Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2018
Tijdens het algemeen overleg nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg
van 21 december jl. (Kamerstuk 29 517, nr. 137) heb ik Uw Kamer toegezegd te reageren op de motie van het lid Van Raak (SP)1 inhoudende het verzoek in kaart te brengen hoe hoog de vergoedingen van bestuurders
van veiligheidsregio’s zijn en maatregelen te nemen op het moment dat de Wet normering
topinkomens (WNT) – norm wordt overschreden. Hierbij doe ik deze toezegging gestand.
In de motie wordt gevraagd naar bestuurders van veiligheidsregio’s. De categorie functionarissen
bij de veiligheidsregio’s die onder de reikwijdte van de WNT valt is echter ruimer
dan alleen de bestuurders. Daarom heeft de informatie betrekking op de bezoldiging
van alle WNT-topfunctionarissen van de veiligheidsregio’s, waaronder de bestuurders.
Aan alle 25 veiligheidsregio’s is een informatieverzoek gericht. De periode waarop
de informatie betrekking heeft zijn de jaren 2015 en 2016, in casu de twee meest recente
jaren waarover verantwoording in de jaarrekening is vastgelegd.
Uit de van de veiligheidsregio’s ontvangen informatie blijkt dat geen van de bestuurders
een bezoldiging van de veiligheidsregio heeft ontvangen.
Met uitzondering van één veiligheidsregio bedroeg de bezoldiging van de overige topfunctionarissen
een lager bedrag dan het bedrag dat in de WNT als maximum is vastgesteld, in casu
voor 2015: € 177.000,– en voor 2016: € 178.000,–.
De uitzondering betreft de bezoldiging van een topfunctionaris in 2015. De overschrijding
van het maximum bedroeg € 15.411,–.
Deze is het gevolg van een afspraak die de veiligheidsregio met betrokken functionaris
heeft gemaakt over een compensatie voor het verliezen van het recht op een overgangsregeling
in verband met het afschaffen van functioneel leeftijdsontslag.
De mij verstrekte informatie geeft mij geen aanleiding tot het nemen van maatregelen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhausxml1, 0