nr. 119
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2009
Naar aanleiding van de vraag van het lid Irrgang (SP) in het algemeen
overleg op 29 juni jl. over de EU-missie ATALANTA (29 521, nr. 114),
naar het standpunt van de Nederlandse regering ten aanzien van de aanpak van
illegale visserij voor de kust van Somalië, bied ik u hierbij, mede namens
de minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
deze brief aan.
De Nederlandse regering is van mening dat illegale visserij ongewenst
is.
Dat er sprake is van problemen op het gebied van Illegale, Ongemelde en
Ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) in de Somalische Exclusieve Economische
Zone (EEZ) is ons bekend. Dit wordt ook door de FAO vastgesteld. Volgens schattingen
van de FAO zijn er ongeveer 700 schepen onder buitenlandse vlag in de Somalische
EEZ die zich volledig richten op IOO-visserij. De directe oorzaak is het gebrek
aan controle en handhaving in de EEZ van Somalië. De Somalische overgangsregering
is niet in staat de vangsten te controleren of toe te zien op de visbestanden.
De achterliggende oorzaak hiervan is de slechte politieke- en veiligheidssituatie
in Somalië en de zwakke positie van de Somalische overgangsregering.
Somalië is al decennialang het terrein van een burgeroorlog; een groot
aantal groepen bevecht elkaar en de Somalische overgangsregering. Mede als
gevolg van dit conflict is het niet alleen op land bijzonder onveilig, maar
is ook de veiligheid op zee in het geding vanwege piraterij.
Er is geen bilateraal visserijakkoord van kracht tussen de EU en Somalië.
Dergelijke akkoorden worden gesloten op verzoek van de visserijsector en vervullen
alleen een functie indien zij voldoende gecontroleerd en gehandhaafd kunnen
worden. In Somalië is dat op dit moment niet het geval. Er zijn geen
schepen onder Nederlandse vlag die in de Somalische EEZ vissen, en de Europese
Commissie heeft aangegeven dat er bij eerder onderzoek geen schepen van EU-lidstaten
zijn gesignaleerd die illegaal in de Somalische EEZ vissen.
Nederland heeft het probleem van illegale visserij voor de kust van Somalië
dit jaar ook op de agenda van diverse internationale fora geplaatst, onder
andere in de Contact Group on Piracy off the Coast of Somalia en binnen de
EU in de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB, 27 juli
2009). De RAZEB heeft geconcludeerd dat bij de discussie over het versterken
van de maritieme capaciteiten in de regio, ook milieubescherming en bescherming
van visserij onderwerpen van aandacht moeten zijn. Intussen bespreekt de EU
de mogelijk-heden tot het nemen van concrete stappen om de situatie in en
om Somalië te verbeteren. Nederland heeft in de discussie aangedrongen
dat de EU beschikbare maritieme data (luchtfoto’s en satellietbeelden)
met Somalië deelt, zodat de problematiek van smokkel, piraterij en illegale
visserij effectiever aangepakt kan worden. Ook heeft Nederland gepleit voor
actualisering van internationale rapporten over de problematiek van illegale
visserij en uitbreiding van gerelateerde programma’s van de Europese
Commissie.
Momenteel wordt binnen de genoemde Contactgroep een studie verricht naar
regionale capaciteitsopbouw tegen piraterij. De Europese Unie beziet ook de
mogelijkheden voor dergelijke capaciteitsopbouw, in de bredere context van
de inzet om een veiliger situatie in Somalië te bevorderen. De opbouw
van maritieme capaciteiten maakt nadrukkelijk onderdeel uit van toekomstige
initiatieven om regionale capaciteiten te versterken. Dit zal ook de controle
op visserij voor de kust van Somalië ten goede moeten komen. Diverse
lopende initiatieven voor capaciteitsopbouw worden reeds door Nederland gesteund.
Zo levert Nederland rechtstreeks en via de EU een financiële bijdrage
aan de implementatie van de Djibouti Code of Conduct. Dit betreft door de
International Maritime Organisation (IMO) gefaciliteerde afspraken tussen
acht Oost-Afrikaanse landen en Jemen, onder andere om handhavingscapaciteiten
en kustwachten te versterken.
Nederland zet zich ook in bredere zin in om illegale visserij tegen te
gaan. Er bestaan internationaal afspraken die betrekking hebben op IOO-visserij
en in de EU wordt op 1 januari 2010 een systeem operationeel dat het
onmogelijk moet maken dat vis die illegaal is gevangen, op de Europese markt
komt. Dit systeem komt alle landen en regio’s waar sprake is van IOO-visserij
ten goede.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg