Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2023
Op 24 oktober jl. heb ik aangegeven (Kamerstuk 27 925, nr. 956) uw Kamer zo spoedig mogelijk te informeren over mijn toezegging te bezien of bestaande
meldstructuren bij vermoedens van burgerslachtoffers inzichtelijker en toegankelijker
te maken zijn. Hierbij informeer ik u over mijn bevindingen.
Voor een effectieve meldstructuur voor vermoedens van burgerslachtoffers ten gevolge
van Nederlandse artikel 100 inzet is allereerst een loketfunctie nodig waar belanghebbenden
zich kunnen melden. Voor militairen geldt dat deze functie voldoende is ingericht.
Voor partijen buiten Defensie heb ik besloten een afzonderlijk loket in te richten.
Melden voor partijen buiten Defensie
Op dit moment is er voor ngo’s en slachtoffers/nabestaanden geen specifiek loket om
vermoedens van burgerslachtoffers bij Nederland te melden. Defensie zal daarom een
loket inrichten waar deze partijen vermoedens van burgerslachtoffers met betrekking
tot reeds beëindigde artikel 100 inzet kunnen melden. Ook andere partijen kunnen zich
hiertoe richten. Voor media geldt dat zij via hun eigen netwerk van Defensiewoordvoerders
of via de website van Defensie vragen kunnen stellen over eventuele vermoedens van
burgerslachtoffers. Advocaten weten hun weg goed te vinden via de Directie Juridische
Zaken en rechtbank.
Melden bij een coalitie
Voor toekomstige Nederlandse artikel 100 inzet acht ik het wenselijk dat ngo’s en
slachtoffers/nabestaanden zich kunnen melden bij de betreffende coalitie. Waar relevant
zal Nederland zich er daarom voor inzetten om dit voor aanvang van de Nederlandse
bijdrage goed in te regelen in coalitieverband. Mocht een betreffende coalitie een
meldstructuur niet adequaat kunnen inregelen zal Defensie zelf zorgdragen voor de
mogelijkheid om vermoedens aan het adres van Nederland te melden. Conform het Stappenplan
Burgerslachtoffers (Kamerstuk 29 521, nr. 442) wordt de Kamer daar vervolgens voor aanvang van de Nederlandse bijdrage over geïnformeerd.
Melden voor militairen
Voor militairen (veteranen in werkelijke dienst en post-actieve veteranen) geldt dat
zij zich al op meerdere manieren kunnen melden bij Defensie. Dit stelt iedere militair
in staat om afhankelijk van de aard van de melding, de context en de eigen positie
op een goede manier een melding te maken. Dit kan bij de toenmalige of huidige commandant,
via een Melding Voorval (MVV) of bij het onafhankelijke Meldpunt Integriteit Defensie
(MID). Ook kunnen militairen zich wenden tot het Veteranenloket van het Nederlandse
Veteranen Instituut (NLVi), waarbij de procedure om meldingen door te geleiden naar
Defensie voor inhoudelijke behandeling zorgvuldig is ingeregeld. Ten slotte kunnen
militairen aangifte doen bij de KMar of de politie als er een vermoeden is van een
strafbaar feit. Om de bekendheid van deze mogelijkheden te vergroten zullen militairen
aanvullend worden geïnformeerd. Het NLVi is bereid om ook specifiek post-actieve veteranen
hierover te informeren.
Vastleggen interne structuur (backoffice)
Achter een duidelijke loketfunctie ligt een interne structuur om meldingen van burgerslachtoffers
in behandeling te nemen. Het huidige proces daarvoor zal beter worden vastgelegd.
Daarnaast zal er voor een nieuw loket indien nodig geïnvesteerd worden in personele
capaciteit en expertise om meldingen adequaat en tijdig af te handelen.
Uw Kamer wordt voor de zomer 2024 over de vorderingen geïnformeerd.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren