29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 198 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2012

Eind 2012 lopen de Nederlandse bijdragen aan de NAVO-operatie Ocean Shield en de EU-operatie Atalanta (Kamerstuk 29 521, nr. 168) af. Conform artikel 100 van de Grondwet informeren wij u over het besluit van het kabinet de Nederlandse bijdragen aan bovengenoemde piraterijbestrijdingsmissies te verlengen tot eind 2013.

Militaire bijdrage

De piraterijbestrijding begint zijn vruchten af te werpen. Sinds medio 2011 is het aantal gekaapte schepen sterk gedaald. Om deze trend te bestendigen, moet onverminderd druk worden uitgeoefend op de piraten en de actoren die piraterij mogelijk maken. Het vrijwaren van belangrijke scheepvaartroutes van piraten blijft van belang, evenals de bescherming van humanitaire hulptransporten van noodhulpgoederen, in het bijzonder van het World Food Programme. Ook de landen in de regio blijven gebaat bij piraterijbestrijding.

De rechtsgrondslag van de EU en de NAVO-operaties is ongewijzigd. Het internationale recht, in het bijzonder het VN-Zeerechtverdrag, biedt de rechtsgrondslag om op te treden tegen piraten op volle zee1. Het optreden in de kustwateren van Somalië berust op VN-Veiligheidsraadresoluties, evenals het aanpakken van logistieke opslagplaatsen van piraten op de Somalische kust. Bij de verlenging van operatie Atalanta tot eind 2014, op 23 maart jl., besloot de EU van deze mogelijkheid gebruik te maken en het operatiegebied uit te breiden tot en met de kuststrook van Somalië (zie ook Kamerstuk 29 521, nr. 182). Om het risico van onbedoelde nevenschade zo klein mogelijk te maken, hanteert de EU strikte uitvoeringscriteria. Boots on the ground, dat wil zeggen operaties waarbij militairen aan land gaan, zijn bij deze acties niet aan de orde. De regering acht het, om een nog hoger niveau van preventie te verzekeren, wenselijk dat Nederland bijdragen kan leveren aan operaties met effect op land als gevolg van een uitbreiding van het operatiegebied naar de kuststrook.

Nederland levert in 2013 afwisselend bijdragen aan operatie Ocean Shield en operatie Atalanta. In 2013 ligt de klemtoon op de bijdrage aan operatie Atalanta. Van februari tot mei 2013 zal Nederland een Luchtverdedigings- en Commando Fregat (LCF) inzetten en van augustus tot december 2013 een amfibisch transportschip (Landing Platform Dock, LPD). Vanaf het LPD zal Nederland tevens het commando voeren over operatie Atalanta. Ten behoeve van de operatie Ocean Shield zal van mei tot augustus 2013 een Multipurpose (M-) fregat worden ingezet.

Geïntegreerde benadering

De bestrijding van piraterij vraagt om een geïntegreerde aanpak. In aanvulling op de piraterijbestrijding moet ook de voedingsbodem voor piraterij worden weggenomen. Dit is een langetermijnproces dat vraagt om een geïntegreerde benadering van diplomatie, defensie en ontwikkelingssamenwerking (OS). Nederland investeert door middel van OS-middelen in het aanpakken van de grondoorzaken van instabiliteit en de opbouw en versterking van justitiële capaciteit in de regio om piraterij lokaal te bestrijden. Voor de volledigheid wordt er op gewezen dat Somalië geen partnerland is op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. De Nederlandse inzet loopt vooral via multilaterale kanalen.

De recente ontwikkelingen sinds het aantreden van een nieuwe president in Somalië zijn positief en bieden mogelijkheden om de inspanningen van Nederland en de internationale gemeenschap te intensiveren. De verantwoordelijkheid voor piraterijbestrijding ligt immers primair in Somalië en de regio. Vooral daar moet een duurzame strategie van staatsopbouw en veiligheid worden uitgevoerd. De rol van de internationale gemeenschap zal dan ook vooral ondersteunend moeten zijn.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

De minister van Defensie, J.A. Hennis Plasschaert

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Zie bijlage, ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven