29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 404 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN DEFENSIE EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2020

In deze brief gaan wij, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Justitie en Veiligheid, in op de gevolgen van COVID-19 voor militaire en civiele uitzendingen in lopende missies en operaties. Deze brief vormt een actualisering van hetgeen uw Kamer op 13 maart jl. toeging (Kamerstukken 29 521 en 25 295, nr. 402).

Militaire uitzendingen en inzet

De ontwikkelingen als gevolg van COVID-19 en de maatregelen die wereldwijd worden genomen, volgen elkaar in hoog tempo op. Het Ministerie van Defensie neemt passende maatregelen voor het uitgezonden personeel, op instructie van het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG). Het CEAG maakt instructies gebaseerd op de adviezen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

In dit licht beziet Defensie dagelijks of het nodig is de bijdragen aan missies aan te passen. Zo wordt bijvoorbeeld gekeken of medische zorg afdoende kan worden gegarandeerd. Daarnaast kan het gastland, de missieleiding of de zogenoemde lead nation aanvullende maatregelen nemen. Indien dat het geval is worden deze door Nederland opgevolgd.

Op 13 maart is uw Kamer geïnformeerd dat het Ministerie van Defensie op dat moment geen aanleiding zag om militairen te repatriëren. Inmiddels is de situatie op een aantal plekken waar Nederlandse militairen worden ingezet veranderd. Daarom is besloten om een deel van de militairen, in onder meer Irak en in Afghanistan, tijdelijk naar Nederland te laten terugkeren. Hieronder wordt per missie ingegaan op de getroffen maatregelen. Verdere aanpassingen blijven mogelijk.

Operation Inherent Resolve, Irak

Zoals uw Kamer op 13 maart is gemeld, zijn trainingsactiviteiten van de anti-ISIS coalitie in de omgeving van Erbil en in Bagdad tijdelijk stilgelegd. Het is thans de verwachting dat deze op 24 mei, na het einde van de ramadan, worden voortgezet. Op 16 maart heeft de missieleiding van de Operation Inherent Resolve de opdracht gegeven om in de tussentijd het personeel dat niet essentieel is voor de voortzetting van de missie tijdelijk terug te trekken. Voor Nederland gaat het op dit moment om ongeveer 40 personen. Onder essentieel personeel valt bijvoorbeeld de medische zorg en force protection. Het gaat om personeel dat van essentieel belang is om een basis draaiende te houden.

Resolute Support Missie, Afghanistan

De commandant van de Resolute Support missie heeft op zaterdag 21 maart opdracht gegeven om het personeel dat niet essentieel is voor de voortzetting van de missie, tijdelijk terug te trekken. Voor Nederland gaat het op dit moment om ongeveer 35 personen, zowel in Mazar-e-Sharif als in Kabul. Zij worden tijdelijk herplaatst in Nederland, en zullen weer worden ingebracht wanneer de restricties zijn opgeheven.

Personeel dat inroteert in Resolute Support moet, op last van de commandant, vooraf twee weken in quarantaine hebben doorgebracht. Ook deze maatregel is ingesteld voor de veiligheid van het personeel.

Militaire uitzendingen en inzet elders in de wereld

Bij enkele Nederlandse militairen die deelnemen aan enhanced Forward Presence, de vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in Litouwen, is besmetting met COVID-19 vastgesteld. De Litouwse commandant heeft daarop de gehele kazerne waar de multinationale battlegroup is gelegerd, tot quarantainegebied verklaard. Een aantal van deze militairen is inmiddels teruggekeerd naar Nederland, in Nederland worden passende maatregelen getroffen. De situatie wordt, in goed overleg met de Litouwse autoriteiten, nauwlettend in de gaten gehouden.

Bij een Nederlandse waarnemer bij de United Nations Truce Supervision Organization (UNTSO) is eveneens een COVID-19 besmetting vastgesteld. De betrokken militair heeft geen klachten en bevindt zich thans in een ziekenhuis in de regio in quarantaine.

In de brief die uw Kamer op 13 maart toeging, werd gemeld dat op last van de Palestijnse autoriteiten geen trainingen worden verzorgd door de United States Security Coordinator missie (USSC). De drie Nederlandse deelnemers aan USSC die werken in de Palestijnse gebieden zijn voor medische zorg afhankelijk van het Verenigd Koninkrijk (VK). Met het besluit van het VK om tijdelijk personeel uit USSC terug te trekken, is de medische keten niet meer gewaarborgd. Daarom is besloten het Nederlandse personeel werkzaam in Ramallah, twee militairen en één civiel expert, tijdelijk terug te laten keren naar Nederland. Ze zetten hun werkzaamheden waar mogelijk voort vanuit Nederland.

In Burkina Faso neemt Nederland deel aan trainingsactiviteiten binnen het Global Peace Operations Initiative (GPOI, voorheen ACOTA). Nu de lead nation, de Verenigde Staten, heeft besloten alle trainingsactiviteiten stop te zetten, kunnen vier Nederlandse trainers hun werkzaamheden niet voorzetten. Het personeel keert tijdelijk terug naar Nederland, totdat trainingsactiviteiten worden hervat.

Civiele en politie-uitzendingen

Nederland zendt individuele civiele experts en politiefunctionarissen uit naar verschillende civiele en militaire missies. Door de ministeries van Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid wordt nauw contact onderhouden met de uitgezonden experts en met de organisatie waar zij gedetacheerd zijn. Indien daar aanleiding toe is kan worden besloten tot de repatriëring van individuele experts. Hier is in een aantal gevallen toe overgegaan. Zo is een aantal experts die vanwege hun leeftijd of bestaande medische aandoeningen een verhoogd risico lopen uit voorzorg terug naar Nederland gehaald. Ook zijn bijvoorbeeld de door Nederland uitgezonden politiefunctionarissen uit de NAVO-missie Resolute Support (Afghanistan) op verzoek van de commandant van de missie teruggekeerd naar Nederland tot het moment dat de restricties zijn opgeheven. Zij maken onderdeel uit van de ongeveer 35 personen die hierboven zijn genoemd. De missies fungeren als de dagelijkse werkgever van de uitgezonden civiele experts en daarnaast kunnen maatregelen van het gastland van invloed zijn op de uitzending. Alle civiele experts zijn geïnstrueerd om specifieke maatregelen uitgevaardigd door de betreffende missie of het gastland op te volgen.

Tot slot verwacht het kabinet dat bovengenoemde maatregelen geruime tijd van kracht kunnen zijn. Het kabinet houdt de situatie in alle gebieden waar Nederlandse militairen, civiele experts en politiefunctionarissen opereren nauwgezet in de gaten. Mocht de situatie veranderen zal het kabinet passende maatregelen nemen. Wanneer dit significante wijzigingen behelst, zal uw Kamer worden geïnformeerd.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven