29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 278 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 29 december 2014

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de brief van 14 november 2014 inzake Artikel 100 brief inzake de Nederlandse bijdrage aan antipiraterijoperaties in 2015 (Kamerstuk 29 521, nr. 267).

De Ministers hebben deze vragen beantwoord bij brief van 15 december 2014. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Eijsink

De griffier van de commissie, Van Toor

Vraag 1

Welke bewijzen zijn er dat opbrengsten van piraterij-activiteiten worden ingezet ten behoeve van terroristische groepen in Somalië of elders?

Antwoord

Plaatselijke of tijdelijke samenwerkingsverbanden tussen piraterijnetwerken en terroristische groepen in Somalië of elders in de Hoorn van Afrika worden niet uitgesloten. Desondanks is er geen bewijs dat de opbrengsten uit piraterij-activiteiten direct zijn ingezet ten behoeve van terroristische groepen in Somalië of elders.

Vraag 2

Wie is internationaal bezig het geldspoor van de piraterijactiviteiten in Oost- en West-Afrika te volgen en waar leidt dit spoor heen?

Antwoord

Naast bilaterale inspanningen van landen zijn organisaties als REFLECS3, Europol, Interpol, UNODC en de Wereldbank actief bij het volgen van financiële geldstromen van piratenleiders en financiers in Oost-Afrika. Er zijn geen onderzoeken bekend naar deze geldstromen in West-Afrika.

Nederland heeft in 2012 financieel bijgedragen aan een onderzoek van de Wereldbank, in samenwerking met UNODC en Interpol, naar de illegale geldstromen van piraterij. Het onderzoek wijst uit dat de geldstromen die traceerbaar zijn voor een groot deel in Somalië zelf worden geïnvesteerd, zowel in criminele als niet- criminele activiteiten. Het traceren van de geldstromen is moeilijk, omdat de meeste betalingen door piratenleiders en financiers klein zijn en met contact geld worden verricht.

Vraag 3

Waarom bent u uw toezegging (Kamerstuk 32 706, nr. 63) om eind maart van dit jaar het beleidsstandpunt «inzet gewapende particuliere beveiligers aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen» aan de Kamer te doen toekomen, nog steeds niet nagekomen? Is de coalitie verdeeld? Wanneer kan de Kamer het beleidsstandpunt tegemoet zien?

Vraag 9

Waarom blijft u, in het licht van de sterke afname van het aantal incidenten tegen de koopvaardij, en het feit dat er sinds medio 2012 geen enkel schip meer gekaapt is, vasthouden aan uw voornemen tot het toestaan van particuliere beveiliging?

Antwoord vraag 3 en 9

Zoals in 2013 aan uw Kamer gemeld, ziet het kabinet de noodzaak de inzet van gewapende particuliere beveiliging aan boord van Nederlandse schepen mogelijk te maken. Het kabinet beraadt zich op het mogelijke vervolgtraject. De Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens de overige betrokken ministers, zal u hierover binnenkort nader berichten.

Vraag 4

Waarom concludeert u uit het feit dat het aantal geregistreerde kapingen van en kapingspogingen op koopvaardijschepen sterk is afgenomen, dat de internationale aanwezigheid naar beneden kan worden bijgesteld?

Vraag 5

Betekent het feit dat er een sterke daling is van kapingen en kapingspogingen dat in uw analyse sprake is van onomkeerbare resultaten?

Antwoord op vraag 4 en 5

Het aantal geregistreerde kapingen en kapingspogingen op koopvaardijschepen nabij Somalië is sterk afgenomen, maar de internationale gemeenschap beseft dat de dreiging van piraterij eind 2014 nog steeds aanwezig is. De dalende trend van het aantal incidenten is omkeerbaar en antipiraterijoperaties zijn nog steeds noodzakelijk om de behaalde resultaten te bestendigen.

Als gevolg van de dalende trend veranderen de omvang en de aard van antipiraterijoperaties nabij Somalië. Nederland zet in 2015 twee schepen in voor de operatie EU-Atalanta. Nederland stelt deze middelen bewust beschikbaar in EU-verband, omdat de EU geïntegreerd kan optreden. De aard van de antipiraterijoperaties wijzigt, omdat steeds meer aandacht uitgaat naar het optreden tegen de oorzaken van piraterij op land.

Vraag 6

Wanneer is de EU-Atalanta missie volgens u geslaagd? Wanneer kan deze missie worden beëindigd? Heeft u een exit-strategie voor de anti-piraterijmissie?

Antwoord vraag 6

De maritieme antipiraterijoperaties, waaronder EU-Atalanta, alsmede de zelfbeschermingsmaatregelen door de scheepvaartbranche en het gebruik van militaire en private beveiligers (in het geval van buitenlandse schepen), hebben het aantal kapingen en aanvallen op koopvaardijschepen sterk verminderd. Sinds 2012 zijn er geen schepen meer gekaapt. Deze trend is echter nog steeds omkeerbaar en de dreiging van piraterij bestaat in 2014 nog steeds. Piratenleiders zijn in veel gevallen overgegaan op andersoortige activiteiten (crimineel en niet-crimineel). Wanneer de controle op zee wegvalt, is de verwachting dat zij, vanwege het hoge rendement van piraterij, hun oude activiteiten weer zullen hervatten. Daarom blijft maritieme inzet nodig en is het mandaat van Atalanta verlengd tot eind 2016.

De ontwikkelingen in Somalië na 2016 zijn lastig te voorspellen. Het is nog niet bekend of de inzet van antipiraterijoperaties, waaronder Atalanta, na die tijd nog is vereist. Tot die tijd is het van belang dat de onderliggende oorzaken van piraterij worden aangepakt, dat hierbij in internationaal verband prioriteiten worden gesteld en de voortgang op het gebied van capaciteitsopbouw goed wordt gevolgd.

Vraag 7

Wat zal het vrijgekomen schip voor een rol spelen in de Standing Naval Maritime Group (SNMG)?

Antwoord

Het schip zal drie maanden onderdeel uitmaken van NAVO’s maritieme Immediate Reaction Force.

Vraag 8

Doet Nederland in 2015 met personeel of schepen mee aan de Combined Maritime Forces? Zo ja, graag een overzicht.

Antwoord

In 2015 neemt Nederland deel aan de CMF met personeel: twee staffunctionarissen op het CMF-hoofdkwartier in Bahrein en één stafofficier op het vlaggenschip van CTF 151.

Vraag 10

Gesteld wordt dat rond de Hoorn van Afrika op dit moment sprake is een zekere ongestoorde en vrije scheepvaart. Hoe groot is het momenteel het risico voor een koopvaardijschip om gekaapt te worden door piraten? Kunt u deze kans bij wijze van schatting in procenten weergeven?

Antwoord

De dreiging van een kaping laat zich niet in een percentage uitdrukken. Momenteel is als gevolg van de internationale presentie van marineschepen, het gebruik van bewapende beveiligingsteams en het gebruik van zogenaamde Best Management Practices (BMP) maatregelen aan boord van koopvaardijschepen het aantal piraterij-incidenten in 2014 opnieuw afgenomen. De kans op een geslaagde kaping zal bij een vermindering van deze tegenmaatregelen waarschijnlijk toenemen. Piraterijnetwerken blijven onverminderd aanwezig en actief met voorbereidingen voor piraterij-activiteiten.

Vraag 11

Op verschillende momenten in de artikel-100 brief spreekt het kabinet van een daling van het risico op piraterij rond de Hoorn van Afrika. Ziet het kabinet een toename of opkomst van piraterij in andere regio’s die mogelijk verband houdt met de daling rond de Hoorn van Afrika?

Antwoord

Behalve in het gebied nabij Somalië, waaronder de Golf van Aden en de West-Indische Oceaan, doen piraterij en gewapende overvallen op zee zich voor in West-Afrika en Zuidoost-Azië, en in mindere mate in Zuid-Amerika en rondom India. Vooral in West-Afrika was de afgelopen jaren volgens data van onder andere de International Chamber of Shipping, het International Maritime Bureau en de International Maritime Organization, sprake van een toename van het aantal overvallen op schepen, waaronder kapingen. Volgens het Information Sharing Center van het Regional Cooperative Agreement against Piracy in Asia (ReCAAP) is de ernst van de problematiek omtrent piraterij en gewapende overvallen op zee in Azië in vergelijking met een aantal jaren geleden afgenomen. De situatie lijkt zich te stabiliseren. Er is geen verband tussen de afname van het aantal piraterij-incidenten rondom de Hoorn van Afrika en piraterij-activiteiten in andere regio’s.

Vraag 12

Kunt u – met inachtneming van het wegvallen van de Nederlandse bijdrage aan Ocean Shield – concreet aangeven hoe de NAVO-aanwezigheid in 2015 voor de kust van Somalië eruit zal komen te zien?

Antwoord

Het vernieuwde mandaat van Ocean Shield gaat uit van een aanwezigheid nabij de kust van Somalië in de twee perioden tussen de moessonperiodes (maart tot mei en september tot november). De omvang van het aanwezige NAVO-vlootverband is zeer beperkt. Vermoedelijk gaat het om slechts één of enkele schepen.

Vraag 13

Wat is de Alliance Maritime Strategy? Hoe wordt deze geoperationaliseerd, los van de anti-piraterijmissie?

Antwoord

De Maritieme Strategie van de NAVO uit 2011 schetst de wijze waarop de maritieme dimensie van het bondgenootschap bijdraagt aan het vervullen van de drie kerntaken uit het Strategisch Concept (2010). De operationalisering van de strategie is gericht op de verbetering van de bondgenootschappelijke maritieme gereedstelling. Specifieke aandacht is daarbij gericht op herwaardering van de staande vlootverbanden (Standing Naval Forces) en verbetering van education, training, exercises and evaluation (ETEE) in het maritieme domein en in het kader van het Connected Forces Initiative (CFI). Tevens staat versterking van de maritieme samenwerking met de EU, partner- en niet-partnerlanden centraal.

Vraag 14

Op welke manier wordt het geïntegreerde karakter van de verschillende EU-missies en operaties gegarandeerd? Hoe, en in wat voor samenstelling vinden overleg en afstemming plaats?

Antwoord

De EU heeft een geïntegreerde benadering voor de Hoorn van Afrika. Op defensiegebied zijn de EU trainingsmissie (EUTM) Somalië en de maritieme operatie Atalanta actief. EUCAP Nestor ondersteunt regionale overheden, met de nadruk op Somalië, bij de opbouw van maritieme capaciteit. De EU speciaal vertegenwoordiger voor de Hoorn van Afrika is actief op het gebied van diplomatie. Daarnaast kent de EU een ontwikkelingssamenwerkingsprogramma in de Hoorn van Afrika, met specifieke activiteiten in Somalië.

Op initiatief van Nederland is in de mandaten van de verschillende EU-missies in de Hoorn van Afrika opgenomen dat de missies met elkaar moeten samenwerken om het gezamenlijke resultaat verder te versterken. Deze samenwerking gebeurt vooral in de regio; in de praktijk weten de missie-leden elkaar in toenemende mate te vinden. In Brussel kan de integraliteit en complementariteit nog worden verbeterd. Positief is dat sinds dit jaar de mandaatsperioden van de drie missies worden gesynchroniseerd, waarbij de einddatum van de mandaten eind 2016 wordt. Alle missies lopen nu tot eind 2016. Een volgende stap is het gelijktrekken van de strategic reviews van de missies. Dit zal voor eind 2016 gebeuren.

Vraag 15

Is het Somalische federaal staatsbestel opgesteld? Is dit vastgelegd in een document? Zo ja, kan de Kamer hierin inzage krijgen?

Antwoord

De federale staat in Somalië is nog in opbouw. Er is voor zover bekend geen overkoepelend document dat dit proces stuurt of vastlegt. De voorlopige Grondwet geeft een beperkt aantal richtlijnen. Er zijn enkele deelakkoorden tussen de federale regering en bepaalde deelstaten in wording gesloten, echter deze deelafspraken zijn voor een groot deel nog onvolledig. Zo wordt nog niet in concrete termen gesproken over grenzen, verdeling van bevoegdheden, of over de verdeling van inkomsten uit belastingen en hulpbronnen. Onderliggende wetgeving daarvoor ontbreekt nog. De deelakkoorden zijn kenbaar via open bronnen en zijn vaak in het Somalisch gesteld.

Vraag 16

Kunt u nader ingaan op de uitbreiding van het mandaat voor Atalanta, als het gaat om de ondersteuning van onder meer de EU-trainingsmissie (EUTM) Somalië en de EU-capaciteitsopbouwmissie (EUCAP) Nestor? Kunt u concreet maken welke secundaire taken aan het mandaat van Atalanta zullen worden toegevoegd? Op welke manier zullen deze taken de Atalanta missie helpen om EUTM Somalië en EUCAP Nestor te ondersteunen?

Antwoord

Het mandaat van EU Atalanta is op 21 november verlengd tot eind 2016. In het nieuwe mandaat zijn enkele secundaire taken aan het mandaat toegevoegd. Deze taken zijn gericht op het ondersteunen, waar mogelijk, van onder andere EUTM Somalië en EUCAP Nestor. Daarnaast zijn secundaire taken op het gebied van het monitoren van illegale activiteiten, zoals mensen- en wapensmokkel, toegevoegd om de bredere maritieme veiligheid in de Golf van Aden te bevorderen. De taken gericht op het ondersteunen van de andere EU-missies zijn niet gedefinieerd in het mandaat. Wat Atalanta kan betekenen voor de overige missies is afhankelijk van de beschikbare capaciteiten binnen Atalanta en de behoeften van EUTM Somalië en EUCAP Nestor. Een voorbeeld van samenwerking is het tijdelijk beschikbaar stellen van een schip voor trainingen van maritiem personeel door EUCAP Nestor, of voor een workshop voor officieren van justitie.

Vraag 17

Kunt u concreet maken welk deel van de Nederlandse bijdrage aan de ontwikkeling van Somalië in EU-verband, en welk deel bilateraal wordt ingezet?

Antwoord

Voor de Nederlandse OS-inzet in Somalië is tot en met 2017 ruim 21 miljoen euro beschikbaar (noodhulp en regionale programma’s niet meegerekend). Deze middelen worden niet via de EU ingezet, maar onder meer via UNODC, via het Somalia Stability Fund en het Somaliland Development Fund. De EU heeft eigen budgetten beschikbaar voor Somalië, waar Nederland via de algemene bijdrage aan de EU aan bijdraagt.

Vraag 18

Is het volledige bedrag van de New Deal (1,8 miljard euro) reeds aan de federale overheid van Somalië beschikbaar gesteld? Zo nee, wat is de stand van zaken? Is er, gezien het feit dat de federale regering volgens de brief verantwoordelijk is voor het wederopbouwproces, een element van conditionaliteit aan dit bedrag gekoppeld? Worden er eisen gesteld aan de federale regering van Somalië inzake corruptiebestrijding en institutievorming voordat het totaalbedrag beschikbaar zal worden gesteld?

Antwoord

Er bestaat geen volledig overzicht van de hulpstromen die in het kader van de New Deal worden geboden, omdat de hulpstromen divers zijn en niet via één kanaal verlopen. Zo kan hulp bijvoorbeeld aan de overheid verstrekt worden, maar kan ook in de vorm van goederen, zoals voertuigen, geleverd worden, of via NGO’s. Daarnaast is een deel van de hulp die nu verstrekt wordt al voor de New Deal toegezegd en valt dus niet onder de toegezegde 1,8 miljard euro.

Elke hulpmodaliteit kent zijn eigen contractuele voorwaarden en verantwoordingsvereisten. De uitvoerende organisaties worden in de regel vooraf gescreend op de kwaliteit en capaciteit van hun interne management- en beheerssystemen. Nederland voert geen directe activiteiten uit met de Somalische overheid (zie ook het antwoord op vraag 17).

Vraag 19

Welke stappen worden ondernomen om de corruptie en fraude in de Somalische regering te bestrijden?

Antwoord

Corruptie speelt een zeer grote rol in het functioneren van Somalische instituties. Somalië staat al jarenlang onderaan de Corruption Preception Index van Transparency International. Ook de periodieke rapporten van de Somalia-Eritrea Monitoring Group (SEMG), ingesteld door de Veiligheidsraad en met een verregaand mandaat om de naleving van sancties tegen Somalië te onderzoeken, documenteren keer op keer gevallen van grootschalige corruptie die plaatsvinden met medeweten van de hoogste politiek kringen.

In reactie op zorgen van donoren over corruptie is in april 2014 het Financial Governance Committee (FGC) opgericht waarin de Somalische regering en een aantal vertegenwoordigers de Wereldbank, de Afrikaanse Ontwikkelingsbank en het IMF zitting in hebben. Doel van het FGC is de Somalische overheid te helpen bij het verbeteren van financiële beheerssystemen en zo het vertrouwen van donoren te vergroten.

Ook de VN-Veiligheidsraad reageert op de corruptie in Somalië in de resoluties die naar aanleiding van de SEMG-rapporten zijn aangenomen. In deze resoluties wordt de Somalische regering opgeroepen corruptie en andere misstanden aan te pakken. Tegelijkertijd blijft internationale steun aan de federale regering van Somalië noodzakelijk om een terugval te voorkomen naar de staat waar Somalië voor 2012 in verkeerde. Ook Nederland zet de steun aan de Somalische regering voort via de bijdrage aan de New Deal. Het is daarnaast van belang dat de internationale gemeenschap de Somalische regering blijft wijzen op zijn verantwoordelijkheden. Nederland doet dit bilateraal en via de EU.

Vraag 20

Waarom is piraterij niet strafbaar onder de huidige Somalische wet? Heeft de federale regering in Somalië plannen om piraterij strafbaar te stellen? Zo nee, waarom niet? Wat gaat u hieraan doen?

Antwoord

Somalië heeft piraterij nog niet strafbaar gesteld, hoewel daar van vele kanten al jaren op wordt aangedrongen. Dit is een teken dat de Somalische federale regering nog onvoldoende prioriteit geeft aan de bestrijding van piraterij. In de bijeenkomst van de Contact Group on Piracy off the Coast of Somalia van eind oktober gaf de internationale gemeenschap nogmaals een duidelijk signaal af aan de Somalische federale overheid: deze wetgeving moet er zo spoedig mogelijk komen. Ook Nederland zal daar, bilateraal en in collectieve verbanden op blijven aandringen. Overigens kunnen piratenleiders in Somalië wel op andere strafrechtelijke gronden worden veroordeeld, zoals verboden wapenbezit, gijzelneming en afpersing.

Vraag 21

Is er een verslag van het High Level Partner Forum, gehouden in Kopenhagen op 19-20 november jl.? Zo ja kan de Kamer dit ontvangen?

Antwoord

De organisatoren van de conferentie, de VN en de Somalische regering, hebben geen verslag publiek gemaakt. Voor de slotverklaring verwijzen zij naar: http://www.eeas.europa.eu/delegations/somalia/documents/press_corner/cph_communique-2014_en.pdf.

Vraag 22

Kunt u nader ingaan op de vrijlating door de Somalische regering van piratenleider Garfanje? Hoe en waarom heeft dit kunnen gebeuren? Heeft u ook bilateraal krachtig hiertegen geprotesteerd?

Antwoord

Nederland heeft in EU-verband en samen met de VS geprotesteerd tegen de vrijlating van Garfanje, zowel bij president Mohamud als bij premier Abdiweli. Piraterij is helaas (nog) niet strafbaar in Somalië. Wel had Garfanje op grond van andere criminele activiteiten veroordeeld kunnen worden, zoals gijzelneming. De juridische argumenten met betrekking tot zijn arrestatie en vrijlating zijn voor zover bekend niet openbaar gemaakt. De Somalische federale overheid heeft geen verklaring uitgegeven over de redenen waarom Garfanje is vrijgelaten. Het vermoeden is dat corruptie hierbij een rol heeft gespeeld. Tegen Garfanje zijn diverse arrestatiebevelen uitgevaardigd en hij wordt ook door Interpol gezocht.

Vraag 23

Wat zijn de consequenties van het terugdringen van Al-Shabaab voor de piraten? Heeft bijvoorbeeld de verovering van de kustplaats Baraawe door de African Union Mission to Somalia (AMISOM) ook consequenties voor de piraten?

Antwoord

Het terugdringen van Al-Shabaab heeft slecht minimale consequenties voor piraten. De piratennetwerken maken slechts sporadisch gebruik van door Al-Shabaab beheerst terrein voor de ontplooiing van hun piraterij-activiteiten. De grootste piraterijnetwerken bevinden zich in de noordelijke Bari regio (Puntland) en het midden van Somalië (Hobyo-Haradheere). Deze gebieden staan niet onder directe invloed van Al-Shabaab.

Vraag 24

In hoeverre kan AMISOM op het Somalische vasteland ingezet worden tegen de piraten? Bent u bereid de mogelijkheden te onderzoeken om AMISOM daarin te ondersteunen?

Antwoord

AMISOM is gemandateerd om, in coördinatie met de Somalische veiligheidstroepen, Al-Shabaab te bestrijden en de federale regering van Somalië te ondersteunen bij het herwinnen van controle over alle delen van Somalië. Het aanpakken van piraten op land valt niet onder het mandaat van AMISOM.

Vraag 25

Waar wordt het Trust Fund voor gebruikt?

Antwoord

Het Counter Piracy Trust Fund financiert projecten die bijdragen aan de strijd tegen piraterij in en rond Somalië. Sinds december 2012 heeft het fonds aan 21 verschillende projecten financiële steun verleend. De Trust Fund Board, waar Nederland samen met andere donoren zitting in heeft, besluit of een ingediend project al dan niet voor financiering in aanmerking komt. De projecten lopen uiteen van een project van UNODC dat vluchten financiert van op de Seychellen veroordeelde piraten die hun gevangenisstraf in Somaliland gaan uitzitten, tot een project van de VN Food and Agricultural Organisation (FAO) voor een identificatiesysteem voor vissers op te zetten, om illegale visserij tegen te gaan.

Vraag 26

Wat zijn de resultaten behaald met de EUCAP Nestor-missie aangaande de regionale maritieme capaciteitsopbouw? Kunt u per land aangeven in hoeverre de regionale kuststaten op dit moment zelf in staat zijn piraterij aan te pakken?

Antwoord

EUCAP Nestor ondersteunt regionale overheden in de Hoorn van Afrika bij de opbouw van maritieme veiligheidsstructuren. EUCAP Nestor heeft vooral in de Seychellen en Djibouti veel activiteiten succesvol uitgevoerd, waaronder de opbouw van de kustwacht, trainingen van maritiem personeel en advisering aan de overheid. De Seychellen en Djibouti zijn daarmee grotendeels in staat hun regionale bijdrage in de strijd tegen piraterij te leveren, maar kunnen piraterij niet in de gehele regio aanpakken. De maritieme capaciteit in andere landen in de regio moet daartoe nog verder opgebouwd worden. EUCAP Nestor is ook actief in Kenia, Tanzania en Somalië. In Kenia en Tanzania is het niet gekomen tot een vruchtbare samenwerking met de overheid, aangezien deze overheden geen blijvende samenwerkingsovereenkomst met EUCAP Nestor wilden aangaan. Wel zijn in Tanzania, op pragmatische basis, in 2014 enkele succesvolle activiteiten uitgevoerd, waaronder training van maritiem personeel.

In 2014 werd besloten tot een focusverschuiving van EUCAP Nestor naar Somalië, aangezien de problemen daar het grootst zijn. Toen de huidige federale regering van Somalië aantrad was er geen kustwacht en moest deze vanaf nul opgebouwd worden. Pas in oktober 2014 werd de kustwacht na 23 jaar afwezigheid opnieuw in het leven geroepen door de federale regering van Somalië. Dit is positief nieuws, maar er is nog een lange weg te gaan voordat de kustwacht in staat is om piraterij en andere vormen van maritieme criminaliteit aan te pakken. Zo ontbreekt het de kustwacht momenteel nog aan voldoende (getraind) personeel, er is geen juridisch kader waarbinnen de kustwacht kan opereren en er is onvoldoende materieel. EUCAP Nestor heeft in Somalië de eerste trainingen verzorgd voor delen van de kustwacht. De recente ontplooiing van de missie in Somalië zelf moet ervoor zorgen dat verdere resultaten worden geboekt. Samenwerking met de Somalische federale regering blijft hierbij een uitdaging.

Vraag 27

Kunt u aangeven hoeveel Somalische militairen succesvol zijn getraind door EUTM Somalië sinds de start van de missie in april 2010? Kunt u aangeven van welke krijgsmachtonderdelen de getrainde Somalische militairen afkomstig zijn?

Antwoord

Sinds de start in april 2010 zijn ruim 4500 militairen getraind in Oeganda en Somalië. De getrainde Somalische militairen zijn afkomstig van de Somali National Army (SNA).

Vraag 28

In hoeverre zijn de getrainde militairen loyaal aan de Somalische regering? Wat is het risico op insider attacks?

Antwoord

De federale krijgsmacht in Somalië is vooralsnog geen gegeven, maar een ontwikkeling. De Somalische militairen die nu deel uitmaken van het federale leger zijn in het verleden veelal onderdeel geweest van een lokale clanmilitie en loyaal geweest aan een krijgsheer of clanoudste. Hun loyaliteit aan de Somalische federale regering is zodoende geen vanzelfsprekendheid en waarschijnlijk ligt de loyaliteit momenteel meer bij de eigen clanleiding dan bij de formele commandolijn.

Het risico op insider attacks (in de zin van Somalische militairen die andere Somalische militairen aanvallen) als gevolg van dit loyaliteitsprobleem bij de Somalische militairen is in potentie hoog. Het huidige federale leger bestaat momenteel echter voornamelijk uit subclans van dezelfde clanfamilie, waardoor de clanbelangen binnen het Somalische leger nog niet heel divers zijn en «insider attacks» vooralsnog niet structureel of grootschalig zijn voorgekomen.

Vraag 29

Hebben neutrale organisaties bevestigd dat er sprake is van hongersnood in delen van Somalië? BZ (DSH)

Antwoord

Het United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Aid (UNOCHA) in Somalië waarschuwde de afgelopen tijd dat de behoefte aan humanitaire hulp in Somalië toeneemt, maar stelde niet dat sprake zou zijn van hongersnood in delen van Somalië.

Vraag 30

Is de aanwezigheid van boordhelikopters gedurende de hele missie gegarandeerd? Beschikt Nederland over voldoende helikoptercapaciteit om zelfstandig te voorzien in boordhelikopters? Welk helikopter type wordt gebruikt aan boord van de Nederlandse schepen? Is Nederland voornemens de NH90-helikopter in te zetten of wordt er (tevens) gebruik gemaakt van de voor maritieme taken aangepaste Cougar-helikopter?

Antwoord

In 2015 worden alle deelnemende Nederlandse eenheden uitgerust met een NH-90 boordhelikopter. Daarnaast zal Zr.Ms. Johan de Witt twee Zweedse A109 helikopters embarkeren. Voor 2015 is er geen noodzaak om gebruik te maken van de Cougar-helikopter in antipiraterijoperaties.

Vraag 31

Is met de bijdrage van de 13 EU-lidstaten de bijdrage voor Atalanta voldoende ingevuld? Waarmee dragen deze landen bij?

Antwoord

Het grootste deel van de gevraagde eenheden wordt door de lidstaten geleverd. Punt van aandacht blijft ook in 2015 de reeds bekende schaarse capaciteiten: bevoorraders, medische role 2 capaciteit en maritieme patrouillevliegtuigen.

De leverende landen dragen bij door het inzetten van schepen, Autonomous Vessel Protection Detachements (AVPD’s), maritieme patrouillevliegtuigen, bevoorraders, medische role 2 capaciteit en onbemande vliegtuigsystemen.

Vraag 32

Welk percentage van het koopvaardij verkeer maakt gebruik van de Internationally Recommended Transit Corridor (IRTC)?

Antwoord

Het percentage koopvaardij verkeer dat gebruik maakt van de IRTC wordt niet gemonitord.

Vraag 33

Welke «overige vlootverbanden» zijn in 2015 aanwezig?

Antwoord

De overige vlootverbanden waarmee samengewerkt kan worden zijn NAVO, CMF en de independent deployers.

Vraag 34

Waarom heeft Kenia de overdrachtsovereenkomst opgezegd?

Antwoord

Kenia heeft de overdrachtsovereenkomst met de EU opgezegd omdat het land meende een te grote bijdrage op het gebied van piraterijbestrijding te leveren in verhouding tot andere landen in de regio. Kenia neemt echter sinds het opzeggen van deze overdrachtsovereenkomst wel op case-by-case basis zaken in behandeling.

Vraag 35

Waarom is slechts één keer gebruik gemaakt van de mogelijkheid de piraten ook op het vasteland aan te vallen? Wat is er gebeurd met pleidooien, ook vanuit de Marine, voor een meer landgeoriënteerde aanpak?

Antwoord

Er is geen operationele noodzaak meer geweest om nogmaals logistieke locaties op het land aan te vallen. De grondoorzaken van piraterij liggen op het land. Met het verdergaand ondersteunen van de geïntegreerde benadering van de EU voor de Hoorn van Afrika wordt invulling gegeven aan de noodzaak de oorzaken op het land aan te grijpen. De maritieme eenheden dragen hier zo veel mogelijk aan bij.

Vraag 36

Zijn er tekorten in het benodigde militaire vermogen van Atalanta en Ocean Shield en zo ja, welke?

Antwoord

Het grootste deel van de gevraagde eenheden voor Atalanta wordt door de lidstaten geleverd. Voor de operatie Ocean Shield is dit (nog) niet het geval. Punt van aandacht blijven ook in 2015 de reeds bekende schaarse capaciteiten: bevoorraders, role 2 medische capaciteit en maritieme patrouillevliegtuigen.

Vraag 37

In hoeverre is sprake van een ontwikkeling waarbij bondgenoten steeds minder capaciteit ter beschikking stellen in de strijd tegen de piraterij? Bent u bereid bondgenoten erop aan te spreken om voldoende te blijven deelnemen?

Antwoord

In 2014 heeft de trend zich voortgezet dat minder eenheden beschikbaar zijn voor antipiraterij bestrijding. Het is aan de deelnemende lidstaten om de gevraagde capaciteiten aan te bieden, waar nationale besluitvorming aan vooraf gaat. Naar verwachting zal de dalende trend zich in 2015 voortzetten.

Vraag 38

De dreiging is de afgelopen jaren afgenomen. Is de dreiging verplaatst?

Antwoord

De afgelopen jaren is de trend waargenomen dat piraterij-activiteiten verder uit de kust van Somalië plaatsvonden. Het aantal piraterij-activiteiten is het afgelopen jaar echter afgenomen. De dreiging voor kaping van koopvaardijschepen blijft echter onverminderd aanwezig in met name het Somalisch bassin en de Golf van Aden.

Vraag 39

Wordt onder «terroristische» dreiging iets anders verstaan dan piraterij? Graag een definitie.

Antwoord

Internationaal bestaat er veel discussie over de definitie van terrorisme. De omschrijving die in Nederland gehanteerd wordt bevat de volgende elementen: het plegen van of dreigen met op mensenlevens (veelal op non-combattanten) gericht geweld, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen en/of politieke besluitvorming te beïnvloeden. Ook het opzettelijk veroorzaken of streven naar maatschappelijke ontwrichting of aanzienlijke zaakschade kan tot terrorisme worden gerekend.

Ook voor piraterij zijn er meerdere definities in omloop. De meest gehanteerde definitie luidt: «Piraterij is een onrechtmatige daad door het toe-eigenen of plunderen van schepen voor persoonlijk gewin en/of het in gijzeling nemen van zeevarenden teneinde hen en/of schepen uit te ruilen voor losgeld, waarbij geweld gebruikt wordt of daarmee wordt gedreigd». Binnen de territoriale wateren van een staat worden deze activiteiten gedefinieerd als criminaliteit: gewapende overval, (vrijheid-)beroving. Buiten de territoriale wateren van een staat worden deze handelingen «piraterij» genoemd, conform het zeerechtverdrag United Nations Convention on the Law of the Sea (UNCLOS).

Vraag 40

Welke «lessons-learned» neemt u mee in de verdere operationalisering van deze missie?

Antwoord

Een algemeen geleerde les is dat maritieme operaties alleen kunnen slagen als oorzaken op land ook worden aangepakt. Waar mogelijk moeten de maritieme operaties de inzet op land ondersteunen.

Vraag 41

Hoe wordt de Oceangoing Patrol Vessel (OPV) ingezet? Wat zijn de taken en de geweldsinstructie?

Antwoord

Gebaseerd op eerdere ervaringen met het OPV zal het schip op een vergelijkbare wijze wordt ingezet als elk ander Nederlands fregat. Het schip wordt volledig uitgerust om de hoofdtaken van Atalanta uit te voeren: beschermen van kwetsbare scheepvaart, afschrikken, opsporen en onderscheppen van piraten alsmede het monitoren van visserijactiviteiten. Over de geweldsinstructie wordt in de openbaarheid geen informatie verstrekt.

Vraag 42

Is het Landing Platform Dock (LPD) ook geschikt om Vessel Protection Detachments (VPD’s) op te stationeren, om deze snel en flexibel in te kunnen zetten op koopvaardijschepen? Bent u bereid de mogelijkheden daartoe te onderzoeken?

Antwoord

Een LPD is geschikt voor de stationering van VPD’s. De inzet van VPD’s vanaf een LPD is echter vanuit operationeel oogpunt niet wenselijk. Het LPD opereert midden in de High Risk Area (HRA), omdat daar de meeste dreiging van piraterij uitgaat. Om bij koopvaardijschepen aan boord te gaan, zou het LPD voor elke VPD-inzet naar de randen van de HRA moeten varen of zouden koopvaardijschepen onbeveiligd door de HRA moeten varen om het LPD te bereiken.

Naar boven