid, zonodig op de hoogte van de door het ziekenfonds genomen beschikking over het verzekerd zijn op grond van deze wet.

9. Geen premie is verschuldigd met ingang van de eerste dag van de maand waarin de verzekerde de leeftijd van 65 jaar zal bereiken.

G

Na artikel 15c wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 15d

De aan een werkgever verleende vrijstelling, bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 6, paragraaf 3, van de Wet financiering sociale verzekeringen, geldt tevens als vrijstelling van de verplichtingen, opgelegd bij en krachtens artikel 15 van deze wet.

H

Aan het eerste lid van artikel 16 wordt een zin toegevoegd, luidende: Bij ministeriële regeling kan Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, voor de verzekering van de bij die algemene maatregel van bestuur aangewezen groepen van personen omtrent het loon andere regels stellen, waarbij rekening wordt gehouden met inkomensbestanddelen waarover geen procentuele premie wordt geheven.

I

In Hoofdstuk II wordt na artikel 21 een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

d. Ontheffing wegens gemoedsbezwaren

Artikel 22

1. De Sociale verzekeringsbank kan op verzoek wegens gemoedsbezwaren tegen de in deze wet geregelde verzekering ontheffen van de verplichtingen opgelegd op grond van onderdeel c van dit hoofdstuk:

a. de persoon die deze gemoedsbezwaren heeft;

b. de rechtspersoon waarbij natuurlijke personen zijn betrokken die deze gemoedsbezwaren hebben.

2. Hoofdstuk 5 van de Wet financiering sociale verzekeringen is van overeenkomstige toepassing.

J

Artikel 78 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «een besluit» ingevoegd: van het ziekenfonds.,

2. In het tweede lid wordt «het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen» vervangen door: het ziekenfonds.

K

In hoofdstuk VI worden na artikel 79 twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 80

In afwijking van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht is de werkgever geen belanghebbende bij een besluit van het ziekenfonds voorzover dat betrekking heeft op het verzekerd zijn op grond van deze wet.

Artikel 81

1. Tegen uitspraken van de Centrale Raad van Beroep kan ieder der partijen beroep in cassatie instellen ter zake van schending of verkeerde toepassing van de artikelen 1, derde tot en met zevende lid, en 2 tot en met 12, en de daarop berustende bepalingen.

2. Op dit beroep zijn de voorschriften betreffende het beroep in cassatie tegen de uitspraken van de gerechtshoven inzake beroepen in belastingzaken van overeenkomstige toepassing, waarbij de Centrale Raad van Beroep de plaats inneemt van een gerechtshof.

Artikel 2.3.2 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdeel i, komt te luiden:

i. Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten: het fonds, genoemd in artikel 7.2.2.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen;.

B

In het opschrift van hoofdstuk IV wordt «vrijstelling» vervangen door: ontheffing.

C

Artikel 32 komt te luiden:

Artikel 32

De aan een verzekerde op grond van hoofdstuk 5 van de Wet financiering sociale verzekeringen verleende ontheffing geldt tevens als ontheffing van de verplichtingen opgelegd bij of krachtens artikel 17.

D

In artikel 32c, eerste lid, onderdeel d, wordt «artikel 25 van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 6.1.2.1, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

E

Artikel 48 vervalt.

F

In artikel 76a, tweede lid, wordt «artikel 11, tweede lid, van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 2.2.3.3, derde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel 2.3.3 Wet op de orgaandonatie

In artikel 10, vierde lid, van de Wet op de orgaandonatie wordt «Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, bedoeld in artikel 38 van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, genoemd in artikel 7.2.2.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel 2.3.4 Wet tarieven gezondheidszorg

In artikel 27 van de Wet tarieven gezondheidszorg wordt «Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, bedoeld in artikel 38 van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, genoemd in artikel 7.2.2.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel 2.3.5 Wet ziekenhuisvoorzieningen

In artikel 2i van de Wet ziekenhuisvoorzieningen wordt «Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, bedoeld in artikel 38 van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, genoemd in artikel 7.2.2.1 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

§ 4. Justitie

Artikel 2.4.1 Algemene wet bestuursrecht

In artikel 4:21, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt «Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: Wet financiering sociale verzekeringen of de Ziekenfondswet.

Artikel 2.4.2 Beroepswet

Onderdeel C van de bijlage bij de Beroepswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Nr. 4a vervalt.

B

Nr. 18 wordt vervangen door:

18. Wet financiering sociale verzekeringen, voorzover het betreft besluiten van de Sociale verzekeringsbank of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

§ 5. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel 2.5.1 Uitkeringswet KNIL-beroepsmilitairen

In artikel 6 van de Uitkeringswet KNIL-beroepsmilitairen wordt «Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel 2.5.2 Uitkeringswet KNIL-dienstplichttijd

In artikel 5 van de Uitkeringswet KNIL-dienstplichttijd wordt «Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: Wet financiering sociale verzekeringen.

§ 6. Defensie

Artikel 2.6.1 Uitkeringswet tegemoetkoming twee- tot vijfjarige diensttijd veteranen

In artikel 6 van de Uitkeringswet tegemoetkoming twee- tot vijfjarige diensttijd veteranen wordt «Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel 2.6.2 Uitkeringswet financiële compensatie langdurige militaire dienst

Artikel 4 van de Uitkeringswet financiële compensatie langdurige militaire dienst komt te luiden:

Artikel 4

De over de uitkering verschuldigde belasting ingevolge de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 alsmede de premie voor de volksverzekeringen ingevolge de Wet financiering sociale verzekeringen komen ten laste van het Rijk.

HOOFDSTUK 3 OVERGANGSRECHT

Artikel 3.1 Overgangsrecht

1. Met betrekking tot de financiering van de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten over de kalenderjaren, gelegen voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet, blijft het recht zoals dit gold voor die datum, van toepassing.

2. Met betrekking tot de financiering van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Ziekenfondswet over de kalenderjaren, gelegen voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet, blijft het recht zoals dit gold voor die datum, van toepassing.

Artikel 3.2 Overgang lagere regelgeving

1. De hierna genoemde algemene maatregelen van bestuur en de daarop berustende bepalingen, berusten met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Wet financiering sociale verzekeringen op dan wel mede op de telkens bij die maatregelen genoemde artikelen van die wet:

a. het Besluit vrijwillige verzekering AOW en ANW 2001 en het Besluit vrijwillige verzekering AWBZ: op artikel 6.1.3.1;

b. het Besluit financiering uitvoeringsorganisatie bijzondere ziektekostenverzekering: op artikel 7.2.2.3;

c. het Besluit vaststelling premiepercentage wachtgeldfondsen: op artikel 3.2.5.2, eerste lid;

d. het Besluit vaststelling rekenpremie wachtgeldfondsen: op artikel 3.2.5.2, tweede lid.

2. De hierna genoemde ministeriële regelingen berusten met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Wet financiering sociale verzekeringen op dan wel mede op de telkens bij die regelingen genoemde artikelen van die wet:

a. de Uitvoeringsregeling premieheffing volksverzekeringen 2002: op artikel 2.2.4.1;

b. de Regeling rekening-courant verhouding sociale verzekeringen: op de artikelen 7.4.1 en 7.4.2;

c. de Regeling indeling van het bedrijfs- en beroepsleven in sectoren: op artikel 7.3.1.3;

d. de Regeling verdeling premiekorting WAO: op artikel 3.6.4.1, eerste lid;

e. de Regeling vergoeding bijdragen Remigratiewet: op de artikelen 7.3.1.10 en 7.3.1.18;

f. de Financieringsregeling Algemene Kinderbijslagwet, de Financieringsregeling Toeslagenfonds en Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten en de Financieringsregeling Hoofdstuk 7 Wet arbeid en zorg 2004 op artikel 7.4.4;

g. de Regeling reservevorming Algemeen werkloosheidsfonds 2002 en de Regeling reservevorming wachtgeldfondsen 2002: op artikel 7.4.2, achtste lid.

3. Door de SVB vastgestelde beleidsregels met betrekking tot bevoegdheden op grond van de Wet financiering volksverzekeringen worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Wet financiering sociale verzekeringen aangemerkt als beleidsregels met betrekking tot de overeenkomstige bevoegdheden op grond van laatstgenoemde wet.

4. Door het College zorgverzekeringen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot bevoegdheden op grond van de Wet financiering volksverzekeringen worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Wet financiering sociale verzekeringen aangemerkt als beleidsregels met betrekking tot de overeenkomstige bevoegdheden op grond van laatstgenoemde wet.

5. De door het UWV op grond van artikel 97n van de Werkloosheidswet vastgestelde Regeling vermogensoverdracht wachtgeldfondsen en daaraan op grond van 116, eerste lid, van die wet door Onze Minister verleende goedkeuring berusten met ingang van de datum van inwerkingtreding van artikel 7.3.1.6 van de Wet financiering sociale verzekeringen op laatstgenoemd artikel.

Artikel 3.3 Geldigheid beschikkingen

1. De beschikkingen die het UWV, onderscheidenlijk de SVB, onderscheidenlijk het College zorgverzekeringen voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet heeft genomen op grond van een wettelijke bepaling die door de inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Wet financiering sociale verzekeringen en van deze wet komt te vervallen en die betrekking hebben of mede betrekking hebben op een periode, gelegen na de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet, blijven na die datum van kracht.

2. Tot de beschikkingen, bedoeld in het eerste lid, behoren de beschikkingen die door het UWV zijn genomen op grond van de hierna genoemde wettelijke bepalingen en die met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet gelden als een beschikking, genomen op grond het artikel, de artikelen of de paragraaf van de Wet financiering sociale verzekeringen die daarbij is genoemd:

a. artikel 75 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering: artikel 3.5.1.1;

b. artikel 63 van de Ziektewet: artikel 3.5.1.1;

c. de artikelen 82a of 97c van de Werkloosheidswet of artikel 79b van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering: hoofdstuk 3, afdeling 6, § 2;

d. de Wet premieregime bij marginale arbeid: hoofdstuk 3, afdeling 6, § 3;

e. de artikelen 97k of 97m van de Werkloosheidswet: de artikelen 7.3.1.3 of 7.3.1.5;

3. Tot de beschikkingen, bedoeld in het eerste lid, behoren tevens de beschikkingen die voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet door het UWV zijn genomen over het verzekerd zijn op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en die betrekking hebben of mede betrekking hebben op een na die datum gelegen periode.

Artikel 3.4 Bezwaarschriftenprocedures

1. Het UWV, onderscheidenlijk de SVB, onderscheidenlijk het College zorgverzekeringen is bevoegd te beslissen op een bezwaarschrift dat voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet is ingediend tegen een beschikking als bedoeld in artikel 3.3 en waarop op die datum nog niet is beslist, met toepassing van het recht zoals dit voor die datum gold.

2. In afwijking van het eerste lid is de inspecteur bevoegd te beslissen op een bezwaarschrift dat na de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet wordt ingediend en dat betrekking heeft op een beschikking van het UWV als bedoeld in artikel 3.3, tweede en derde lid. Op een bezwaarschrift als bedoeld in dit lid wordt beslist met toepassing van het recht zoals dit geldt met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet.

Artikel 3.5 Beroep, hoger beroep en partijvervanging

1. Op beroep tegen een uitspraak op een bezwaarschrift van het UWV, de SVB of het College zorgverzekeringen waarop op de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet nog geen uitspraak is gedaan, wordt beslist door de rechter waarbij het beroep aanhangig is. Ten aanzien van dit beroep, alsmede ten aanzien van hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank met toepassing van dit lid, blijft het recht zoals dit gold voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet van toepassing.

2. Op het beroep dat na de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet wordt ingediend tegen een uitspraak op een bezwaarschrift van het UWV inzake een beschikking als bedoeld in artikel 3.3, tweede en derde lid, is het recht zoals dit na die datum geldt van toepassing. De vorige zin is tevens van toepassing ten aanzien van hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank met toepassing van dit lid.

3. In bestuursrechtelijke gedingen als bedoeld in het tweede lid treedt de inspecteur als partij in de plaats van het UWV.

Artikel 3.6 Behandeling aanhangige aanvragen

Op een voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet bij het UWV, onderscheidenlijk de SVB, onderscheidenlijk het College zorgverzekeringen ingediende aanvraag tot het geven van een beschikking op grond van een wettelijke bepaling die door de inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Wet financiering sociale verzekeringen en van deze wet komt te vervallen en die betrekking heeft of mede betrekking heeft op een periode, gelegen na de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet, wordt na die datum door het UWV, onderscheidenlijk de SVB, onderscheidenlijk het College zorgverzekeringen beslist met toepassing van het recht zoals dit voor die datum gold.

HOOFDSTUK 4 OVERIGE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 4.1 Intrekking wetten

1. De Wet financiering volksverzekeringen wordt ingetrokken.

2. De Wet premieregime bij marginale arbeid wordt ingetrokken.

Artikel 4.2 Regelgevende bevoegdheid

Bij regeling van Onze Minister en Onze Ministers van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kunnen met het oog op een goede invoering van de Wet financiering sociale verzekeringen regels worden gesteld, waarbij zo nodig kan worden afgeweken van het bepaalde bij en krachtens die wet, deze wet en de wetten die bij deze wet worden gewijzigd.

Artikel 4.3 Tijdelijke handhaving informatieverplichtingen en administraties

1. Indien blijkt dat niet of niet ten volle kan worden voldaan aan de administratieve verplichtingen op grond van artikel 4.1.3 van de Wet financiering sociale verzekeringen in verbinding met de Wet op de loonbelasting 1964 en de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel dat de polisadministratie, bedoeld in artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, of de verzekerdenadministratie, bedoeld in artikel 35 van die wet, nog niet volledig kan functioneren, kan bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, worden bepaald dat, in afwijking van het bij koninklijk besluit op grond van artikel 4.5 bepaalde, tot uiterlijk 1 januari 2008 één of meer van de volgende voorschriften en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag voorafgaande aan de bij koninklijk besluit op grond van artikel 4.5 voor de desbetreffende bepalingen vastgestelde datum, hun gelding na die datum behouden:

a. artikel 10, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering;

b. artikel 28, onderdeel d, van de Wet op de loonbelasting 1964;

c. artikel 58, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

d. artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

e. artikel 35 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

2. De toepassing van het eerste lid, onderdelen a, b en c, kan worden beperkt tot bij de regeling op grond van dat lid aan te wijzen categorieën.

3. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid blijven voor de duur van die toepassing ten aanzien daarvan tevens de volgende artikelen en de daarop berustende bepalingen van kracht:

a. voorzover het betreft het eerste lid, onderdeel a: artikel 17a van de Coördinatiewet Sociale Verzekering;

b. voorzover het betreft het eerste lid, onderdeel b: artikel 68 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

c. voorzover het betreft het eerste lid, onderdeel c: de artikelen 55, derde lid, 58, eerste lid, 59, 60, 77, eerste en tweede lid, en 84, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

4. Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Ministers van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kunnen met betrekking tot dit artikel nadere regels worden gesteld.

5. Bij koninklijk besluit kan voor de in het eerste lid genoemde datum 1 januari 2008 een latere datum in de plaats worden gesteld.

Artikel 4.4 Nummering

Voor de plaatsing in het Staatsblad brengt Onze Minister de aanhalingen van de artikelen, paragrafen, afdelingen en hoofdstukken van de Wet financiering sociale verzekeringen die voorkomen in deze wet en in de wetten die bij deze wet worden gewijzigd in overeenstemming met de op grond van artikel 8.4 van de Wet financiering sociale verzekeringen vastgestelde nieuwe nummering van die wet.

Artikel 4.5 Inwerkingtreding

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 4.6 Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Staatssecretaris van Financiën,

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

INHOUDSOPGAVE

  
HOOFDSTUK 1 DEFINITIES1
Artikel 1 Algemene begrippen1
  
HOOFDSTUK 2 WIJZIGING VAN ANDERE WETTEN2
  
§ 1 Sociale Zaken en Werkgelegenheid2
  
Artikel 2.1.1 Werkloosheidswet2
Artikel 2.1.2 Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering6
Artikel 2.1.3 Ziektewet9
Artikel 2.1.4 Coördinatiewet Sociale Verzekering12
Artikel 2.1.5 Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen14
Artikel 2.1.6 Algemene nabestaandenwet22
Artikel 2.1.7 Algemene Ouderdomswet23
Artikel 2.1.8 Wet arbeid en zorg24
Artikel 2.1.9 Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen25
Artikel 2.1.10 Wet op de ondernemingsraden25
Artikel 2.1.11 Wet arbeid vreemdelingen26
Artikel 2.1.12 Toeslagenwet26
Artikel 2.1.13 Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten27
Artikel 2.1.14 Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten28
Artikel 2.1.15 Wet gevolgen brutering uitkeringsregelingen28
Artikel 2.1.16 Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen28
Artikel 2.1.17 Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen28
  
§ 2 Financiën29
  
Artikel 2.2.1 Algemene wet inzake rijksbelastingen29
Artikel 2.2.2 Wet op de loonbelasting 196429
Artikel 2.2.3 Invorderingswet 199033
Artikel 2.2.4 Wet inkomstenbelasting 200133
Artikel 2.2.5 Wet op de vennootschapsbelasting 196935
  
§ 3 Volksgezondheid, Welzijn en Sport35
  
Artikel 2.3.1 Ziekenfondswet35
Artikel 2.3.2 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten38
  
Artikel 2.3.3 Wet op de orgaandonatie39
Artikel 2.3.4 Wet tarieven gezondheidszorg39
Artikel 2.3.5 Wet ziekenhuisvoorzieningen39
  
§ 4 Justitie40
  
Artikel 2.4.1 Algemene wet bestuursrecht40
Artikel 2.4.2 Beroepswet40
  
§ 5 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties40
  
Artikel 2.5.1 Uitkeringswet KNIL-beroepsmilitairen40
Artikel 2.5.2 Uitkeringswet KNIL-dienstplichttijd40
  
§ 6 Defensie40
  
Artikel 2.6.1 Uitkeringswet tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd veteranen40
Artikel 2.6.2 Uitkeringswet financiële compensatie langdurige militaire dienst40
  
HOOFDSTUK 3 OVERGANGSRECHT41
  
Artikel 3.1 Overgangsrecht41
Artikel 3.2 Overgang lagere regelgeving41
Artikel 3.3 Geldigheid beschikkingen42
Artikel 3.4 Bezwaarschriftenprocedures42
Artikel 3.5 Beroep, hoger beroep en partijvervanging43
Artikel 3.6 Behandeling aanhangige aanvragen43
  
  
HOOFDSTUK 4 OVERIGE EN SLOTBEPALINGEN43
  
Artikel 4.1 Intrekking wetten43
Artikel 4.2 Regelgevende bevoegdheid43
Artikel 4.3 Tijdelijke handhaving informatieverplichtingen en administraties43
Artikel 4.4 Nummering44
Artikel 4.5 Inwerkingtreding44
Artikel 4.6 Citeertitel44
Naar boven