Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2022
Zoals gemeld in de Kamerbrief Samenhangende Nederlandse inzet in het kader van de collectieve verdediging en in
missies en operaties ter bevordering van de internationale rechtsorde 2022–2025 (d.d. 17 juni 2022, hierna: Samenhangbrief, Kamerstuk 29 521, nr. 446), die de Kamer gelijktijdig met deze kennisgevingsbrief toegaat, kiest het kabinet
ervoor het mandaat voor de brede veiligheidsinzet in Irak te verlengen tot en met
31 juli 2025.
In de Samenhangbief staat eveneens dat het kabinet het zwaartepunt van de Nederlandse
inzet wil verplaatsen van Operation Inherent Resolve van de anti-ISIS-coalitie, die in de laatste fase van de militaire campagne zit,
naar de NAVO-missie in Irak (NMI), die gericht is op institutionele versterking van
de Iraakse veiligheidssector. NMI voert activiteiten in steeds grotere mate onafhankelijk
van OIR uit (zie ook Kamerbrief voortgang Nederlandse bijdrage anti-ISIS coalitie en brede veiligheidsinzet
Irak, d.d. 18 mei jl.) (Kamerstuk 29 521, nr. 991). Hiervoor wordt doorlopend een beroep gedaan op capaciteiten van bondgenoten.
Wij melden u hierbij dat het kabinet, in het licht van het bovenstaande, en in overeenstemming
met het Toetsingskader 2014, de wenselijkheid en mogelijkheid van een additionele
bijdrage aan NMI onderzoekt. Concreet wordt daarbij gedacht aan een bijdrage met force protection en gepantserde transportcapaciteit in Bagdad en omgeving. Zodra daartoe aanleiding
is, zullen wij u nader informeren.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren