29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 335 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2016

Inleiding

In deze brief geef ik, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, een toelichting op de situatie in het oostelijk deel van het verdragsgebied en de activiteiten die de Navo daar ontplooit, waaronder de oprichting van een vooruitgeschoven aanwezigheid (forward presence). Tevens informeer ik u over de militaire eenheden die Nederland in de komende jaren gereedstelt voor bijdragen aan de NATO Reponse Force (NRF) en de EU Battlegroup (EUBG). Verder ga ik in op de kosten en financiering van de Nederlandse bijdragen aan de NRF, zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg op 9 februari jongstleden. Tot slot geef ik een toelichting op de kosten en de financiering van de Nederlandse bijdrage aan de multinationale battlegroup onder leiding van Duitsland in Litouwen, zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg op 13 oktober jongstleden.

Situatie op de oostflank

Opstelling van Rusland

De veiligheidssituatie in het oostelijke deel van het verdragsgebied is de afgelopen jaren aanzienlijk verslechterd. De huidige opstelling van Rusland baart zorgen. De Navo heeft meer dan twee decennia gestreefd naar een partnerschap met Rusland gebaseerd op respect voor het internationaal recht en wederzijds vertrouwen. Rusland heeft echter voor een andere koers gekozen.

Tot op heden volhardt Rusland in de illegale annexatie van de Krim. Een verontrustende recente ontwikkeling is dat Rusland hierover geen betekenisvolle dialoog wil voeren. Ook speelt het land een onverminderd destabiliserende rol in Oekraïne. Nog altijd maakt Rusland geen voortgang met de uitvoering van de afspraken (over de terugtrekking van zwaar militair materieel) die in februari 2015 in Minsk werden gemaakt.

Daarnaast zijn de Russische activiteiten in de nabijheid van het verdragsgebied zorgwekkend. Er is sprake van een verdere versterking van de Russische militaire capaciteiten in het meest westelijk deel van Rusland en op de Krim. Een voorbeeld daarvan is de recente plaatsing van dual capable Iskander-raketsystemen in Kaliningrad. Voorts organiseert Rusland regelmatig oefeningen nabij het verdragsgebied waar tienduizenden militairen aan deelnemen. Deze oefeningen worden lang niet altijd vooraf aangekondigd en staan derhalve op gespannen voet met internationale afspraken, zoals het Weens Document. Het gebrek aan transparantie van Russische zijde vergroot het risico op misverstanden en ongelukken in het militaire domein. Ook de Russische retoriek, in het bijzonder over het gebruik van nucleaire wapens, is op zijn minst verontrustend te noemen.

Overigens worden de Navo-landen ook steeds vaker geconfronteerd met hybride dreigingen. Zo ontplooit Rusland beïnvloedingsactiviteiten die zijn gericht tegen de Navo en verspreidt het land desinformatie en propaganda. Ook op cybergebied stelt Rusland zich steeds assertiever op. Er moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat Rusland het gebruik van hybride instrumenten in de komende jaren zal intensiveren.

Navo-activiteiten op de oostflank

Met het oog op de huidige opstelling van Rusland is het thans niet mogelijk terug te keren naar business as usual. Niettemin hecht Nederland aan het openhouden van de communicatielijnen. De Navo en Rusland moeten met elkaar in gesprek blijven om risico’s te verminderen en de transparantie te verhogen.

De Navo wil Rusland niet provoceren en is niet uit op een confrontatie. Tegelijkertijd kan het bondgenootschap de ogen niet sluiten. Hernieuwde aandacht voor de collectieve verdediging en geloofwaardige afschrikking is dan ook gerechtvaardigd.

De Navo neemt proportionele en defensieve maatregelen om zich aan te passen aan de veranderde veiligheidsomgeving. In de afgelopen jaren is de NATO Response Force (NRF) versterkt en is binnen de NRF een Very High Readiness Joint Task Force (VJTF) opgericht. De Navo beschikt nu over verbeterde capaciteiten om snel op dreigingen te reageren. Nederland levert ieder jaar een bijdrage aan de NRF.

Tijdens de Navo-top in Warschau in juli 2016 hebben de bondgenoten tevens besloten tot een vooruitgeschoven aanwezigheid op rotatiebasis in het oostelijke deel van het verdragsgebied. In Estland, Letland, Litouwen en Polen zullen vanaf begin 2017 multinationale battlegroups aanwezig zijn. Ook in de Zwarte Zee-regio zal de presentie van Navo-eenheden worden versterkt. In Roemenië wordt een multinationale trainingsbrigade opgericht en Navo-schepen zullen regelmatiger in de Zwarte Zee aanwezig zijn.

Het opzetten van een beperkte vooruitgeschoven aanwezigheid is een beheerste maatregel die de bondgenootschappelijke solidariteit tot uitdrukking brengt. De presentie van Navo-strijdkrachten op het grondgebied van de Oost-Europese Navo-landen maakt duidelijk dat een schending van het verdragsgebied leidt tot de onmiddellijke betrokkenheid van het gehele bondgenootschap. De vooruitgeschoven aanwezigheid beïnvloedt de strategische afwegingen van een potentiële agressor en draagt zo bij tot geloofwaardige afschrikking.

Als betrouwbare bondgenoot levert Nederland een bijdrage aan die vooruitgeschoven aanwezigheid op de oostflank. Nederland werkt nauw samen met framework nation Duitsland aan de voorbereidingen voor de ontplooiing van de multinationale battlegroup die vanaf begin 2017 in Litouwen aanwezig zal zijn. Ook België en Noorwegen zullen in 2017 bijdragen leveren aan deze eenheid. In 2018 zijn bijdragen van Frankrijk, Kroatië en Luxemburg voorzien.

Naast Duitsland vervullen Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten de rol van framework nation. Denemarken en Frankrijk zullen bijdragen leveren aan de battlegroup onder Britse leiding in Estland. De battlegroup in Letland staat onder leiding van Canada en zal worden ondersteund door Albanië, Italië, Polen en Slowakije. Roemenië en het Verenigd Koninkrijk zullen bijdragen leveren aan de battlegroup onder Amerikaanse leiding in Polen.

Nederland levert militairen voor de staf van de multinationale battlegroup in Litouwen, waaronder de plaatsvervangend bataljonscommandant. Voorts levert Nederland in 2017 op rotatiebasis een gemechaniseerde of een gemotoriseerde infanteriecompagnie met uitgebreide eigen ondersteuning. De Nederlandse bijdrage zal tevens deskundigen op het gebied van informatieoperaties, cyberveiligheid en elektronische oorlogsvoering omvatten. Zij zullen de weerbaarheid van de eenheid tegen hybride dreigingen vergroten.

De multinationale battlegroup in Litouwen zal zich strikt defensief opstellen. Om de interoperabiliteit te versterken zal de multinationale battlegroup met de Litouwse strijdkrachten trainen.

Nederland zal ook de vooruitgeschoven aanwezigheid in de Zwarte Zee-regio ondersteunen. In 2017 zal Nederland enkele militairen leveren voor de staf van de multinationale trainingsbrigade onder leiding van Roemenië.

Nederlandse bijdragen aan de NRF

Structuur versterkte NRF

Zoals bekend, is de versterkte NRF opgebouwd uit drie echelons met een verschillende gereedheid, te weten de Very High Readiness Joint Task Force, de Initial Follow-on Forces Group (IFFG) en de Follow-on Forces Group (FFG). De VJTF is het snelst inzetbare deel van de NRF. De Initial Follow-on Forces Group bestaat uit eenheden met een langere reactietijd die de VJTF in voorkomend geval kunnen versterken. De Follow-on Forces Group omvat eenheden zonder vooraf vastgestelde reactietijd.

Nederlandse bijdrage in 2017

In 2017 levert Nederland een raiding squadron mariniers met eigen gevechtssteun (combat support) en logistieke ondersteuning (combat service support) aan de landcomponent van de VJTF, die onder leiding staat van het Verenigd Koninkrijk.

Nederland levert in 2017 ook een bijdrage aan de maritieme component van de NRF, de zogenoemde Standing Naval Forces (SNF). Voor een periode van vier maanden levert Nederland een luchtverdedigings- en commandofregat, inclusief een NH90-helikopter. Verder maakt een Nederlandse mijnenjager twee maal voor een periode van drie tot vier maanden deel uit van de staande mijnenbestrijdingsverbanden. Gedurende de tweede helft van 2017 is tevens een onderzeeboot beschikbaar voor inzet in Navo-kader.

In de tweede helft van 2017 maken vier Nederlandse F-16’s deel uit van de luchtcomponent van de VJTF. Nederland heeft tevens vier F-16’s aangeboden aan de luchtcomponent van de IFFG. Deze vliegtuigen zijn met een langere reactietijd beschikbaar.

Tot slot stelt Nederland samen met Duitsland het hoofdkwartier van het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps als Joint Task Force Headquarters beschikbaar aan de Navo. Dit hoofdkwartier zal van juli 2017 tot en met juni 2018 gereedstaan om deze rol te vervullen.

Nederlandse bijdrage in 2018

In 2019 levert Nederland met Duitsland en Noorwegen de landcomponent van de VJTF. De eenheden die in 2019 de VJTF vormen, bereiden zich in 2018 voor en maken in dat jaar deel uit van de Immediate Follow-on Forces Group. De Nederlandse bijdrage aan de IFFG in 2018 omvat een gemechaniseerd infanteriebataljon met eigen combat support en combat service support, een anti-tankcompagnie, een batterij veldartillerie, een verkenningspeloton en militairen voor het brigadehoofdkwartier.

Het raiding squadron mariniers met eigen combat support en combat service support dat in 2017 deel uitmaakte van de landcomponent van de VJTF blijft in 2018 als onderdeel van de IFFG beschikbaar voor inzet met een langere reactietijd.

In 2018 levert Nederland ook bijdragen aan de SNF. In de tweede helft van 2018 voert Nederland het commando over de Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG-2). Een luchtverdedigings- en commandofregat doet dienst als commandoplatform voor de Nederlandse commandant. In de eerste helft van 2018 levert Nederland voorts een commandoplatform voor de Belgische commandant van de Standing NATO Mine Counter Measures Group 1 (SNMCMG-1). Nederland levert in 2018 ook twee maal een mijnenjager voor periodes van drie tot vier maanden. Tevens is een onderzeeboot in de tweede helft van 2018 beschikbaar voor inzet in Navo-verband.

Ten slotte levert Nederland in 2018 een bijdrage aan de luchtcomponent van de NRF. Net als in 2017 maken vier F-16’s deel uit van de VJTF en zijn nog eens vier F-16’s met een langere reactietijd beschikbaar.

Nederlandse bijdragen aan de geruststellende maatregelen

In 2017 blijft Nederland ook betrokken bij de geruststellende maatregelen voor de oostelijke bondgenoten. In dat kader neemt Nederland deel aan diverse oefeningen op het oostelijke deel van het verdragsgebied, waaronder Baltops 2017 in de Baltische Zee, Bison Drawsko in Polen en Spring Storm in Estland.

Voorts levert Nederland van januari tot en met april 2017 vier F-16’s voor Baltic Air Policing.

De Nederlandse bijdragen aan de geruststellende maatregelen, waaronder de deelneming aan Baltic Air Policing, worden gefinancierd uit de reguliere budgetten voor gereedstelling en oefening.

Kosten en financiering van de bijdragen aan de NRF

De kosten van deelneming aan de NRF zijn afhankelijk van de omvang van het soort eenheden dat Nederland aanbiedt. De kosten van de inzet van NRF-eenheden zijn afhankelijk van een groot aantal factoren, waaronder de duur en de locatie van de inzet. Niettemin staat vast dat bijdragen aan de NRF leiden tot hogere kosten dan in het verleden. Dit heeft alles te maken met de hogere Navo-eisen op het gebied van de paraatheid en de beschikbaarheid van eenheden. Om eenheden met een korte reactietijd in te zetten, moeten aanzienlijke munitie- en reservedelenvoorraden worden aangelegd en apart gezet. Voorts leiden oefeningen met een korte reactietijd tot hogere oefen- en transportkosten. Dit is eerder toegelicht in de brief over de Nederlandse bijdragen aan de EU Battlegroup en de NATO Response Force en de lessen van het VJTF test bed van 15 december 2015 (Kamerstuk 29 521 nr. 306).

De Nederlandse bijdragen aan de NRF worden, zoals te doen gebruikelijk, gefinancierd uit de reguliere budgetten voor gereedstelling, instandhouding en investeringen op de defensiebegroting, zolang er geen sprake is van inzet. Voorts is er met de begroting van 2015 € 10 miljoen beschikbaar voor VJTF-oefeningen en het aanleggen van inzetvoorraden voor de Nederlandse VJTF-eenheden.

In 2016 is € 2 miljoen besteed aan de oefenkosten van het squadron mariniers dat zich voorbereidde op deelneming aan de VJTF in 2017. De overige beschikbare € 8 miljoen is besteed aan het aanleggen van inzetvoorraden.

In 2017 is ongeveer € 2,3 miljoen gereserveerd voor de oefenkosten van het raiding squadron mariniers en de vier F-16’s die dat jaar deel zullen uitmaken van de VJTF. Het overige beschikbare budget zal worden besteed aan inzetvoorraden, in het bijzonder reservedelen voor het gemechaniseerde bataljon dat in 2019 deel zal uitmaken van de VJTF.

Kosten en financiering van de bijdrage aan de vooruitgeschoven aanwezigheid

De planning voor de Nederlandse bijdrage aan de multinationale battlegroup in Litouwen in 2017 is vergevorderd. Een groot deel van de kosten is inmiddels in kaart gebracht. Zoals bekend, arriveert de eerste Nederlandse eenheid naar verwachting in maart 2017 in Litouwen.

De kosten van het strategische transport (personeel en materieel) zijn voor 2017 geraamd op € 4,1 miljoen. De geraamde oefenkosten bedragen ongeveer € 1,5 miljoen. In 2017 moeten voorts eenmalige kosten worden gemaakt voor het aanleggen van voorraden en het aanbrengen van bepantsering op voertuigen. Deze kosten bedragen ongeveer € 1 miljoen.

Nederland is nog in gesprek met framework nation Duitsland en met partnerlanden België en Noorwegen over het hanteren van een vergelijkbaar uitzendregime voor de militairen die deel uitmaken van de multinationale battlegroup in Litouwen. De kosten die daaruit voor Nederland voortvloeien staan daarom thans nog niet vast.

Litouwen heeft uitgebreide host nation support toegezegd. Zo komen de accommodatie en het gebruik van oefenterreinen voor rekening van Litouwen. Framework nation Duitsland is nog met Litouwen in gesprek over de verdeling van de bouwkosten van de benodigde onderhouds- en opslagfaciliteiten.

Voor de Nederlandse bijdrage aan de vooruitgeschoven aanwezigheid wordt in 2017 dekking gevonden in het Budget Internationale Veiligheid (BIV).

Nederlandse bijdrage aan de EUBG

In 2018 levert Nederland met België en Luxemburg de Benelux EU Battlegroup. Nederland zal de rol van secretary nation (aanspreekpunt) vervullen. Duitsland en Oostenrijk zullen in 2018 ook een bijdrage leveren aan de EUBG.

Nederland stelt in 2018 het gehele jaar de infrastructuur en de verbindingsmiddelen voor het hoofdkwartier van de EUBG beschikbaar. In de eerste helft van 2018 geeft Nederland leiding aan de EUBG. Nederland levert dan een bataljonsstaf en twee infanteriecompagnieën met combat support en combat service support. In de tweede helft van 2018 staat de EUBG onder leiding van België. Nederland levert deze zes maanden één infanteriecompagnie met combat support en combat service support. Tot slot stelt Nederland gedurende het gehele jaar een Cougar-helikopter beschikbaar.

In 2018 zal voor het eerst dezelfde EUBG een heel jaar stand-by zijn voor inzet. Voorheen stond elk half jaar een andere EUBG stand-by. Het verlengen van de stand-by periode van de EUBG bevordert een doelmatiger gebruik van de beschikbare eenheden.

De Nederlandse bijdrage aan de EUBG in 2018 wordt, zoals te doen gebruikelijk, gefinancierd uit de reguliere budgetten voor gereedstelling en instandhouding op de defensiebegroting, zolang er geen sprake is van inzet.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven