29 517 Veiligheidsregio’s

Nr. 98 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juni 2015

In het AO Externe Veiligheid en Handhaving van 19 juni 2014 heb ik toegezegd u te informeren over onderzoeken naar de brand bij Shell Moerdijk van 3 juni 2014, zodra de resultaten daarvan beschikbaar zijn.

Onderzoek door de omgevingsdienst naar vervolgschade

Door de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) is in opdracht van het bevoegd gezag, gedeputeerde staten van Noord-Brabant, een onderzoek ingesteld naar de vervolgschade.

Op 4, 5 en 6 juni 2014 zijn zes bedrijven in de directe omgeving van het ongeval door de omgevingsdienst bezocht. Hierbij heeft de omgevingsdienst gekeken naar de directe gevolgen voor de bedrijven door de explosie en de brand.

Volgens de omgevingsdienst is bij twee van de zes bedrijven schade ontstaan aan binnenwanden, gevel en roldeuren. Bij de vier overige bedrijven is geen noemenswaardige fysieke schade opgetreden. Bij één bedrijf is de productie stilgelegd en is de site ontruimd.

Er is in dit onderzoek door de omgevingsdienst niet gekeken naar vervolgschade als gevolg van het uitvallen van Shell als toeleverancier.

Onderzoeken door Shell

Shell heeft na een intern onderzoek naar de oorzaak van de brand op 19 september 2014 via de eigen website gecommuniceerd. Daarin geeft het bedrijf aan dat door een overdruk in de reactor van de fabriek voor de productie van styreen-monomeer en propeenoxiden zich een explosie voordeed, die resulteerde in een brand. De overdruk is volgens het bericht veroorzaakt door een onverwachte reactie tussen de katalysator en ethylbenzeen.

Shell heeft over het ongeval op 14 oktober 2014 een tussentijds rapport en op 22 april 2015 vervolgens een definitieve rapportage gestuurd naar de OMWB.

De rapportages zijn conform art 17.2 lid 3 Wet milieubeheer aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) doorgestuurd als nadere informatie op de melding van het ongewoon voorval.

De ILT heeft na beschouwing van de rapportage van 22 april 2015 de omgevingsdienst een aantal vragen voorgelegd over de exacte toedracht en oorzaak van de brand.

De omgevingsdienst onderschrijft de relevantie van de nader gevraagde informatie, en heeft aangegeven dat het bedrijf gevraagd is deze uiterlijk 19 juni 2015 aan te leveren.

Dat betekent dat ik u daarover nu nog niet inhoudelijk kan informeren.

De BRZO-toezichthouders zullen in hun periodieke inspecties de acties die Shell in de rapportage aangeeft controleren.

In de brief van 17 juli 2014 meldde ik u dat onderzoek wordt verricht door het Openbaar Ministerie en door de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Beide partijen rapporteren daarover zo nodig zelf.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven