29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 348 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 september 2017

Hierbij ontvangt u onze reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 7 juli 2017 inzake de recente berichtgeving over de oprichting van de regionale G5-troepenmacht (G5 Sahel Joint Force) door Mali, Niger, Burkina Faso, Tsjaad en Mauritanië.

G5-Sahel

De G5-Sahel is op 16 februari 2014 opgericht met als doel de regionale samenwerking en coördinatie op het gebied van veiligheid, economische ontwikkeling en goed bestuur tussen Mali, Niger, Burkina Faso, Tsjaad en Mauritanië te versterken. Na een geschiedenis van onderling wantrouwen, met name tussen Mali en Mauritanië, is de oprichting van de G5 een welkome stap richting constructieve regionale samenwerking, die met de oprichting van de G5-troepenmacht verdere concrete invulling krijgt.

Op 2 juli jl. kondigden de staatshoofden van deze vijf landen tijdens de G5-top in Bamako formeel de oprichting aan van een regionale troepenmacht om grensoverschrijdende problemen zoals terrorisme, criminaliteit en mensensmokkel aan te pakken. De vijf landen zegden daarnaast ieder een bijdrage van 10 miljoen euro toe aan de initiële operationalisering van de troepenmacht. Ook de Franse president Macron nam deel aan de top en benadrukte, vanwege het strategische belang van de Sahel-regio, de noodzaak voor brede internationale steun voor de G5.

Context

De Sahel is een belangrijke strategische regio aan de zuidflank van Europa. De centrale plek die met name Mali en Niger innemen op de Centraal Mediterrane migratieroute richting Europa en de vervlechting van de migratieproblematiek met grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme, onderstrepen het belang van een regionale aanpak. Hierbij is het ook positief dat de landen in de Sahel zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun regionale veiligheid, en zij bereid zijn hier troepen en middelen voor in te zetten.

Door de G5-troepenmacht wordt de onderlinge samenwerking tussen de G5-landen versterkt, onder andere op het gebied van informatie-uitwisseling tussen de landen. Dit is cruciaal voor een effectieve aanpak van grensoverschrijdend terrorisme, criminaliteit en irreguliere migratiestromen.

Nederland signaleert echter ook een aantal aandachtspunten. Zo is het van groot belang dat de G5-troepenmacht zich inzet om mogelijk negatieve neveneffecten van de aanwezigheid richting de lokale bevolking te voorkomen. Mede in het kader van het opbouwen van een vertrouwensband met de lokale bevolking, is nauwe samenwerking met civiele actoren en het versterken van civiel-militaire samenwerking van belang. Heldere afspraken over de uitvoering van het mandaat inclusief de juridische aspecten daarvan zijn cruciaal, ook om de naleving van mensenrechten te waarborgen. Daarnaast acht Nederland civiel toezicht op de troepenmacht van belang.

Regionale troepenmacht

De afgelopen maanden is gewerkt aan een oprichtingsplan voor de troepenmacht. De regionale troepenmacht zal bestaan uit zeven bataljons van elk 650 militairen en enkele politie-eenheden. Deze bataljons worden nationaal samengesteld en zijn gestationeerd op eigen grondgebied. Wel is vastgelegd dat de troepen tot 50 kilometer over de eigen grens mogen opereren. De troepenmacht kan operaties en patrouilles uitvoeren in de grensregio’s van Mauritanië en Mali; Burkina Faso, Mali en Niger; alsook Niger en Tsjaad. Vanwege de toenemende instabiliteit en onveiligheid ligt de prioriteit bij de grensregio van Burkina Faso, Mali en Niger. Nabij dit grensgebied, in Centraal-Mali, zal het regionale hoofdkwartier van de troepenmacht worden gebouwd. De Malinese generaal Dacko is in juni jl. benoemd tot Force Commander van de G5-troepenmacht en stelt momenteel een team van adviseurs samen, onder andere op het gebied van mensenrechten, ontwikkeling en humanitaire hulp. Naast de aanpak van terrorisme, criminaliteit en mensensmokkel worden in het oprichtingsplan tevens het verbeteren van de toegang voor humanitaire operaties en ontwikkelingssamenwerking en het bevorderen van de terugkeer van de overheid en de levering van publieke diensten in afgelegen grensregio’s als taken genoemd.

De troepenmacht bestaat uitsluitend uit troepen van de G5-landen. Hoewel er geen andere internationale troepen zullen worden ingezet, bouwt de G5-troepenmacht wel voort op de bestaande samenwerking van de desbetreffende legers met de Franse antiterreuroperatie Barkhane. Ook zal coördinatie en uitwisseling van informatie met de VN-missie MINUSMA in Mali plaatsvinden, evenals met overige relevante veiligheidsactoren in de regio. Het mandaat van de G5-troepenmacht is complementair aan dat van MINUSMA, dat niet over een antiterrorismemandaat beschikt maar zich primair richt op het bevorderen van stabiliteit in Mali.

VN-resolutie

Op 13 april jl. autoriseerde de Peace and Security Council van de Afrikaanse Unie de G5-troepenmacht voor een periode van twaalf maanden. Op 21 juni jl. werd de G5-troepenmacht verwelkomd door de VN-Veiligheidsraad middels VN-resolutie 2359. De VN-resolutie voorziet niet in directe steun vanuit de VN aan de G5-troepenmacht. Wel roept de resolutie lidstaten op de G5-troepenmacht te ondersteunen met financiële en materiële middelen en deze steun te coördineren tijdens een internationale donorconferentie die in december a.s. zal plaatsvinden. Tevens wordt de Secretaris-Generaal van de VN middels VN-resolutie 2359 verzocht om de VN-Veiligheidsraad binnen vier maanden te informeren over de voortgang van de operationalisering van de troepenmacht. Nederland heeft richting de VN-Veiligheidsraadleden steun uitgesproken voor de VN-resolutie die de G5-troepenmacht verwelkomt.

Internationale steun

Op 5 juni jl. kondigde de EU, bij monde van de Hoge Vertegenwoordiger Mogherini, een steunpakket voor de G5-troepenmacht aan ter waarde van 50 miljoen euro via de African Peace Facility. Zij benadrukte daarbij dat stabiliteit in de Sahel-regio van strategisch belang is voor Europa, mede vanwege de toenemende terroristische dreiging, criminaliteit en irreguliere migratiestromen. Het bedrag wordt besteed aan (non-lethal) materieel, het regionale hoofdkwartier, en aan trainingen voor de G5-troepenmacht. Tevens worden de reeds bestaande EU-trainings- en capaciteitsopbouwmissies in Mali en Niger (EUTM Mali, EUCAP Sahel Mali en EUCAP Sahel Niger) ook opengesteld voor deelnemers uit de overige G5-landen. De EU keert geen salarissen uit aan de G5-troepenmacht, wel wordt een per diem voor de circa 180 stafofficieren op het hoofdkwartier voorzien. Daarnaast wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande initiatieven onder het EU Emergency Trust Funddie de terugkeer van de overheid en de strafrechtelijke keten in de grensregio’s bevorderen, om zo de capaciteit van de betrokken overheden om hun grenzen te beheren te versterken.

Duitsland en Frankrijk werken thans aan steunpakketten voor de regionale troepenmacht die bestaan uit materieel, het bouwen of herstellen van vitale infrastructuur zoals vliegvelden, trainingen en het bieden van gerichte logistieke ondersteuning. In overleg met de G5-Sahel worden de prioritaire operationele behoeften momenteel verder uitgewerkt. De verwachting is dat, zodra de prioritaire operationele behoeften zijn vastgesteld, concrete steunverzoeken aan de internationale gemeenschap zullen volgen, onder andere middels een donorconferentie. Het gaat hierbij niet om de inzet van internationale troepen maar om financiële en materiële steun, en bijvoorbeeld de behoefte aan trainingen. Nederland heeft nog geen specifieke verzoeken tot bijdrage aan de troepenmacht ontvangen.

Nederlandse positie

Het kabinet is doordrongen van het strategische belang van de Sahel. De gevolgen van instabiliteit in deze regio en grensoverschrijdende problemen zoals terrorisme en irreguliere migratie raken direct aan onze eigen veiligheidsbelangen, zoals het kabinet eerder met uw Kamer heeft gedeeld. Internationale steun voor deze regio, onder andere door de aanwezigheid van MINUSMA in Mali en Nederlandse deelname daaraan, blijft dan ook noodzakelijk.

Sinds de oprichting van de G5-Sahel in 2014 heeft Nederland al concrete steun verleend middels een financiële bijdrage van 300.000 euro voor capaciteitsopbouw van het G5-voorzitterschap. Dit jaar levert Nederland een bijdrage van 500.000 euro aan een consortium van Interpol, de Europese Commissie, het regionale programma van het United Nations Office of Drugs and Crime (UNODC) en de G5-Sahel om de informatie-uitwisseling over grensoverschrijdende criminaliteit tussen de vijf landen te verbeteren, onder andere als onderdeel van de civiele aanpak van de terrorismedreiging in de regio die sterk is verweven met de criminaliteitsproblematiek. Ook heeft Nederland in de Sahel sinds 2016 bijna 3 miljoen euro geïnvesteerd in een gebalanceerde aanpak van terrorismebestrijding, met aandacht voor repressieve en preventieve activiteiten om radicalisering in een vroeg stadium aan te pakken. Voortbouwend op het bovenstaande heeft Nederland politieke steun uitgesproken voor de oprichting van de G5-troepenmacht. Daarbij benadrukt Nederland via het diplomatieke spoor het belang van goede coördinatie en informatie-uitwisseling tussen de G5-troepenmacht en overige veiligheidsactoren, waaronder MINUSMA. Deze notie is ook opgenomen in het herziene MINUSMA-mandaat (VN-resolutie 2364). Nederland vraagt zowel in EU- als VN-verband actief aandacht voor het belang van het respecteren van mensenrechten, het waarborgen van het zogenaamde do no harm-principe, het belang van civiel toezicht op de troepenmacht en civiel-militaire samenwerking.

Tijdens het bezoek van de EU speciale vertegenwoordiger voor de Sahel, dhr. Losada, aan Nederland op 3 juli jl. heeft Nederland bovenstaande onderwerpen aan de orde gesteld. Ook in Brussel heeft Nederland deze punten ingebracht. Naar aanleiding daarvan heeft de EU op bovenstaande thema’s ondersteuning aan de G5-Sahel toegezegd.

Nederland volgt de ontwikkelingen rondom de G5-troepenmacht nauwlettend. In het licht van het strategische belang van de Sahel en de nadere operationalisering, en afhankelijk van de behoeftestelling zal Nederland nader bezien of en op welke wijze het een bijdrage kan leveren aan de G5-troepenmacht.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven