29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 462 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2023

In het Commissiedebat over de voorgenomen artikel 100-bijdrage aan EUFOR Althea van woensdag 21 juni jongstleden heb ik uw Kamer toegezegd nader in te gaan op de taakafbakening tussen de Hoge Vertegenwoordiger (HV) in Bosnië en Herzegovina en de Force Commander (FC) van EUFOR Althea. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.

Het kader voor de bevoegdheidsverdeling tussen de HV en de FC vloeit voort uit het Verdrag van Dayton enerzijds en VNVR-resolutie 1575 anderzijds. De FC ziet toe op implementatie van de militaire aspecten van het Verdrag van Dayton, met als concreet doel de veiligheid in en de capaciteiten van de krijgsmacht van Bosnië en Herzegovina te bevorderen.1 De HV ziet toe op de implementatie van de civiele aspecten van het Verdrag van Dayton.2 Daarvoor onderhoudt de HV contacten met relevante partijen binnen Bosnië en Herzegovina. Tevens beschikt de HV over zogenoemde Bonn Powers, die de HV in staat stellen eenzijdig voor Bosnische autoriteiten bindende besluiten te nemen en Bosnische functionarissen te ontslaan die naar zijn mening het Verdrag van Dayton schenden.

De verschillende bevoegdheden van de FC van EUFOR en de HV zijn complementair aan elkaar en beogen de implementatie van het Verdrag van Dayton te versterken. De HV kan de FC van EUFOR Althea informeren en om advies vragen over zijn voorgenomen besluiten ten aanzien van de civiele implementatie van het Verdrag van Dayton, maar blijft autonoom in zijn beslissingen. Daarbij moet nadrukkelijk worden opgemerkt dat de HV geen opdracht kan verlenen aan de FC van EUFOR Althea. De militaire aansturing van de operatie geschiedt door Commandant Operaties vanuit het militaire NAVO-hoofdkwartier. Het Politiek en Veiligheidscomité (PSC) en de Raad Buitenlandse Zaken van de Europese Unie geven politieke richting aan EUFOR Althea.

Uit navraag bij het kantoor van de HV en de FC EUFOR Althea blijkt dat de HV en FC elkaar ontmoeten op momenten dat zij dit noodzakelijk achten. Dit contact vindt frequent, op ad hoc-basis plaats, zo laten beiden weten. Daarnaast staan liaisonmedewerkers van het kantoor van de HV en de staf van de FC EUFOR Althea nauw met elkaar in contact.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra


X Noot
1

De militaire aspecten zijn vastgelegd in Annex 1 van het Daytonverdrag.

X Noot
2

De civiele implementatie is vastgelegd in Annex 10 van het Daytonverdrag.

Naar boven