29 517 Veiligheidsregio’s

Nr. 89 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2014

Tijdens het Algemeen Overleg Nationale Veiligheid, crisisbeheersing en brandweer van 25 september 2014 heb ik toegezegd uw Kamer vóór de begrotingsbehandeling van Veiligheid en Justitie bij brief te informeren over de stand van zaken over de convenanten die de veiligheidsregio’s hebben gesloten met de drinkwaterbedrijven (Kamerstuk 29 517, nr. 88).

Om een actueel beeld te verkrijgen heb ik bij de veiligheidsregio’s en bij de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland (VEWIN), als vertegenwoordiger van de drinkwaterbedrijven, navraag gedaan naar de stand van zaken omtrent de convenanten met de drinkwaterbedrijven. De mij aangeleverde informatie levert het volgende beeld op:

Afgesloten convenanten

23 veiligheidsregio’s hebben een convenant met drinkwaterbedrijven gesloten, één veiligheidsregio doet dit vóór het einde van 2014 en één veiligheidsregio doet dit in 2015. Laatstgenoemde regio heeft daartoe inmiddels met haar drinkwaterbedrijven een actielijst opgesteld ter voorbereiding op dit convenant.

Risicoprofiel

Alle veiligheidsregio’s hebben hun risicoprofiel met betrokkenheid van drinkwaterbedrijven opgesteld. De veiligheidsregio’s geven aan dat bij nieuwe risicoprofielen wederom de drinkwaterbedrijven betrokken worden.

Oefenen

In 21 veiligheidsregio’s is gezamenlijk met drinkwaterbedrijven geoefend, in vier veiligheidsregio’s nog niet. Overigens ervaren veiligheidsregio’s en drinkwaterbedrijven een hoge oefendruk. Dit leidt in sommige gevallen, aan beide zijden, tot het afhouden van oefeningen, terwijl regelmatiger oefenen ieders wens is.

Begin dit jaar hebben de veiligheidsregio’s Kennemerland, Noord-Holland Noord, en Zaanstreek Waterland een Interregionaal Netwerk Vitale Veiligheid Noord-Holland gevormd. Hierin worden op structurele wijze afspraken gemaakt en vindt afstemming plaats over opleiden, trainen en oefenen. De veiligheidsregio’s bepalen samen één gezamenlijk oefenmoment met een vitale partner. Dit bevalt de veiligheidsregio’s goed en de drinkwaterbedrijven benoemen dit ook als good practice.

Alarmering en bereikbaarheid

De drinkwaterbedrijven hebben bij alle gemeenschappelijke meldkamers hun bereikbaarheidsgegevens aangeleverd. De veiligheidsregio’s zijn in het algemeen van mening dat er ten aanzien van de alarmering en bereikbaarheid afdoende afspraken zijn gemaakt. VEWIN meldt dat volgens de drinkwaterbedrijven in 15 veiligheidsregio’s afdoende afspraken op dit gebied zijn gemaakt, maar dat met tien veiligheidsregio’s nog specifieke afspraken moeten worden gemaakt over de aard van meldingen en incidenten waarover partijen elkaar dienen te informeren. De betrokken drinkwaterbedrijven zijn/gaan hierover in gesprek met deze veiligheidsregio’s en willen dit eind 2014 met doorloop naar 2015 geregeld hebben.

Aanstelling liaison en toegang tot netcentrische applicatie

Alle veiligheidsregio’s hebben met de drinkwaterbedrijven afspraken over contactpersonen ten tijde van een incident.

De netcentrische applicatie «Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS)» is eigendom van de veiligheidsregio’s. Zij hebben afgesproken dat het de afweging van de individuele veiligheidsregio’s zelf is om te bepalen of en hoe externe partners een account krijgen. Veiligheidsregio’s gaan hier verschillend mee om. Een aantal drinkwaterbedrijven heeft standaard toegang tot LCMS. Een aantal drinkwaterbedrijven krijgt toegang wanneer er een incident plaatsvindt, waarbij de drinkwatervoorziening een aandachtpunt is, en andere regio’s wachten op landelijke afspraken hierover.

Communicatie- en voorlichtingsstrategie

In ruim twintig veiligheidsregio’s zijn de drinkwaterbedrijven betrokken bij de communicatie- en voorlichtingsstrategie. Bij de overige veiligheidsregio’s zijn hierover in de convenanten afspraken gemaakt en volgt de implementatie van deze afspraken uiterlijk in 2015.

Deelname crisisteam

Bijna alle veiligheidsregio’s hebben afspraken gemaakt over de participatie van drinkwaterbedrijven in crisis-overlegstructuren. Eén veiligheidsregio maakt deze afspraken in het kader van het dan te sluiten convenant in 2015.

Knelpunten

Aan de veiligheidsregio’s en drinkwaterbedrijven heb ik de vraag voorgelegd of zij nog knelpunten ervaren bij de samenwerking. Een veelgehoord knelpunt is dat regio’s te maken hebben met meerdere drinkwaterbedrijven binnen hun gebied en drinkwaterbedrijven op hun beurt weer te maken hebben met meerdere veiligheidsregio’s. Dit is voor zowel de veiligheidsregio’s als voor de drinkwaterbedrijven een breed gesignaleerd knelpunt. Regio’s geven tevens aan dat de oefendruk om met de verschillende vitale partners en andere crisispartners te oefenen erg groot is.

Reactie op de stand van zaken

Ik constateer op basis van de mij aangereikte informatie dat in de meeste veiligheidsregio’s de samenwerking met de drinkwaterbedrijven formeel is geborgd en dat in de overige veiligheidsregio’s dit binnenkort of in 2015 zijn beslag krijgt. Drinkwaterbedrijven hebben te maken met meerdere veiligheidsregio’s en veiligheidsregio’s met meerdere crisispartners, waaronder vitale waarvan drinkwaterbedrijven er één van zijn. Een good practice hoe hiermee kan worden omgegaan is de aanpak van het Interregionaal Netwerk Vitale Veiligheid Noord-Holland, zoals hierboven beschreven bij het thema oefenen.

Belangrijker nog dan de formele kant van de samenwerking is de feitelijke samenwerking. Het vertrouwen in kraanwater en de drinkwatervoorziening is zeer hoog en daardoor staan de consequenties van uitval niet bij iedereen op het netvlies. Drinkwaterbedrijven hebben maatregelen genomen om de kans op- en het effect van uitval te beperken. Veiligheidsregio’s en drinkwaterbedrijven hebben elkaar nodig. Zo is tijdige alarmering van drinkwaterbedrijven bij bijvoorbeeld incidenten met gevaarlijke stoffen van groot belang. Dan worden zij in staat gesteld te bepalen of de drinkwatervoorziening in gevaar is en of maatregelen moeten worden getroffen. En indien er sprake is van verstoring of uitval van de drinkwatervoorziening, dan vereist de inzet van nooddrinkwater een enorme logistieke operatie, waarbij veiligheidsregio’s en gemeenten een groot aantal taken hebben. Drinkwater is niet alleen een primaire levensbehoefte, maar ook van belang voor de volksgezondheid en economische activiteiten.

Ik heb uw Kamer met mijn brief van 2 juli 20141 geïnformeerd over de afspraken die ik heb gemaakt met het Veiligheidsberaad over de drie gezamenlijke doelstellingen. Eén van deze doelstellingen betreft de continuïteit en veerkracht van de samenleving (voorkomen van maatschappelijke ontwrichting door grootschalige uitval van ICT, telecom, energie en drinkwater). Het doel is de verdere aansluiting te versterken van de risico-inventarisaties en de operationele plannen van het Rijk, de veiligheidsregio’s en crisispartners en versterking van de samenwerking bij het opleiden, trainen, bijscholen en oefenen. De drinkwatervoorziening is één van de aspecten van deze gezamenlijke doelstelling. Het is van belang dat de samenwerking tussen de veiligheidsregio’s en de drinkwaterbedrijven ook nu al waar nodig in de praktijk wordt versterkt. Daarom zal ik bij het Veiligheidsberaad het belang van deze samenwerking onderstrepen, en aandacht vragen voor tijdige alarmering van drinkwaterbedrijven bij bijvoorbeeld incidenten met gevaarlijke stoffen, voor een eenduidige lijn van de veiligheidsregio’s bij het verlenen van toegang aan vitale partners tot LCMS en voor het oefenen. Hierbij zal ik de good practice van het Interregionaal Netwerk Vitale Veiligheid Noord-Holland onder de aandacht brengen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Kamerstuk 29 517, nr. 85

Naar boven