Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 februari 2022
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) is per 1 juli 2017 ingesteld met als kerntaak
de toetsing van voorgenomen regelgeving op regeldruk. In maart 2021 is ATR eenmalig
verlengd met 1,5 jaar tot 1 december 2022. ATR is een tijdelijk adviescollege, ingesteld
op basis van de Kaderwet adviescolleges. De termijn waarvoor ATR is ingesteld kan
niet nogmaals worden verlengd.
Het is mijn voornemen om, in lijn met het regeerakkoord, de opvolger van ATR te versterken
en meer middelen te geven. Dat versterken wil ik onder meer doen door de nieuwe instelling
een meer permanent karakter te geven. Het instellen dient te geschieden bij wet. Hierbij
informeer ik u over mijn voornemen.
Met een dergelijke nieuwe instelling wordt beoogd de periodieke discussie over een
opvolger te voorkomen en de bekendheid te vergroten. Hiernaast is gebleken dat het
bij de beperking van regeldruk vooralsnog niet meer gaat om «de advisering over een
in de tijd beperkt vraagstuk» waarvoor de optie van tijdelijke colleges in de Kaderwet
bedoeld is. Tenslotte sluit het beter aan bij de situatie in de rest van Europa ten
aanzien van het toezicht op regeldruk. Veelal hebben regeldrukcolleges in andere EU-lidstaten
ook een meer permanent karakter.
De verantwoordelijkheid voor een goed lopend wetgevings- en beleidsproces, alsmede
de aandacht voor regeldrukeffecten ligt primair bij de departementen. In de periodieke
evaluatie van de opvolger van ATR wordt meegenomen of de regeldrukeffecten van voorgenomen
beleid en regelgeving binnen alle departementen stelselmatig en structureel goed in
kaart worden gebracht en meegewogen. Dan wordt ook de noodzaak van de instelling bezien.
Het huidige Instellingsbesluit van ATR legt de nadruk op toetsing van de gevolgen
voor de regeldruk van voorgenomen regelgeving. In 2020 is ATR geëvalueerd. Uit de
evaluatie door Bureau Berenschot1 blijkt dat het ATR aan de criteria van de evaluatie heeft voldaan ten aanzien van
zijn kerntaak. Uit deze evaluatie bleek dat circa 80% van de adviespunten worden opgevolgd.
Volgens deze evaluatie is «brede consensus geconstateerd dat een onafhankelijk adviescollege
bijdraagt aan een hogere kwaliteit van wetgevingsdossiers, voor wat betreft de regeldruk.»
Zonder ATR zou de kwaliteit van wetgevingsdossiers volgens de respondenten lager zijn
voor wat betreft de regeldruk. Hieruit trek ik de conclusie dat ook een opvolger van
ATR deze kerntaak zou moeten vervullen.
Mijn intentie is dat de bevoegdheden van de opvolger, gegeven de adequate uitvoering
van de taken, in de basis overeen zullen komen met de bevoegdheden van het huidige
ATR. De kerntaak van de opvolger blijft daarmee gefocust op het toetsen van voorgenomen
regelgeving op de gevolgen voor de regeldruk in een (zeer) vroege fase van de besluitvorming
en hierover te adviseren aan de regering dan wel aan een der Kamers.
Naast meer permanent maken ben ik voornemens om de opvolger van ATR met een aantal
aspecten te versterken. Daarmee geef ik uitvoering aan de motie van het lid Graus
c.s.2 van 3 november 2021.
Eventuele toegevoegde aspecten moeten aansluiten op het nog nader vorm te geven regeldrukbeleid
van dit kabinet en mogen niet overlappen met de taken van de Raad van State.
Het is mijn intentie medio 2022 een wetsvoorstel voor een instellingswet bij uw Kamer
in te dienen waar ik de elementen van versterking in heb verwerkt.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens