29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 338 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2017

Met deze brief kom ik tegemoet aan de wens van uw Kamer te worden geïnformeerd over de nazorg aan de nabestaanden van het ongeluk met de Nederlandse Apache-helikopter in 2015 in Mali.

De nazorg en begeleiding van de nabestaanden van kapitein René Zeetsen en eerste luitenant Ernst Mollinger zijn uitgevoerd volgens het beleid en de regelgeving van Defensie.

Als er zich tijdens een missie een dodelijk incident voordoet, worden de directe nabestaanden geïnformeerd door een medewerker van het Dienstcentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk en, indien mogelijk, de commandant. Iedere uitgezonden militair bepaalt zelf in aanloop naar zijn of haar uitzending wie hiervoor de contactpersoon is.

Het zorgtraject begint direct na het overbrengen van het bericht van overlijden. Het gaat hierbij om het opvangen van de nabestaande(n), het kanaliseren van emoties en het ondersteunen van de nabestaande(n) bij de contacten met civiele en defensie-instanties voor de praktische begeleiding bij de uitvaart. Ook de commandant van de omgekomen militair(en) en de Dienst Geestelijke Verzorging zijn hierbij betrokken.

De verantwoordelijkheid voor de praktische begeleiding van de nabestaanden ligt bij het desbetreffende Operationele Commando, in dit geval het Commando Luchtstrijdkrachten. De Commandant Luchtstrijdkrachten heeft een case coördinator aangewezen, die de gehele nazorg voor de directe nabestaanden en relaties coördineert.

Deze case coördinator heeft, in samenwerking met de verschillende instanties, zorggedragen voor de materiële en immateriële ondersteuning van de familie. Daarnaast regelt de case coördinator specifieke nazorg als de nabestaanden daar behoefte aan hebben. De nabestaanden kunnen ook in de periode na de uitvaart gebruik maken van de ondersteuning van zorginstanties (bedrijfsmaatschappelijk werk en geestelijke verzorging).

Wanneer nabestaanden geen gebruik meer willen maken van de hulpverlening door Defensie, wordt het dossier gesloten. Nabestaanden worden echter altijd gesteund als er sprake is van een nieuwe zorgvraag. In de regel wordt na een jaar een bloemengroet verzorgd. Daarnaast hebben de operationele commando’s eigen tradities om overledenen te herdenken. De case coördinator blijft het aanspreekpunt voor de nabestaanden en heeft elk jaar nog contact met hen.

De nabestaanden van de in Mali omgekomen vliegers hebben voorts inzage gekregen in het onderzoeksrapport van het ongeval en zijn daarna door de Commandant Luchtstrijdkrachten geïnformeerd over de conclusies die de Commandant der Strijdkrachten hieruit heeft getrokken.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven