Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 29521 nr. 193 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 29521 nr. 193 |
Vastgesteld 18 juli 2012
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken en de vaste commissie voor Defensie hebben op 12 juni 2012 overleg gevoerd met minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken en minister Hillen van Defensie over:
– de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 5 april 2012 houdende een aanvulling op de artikel 100-brief inzake piraterijbestrijding (29 521, nr. 182);
– de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 20 april 2012 houdende antwoorden op vragen van de commissie over de aanvullende artikel 100-brief inzake piraterijbestrijding (29 521, nr. 183).
(Het deel «uitbreiding operatiegebied Atalanta en verlenging mandaat» is controversieel verklaard.)
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Albayrak
De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie, Van Beek
De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Van Toor
Voorzitter: Van Beek
Griffier: Van Toor
Aanwezig zijn acht leden der Kamer, te weten: Van Beek, Ten Broeke, Jasper van Dijk, Eijsink, El Fassed, Hachchi, Ormel en De Roon
en minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken en minister Hillen van Defensie, die vergezeld zijn van enkele ambtenaren van hun ministeries.
De voorzitter: Iedereen welkom op deze vergadering, die is gewijd aan de artikel 100-brief over de gewijzigde bijdrage aan «Ocean Shield». In de brief staan twee zaken genoemd. Eén onderdeel is controversieel verklaard, dus daar praten wij vanavond niet over. Wij zullen het debat voeren in twee termijnen, daarna zal ik aan de leden advies vragen. De spreektijd is maximaal vijf minuten.
De heer Ormel (CDA): Voorzitter. Wij spreken nu inderdaad over de helft van de brief over de NAVO-operatie Ocean Shield. De Kamer heeft de EU-operatie Atalanta controversieel verklaard. Bij Ocean Shield spreken we over de inzet van een onderzeeboot, luchtverkenningcapaciteit en een versterkte eenheid van mariniers aan boord van de Hr.Ms. Rotterdam. Ze zullen worden ingezet ten behoeve van de NAVO-antipiraterijmissie Ocean Shield. De CDA-fractie is verheugd over deze Nederlandse bijdrage. Nederlandse onderzeeboten zijn bij uitstek geschikt om gedurende langere tijd ongezien de kust van Somalië in de gaten te houden. Wij denken dat dit een heel belangrijke bijdrage is. In de evaluatie van de inzet van de Nederlandse marine-eenheden hebben wij kunnen zien dat Nederlandse onderzeeërs al voortreffelijk werk hebben geleverd in de strijd tegen piraterij. Als het aan de Partij van de Arbeid lag, zou deze missie ook meteen de laatste inzet zijn en werden de onderzeeërs uit de vaart genomen; althans volgens het PvdA-verkiezingsprogramma. Maar gelukkig zijn er ook nog andere partijen en kunnen we hopen dat de onderzeeboten hun goede diensten kunnen blijven leveren in de strijd tegen de piraten.
Het vergaren van inlichtingen is ook van het grootste belang. Wij zijn echter van mening dat de inlichtingen die met deze inzet worden verkregen ook moeten worden gedeeld met de missie Atalanta, of die nu controversieel is of niet. Het kan namelijk niet zo zijn dat Nederland een onderzeeboot en luchtverkenningmiddelen, zoals onbemande vliegtuigen, in NAVO-verband ter beschikking stelt, maar dat deze informatie vervolgens niet kan worden gedeeld met marineschepen die tegelijkertijd in EU-verband bezig zijn om dezelfde piraten te bestrijden. Graag een reactie van de bewindslieden op mijn vraag hoe het zit met de uitwisseling van informatie tussen de NAVO- en EU-missie.
Deze operatie van de NAVO geschiedt niet in een vacuüm in dit gebied rond de Hoorn van Afrika. Zo is er de missie Atalanta, maar er zijn ook andere staten, zoals China, India en Rusland, actief in hetzelfde gebied in de strijd tegen piraterij. Voor mijn fractie is het van groot belang dat deze internationale inspanningen zo veel mogelijk worden gecoördineerd. Voor ons geldt dat die piraten uiteindelijk zo veel mogelijk moeten worden bestreden. Is dit mogelijk, kan ook met deze derde landen de coördinatie optimaal verlopen? Graag een reactie van de minister.
Omdat dit een voortgangsmissie betreft en sommige collega's graag snelheid willen maken, laat ik mijn eerste termijn hierbij.
De heer De Roon (PVV): Voorzitter. Er is geen reden tot tevredenheid over de bestrijding van piraterij in het gebied rond de oostkust van Afrika. Het aantal aanvallen blijft groot. Dat het aantal succesvolle aanvallen is afgenomen, is te danken aan een grotere inzet van gewapende particuliere beveiligers en natuurlijk aan het feit dat marines vaak aanvallen afbreken. De bestrijding is dus wel redelijk succesvol, maar het gewenste eindresultaat is bepaald niet in zicht. Een grote en kostbare inzet blijft nodig; met Ocean Shield spreken we nu ook weer over 13,1 mln.
Van een daadwerkelijke afname van het piraterijprobleem in dat gebied is dus nog helemaal geen sprake. In het belang van de Nederlandse koopvaardij, van de handelsbelangen en ook van de voedselvoorziening van mensen in nood blijft het wenselijk dat ook Nederland een stevige bijdrage levert aan de piraterijbestrijding in de wateren rond Oost-Afrika. De insteek van de door de regering voorgestane gewijzigde bijdrage aan de NAVO-operatie Ocean Shield kan de PVV-fractie goed begrijpen: de verhoging van het omgevingsbewustzijn, de heimelijke observatie van piraten en het blokkeren van een deel van de kust voor piraten. De inzet van de onderzeeboot roept bij mij nog wel een vraag op. Het is mij duidelijk dat hij in de tweede helft van 2012 wordt ingezet, maar is dat de volledige helft van 2012 of een deel daarvan? Ook is mij niet helemaal duidelijk of de inzet van de onderzeeboot valt binnen die 13,1 mln. aan kosten die worden genoemd in de brief van de regering; of komen die kosten daar nog bovenop?
Binnen de NAVO wordt al enige tijd gesproken over het begrip «smart defense». Mijn fractie vraagt zich af of het niet mogelijk is om het omgevingsbewustzijn van onze marinestrijdkrachten in die regio ook te vergroten door Nederlandse helikopters op andere aan Ocean Shield deelnemende NAVO-schepen te stationeren. Graag een reactie van de minister.
De PVV is ook voorstander van het aanpakken door de NAVO van piratenvoorzieningen op de kust, in de kustwateren en zelfs in het binnenland van Somalië. Tot nog toe geldt daarvoor echter een blokkade. Ik wil de bewindslieden uitnodigen om nog eens toe te lichten waar die blokkade precies vandaan komt; welke landen zijn daarop tegen, of zijn er andere bezwaren? Ik wil daar helderheid over krijgen.
De NAVO-missie is nu verlengd tot eind 2014. Dat is maar anderhalf jaar. Mijn fractie verwacht niet dat de piraterij in die regio binnen die korte termijn zal ophouden te bestaan en ook niet dat de omvang ervan een stuk kleiner zal worden. Hoe ziet men het vervolg en de ontwikkelingen op de lange termijn? Moet er geen robuust actieplan van de NAVO voor de lange termijn worden ontwikkeld?
Tot slot de kwestie van de Vessel Protection Detachments (VPD's). We hebben allemaal kunnen lezen dat het Verbond van Verzekeraars vandaag weer bepleit dat particuliere gewapende beveiligers aan boord van schepen mogelijk zouden moeten worden. Ik heb kunnen constateren dat slechts de helft van de aanvragen voor militaire VPD's wordt gehonoreerd, dus de andere helft niet. Een private VPD kost 60 à 80 000 dollar, een VPD van onze minister van Defensie kost de reder globaal gesproken € 150 000; daar is dus een heel groot verschil. Ik daag de regering uit om te blijven nadenken over de regulering hiervan. Niet over de vervanging van onze militaire inzet door particuliere gewapende beveiligers, maar wel over de mogelijkheid van particuliere gewapende beveiligers in aanvulling op hen, waar militaire inzet om wat voor reden ook niet mogelijk is. In het verband van de International Maritime Organisation (IMO) wordt over de regulering van dit fenomeen gepraat. Nederland praat niet mee en dat lijkt mij onverstandig.
De heer Ten Broeke (VVD): Het is goed om te horen dat de PVV deze operatie lijkt te gaan steunen, evenals de inzet van de Nederlandse regering hiervoor. Wij hebben allemaal in de briefing kunnen vernemen dat Ocean Shield vooralsnog niet in staat is om te doen wat Atalanta wel kan. Nu heb ik twee jaar geleden de heer De Roon op een avond als deze horen zeggen dat piraten van hem naar de zeeboden mogen worden gejaagd. Twee maanden geleden, op 22 maart, liet hij via Twitter weten dat het prima is als piraten op land zouden worden bestreden. Maar door wie moet dat dan worden gedaan? Door anderen? Ocean Shield doet dat namelijk niet. Atalanta doet dat wel, maar de uitbreiding van die missie heeft de heer De Roon controversieel verklaard. Graag een uitleg over deze spagaat van de PVV-fractie.
De heer De Roon (PVV): Van een spagaat is geen sprake, want onze lijn is heel duidelijk. Wij wensen geen militaire acties onder de vlag van de Europese Unie, wij wensen militaire acties onder de vlag van de NAVO. De aanpak van piraten in de kustwateren, op de kust of op het land zal ook door de NAVO moeten gebeuren. Ik wil helemaal niet horen dat dit niet kan, want «kan niet» bestaat niet in dit opzicht. Dit is een kwestie van willen. Ik wil van de regering weten wat de belemmeringen zijn.
De heer Ten Broeke (VVD): Dit lijkt mij geen consistente houding. Als ik het goed begrijp, is uw enige bezwaar dat er een blauw vlaggetje op die andere operatie zit, die evident effectiever is. Had uw tweet, die maar 140 karakters mag bevatten, dan niet moeten luiden: «Prima, piraten op het land bestrijden, maar wel door anderen, want wij hollen weg nu het nog kan»?
De heer De Roon (PVV): Als ik mij niet vergis, is ook de vlag van de NAVO blauw van kleur. Wij zouden graag zien dat het onder die vlag gebeurt. Mijn fractie vindt dat er volledig moet worden ingezet op de aanpak van die piraten, volledig onder de NAVO-vlag.
Mevrouw Eijsink (PvdA): Voorzitter. Wij spreken over de gewijzigde bijdrage aan de NAVO-operatie Ocean Shield. De NAVO heeft op 19 maart besloten om deze te verlengen tot eind 2014. Mijn eerste vraag gaat over de rules of engagement die zullen worden aangepast om actiever optreden op zee, zoals in de operatie Atalanta, mogelijk te maken. Er komt ook materieel bij. Bij het aanpassen van de rules of engagement is het de vraag op welke wijze dat gebeurt en welke betekenis dat heeft. Met betrekking tot het extra materieel vraag ik mij af wat de taken zullen zijn van de onbemande vliegtuigen. Met betrekking tot de financiën wil ik weten wat de versterkte mariniers gaan doen: wat betekent het dat de Hr.Ms. Rotterdam zal worden uitgerust met een «versterkte eenheid van mariniers»? Hoe versterkt is dat, in aantal, wat betreft het mandaat en, wederom, wat betreft de rules of engagement?
Dit waren mijn vier vragen. Gisteren hebben we een uitstekende briefing gehad, dank daarvoor. Tot zover de vragen van mijn partij in deze eerste termijn.
Mevrouw Hachchi (D66): Voorzitter. Ik heb het vaker gezegd en zal het blijven herhalen: piraterij kost de internationale samenleving miljarden per jaar. Het gaat daarbij niet alleen om schade voor de handel, maar ook om gevaar voor schepen van het World Food Programme. D66 wil piraterij daarom integraal bestrijden, zodat de humanitaire acties doorgang kunnen vinden en schepen een vrije doorgang hebben. Daarom steunen wij de Nederlandse bijdrage aan de antipiraterijoperatie voor de kust van Somalië.
Wij spreken nu over de operatie Ocean Shield. Sinds vorige week weten wij dat deze onder Nederlandse leiding komt; commandeur Bekkering gaat deze missie leiden. In de artikel 100-brief stelt het kabinet dat er op zee effectiever kan worden opgetreden. We hebben ook een briefing gehad. Voor mij is nog steeds niet duidelijk wat het kabinet precies met de nieuwe invulling wil bereiken en waarom juist deze invulling nu noodzakelijk is. In de artikel 100-brief wordt daarover nauwelijks uitleg gegeven. Ik vraag me af of de analyse waarop de artikel 100-brief is gestoeld, nog actueel is. De vorige brief is van juni 2011. In de brief die nu aan de orde is, lees ik niets over nieuwe ontwikkelingen. Wel nieuw is dat er een onbemand vliegtuig zal worden ingezet. Ik hoor graag van de minister of dit onbemande vliegtuig alleen zal worden ingezet voor het vergaren van inlichtingen.
Vorige sprekers verwezen al naar het Verbond van Verzekeraars, dat pleit voor de inzet van door reders ingehuurde beveiligers. Het verbond noemt zelf ook een nadeel van private beveiligingsdiensten: een mogelijke wapenwedloop met rijkere piraten, dus een hogere kans op een geweldsescalatie. Het is dus maar de vraag in hoeverre dit een oplossing biedt. Het Verbond van Verzekeraars spreekt ook over een trend van uitvlaggen. Klopt dit? Is volgens het kabinet ook sprake van een trend? Heeft de minister daar cijfers over? Ook hoor ik graag welke gesprekken de ministers voeren met de reders.
Uiteindelijk zal de oplossing voor de problemen op het land moeten worden gevonden. Ik bedoel daarmee niet de landbestookacties die het kabinet wilde, maar de structurele oorzaken. Het adagium van mijn fractie is bekend: hard tegen piraterij, hard tegen de oorzaken van piraterij. Ik ben blij dat het kabinet de oproep van mijn fractie enigszins oppakt. Staatssecretaris Knapen van Ontwikkelingssamenwerking heeft hier aandacht voor. Vorige week riep hij in Puntland de internationale gemeenschap op om met de autoriteiten van Puntland, Somaliland en Somalië gezamenlijk op meer fronten te strijden tegen piraterij, op een duurzame manier: niet alleen de bestrijding van piraterij op zee, maar ook opsporing en vervolging door de autoriteiten op het land, detentie in de regio en investeren in stabiliteit en capabele overheden. Knapen bezocht een gevangenis in Puntland, waaraan Nederland meebetaalt. Mooi, maar een nieuwe Nederlandse inzet heb ik niet gezien. Is die er wel? Er is wel meer samenwerking tussen minister Hillen en staatssecretaris Knapen.
Ik rond af. Mijn fractie wil meer uitleg over de precieze bedoeling van de nieuwe invulling en over de specifieke doelen die het kabinet met de verandering voor ogen heeft. D66 wil blijvende aandacht voor de oplossingen op het land. De NAVO-missie kan niet los daarvan worden gezien en volgens mijn fractie ook niet los daarvan worden opgezet.
De heer El Fassed (GroenLinks): Voorzitter. Piraterij is een vreselijk en crimineel symptoom, dat ernstige gevolgen heeft voor de zeevarenden en het bedrijfsleven. Desalniettemin is zij een symptoom, en wel van een jarenlang conflict en van het gebrek aan een rechtsstaat en aan bescherming, veiligheid en economische kansen voor burgers in Somalië en de regio. Nederland zet fors in op de bestrijding van dit symptoom. Dat gebeurt onder andere door steun aan de operaties Ocean Shield en Atalanta, aan beschermingsprotocollen en aan de Vessel Protection Detachments. GroenLinks heeft deze twee missies altijd gesteund; zolang de oorzaken nog niet zijn opgelost, moet deze criminaliteit natuurlijk door de internationale gemeenschap worden bestreden. Maar we hebben het al vaker gezegd: de inzet voor de symptoombestrijding staat in schril contrast met de inspanningen die nodig zijn om de oorzaken ervan op de grond en voor de lange termijn op te lossen. De inzet van diplomatie en ontwikkelingssamenwerking, om het conflict te beslechten, is helaas nog steeds summier. Ocean Shield en Atalanta moeten veel meer onderdeel zijn van de 3D-benadering. Daarom vraag ik vanavond nogmaals bijzondere aandacht voor die twee andere D's. Mijn fractie wil, naast de bestrijding van symptomen en de bescherming van de scheepsvaart, een diplomatiek offensief zien: een aanvalsplan van diplomaten en ontwikkelingswerkers voor een structurele oplossing van de enorme humanitaire en politieke problemen die de regio jarenlang hebben geteisterd. Graag krijg ik van de minister van Buitenlandse Zaken een overzicht van de gehele 3D-benadering, een totaaloverzicht van de Nederlandse inspanningen, waarin wordt uiteengezet wat er op alle drie de dimensies wordt gedaan. Kan de minister dit toezeggen? Ik doel niet alleen op het opleiden van de kustwacht van Somalië, zodat Somaliërs zelf kunnen doen aan symptoombestrijding, maar juist op de politieke inzet om deze falende staat te begeleiden naar een opbloeiende economie en rechtsstaat. Hierover is internationaal geen overeenstemming, en dat staat de ontwikkeling van Somalië in de weg. Bij mijn fractie is inmiddels de vraag gerezen hoelang wij nog willen doorgaan met deze dure manier van symptoombestrijding, die op zich niet leidt tot structurele oplossingen.
Met nog een halfjaar mandaat voor de boeg wordt een andere invulling van de Nederlandse bijdrage voorgesteld, die toch verdacht veel wegheeft van een behoorlijke uitbreiding. Dit roept een aantal prangende vragen op. De helikoptercapaciteit wordt uitgebreid. De eenheden mariniers worden uitgebreid. Naast een onderzeeboot wordt een onbemand vliegtuig ingezet. Hierdoor verdubbelt het budget voor de missie. Hebben de bewindslieden hier een rechtvaardiging voor? Levert dit ook een verdubbeling op van de effectiviteit van de missie? Kortom, is de verdubbeling van de kosten proportioneel ten opzichte van de bereikte effecten? En past de missie nog wel bij de beschreven missiedoelen in de oorspronkelijke artikel 100-brief? Die verdubbeling van de kosten wordt voor mijn fractie niet helder met één alinea in een artikel 100-brief. Ook in de antwoorden op de feitelijke vragen ontwijkt het kabinet de vraag of een extra inzet wel nodig is, nu de situatie stabieler lijkt te zijn. Graag een reactie.
Gisterenavond, in de technische briefing, bleek dat nu niet te zeggen valt wat de effecten van deze uitbreiding van de missie zullen zijn; er werd doorverwezen naar de evaluatie. Als mijn fractie bereid moet zijn om deze uitbreiding nu te steunen om de effecten ervan te kunnen aanschouwen, wil zij op zijn minst zeker weten dat de regering deze effecten goed zal meten. Hoe zal dit gebeuren? Hoe wordt geëvalueerd of deze extra inzet ook een verdubbeling oplevert van de effectiviteit? Wanneer mogen we zo'n evaluatie verwachten? En hoe zit het met de rules of engagement? Graag hoor ik een toelichting op wat dit precies betekent voor de inzet van helikopters, mariniers en het onbemande vliegtuig. Zijn de twee Cougars, die nu worden toegevoegd aan de missie, de laatste twee inzetbare helikopters van de Nederlandse krijgsmacht? Betekent dit dat we elders geen helikoptercapaciteit zullen kunnen aanbieden, bijvoorbeeld voor de missie in Soedan? Graag een reactie van de minister.
Laat het duidelijk zijn dat mijn fractie het belangrijk vindt om te weten of de voorgestelde uitbreiding noodzakelijk en proportioneel is. Om te kunnen instemmen met deze uitbreiding, zal op zijn minst de vraag moeten worden beantwoord waarom deze uitbreiding nodig is en waarom dit de beste aanpak is.
De heer Ten Broeke (VVD): Voorzitter. We spreken over de artikel 100-brief over de operatie Ocean Shield, die volgens mijn fractie niet losgezien moet en kan worden van die andere operatie: operatie Atalanta. Wij hebben een- en andermaal mogen vaststellen dat de Europese samenwerkingsoperatie de effectiefste is van de twee. Gisteren bleek dat ook in de briefing. Wij hebben dan ook met veel leedwezen kennisgenomen van het besluit van een aantal fracties in deze Kamer; in het bijzonder van dat van de D66-fractie, waaraan Europese samenwerking altijd ter harte gaat, maar toch ook van dat van de PVV-fractie, die altijd het tegenovergestelde beweerde. Juist de extremen op dit gebied hebben de controversialiteit mogelijk gemaakt. De extra surveillancemiddelen waarom de NAVO vroeg en die nu moeten worden ingezet, leiden wellicht tot heel veel informatie, maar om daarvan gebruik te kunnen maken, is een andere operatie het meest geschikt. Voorlopig vindt een meerderheid van dit parlement dat Nederland daar niet aan moet meedoen en dat is jammer.
Mevrouw Hachchi (D66): Ik dacht dat we het vandaag zouden hebben over de operatie Ocean Shield. Ik snap dat de VVD-fractie er behoefte aan heeft om haar frustratie te uiten over het feit dat de operatie Atalanta controversieel is verklaard. Ik vind het niet terecht dat die nu aan de orde wordt gesteld. En als ik daarop in zou gaan, zouden we inhoudelijk ingaan op Atalanta. Mijn fractie vindt het niet goed dat een demissionair kabinet met de Kamer spreekt en tot besluiten komt over operatie Atalanta. Die operatie wordt namelijk aanzienlijk veranderd: er zal op het land worden opgetreden. De VVD-fractie mag best haar frustraties hebben, maar sommige fracties hebben duidelijke redenen om geen behandeling van Atalanta te wensen met dit kabinet.
De heer Ten Broeke (VVD): Zoals ik al aangaf, zijn die twee onlosmakelijk verbonden. Ik denk dat uit de reactie van mevrouw Hachchi al voldoende blijkt dat deze twee met elkaar zijn verbonden. Zij moet het maar voor haar eigen verantwoordelijkheid nemen dat we nu minder effectief zijn dan we kunnen zijn. Dat is gewoon jammer.
De internationale inzet tegen piraten werpt langzamerhand zijn vruchten af. Er is een afname te zien van het aantal geslaagde kapingen. Toch bestaat er nog steeds een enorm gevaar voor schepen in de buurt van de Oost-Afrikaanse kust. Men sprak gisteren over 360 gijzelaars; dat is nog altijd een kleine Boeing 747. Als zoiets één keer gebeurt dan is het wereldnieuws, maar dit gebeurt jaarlijks. Wij zijn er dan ook van overtuigd dat een agressievere aanpak, die de minister van Defensie al heeft bepleit sinds zijn aantreden, hier effectief zal zijn. Dat blijkt ook, dus we moeten die lijn voortzetten.
Wij hebben nog wel een aantal vragen, allereerst over de helikopters. Wij hebben begrepen dat nu de Cougars worden ingezet. Daarvoor moeten wat aanpassingen worden verricht; niet alleen aan de helikopters, maar ook aan de plekken waar deze zullen kunnen landen en ook met betrekking tot het omrouteren van schepen die anders zouden zijn ingezet. Maakt de minister nog altijd haast met het eventueel inzetten van Apaches, waarmee bondgenoten al ervaring hebben opgedaan? Ik weet dat hij daarnaar onderzoek doet.
Collega's hebben het nodige gezegd over de VPD's, ook naar aanleiding van de publiciteit van deze ochtend. Naast de NAVO-missie, beschermen ook de VPD's Nederlandse koopvaardijschepen. Dat is noodzakelijk, konvooien voldoen allang niet meer vanwege het toenemende geweld en het grotere operatiegebied van de piraten. Uit de brief van 24 mei van de minister blijkt dat de hefboom werkt. Wij hebben daarover vaak gediscussieerd en de minister van Defensie heeft mij die toegezegd. Voor 2013 zijn er 175 VPD's beschikbaar gesteld en dat zijn er een hele hoop. Ze worden ook goedkoper en ook dat lijkt goed nieuws, maar tegelijkertijd klagen de rederijen nog steeds, omdat er massaal wordt omgevlagd. We zien dat de landen om ons heen, ook België, wetgeving in voorbereiding hebben om ook particuliere VPD's mogelijk te maken. In Duitsland wordt daar al over nagedacht, in Noorwegen en Denemarken hebben ze daarvoor hun eigen regelingen, het Verenigd Koninkrijk is om, Frankrijk heeft zijn eigen methoden en Spanje ook. Nederland is op dat gebied zo langzamerhand een eiland geworden. Ik snap dat de minister van Defensie dat prachtig vindt, maar dit is een waterbeddiscussie. Als hij de zwaardmacht per se aan de overheid wil laten – ik heb hem op dat gebied weleens uitgedaagd – dan hoort daarbij de consequentie dat hij alle aanvragen honoreert. Ik krijg daar andere geluiden over. Er zijn nu al zo'n twintig Nederlandse schepen omgevlagd. Dit past niet bij een kabinet dat zichzelf een Rotterdam-mentaliteit heeft aangemeten. Ik hoor graag wat de minister eraan doet om deze zorgen weg te nemen.
Ten slotte. Ook van de VVD geen grote bezwaren tegen de inzet van de middelen die nu worden voorzien, met name van de Hr.Ms. Bruinvis, de onderzeeboot. Net als de heer Ormel kon ik een kleine frons niet onderdrukken toen ik pagina 60 van het PvdA-verkiezingsprogramma onder ogen kreeg. Achter één bullet staat daarin: «Bij de marine concentreren we onze aandacht op het beveiligen van handelsroutes ten behoeve van onze koopvaardij»; en direct daarna: «De onderzeedienst wordt opgeheven». Nederland weet waar het aan toe is.
Mevrouw Hachchi (D66): De heer Ten Broeke heeft het iedere keer over een effectieve aanpak van piraterij. Ik snap dan niet waarom de VVD zich zo blindstaart op – dit zijn zijn eigen woorden – Rambo spelen op het strand. Het is duidelijk dat een effectieve aanpak van de piraterij, naast de defensieaanpak, ook een aanpak op het land moet zijn. Ik heb de VVD-fractie werkelijk nog in geen enkel debat iets horen zeggen over het intensiveren van wat er op het land gebeurt, of van ontwikkelingssamenwerking of diplomatie, terwijl we het hier vaak genoeg over hebben gehad.
De heer Ten Broeke (VVD): Dat klopt. Wat mij betreft noch Rambo, noch de handen wit op het strand.
De heer Jasper van Dijk (SP): Voorzitter. Wij spreken vandaag over de operatie Ocean Shield; niet over de uitbreiding van de operatie Atalanta, want deze is controversieel verklaard. Met de capaciteitversterking kunnen wij akkoord gaan. Deze is al genoemd: de uitbreiding van het materieel. Wij hebben nog wel vragen over het onderscheid tussen de verschillende missies, met name Atalanta en Ocean Shield. Het doel van de capaciteitversterking is de wens om robuuster te kunnen optreden. De minister zegt echter dat het aantal piraterijovervallen afneemt. Wat is de logica hierachter? Gisteren hoorden we in de briefing dat 8 schepen zijn gekaapt, vorig jaar 21. Er is ook sprake van een halvering van het aantal gegijzelden. Tot hoever ga je dan met de versterking van deze missie? Totdat de piraterijovervallen zijn gereduceerd tot nul? Dat zou natuurlijk prachtig zijn. Ik hoor graag het antwoord van het kabinet. De reders beweren overigens het tegendeel: zij zeggen dat de aanvallen voor de kust van Somalië sinds 2008 zijn verviervoudigd en dat in 2011 802 mensen zijn gegijzeld en 8 gedood. Hoe kan de minister dat verschil verklaren?
Hoe staat het met de diplomatieke inspanningen? Worden deze ook opgevoerd, of alleen de militaire inspanningen? Economische ontwikkeling is van groot belang in Somalië; daardoor kunnen er alternatieve inkomstenbronnen komen in plaats van piraterij. Uit onderzoek blijkt dat de jaarlijkse uitgaven aan piraterijbestrijding door de overheid en de sector zelf ruim 6 mld. dollar bedragen, waarvan de helft aan brandstof, om sneller te varen. Dat is ongeveer gelijk aan wat Somalië jaarlijks verdient. Wat vindt het kabinet van deze verhouding?
De precieze verhouding tussen de twee missies van de NAVO en de EU is ons niet geheel duidelijk. Het is duidelijk welke zaken worden afgestemd, om ervoor te zorgen dat men niet in elkaars vaarwater terechtkomt, en welke informatie wordt gedeeld. Maar zijn er ook afspraken over de taakverdeling? Leidt de capaciteitversterking van de Nederlandse bijdrage tot een reconfiguratie van de missies, zodat andere landen met een mandaat voor missies op land zich daar meer op kunnen richten? Wordt daarover gesproken? Hoe zit het met de inlichtingenverwerving door het onbemande vliegtuig, de onderzeeër en de verkenningsvluchten? Kan de minister garanderen dat de inzet van de onderzeeboot of het onbemande vliegtuig niet is gericht op het verzamelen van informatie ten behoeve van operaties op land? Wordt het vliegtuig niet boven land ingezet om tactische informatie voor grondaanvallen te vergaren? Graag een reactie.
De SP is geen voorstander van particuliere beveiligers op de schepen. Wij vinden de regering daarbij aan onze zijde. Hoe gevaarlijk het ook kan zijn, wij willen wildwestpraktijken op zee voorkomen. Ik hoor graag een reactie van de regering op de brief van de verzekeraars.
Minister Rosenthal: Voorzitter. Ik kan kort zijn, want mij zijn weinig vragen gesteld. Ik wil kort iets zeggen over de bredere context, waarop de vragen van met name mevrouw Hachchi en de heer El Fassed waren gericht. Bij piraterij hebben we het niet meer over piraatjes in schilderachtige kledij. We hebben het nu over georganiseerde misdaad en over internationale financiële netwerken, die vanuit allerlei plekken in de wereld aan de gang zijn. De Nederlandse regering is zich hiervan ten volle bewust. Om die reden gaat de inspanning van de Nederlandse regering verder dan die ten behoeve van de operatie Ocean Shield. Hierover een aantal korte opmerkingen.
Wij letten natuurlijk op de politieke ontwikkelingen in Somalië. Er zijn bemoedigende tekenen ten aanzien van de veiligheidssituatie in Somalië en dat is op enige manier verbonden met waar we het nu over hebben, de piraterij. Al-Shabaab heeft in de afgelopen periode gevoelige nederlagen geleden. Er zijn maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat dit blijvende gevolgen zal hebben. Op het punt van politieke ontwikkelingen is de internationale gemeenschap actiever dan tot voor kort het geval was. Zo was er de Londenconferentie, waaruit onder meer concreet een Joint Financial Management Board is gekomen. De transparantie over de inkomsten en uitgaven van de Somalische overheid wordt daarmee vergroot. Er was daarna een bijeenkomst in Istanbul van alle landen die op enigerlei wijze betrokken zijn bij Somalië. De aandacht daarin was gericht op voortvarendheid met betrekking tot de Garowe-akkoorden, die deze commissie bekend zijn. Men wil ervoor zorgen dat de grondwettelijke vergadering vóór augustus 2012 een federale grondwet zal aannemen, hoe voorlopig ook. Het gaat daarbij ook over een kleiner parlement, dat moet zijn verkozen op basis van clanrepresentatie. Voor een land als Somalië is dat laatste nu eenmaal onontkoombaar.
Ten behoeve van een aantal andere zaken die deze commissie voortdurend zeer wel naar voren heeft gebracht, worden ook volop activiteiten ontplooid. Eindelijk boeken wij concrete resultaten bij de uitvoering van de overdrachtsovereenkomsten in casu de Seychellen. Ook Mauritius heeft met de EU een overdrachtsovereenkomst gesloten, met Tanzania zijn wij in een vergevorderd stadium. Collega Knapen is in Puntland geweest. Hij zal hierover een brief naar de Kamer sturen en hierover begin juli overleggen met de Kamer.
Over de aanpak van de piraten en van de netwerken achter de piraterij kan ik melden dat Nederland en Duitsland werken in het Joint Investigation Team. Er is nu ook een initiatief van het Verenigd Koninkrijk voor een RAPPICC (Regional Anti-Piracy Prosecutions and Intelligence Coordination Centre). Nederland draagt hier expliciet aan bij. De inspanningen waarnaar de leden Hachchi en El Fassed vroegen, hebben dus plaats. Ik verwijs alvast door naar het algemeen overleg met collega Knapen hierover.
Nog één opmerking mijnerzijds over de materie die het Verbond van Verzekeraars aan de orde heeft gesteld: de private security companies (psc's). Laat ik van mijn zijde hebben gezegd dat daarmee onmiskenbaar in heel veel landen wordt gewerkt, maar dat wij hebben besloten tot de inzet van de VPD's. Ik voeg daaraan een concreet antwoord op een concrete vraag van de Kamer toe: via Infrastructuur en Milieu, in het kader van de International Maritime Organisation, en via Buitenlandse Zaken, in het kader van de Contactgroep Piraterij, draagt Nederland wel degelijk bij aan de regulering van c.q. de internationale afspraken met betrekking tot het toezicht op psc's die op de zee actief zijn. Laat dit gezegd zijn, ook aan de heren De Roon en Ten Broeke.
De heer El Fassed (GroenLinks): Ik wacht met spanning op die brief van staatssecretaris Knapen, maar het zou fijn zijn als wij eens een totaaloverzicht kregen van de Nederlandse inspanningen met betrekking tot de piraterijbestrijding en de structurele oplossingen voor Somalië. Dat hoeft niet vandaag, maar in ieder geval wel binnenkort. Met zo'n totaaloverzicht krijgen we een beter beeld van de totale Nederlandse inspanningen op dit gebied. Nu krijgen we aparte stukken over aparte missies en inspanningen. Het zou fijn zijn om het geheel te kunnen overzien, juist omdat er ten behoeve van die structurele oplossingen als onderdeel van de Nederlandse inspanningen wel een schepje bovenop zou mogen.
Minister Rosenthal: Ik heb aarzelingen om te zeggen dat er op dat punt een schepje bovenop zou moeten, bijvoorbeeld wat betreft de ontwikkeling. Nederland levert een bijdrage aan de opbouw en stabilisering van de rule of law in Somalië. Van Nederlandse zijde is er een zware inspanning ten behoeve van de versterking van de berechtings- en detentiecapaciteit. We zitten met het probleem dat Somalië nog altijd een instabiel land is, en we weten dat Puntland en Somaliland stabieler zijn. We streven er wel naar om Puntland en Somaliland weer binnen het federale kader te brengen. Een en ander geeft aan dat het op dat punt nogal passen en meten is. Concreet levert Nederland ook een behoorlijke financiële bijdrage aan het stabiliteitsfonds voor Somalië, voor vredesopbouw, de versterking van het bestuur in de zogeheten «areas of emerging stability»; een mooie term voor de gebieden die zijn losgeweekt van Al-Shabaab. Nederland zit er dus op tal van punten bovenop. Ik neem aan dat de heer El Fassed geheel tevreden zal zijn als collega Knapen in het algemeen overleg de diepte in gaat.
Minister Hillen: Voorzitter. Ik dank de geachte afgevaardigden voor hun inbreng in eerste termijn. Ik wil beginnen met iets te zeggen over de samenwerking tussen Ocean Shield en Atalanta, met name omdat de PVV daarbij zo'n curieuze positie inneemt. De EU bestaat al een tijdje en doet een heleboel belangrijke en nuttige dingen. Dat kunnen we natuurlijk ontkennen, daar kunnen we omheen lopen of een gordijn overheen hangen, maar dat is wel een feit. Een heleboel handelingen die worden verricht door internationale organisaties als de NAVO, zijn zelfs geïntegreerd met die van de EU, of de VN. Die zaken zijn dus complementair. Als je dat niet wilt en vindt dat alles wat militair is bij de NAVO moet, klinkt dat op zich heel principieel. Maar dit zal de eerstkomende honderd jaar niet gebeuren. Ten eerste gaat de besluitvorming binnen de NAVO en de EU nu eenmaal zoals zij gaat. Ook tussen en binnen die organisaties zijn er een aantal complicaties die je niet zomaar oplost. Ik zou daarom zeggen: pik in, het is winter; als die EU dan toch bestaat, kun je er ook de voordelen van meenemen. Dat wil niet meteen zeggen dat je dan ook de EU-uitbreiding steunt, maar wat er is, is toch wel prettig. Atalanta en Ocean Shield zijn complementair, EU en NAVO vullen elkaar aan. Atalanta zou niet kunnen zonder Ocean Shield, al was het maar omdat de NAVO met Ocean Shield de gehele bevelvoering coördineert. Dat gebeurt overigens nog veel breder dan de NAVO en Atalanta: in toenemende mate zijn er schepen van allerlei andere naties bij betrokken, bijvoorbeeld van Chinezen, Russen, Koreanen en Iraniërs. Dat zijn naties die niet tot onze clubs behoren, maar hun acties wel afstemmen op de onze, terwijl wij rekening houden met de hunne. Daardoor wordt de effectiviteit alleen maar beter en daar gaat het uiteindelijk om.
Het interessante is dat de heer De Roon zegt: wij willen dat die piraten hard worden aangepakt. Daar hebben wij een aantal verschillende middelen voor. Eén middel kan dan om principiële redenen niet gebruikt worden, terwijl wij wel lid zijn van de EU en wij wel voordeel kunnen hebben van deelname aan die missie. Ik vind dat curieus. Ik wil onderstrepen dat Atalanta ook een bijdrage levert aan het ontwikkelen van het land, waar mevrouw Hachchi met name aandacht voor heeft gevraagd. Dat aspect wordt daarin meer benadrukt, terwijl in Ocean Shield het militaire aspect veel zwaarder weegt. In de complementariteit komen wij volgens mij tot een vrij complete aanpak. Ik denk dat daardoor die complete aanpak zijn verdiensten heeft.
De heer De Roon (PVV): Ik beluister in de beantwoording van de minister dat hij denkt dat de Europese Unie een goede organisatie is die over 100 jaar ook nog bestaat. Ik zie signalen die mij eraan doen twijfelen of de EU nog bestaat over 100 jaar. Ik denk dat het wel eens heel snel afgelopen zou kunnen zijn. In elk geval is mijn fractie van oordeel dat Nederland eruit zou moeten stappen. Ook al zou de regering dat niet willen, blijft voor mijn fractie de vraag over waarom de NAVO de taken niet kan uitvoeren die de minister nu binnen Atalanta zo goed tot uitvoering gebracht ziet. Daar wil ik een antwoord op.
Minister Hillen: Dat zou best kunnen, maar er is sprake van verschillende vormen van besluitvorming binnen de NAVO en de EU. De Amerikanen verzetten zich bijvoorbeeld tegen nogal wat aspecten die in Atalanta wel kunnen worden uitgevoerd. Daarmee heb je het complementaire effect al heel goed uitgedrukt. Ik denk dat wij juist moeten profiteren van het feit dat wij twee organisaties hebben die ten opzichte van elkaar aanvullend zijn en elkaar tegelijkertijd zo goed verdragen dat zij alles uitwisselen met elkaar.
De heer De Roon (PVV): Dan is het dus zaak dat de regering inzet op verbetering van de besluitvorming binnen de NAVO, dat zij er keihard voor gaat om die te verbeteren. Zolang er binnen de NAVO, om wat voor reden dan ook – of het nu door de Amerikanen komt of door anderen – geen efficiënte besluitvorming is, zal moeten worden gewerkt aan verbetering daarvan.
Minister Hillen: Daar wordt binnen het bondgenootschap voortdurend aan gewerkt, niet alleen door Nederland. Zolang die verbetering nog niet geëffectueerd is, kunnen wij toch beter gebruik maken van de mogelijkheden die er zijn? En als wij dan principieel zeggen dat bepaalde aspecten ons niet bevallen – dat wij, hoewel de vruchten van die boom uitstekend zijn, die boom niet wensen te zien – vraag ik mij af of het dan niet verstandiger en praktischer is om toch even mee te liften en ervoor te kiezen om, zolang de huidige situatie bestaat, daar de voordelen daarvan te benutten?
De samenwerking tussen Ocean Shield en de EU betreft ook de informatie-uitwisseling. De informatie-uitwisseling is volledig. Men houdt elkaar goed op de hoogte. Niet alleen als er acties plaatsvinden, maar ook als er dingen zijn opgespoord middels intelligence. Er is gevraagd wat er precies gebeurt met hetgeen de onbemande vliegtuigjes waarnemen. Die vliegtuigjes zijn niet om bewapend op te treden. Als wij dergelijke vliegtuigjes in bezit zouden hebben, was er een discussie met de Kamer geweest voor de aanschaf ervan. Wij hebben ze echt niet stiekem. Dit zijn vliegtuigjes die geschikt zijn voor observatie, voor detectie. Wat zij doen, is waarnemen, ook op land, hoe de piraten zijn ingericht, wat hun bewegingen zijn en waar zij voorbereidingen treffen voor acties. Wij nemen heel veel waar op land. Daar moeten wij ook waarnemen, want daar wordt over het algemeen het begin van piratenacties gecoördineerd. Dat geldt ook voor de helikopters en de onderzeeërs die daar zijn. Onze onderzeeër kan ook waarnemen op het strand. Er is gevraagd of die onderzeeër daar de hele tijd is. Nee, die is er helaas maar twee maanden. Dat had wat mij betreft ook wel langer mogen zijn. De inzet van de onderzeeër kost 3,1 mln. en dat zit binnen de 13 mln.
De onderzeeërs nemen vanaf zee ook waar wat er op het strand gebeurt. Zij kunnen heel dicht bij de kust komen en heel veel waarnemen. Dat soort informatie is nodig om effectief kunnen ingrijpen. Dan weten wij wanneer piraten zee kiezen. Atalanta – maar daar hebben wij het vanavond niet over – mag dan ook binnen zijn eigen mandaat op land ingrijpen, overigens zonder boots on the ground. Het mag dat vanaf zee doen. Dat is nu één keer gebeurd. Voorraden van piraten die kennelijk bezig waren met een nieuwe actie zijn vernietigd voordat zij die actie konden starten. Binnen Ocean Shield mag dat niet. Ocean Shield mag wel op zee schepen die kennelijk een aanval willen uitvoeren, saboteren of boarden. Er is gevraagd waarom wij versterkte mariniers aan boord hebben. Dat is gedaan naar aanleiding van ervaringen die wij eerder hebben opgedaan. Zij worden ingezet voor acties op zee, zoals het boarden of het onklaar maken van schepen die voor anker liggen. Dat gebeurt met voldoende mariniers die ook voldoende zijn toegerust, en met boten die zo snel zijn dat zij veilig naar zo'n schip kunnen gaan en daarna kunnen terugkeren. Zij hebben een duikuitrusting bij zich en weet ik wat nog meer. Dat is de functie van die mariniers. Zij kunnen dus ook, als het nodig is en de mogelijkheid zich voordoet, gijzelaars bevrijden en wat dies meer zij.
Helikopters zijn hierbij van belang. De heer Ten Broeke vroeg of ook Apaches kunnen worden ingezet. Dat is misschien op den duur mogelijk. Wij zoeken op het ogenblik uit hoe je dat precies zou moeten doen. Het gaat ons echter niet om gevechtshelikopters, maar om helikopters voor troepenverplaatsingen, boardings of intelligence vanuit de lucht. In een Apache kunnen maar twee mensen, zoals de heer Ten Broeke weet. Daar kom je dus niet zo ver mee waar het gaat om boardings. Het gaat ons om troepenhelikopters die aan boord zijn en waarmee mariniers naar een andere plaats kunnen worden vervoerd.
De heer Ormel (CDA): Ik wil nog even terug naar het vergaren van inlichtingen door de onderzeeboot. De onderzeeboot vergaart inlichtingen, ook over de situatie op land, in het kader van Ocean Shield. In het kader van Ocean Shield mag je niets doen op land, maar de inlichtingen die vergaard zijn door de onderzeeboot mogen wel worden doorgesluisd naar operatie Atalanta en daar kan vervolgens worden bepaald wat er met die inlichtingen gebeurt. Klopt dat?
Minister Hillen: Dat zou kunnen, ja.
De heer Ormel (CDA): Ik vind dat een goede constatering. Het zou natuurlijk spijtig zijn als er kostbare inlichtingen worden vergaard en daar verder niets mee gebeurt.
Minister Hillen: Ook voor Atalanta geldt dat men niet op het land mag komen. Men mag alleen vanaf zee of vanuit de lucht ingrijpen.
De heer Jasper van Dijk (SP): Ik vind dat een heel goede vraag van mijnheer Ormel. Misschien vindt de minister het niet zo'n punt, maar wij zouden nog een uitbreiding van het mandaat van Atalanta bespreken en die is controversieel verklaard. In hoeverre worden die operaties in de richting van het land nu gefaciliteerd?
De heer Ten Broeke (VVD): Voor alle duidelijkheid: de VVD-fractie heeft met de suggestie voor het inzetten van de aanvalshelikopter Apache nooit het oogmerk gehad om troepen te verplaatsen. Onze suggestie was om precies dat te doen wat de minister al zo lang wenst, namelijk ingrijpen op het land vanaf een veilige afstand met buitengewoon nauwkeurige waarneming en voldoende vuurkracht.
Minister Hillen: Tegen de heer Van Dijk zeg ik dat ik soms verzucht dat ik zou willen dat de SP regeringsverantwoordelijkheid zou dragen, omdat zij dan zou weten welke afwegingen worden gemaakt en hoe dingen met elkaar samenhangen. Vanaf de kant gezien, is het zo gemakkelijk om dingen te isoleren van elkaar en te zeggen wat wel mag en wat niet. Ik heb gezegd dat je in een internationale gecoördineerde operatie elkaar middels informatie-uitwisseling in staat stelt om te handelen. De heer Van Dijk zegt dat bepaalde dingen mogelijk zijn op grond van door ons aangeleverde informatie. Ja, maar dat is niet alleen het geval op grond van die informatie. Die informatie kan wat toevoegen aan de andere informatie. Die kan van nut zijn. Dat is inderdaad waar, maar dat is het effect van samenwerking. Zo goed is Atalanta dus.
Kunnen Nederlandse helikopters ook op andere schepen worden gestationeerd? Dat zou kunnen als zij daar de ruimte voor hebben, maar andere schepen hebben ook hun toerusting. Daar hebben wij het algemeen overleg over Libië ook over gehad. Als je dit soort missies samenstelt, wordt bekeken wat er aan inbreng is en welke mogelijkheden er zijn. Die worden vervolgens ingedeeld. De helikopters op het Nederlandse schip hebben een Nederlandse bemanning die heeft getraind met de bemanning van het schip. Die bemanningen vormen een eenheid. Het is mogelijk om een Nederlandse helikopter te plaatsen op een Deens schip, maar dan moeten de Nederlandse bemanning van de helikopter en de Deense bemanning van het schip grondig gaan oefenen – dat moet ergens anders – voordat ze verantwoord kunnen worden ingezet. Het is logischer om de complete bemanning van een schip met alle mogelijkheden die er zijn binnen één geoefende eenheid te houden. Dat doen wij met de inzet van de Cougars op de Hr.Ms. Evertsen en later op de Hr.Ms. Rotterdam.
Ik kom nu op de VPD's. Er is net gezegd dat er meer bij komt kijken, dat het land en de verbetering van de economie ook belangrijk zijn. Ik wil er nogmaals op wijzen dat wij ook Autonomous VPD's leveren voor begeleiding van Amison, de voedseltransporten van de Verenigde Naties. Deze mariniers zijn aan boord van de schepen van het voedseltransport. Wij zijn het enige land ter wereld dat dit doet. Daardoor besparen wij op schepen die het voedseltransport anders hadden moeten begeleiden en spelen wij veel capaciteit vrij. Ik heb van de week geluncht met een aantal mariniers die dat hebben gedaan, juist om hun vragen te kunnen stellen. Het is een lange zit. Een Autonomous VPD vaart drie maanden mee op een schip van Amison. Dat is een heel lange periode, haven in haven uit, waarin zich allerlei dingen kunnen voordoen. Ik heb hun ervaringen uit eerste hand gehoord, over welke veilige en onveilige situaties zij meemaken en wat verbeterd kan worden. Ik ben weer onder de indruk geraakt van hun professionaliteit, maar ook van de geëngageerde manier waarop zij tegen dit soort werk aankijken. Juist omdat zij heel dicht op het land komen – zij komen ook in de havens en zien wat daar gebeurt – zijn zij er zeer bij betrokken. Het is dus niet zo dat wij alleen maar militair denken en dat die derde D er ver vandaan zit. Het zit veel dichter op elkaar.
Er zijn ook nog steeds gewone VPD's. Het Verbond van Verzekeraars heeft er vandaag weer wat over gezegd. Ik denk dat er tussen de verzekeraars van de reders en de Nederlandse overheid best een zekere spanning zal bestaan. De belangen van de reders zijn heel groot en men is uiteraard ongeduldig. De vraag is of aan hun voorwaarden altijd kan worden voldaan. Ik ben oprecht bereid om dat maximaal te doen. Dat doe ik niet om spierballen te laten zien, maar juist vanwege de Rotterdamse mentaliteit. Ik heb zelfs de neiging om te zeggen dat het meer een Vlissingse mentaliteit is. Ik doel dan met name op Michiel de Ruyter natuurlijk. De Koninklijke Marine is indertijd opgericht voor de bescherming van onze koopvaardij en dat dient zij nog steeds te doen. Ik ben er nog steeds geen voorstander van – die discussie hebben wij wel vaker gevoerd – om ruimte te geven aan particuliere beveiligers, omdat het handel is voor particuliere beveiligers. Zij hebben daar een belang bij en verdienen eraan. Wij verdienen er niet aan, het kost ons zelfs geld. Wij behoren, via de overheid, de koopvaardij van dienst te zijn. Ik heb al eerder gezegd dat alle acties van de VPD's – dat geldt overigens ook voor alle acties die wij binnen Ocean Shield en Atalanta uitvoeren – onder controle staan van het Nederlandse Openbaar Ministerie. Elke bewapende actie of wat dan ook, wordt gemeld aan het Openbaar Ministerie. Dat kijkt of het optreden binnen de Nederlandse wetgeving te tolereren was of niet. Als dat niet het geval is, wordt er achteraf op ingegrepen. Het gebeurt dus met de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Die garantie kan buiten de overheid niemand geven.
Er is gevraagd of er op het ogenblik massaal wordt omgevlagd. Er wordt omgevlagd, maar niet zo massaal. Het betreft enkele schepen. Dat kan echter ook andere redenen hebben. Als een opdrachtgever een bemanning van een bepaalde nationaliteit aan boord wil hebben, kan het noodzakelijk zijn om om te vlaggen. Dat hoeft niet per se alleen door afwegingen rond veiligheid te gebeuren. Met het totale pakket dat wij hebben, namelijk de beveiliging van schepen, de aanpak van piraten en de alertheid die wij hebben, willen wij het aantal overvallen krachtig terugdringen. Daar zien wij de resultaten van. Dat werkt dus positief uit. Er zijn wel eens aanvallen geweest op schepen met een VPD aan boord. Die zijn meer dan succesvol afgeslagen.
Rederijen willen eigenlijk op twee dingen verdienen. In de eerste plaats zouden wij willen dat wij goedkoper waren. Als ik het goedkoper kan maken, zal ik dat niet laten. Wij vragen op het ogenblik een prijs die hoger is dan die van de particuliere beveiligers. Ik denk dat wij ongeveer twee keer zo duur zijn. Daarvoor hebben wij overigens een completer pakket. Ik doe mijn best om de prijs te halveren. Als ik het zou kunnen, zou ik het morgen doen. Op het moment heb ik daar de ruimte niet voor. Defensie zit nu eenmaal krap in zijn centen. De reders zouden ook graag langzamer varen. Ik denk dat die kostenpost voor hen nog veel groter is. Op het ogenblik moeten zij proberen om met topsnelheid erdoorheen te varen en dat vreet brandstof. Als zij langzamer zouden kunnen varen, zouden zij enorm veel kosten besparen. Zij zijn dan echter kwetsbaarder. Ook voor langzaam varende schepen zijn wij bereid om VPD's te leveren, dus ook voor schepen die twaalf knopen varen. Wij moeten in goede onderhandeling proberen elkaar te vinden en elkaar goed te begrijpen. Ik heb laatst een vergadering van de reders bezocht. Ik ben volledig bereid om goed te luisteren en te bekijken of wij goede afspraken kunnen maken, omdat ik het belang van de reders hoog heb en omdat ik er zeer aan hecht dat de zwaardmacht bij de overheid berust. Als wij de zwaardmacht niet bij de overheid houden en die gaan privatiseren, denk ik dat wij onszelf op een dag gaan tegenkomen en dat zou ik liever niet willen.
De heer Ormel (CDA): Allereerst ben ik verheugd over de ode aan Michiel de Ruyter. Ik moest even denken aan de minister in een blauwgeruite kiel, draaiend aan het grote wiel.
De CDA-fractie is het met de minister eens dat de zwaardmacht bij de overheid moet blijven, maar dan moet die wel effectief worden ingezet. Er bereiken ons berichten dat als een schip varend in die wateren wordt gekaapt, de bemanning zich terugtrekt in de safe room, en dat, als de kapers in die safe room komen, er niet meer mag worden opgetreden. Wij hebben de zwaardmacht. Als op land mensen worden gegijzeld in een huis, treden wij ook op. Waarom wordt daar dan niet wat meer aan gedaan?
Minister Hillen: Als de citadel eenmaal is opengebroken, is de kans op een groot aantal slachtoffers, ook onschuldige, erg groot geworden. Er kan worden gezegd: dat risico loopt men nu eenmaal. Het is echter toch een hindernis voor het optreden. Dat is niet alleen het geval vanwege het sparen van de levens van de betrokkenen – dat is voor ons heel belangrijk – maar ook vanwege aansprakelijkheidsvragen en de schuldvraag. Als een eenheid van Nederlandse mariniers zou ingrijpen op – ik noem maar wat – een Iraans schip en er achteraf – achteraf wordt altijd gemeten en weet iedereen precies hoe het had gemoeten – wordt gezegd dat er bijvoorbeeld te veel geweld is gebruikt of bepaalde zaken hadden kunnen worden voorkomen, kom je in een eindeloze discussie terecht over wie de schade aan het schip heeft aangericht, of de reder toestemming heeft gegeven en of het land toestemming heeft gegeven. In dat soort dingen kom je dan terecht.
Zolang wij een militaire actie kunnen uitvoeren die beperkt kan blijven tot het militaire, dus het aanpakken van de piraten, is de actie verantwoord. Op het moment dat gijzelaars direct gevaar lopen, zijn wij terughoudend. Dan zullen wij proberen om dat schip te lokaliseren, te volgen en een moment te zoeken waarop wij wel zouden kunnen ingrijpen, maar dan zijn wij wel terughoudender. Overigens kunnen piraten niet zomaar een citadel binnendringen. Een goed beveiligd schip met een goede citadel blijft ook vanuit de citadel bestuurbaar en kan van daaruit communiceren met de buitenwereld. Ik weet dat die wateren ongelooflijk groot zijn. Er zijn echter wel schepen. Ook via de lucht zullen wij dan proberen om zo snel mogelijk ter plaatse te komen. Ik geef toe dat dit een van de kansen is die de piraten zullen willen benutten. Daarom is een goede beveiliging van die schepen geboden. In zo'n geval zal een private beveiliger echter ook niet meer helpen.
De voorzitter: Ik verzoek eenieder om de vragen en de antwoorden iets korter te houden.
De heer Ormel (CDA): Wat is dan het verschil tussen een schip dat gekaapt is en waarbij de kapers zijn doorgedrongen tot in de citadel en een vliegtuig dat gekaapt is en dat ergens op een vliegveld staat, waar het ook niet te eeuwigen dage kan blijven staan?
Minister Hillen: Strikt genomen heeft de heer Ormel er gelijk in dat daar niet zo veel verschil tussen is. Tot nu toe is het zo geweest dat een gekaapt vliegtuig alle aandacht naar zich toetrekt, waardoor het probleem snel wordt opgelost. Schepen die worden gekaapt, liggen op zee en zijn vaak in het begin moeilijk op te sporen. Als zij worden gevonden, worden de gijzelaars meestal goed bewaakt. Zij worden buitengewoon slecht behandeld, maar over het algemeen goed bewaakt. Dan is het veel moeilijker om in te grijpen. Ik zeg met enige droefenis dat de meeste schepen die op het ogenblik worden gekaapt, niet de meest florissante schepen zijn. In verhouding wordt er overigens ook weinig losgeld betaald. Wij zien het losgeld dalen. Er zijn geen Nederlandse of Duitse schepen gekaapt. De landen die erachter staan, zijn minder bij machte om daar iets aan te doen. Ik betreur het dat er al zo lang zo veel gijzelaars zijn. De vraag is echter – dat heb ik ook wel eens op vergaderingen van de EU en de NAVO gezegd – wat er was gebeurd als er een vliegtuig had gestaan.
De heer De Roon (PVV): Ik ben ervan overtuigd dat de minister alles in het werk zal stellen om de bescherming van Nederlandse koopvaardijschepen door militaire VPD's mogelijk te maken, laat dat gezegd zijn. Ik constateer echter dat dit op dit moment nog niet is gerealiseerd en dat het nog een hele tijd zal gaan duren voordat het zo ver zal zijn, als het al wordt gerealiseerd. Hoe je het ook wendt of keert, militaire VPD's zijn gewoon veel te duur. Het gaat bij de koopvaardij uiteindelijk toch gewoon om economische bedrijfsvoering. Dan kunnen wij wel roepen dat de zwaardmacht bij de overheid moet liggen, maar je hebt ook heel decente particuliere beveiligingsbedrijven. Als je die sector en die inzet op de schepen maar decent reguleert en er toezicht op houdt, hoef je toch niet bang te zijn voor ongewenste toestanden?
Minister Hillen: Ik wil als eerste zeggen dat ik het jammer vind. Net was de heer De Roon zo principieel toen het om de EU ging. Nu hebben wij het over private beveiliging en is hij ineens wat liberaler geworden. Hij stelt dat het niet voldoende is. Dat bestrijd ik. Ik wil dan wel cijfers van hem horen. Wij zijn bereid om 175 VPD's te leveren. Van mij mogen dat er nog meer worden. Het probleem dat wij weleens met reders hebben, is dat er binnen een of twee dagen moet worden geleverd. Het is dan moeilijk om op tijd een VPD op het schip te krijgen. Soms is er sprake van vertraging of ligt het schip in een buurt waar niet op tijd een team kan zijn. Dat zijn praktische redenen. Als het kan, bedienen wij. Ik denk dat de kosten het belangrijkste punt vormen. Ik blijf eraan werken om die verder naar beneden te krijgen, maar dat kan ik helaas op dit moment nog niet beloven. Het is echter wel mijn inzet. De aantallen zijn er wel. Wij hebben goed overleg met de reders. Er is een checklijst voor het leveren van VPD's.
Ik denk niet dat de stelling staande te houden is dat wij de vraag niet aankunnen. Ik heb mezelf op target gezet. Als de reders kunnen aantonen dat zij meer nodig hebben, krijgen zij meer. Wij hebben in mei twee of drie aanvragen gehad. Als wij de rest van dit jaar die 175 nog willen halen, moeten wij opschieten. Het kan zijn dat de reders zeggen dat het ze toch te duur wordt. Dat is inderdaad een punt. Wij zijn ook bezig met regionale opbouw – en die is al voor een deel gerealiseerd – van wapens en mariniers om snel beschikbaar te kunnen zijn. Wij proberen van alle kanten om ervoor te zorgen dat wij professioneel en tegen zo laag mogelijke kosten beschikbaar zijn. Er is in anderhalf jaar op dit punt al ontiegelijk veel gebeurd.
De heer Ten Broeke (VVD): Voor zover de minister van mening was dat liberaal en principieel niet samengaan, zal ik hem direct gelijk geven. Ik heb geen overwegende principiële bezwaren tegen de inzet van particuliere beveiliging. Daar heb ik heel liberale argumenten voor, maar die wisselen wij op een ander moment uit. Deze minister heeft mogelijk gemaakt dat vanaf 2013 175 VPD's kunnen worden ingezet. Ze worden goedkoper en beter en er komen wapendepots. Hulde. Het is echter niet genoeg. Er zijn twintig schepen die omvlaggen, zo horen wij. Dat is geen klein aantal. Dat moeten wij serieus nemen. Allerlei landen om ons heen bereiden wetgeving voor om de inzet van particuliere beveiliging mogelijk te maken. Ik hoor graag van de minister of die cijfers kloppen. Ik weet dat dit debat eigenlijk over Ocean Shield moet gaan, maar op dit punt vroeg de minister nadere toelichting. Dit punt is wel degelijk actueel en aan de orde. De minister begint er zelf uitgebreid over. Ik vraag hem om ons in een brief te laten weten waarom landen doen wat zij doen en of het klopt dat er nu op relatief grote schaal sprake is van omvlaggingen. Dat is voor ons cruciaal.
De voorzitter: Ik begrijp dat mevrouw Eijsink een opmerking over de orde wil maken.
Mevrouw Eijsink (PvdA): Hoe komt u erop, voorzitter. Ik heb inmiddels het gevoel dat ik in een heel ander overleg ben beland, namelijk over de VPD's. Ik vind het prima als wij dat gaan doen, maar dan vraag ik u om iedereen de gelegenheid te geven om daar vragen over te stellen. Ik heb daarover ook nog wel tien vragen aan de minister. Wij gaan of een ander debat voeren, of wij hebben het over de stukken die voorliggen. Ik vind het prima. Ik wil u wel, als ik zo vrij mag zijn, een handreiking doen, voorzitter. De heer Ten Broeke stelde voor dat de minister de vragen die hierover zijn gesteld, beantwoordt in een brief. De minister heeft ook een toezegging gedaan die mij is opgevallen, namelijk dat het mogelijk is om meer dan 175 VPD's in te zetten. Dat is een leuk rekensommetje. Het lijkt mij heel goed om dat op te nemen in de volgende kwartaalrapportage. Voorzitter, ik stel voor dat wij bespreken wat hier voorligt. Als wij dat niet doen, hebben andere collega's ook nog wel opmerkingen over de VPD's.
De voorzitter: Ik heb er een sterke voorkeur voor om ons aan de agenda te houden. Ik begrijp heel goed dat je soms op de rand balanceert en er af en toe even overheen gaat. Ik vraag iedereen om zich weer zo veel mogelijk te richten op de artikel 100-discussie die nu voor ons ligt.
Minister Hillen: Mijn excuses dat ik mij liet meeslepen door mijn enthousiasme. Wij hebben 14 juni, over twee dagen, nog een overleg over piraterij. Daarin komen de VPD's volledig aan bod. Laten wij de vragen daar stellen. Ik zal de vragen van de heer Ten Broeke alvast meenemen, zodat ik die over twee dagen kan beantwoorden.
Mevrouw Eijsink (PvdA): Ik heb gevraagd om een brief. De minister heeft hier immers ook een toezegging gedaan die verrassend is. Misschien kan hij een brief aan de Kamer sturen.
Minister Hillen: Dan wil ik wel weten wat de vragen zijn. De heer Ten Broeke heeft mij gevraagd of mij bekend is hoeveel schepen aan het omvlaggen zijn. Mij is bekend dat het er vier à vijf zijn. Het getal 22 heb ik nog niet gehoord. Wij houden dat niet bij. Ik zal aan de minister van Infrastructuur en Milieu moeten vragen welke cijfers op haar ministerie bekend zijn. Het antwoord zal ik de Kamer op tijd toesturen.
De heer Ten Broeke (VVD): Ik wil het even heel helder maken. De minister gaf zelf al aan dat er sprake is van omvlaggen. Wij willen graag weten hoe veel schepen dat betreft en wat de minister bekend is. Dat kan hij samen met zijn collega van Infrastructuur en Milieu doen.
De voorzitter: Nee, mijnheer Ten Broeke, wij gaan het debat nu niet weer verbreden. Wij hebben net afgesproken dat wij ons houden aan de agenda.
De heer Ten Broeke (VVD): Ik heb een punt van orde, voorzitter. U moet ook even uw eigen orde in de gaten houden. U liet deze vragen toe omdat de minister over de VPD's begon. U wilde dit rondje vragen afmaken. Ik ben de laatste in dit rondje. Ik vraag daarnaar. Ik vraag ook begrip van de collega's. Ik begrijp dat zij door willen praten over die andere zaken. Daarom vraag ik om een brief. In die brief moeten wat mij betreft twee punten aan de orde komen. Het eerste is het omvlaggen; daar moet helderheid over komen. Het tweede betreft de ontwikkelingen in de regelgeving in de ons omringende landen op dit punt. Die brief ontvang ik graag voor het debat.
Minister Hillen: Ik heb nog even gekeken, maar het overleg van 14 juni gaat over de bestrijding van piraterij en niet zozeer over VPD's. Dat betekent dat deze vragen worden betrokken bij de driemaandelijkse rapportage die de Kamer krijgt. Die komt over enkele weken. Daarin zullen deze vragen in worden meegenomen. Ik denk dat dit een mooi moment is om te stoppen.
De voorzitter: Dat gevoel had ik ook. Ik ga naar de tweede ronde. Die mag kort zijn. Als de leden daar geen behoefte aan hebben, hoor ik dat ook graag.
De heer Ormel (CDA): Voorzitter. Ik dank de leden van de regering voor de beantwoording in eerste termijn. Ik heb geen nadere vragen.
De heer De Roon (PVV): Voorzitter. Ik heb het antwoord gemist op mijn vraag of die onderzeeboot nu inderdaad de gehele tweede helft van dit jaar wordt ingezet, of maar een deel daarvan.
Mevrouw Eijsink (PvdA): Voorzitter. Mijn vragen zijn beantwoord, waarvoor mijn dank. Dat was immers het doel van dit debat. Het is altijd goed als een minister zich laat meeslepen door zijn enthousiasme. Dat kan deze week geloof ik nog vier keer, waar het gaat om de vaste commissie voor Defensie. Wij hebben nog vier overleggen, waarvan twee over piraterij. Die betreffen iedere keer andere onderwerpen. Als het enthousiasme wordt beperkt tot wat er voorligt, is dat ook wel fijn.
Mevrouw Hachchi (D66): Voorzitter. Ook mijn vragen zijn beantwoord. Het is uitstekend dat de minister van Defensie de link legt tussen Ocean Shield en Atalanta. Dat lijkt mij duidelijk. Ik vind de relatie die hij legt met Vlissingen wel heel creatief, maar ik wil de Vlissingse mentaliteit niet tekortdoen.
De heer El Fassed (GroenLinks): Voorzitter. De collega's zijn heel kort geweest. Een aantal van mijn vragen is niet beantwoord. Ik wil terugkomen op het punt dat ik maakte over de verdubbeling van de kosten in relatie tot de verdubbeling van de effecten, dus de effectiviteit afgezet tegen de extra inzet. Welke extra effecten denken beide bewindslieden te bereiken? Hoe worden de effecten zorgvuldig gemeten in een evaluatie? Wanneer worden wij daarvan op de hoogte gebracht? Ik had ook nog een vraag over de helikoptercapaciteit, namelijk of dit de laatste twee helikopters zijn die Nederland kan inzetten. Ik vraag dit met het oog op eventuele verzoeken wat betreft bijvoorbeeld Soedan.
De heer Ten Broeke (VVD): Voorzitter. Ook ik dank beide bewindspersonen voor hun beantwoording, al zijn minister Rosenthal wat minder vragen gesteld. Ik denk dat het goed is dat Nederland in internationale fora als de Internationale Maritieme Organisatie en de Contactgroep Piraterij, blijft meespreken, maar ook meespelen. Meespelen doen wij inderdaad, zoals de minister van Defensie heeft aangegeven, door een nadrukkelijke link te leggen tussen beide operaties. De inlichtingencapaciteit van Ocean Shield, die wij nu aan het uitbreiden zijn, kan nadrukkelijk ook worden gebruikt bij Atalanta, waarin wij effectievere inzet kunnen plegen. Dat kan niet snel genoeg gebeuren, wat de VVD-fractie betreft.
Wij hebben er al eerder voor gepleit om te kijken naar de inzet van Apaches. Ik ben blij dat de minister al heeft gezegd dat hij daar onderzoek naar zal doen en dat hij nu ook de principiële bezwaren tegen de mogelijke inzet tegen dit wapen laat varen. De wapens die een Apache aan boord heeft, de Hellfires, kunnen vanaf 8 km. worden afgeschoten met een buitengewone nauwkeurigheid. Dat is nog eens effectief ingrijpen op het land, met enige veiligheid daarbij.
Mevrouw Hachchi (D66): Voorzitter. Hier maak ik bezwaar tegen, ook procedureel. Ik wil een punt van orde maken. De heer Ten Broeke spreekt over de uitbreiding van de operatie Atalanta; een punt dat door een meerderheid van de Kamer controversieel is verklaard, maar nu weer door de VVD-fractie op tafel wordt gelegd. Ik wil dat u hier wat strenger op toeziet, voorzitter.
De voorzitter: Ik geloof dat ik u nu al drie keer heb gevraagd om zich te houden aan de agenda voor dit debat, mijnheer Ten Broeke. De collega's doen dat ook. Ik vind dat ook u dat moet doen.
De heer Ten Broeke (VVD): Totale nonsens, voorzitter. De minister heeft de combinatie gemaakt, ik heb de combinatie gemaakt. Zelfs de fractie van D66 heeft zojuist in haar tweede termijn aangegeven dat er wel degelijk een logische combinatie tussen die twee is. Het staat mij als volksvertegenwoordiger op elk moment vrij om elk debat aan te grijpen om relevante elementen naar voren te brengen. Dit is een relevant element voor mijn fractie, zoals in het verleden ook al is gebleken. De relevantie is niet afgenomen door de beantwoording van de minister. Ik breng dat hier dus gewoon naar voren in mijn tweede termijn, omdat het voor ons een aangelegen punt is.
De voorzitter: Ik heb geen oordeel over de vraag of dingen relevant zijn. Ik heb een oordeel over de vraag of zij passen binnen de vastgestelde agenda.
De heer Ten Broeke (VVD): Dat gold ook voor de VPD's. U hebt de vragen daarover nota bene zelf toegestaan.
De voorzitter: Ik heb helemaal niets toegestaan. Kom!
De heer Ten Broeke (VVD): U riep er zelfs toe op, voorzitter. Maar goed, wij zullen hier geen uitgebreid procedureel debat van maken zo tegen half elf 's avonds. Ik denk dat het punt dat ik namens de VVD-fractie heb proberen te maken, helder is. De vragen die ik daarover heb gesteld, zijn ook gewoon beantwoord. Dat maakt al dat zij binnen de orde van het debat vielen, want ook dat hebt u toegestaan.
De voorzitter: Ja, ja, ja ...
Mevrouw Hachchi (D66): Even voor de duidelijkheid: de relatie tussen Ocean Shield en Atalanta is gelegd, ook door de minister. Dat betrof de missie Atalanta zoals zij nu loopt. De heer Ten Broeke haalt daar een uitbreiding van een missie bij die niet is besproken en die niet op de agenda staat vandaag. Dat is niet juist. Elk Kamerlid gaat over zijn eigen woorden, maar de heer Ten Broeke schept hier verwarring doordat hij twee verschillende missies door elkaar haalt.
De heer Ten Broeke (VVD): Mevrouw Hachchi had het over de ontwikkelingshulp die zij aan het land wil geven. In andere debatten heeft zij gesproken over de kustwacht die zij ingezet zou willen zien. Dat zijn zaken die vandaag ook niet aan de orde zijn en die worden ook gewoon toegestaan. Met andere woorden, ik ben volkomen binnen de orde gebleven.
De voorzitter: Mijnheer Ten Broeke, het is mooi geweest. Ik geef het woord aan de heer Van Dijk.
De heer Jasper van Dijk (SP): Voorzitter. Ik dank de regering voor de antwoorden. Ik steun de minister volledig in zijn standpunt over de zwaardmacht. Ik steun ook de uitbreiding van deze missie, maar dat gaan wij misschien in een volgende termijn doen. In dat geval zou ik te vroeg zijn, maar ik dacht tijd te besparen. Ik had nog een vraag over het onderscheid tussen deze twee missies, Atalanta en Ocean Shield. Ik begrijp heel goed dat dit lastig te maken is, dat er overlap is en dat men elkaar assisteert en informeert. Los van de vraag welke missies en uitbreidingen ervan je steunt, stel ik vast dat je ervoor moet oppassen dat je geen schijndiscussie gaat voeren als je over de uitbreiding van het mandaat gaat praten. Nederland steunt dat uitgebreide mandaat immers indirect nu al.
Minister Hillen: Voorzitter. Ik heb gezegd dat de onderzeeër voor twee maanden wordt ingezet, zeg ik tegen de heer De Roon.
De heer El Fassed vroeg naar de verdubbeling van de kosten en de verdubbeling van de effecten. Het effect van militair ingrijpen is natuurlijk nooit zo te berekenen. Wij gaan er harder in en gaan meer kosten maken omdat wij een eind willen maken van de overlast door piraterij. Om dat te doen, moet je soms exponentieel meer inzetten. De wateren die het betreft, zijn enorm groot. Daar moeten veel middelen voor worden ingezet. Uiteraard meten wij de resultaten. Bij de evaluaties kunnen wij daarover spreken. Ik kan op dit moment niet zeggen dat doordat wij twee keer zoveel inzetten, er twee keer zo veel gaat gebeuren. Het is een bewuste keuze van de Nederlandse regering, maar ook van Ocean Shield, om de inspanningen om piraten aan te pakken te versterken. Wij worden daarin mede gesteund door het feit dat de aanpak die afgelopen tijd aan het groeien was, resultaten begint op te leveren. Wij denken dus dat wij op de goede weg zijn. Wij zullen evalueren als wij weer wat verder zijn en de resultaten hiervan zichtbaar kunnen zijn.
De heer El Fassed vroeg of het de laatste twee helikopters zijn. Voor de Cougar hebben wij niet veel ruimte meer. Het gaat overigens niet alleen om helikopters. Als je ergens een helikopter inzet dan hoort daar een complete crew bij, ook voor onderhoud en weet ik wat allemaal niet meer. Het is dus veel meer dan alleen twee helikopters. Wij hebben op het ogenblik geen ruimte om helikopters ter beschikking te stellen voor Soedan. Wij zitten op dit moment met een onderbezetting van de transportcapaciteit. De NH-90's beginnen zo langzamerhand binnen te ruimte. Ik heb nu geen ruimte om veel meer te doen dan ik nu al beschikbaar stel.
De heer Van Dijk vroeg naar het verschil tussen Ocean Shield en Atalanta, of die mandaten niet in elkaar overlopen. Die zitten inderdaad dicht bij elkaar. De kunst is om ze goed uit elkaar te houden en dat gebeurt ook. De twee organisaties weten dondersgoed wat de caveats, de nationale voorbehouden, zijn van de verschillende landen. Daar wordt goed rekening mee gehouden. Landen weten ook precies wat zij kunnen doen binnen Ocean Shield en wat binnen Atalanta. De heer Van Dijk heeft er gelijk in dat deze missies broer en zus van elkaar zijn, dat zij heel dicht bij elkaar zitten. Zij vullen elkaar aan. Atalanta bestaat een jaar langer, is in 2008 begonnen. Ocean Shield is in 2009 gestart en is op het ogenblik iets groter dan Atalanta. Ocean Shield is langer van te voren gepland. Atalanta is op een wat kortere termijn gepland. Dat soort verschillen bestaat. De commandovoering geschiedt vanaf de NAVO, voor de rest van dit jaar door onze eigen Ben Bekkering. Het is mooi dat wij ook op dit punt daar zo goed vertegenwoordigd zijn.
De voorzitter: Dank u wel, minister. Hiermee wil ik graag het debat over dit onderwerp besluiten. Ik hoor graag de adviezen van de fracties. Ik meld dat de fractie van de ChristenUnie en de fractie van de SGP hebben laten weten dat zij niet bij dit debat aanwezig konden zijn en dat zij instemmen met het voorliggende voorstel.
De heer Ormel (CDA): Voorzitter. Ik dank de bewindspersonen voor hun beantwoording.
De voorzitter: Nee, geen hele betogen. Ik wil graag uw advies hebben.
De heer Ormel (CDA): De CDA-fractie kan instemmen met het opnieuw inzetten van een onderzeeboot ten behoeve van operatie Ocean Shield. Wij stemmen ook in met het besluit om de capaciteit van Hr.Ms. Rotterdam uit te breiden met een tactische UAV en het schip uit te rusten met een versterkte eenheid van mariniers. Wij wensen betrokken militairen een behouden vaart en een veilige thuiskomst.
De heer De Roon (PVV): De fractie van de PVV kan van harte instemmen met de beoogde verlenging van Ocean Shield en de uitbreiding van de werkzaamheden. Volledige steun daarvoor. Ook wij wensen de bemanningen veel succes en een behouden thuiskomst.
Mevrouw Eijsink (PvdA): De fractie van de PvdA steunt de uitbreiding en wenst de mannen en vrouwen veel succes en ook veel plezier bij hun werkzaamheden.
Mevrouw Hachchi (D66): De D66-fractie steunt het voorstel. Ook mijn fractie wenst de bemanning een behouden vaart toe.
De heer El Fassed (GroenLinks): Piraterijbestrijding is noodzakelijk, maar vergt een aanpak waarin oog is voor structurele oplossingen. Dat is voor mijn fractie belangrijk. De missie heeft haar nut bewezen. Ook om die reden geeft mijn fractie steun aan deze missie. Deze steun is echter niet oneindig. Mijn fractie verwacht meer van een extra inzet op juist het politieke proces om de falende staat Somalië te begeleiden naar economische ontwikkeling en stabiliteit, en bij de vorming van een rechtsstaat. Er komt waarschijnlijk een moment in de toekomst dat mijn fractie deze dure vorm van symptoombestrijding niet meer nuttig acht. Mijn fractie verwacht daarom een goede evaluatie van de extra militaire inzet waarvoor nu wordt gekozen. De effectiviteit van de missie moet zichtbaar vergroot zijn. Tot slot wensen wij de bemanning veel succes, een behouden vaart en een veilige thuiskomst.
De heer Ten Broeke (VVD): Ook van de VVD-fractie steun voor de uitbreiding van de missie Ocean Shield. Dat geldt voor zowel de mannen en vrouwen ter zee, zowel boven als onder de waterspiegel, als in de lucht. Wij wensen een behouden thuiskomst en veel sterkte bij de opgedragen taken daar.
De heer Jasper van Dijk (SP): Steun aan de missie en een behouden vaart.
De voorzitter: Ik dank de bewindslieden en de collega's en ik sluit de vergadering.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29521-193.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.