nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT C.S. TER VERVANGING VAN DAT
GEDRUKT ONDER NR. 91
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Het in artikel 2.3.1, onderdeel H, onder 3, opgenomen vierde lid van artikel
16 komt te luiden:
4. De artikelen 3.1.1.2, derde, vierde, vijfde en zesde lid, en 4.1.3,
negende en tiende lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen zijn
van overeenkomstige toepassing.
Toelichting
Dit amendement hangt samen met amendement 29 531, 15.
Dat amendement regelt dat de beslistermijn voor de premie-inning van in
beginsel acht weken overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht geldt voor
beschikkingen op aanvraag ingediend bij de inspecteur op grond van de Wet
financiering sociale verzekeringen, te weten de aanvragen, bedoeld in hoofdstuk
3, afdeling 6 (korting arbeidsgehandicapte werknemer en premievrijstelling
bij marginale arbeid) en bij de aanvraag van een teruggaaf van te veel betaalde
premies. Voor de beslissing op dergelijke aanvragen geldt dus niet de voorgestelde
beslistermijn van één jaar conform artikel 5a van de Algemene
wet inzake rijksbelastingen.
Voor een aantal specifieke beschikkingen, zoals de beschikking over het
verzekerd zijn, blijft de bestaande beslistermijn van in beginsel dertien
weken gelden.
In dit amendement is geregeld dat ook voor de aanvragen voor een teruggaaf
van teveel betaalde ziekenfondspremie de beslistermijn van in beginsel acht
weken overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht geldt. Er geldt dus niet
de voorgestelde beslistermijn van één jaar conform artikel 5a
van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
Wanneer de komende wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
het in dit amendement toegevoegde artikellid overbodig maakt kan dat lid bij
gelegenheid van de wijziging van de Awr vervallen.
Omtzigt
Noorman-den Uyl
Weekers