29 517 Veiligheidsregio’s

Nr. 254 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juni 2024

Het lid Mutluer (Groenlinks-PvdA) heeft tijdens de procedurevergadering van de vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid van 29 mei 2024 verzocht om een kabinetsreactie op de inbreng van de Unie van Waterschappen voor het commissiedebat Nationale veiligheid, brandweer en crisisbeheersing 4 juni 2024.

Allereerst wil ik benadrukken dat de waterschappen een cruciale partner zijn in de crisisbeheersing. De evaluatiecommissie van de Wet Veiligheidsregio’s heeft in haar rapport1 geadviseerd in de toekomst niet meer een opsomming van specifieke partners in de wet op te nemen, maar om crisisbeheersing vorm te geven via netwerksamenwerking. In de contourennota versterking crisisbeheersing en brandweerzorg2 heb ik uw Kamer geschreven dat ik het niet noodzakelijk acht om in de regelgeving een uitputtende opsomming te geven van alle specifieke partners op het terrein van crisisbeheersing waarmee moet worden samengewerkt. Dit betekent niet dat veiligheidsregio’s niet meer hoeven samen te werken met (de voorzitters van de) waterschappen en ook niet dat (de voorzitters van de) waterschappen niet meer in de wet genoemd zullen worden.

Momenteel wordt onderzoek uitgevoerd naar de samenwerking tussen waterschappen en veiligheidsregio’s en hoe deze samenwerking versterkt kan worden. De resultaten hiervan worden na de zomer verwacht. Ik zal de uitkomsten van dit onderzoek op hoofdlijnen met uw Kamer delen en ook de uitkomsten betrekken bij de wijziging van de Wet veiligheidsregio’s. Daarmee voldoe ik aan het verzoek van de Unie van Waterschappen en wacht ik het onderzoek af, alvorens de Wet veiligheidsregio’s gewijzigd zal worden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 29 517, nr. 195.

X Noot
2

Kamerstuk 29 517, nr. 225.

Naar boven