29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 481 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN DEFENSIE EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 mei 2024

Nederland gaat een bijdrage leveren aan NAVO-luchtruimactiviteiten langs de NAVO-oostflank vanuit Estland en verlengt de bijdrage aan enhanced Forward Presence (eFP) in Litouwen.

Beide activiteiten dragen bij aan de strategische doelstellingen van de NAVO: de afschrikking en verdediging van het bondgenootschap. In het bijzonder dragen deze activiteiten bij aan de bewaking van de Baltische staten, de afschrikking van Rusland en de geruststelling van de betreffende gastlanden en (indirect) omliggende landen. In de context van de aanhoudende Russische agressie richting Oekraïne blijft dit van essentieel belang voor de collectieve verdediging van Nederland en het NAVO-bondgenootschap.

Met deze activiteiten draagt Nederland bij aan de betrouwbaarheid van het bondgenootschap, een versteviging van de relaties met landen in de regio, een verdieping van de veiligheidssamenwerking met belangrijke partners door gezamenlijk op te treden en het verhogen van de interoperabiliteit. In nationale context draagt de inzet bij aan de operationele gereedheid, situational awareness en de kennis en kunde van de Nederlandse krijgsmacht. In het bijzonder wordt middels de eFP bijdrage in Litouwen ervaring opgedaan met het opereren in een context van (hybride) dreiging, zoals de omgang met elektronische oorlogsvoering, desinformatie en het verhogen van de weerbaarheid tegen inlichtingenoperaties.

Nederlandse bijdrage aan NAVO-luchtruimactiviteiten

Het kabinet heeft besloten om een Nederlandse bijdrage te leveren aan NAVO-luchtruimactiviteiten in de periode december 2024–maart 2025. Het betreft een bijdrage aan NAVO-Air Policing (AP), NAVO-enhanced Vigilance Activiteit en Air Shielding (eVA/AS) activiteiten met een flexibele inzet van drie tot tien F-35-toestellen (circa 90 tot 150 militairen) en Nationale Datalink Management Cel (NDMC) capaciteiten (circa 4 militairen) in Estland.1

De AP-activiteiten hebben tot doel om de veiligheid en integriteit van het NAVO-luchtruim te bewaken. De Quick Reaction Alert-activiteiten zijn hier onderdeel van, waarbij F-35 toestellen 24 uur per dag klaar staan om snel te kunnen reageren op mogelijke indringers in het luchtruim. Als onderdeel van de NAVO eVA-activiteiten monitoren AS-operaties de situatie aan de grens van het verdragsgebied. Hiermee schrikken deze operaties potentiële agressie af. De F-35 toestellen dragen zo bij aan de doorlopende voorbereiding op het verdedigen van het NAVO-grondgebied.

De AP en eVA/AS activiteiten zijn doorlopende activiteiten van de NAVO, waarvoor de NAVO bijdragen aan de bondgenoten vraagt. Daarnaast heeft de NAVO een doorlopende behoefte aan tactische datalink (TDL) management capaciteiten ter ondersteuning van deze activiteiten. In het bijzonder heeft Estland expliciet verzocht aan Nederland om een bijdrage te leveren aan deze luchtruimactiviteiten vanuit het Estse grondgebied.

De F-35 toestellen treden op onder directe aansturing van de NAVO. Dit betekent dat het Nederlandse AP-detachement als geheel wordt overgedragen aan NAVO middels een transfer of authority (TOA).

Financiering

De totale uitgaven van de Nederlandse bijdrage aan deze NAVO-luchtruimactiviteiten worden geraamd tussen € 7–15 miljoen. De AP-bijdrage wordt bekostigd vanuit het Budget Internationale Veiligheid (BIV). De eVA/AS bijdrage wordt bekostigd door Defensie.

Over de inzet wordt gerapporteerd vanaf 2025 via de reguliere jaarlijkse voortgangsrapportage-cyclus, die jaarlijks aan uw Kamer wordt aangeboden op Verantwoordingsdag (15 mei).

Nederlandse bijdrage aan eFP Litouwen

Sinds 2017 maakt Nederland in Litouwen (met circa 300 militairen) onderdeel uit van een Multinational Battle Group (MNBG) samen met Duitsland (560 militairen), België (200 militairen), Noorwegen (140 militairen) en Tsjechië (36 militairen). Nederland levert, met de grootste militaire bijdrage na Duitsland, de plaatsvervangend commandant en levert de inzet die Litouwen in het kader van het Litouwse National Defence Plan vraagt: een manoeuvre-element van compagniesgrootte. De inzet roteert veelal tussen de 13 Lichte Brigade en de 43 Gemechaniseerde Brigade van het Commando Landstrijdkrachten.

Verlenging

Het kabinet besloot eind 2021 om het nationale kader voor eFP te verlengen tot en met 31 december 2024 met als doel om duidelijkheid aan bondgenoten te geven en de operationele continuïteit van de inzet te waarborgen. De omvang van de bijdrage werd destijds verhoogd van 270 naar 350 militairen (waarvan 50 flexibel). Tegen de achtergrond van de verslechterde veiligheidssituatie en de oorlog in Oekraïne heeft het kabinet besloten het nationaal kader voor de bijdrage van 350 militairen aan eFP in Litouwen opnieuw te verlengen, tot en met eind 2026. Hiermee zet Nederland de bijdrage aan de verdediging en afschrikking van het bondgenootschap voort.

De bijdrage in de afschrikkingsfase (in vredestijd) is een nationale verantwoordelijkheid. Indien de bijdrage overgaat naar daadwerkelijke gevechtsactiviteiten vindt een Transfer of Authority (TOA) naar de NAVO (SACEUR) plaats.

Dit besluit is genomen met rekenschap van de Duitse voornemens een permanente brigade in Litouwen te stationeren en de motie Tuinman en Van Dijk (Kamerstuk 36 410-X-52 van 7 februari 2024), die het kabinet verzoekt de wenselijkheid te verkennen van een permanente Nederlandse gevechtseenheid aan de oostflank. Nederland spreekt met Duitsland over een mogelijke bijdrage aan deze permanente brigade en de invulling daarvan. Indien dit consequenties blijkt te hebben voor de Nederlandse bijdrage aan eFP in Litouwen, informeert het kabinet uw Kamer daarover.

Financiering

De totale jaarlijkse uitgaven van de Nederlandse bijdrage aan eFP worden geraamd tussen € 34–36 miljoen (prijspeil 2023). In 2025/2026 zal naar verwachting een lichte verhoging gaat plaatsvinden vanwege en het andere type eenheid en de druk op de oefengebieden naar aanleiding van het groeiend aantal gebruikers. De bijdrage wordt bekostigd vanuit het Budget Internationale Veiligheid (BIV).

De afgelopen jaren heeft het kabinet uw Kamer periodiek geïnformeerd over de voortgang van deze inzet. Op Verantwoordingsdag (15 mei) zal het kabinet uw Kamer opnieuw informeren over de voortgang en lessons learned over de periode mei 2023–april 2024.

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

De flexibele bijdrage is geënt op het gegeven dat de benodigde force protection vanuit Nederlandse bijdrage en shelter-capaciteiten op de vliegbasis ter plekke (Amari, Estland) ontbreken, waardoor deze bijdrage slechts op ad hoc basis kan worden ingezet.

Naar boven