nr. 301
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2009
In het VAO Regeldruk Bedrijven van donderdag 24 september jl. is
een motie ingediend door het lid Elias (TK 29 515, nr. 298). Ik
heb uw Kamer toegezegd schriftelijk te reageren op deze motie.
Bedoelde motie verzoekt de regering om tot een totale vermindering met
350 vergunningen(stelsels) te komen, en daartoe vóór 1 november
2009 met voorstellen te komen. Bij de motie is een bijlage gevoegd, waarin
wordt becijferd dat er op dit moment volgens de indiener van de motie 843
vergunningstelsels bestaan.
Omdat de indiener van de motie gebruik maakt van de cijfers uit het onderzoek
van bureau B&A dat eind 2008 in opdracht van het kabinet is uitgevoerd
naar mogelijkheden voor lex silencio positivo (TK 29 515, nr. 274),
zal ik eveneens dit rapport gebruiken.
Bij aanvang van het project Vereenvoudiging Vergunningen in 2006 waren
er 1077 vergunningstelsels. Dit getal wordt ook door de indiener van de motie
aangehaald. Zoals ook uit het B&A-rapport blijkt, vallen 94 stelsels achteraf
gezien niet onder de definitie «vergunning» (kolom «geen
sprake van vergunning/wettelijke basis onbekend» in het B&A-onderzoek).
Dit betreft gevallen waarbij achteraf door B&A is vastgesteld dat een
wettelijk stelsel ontbrak of alsnog geen sprake bleek van een vergunning,
zoals inschrijving in een register. Hier is geen sprake van een vergunning,
omdat niet hoeft te worden gewacht met het ondernemen van activiteiten tot
een beschikking daar is. Binnen het project Vereenvoudiging Vergunningen is
als definitie voor een vergunning gehanteerd: de beschikking op een aanvraag,
die toestaat voorgenomen activiteiten te verrichten die in de wetof regelgeving
verboden zijn.
Van de resterende 983 vergunningstelsels constateert B&A dat er medio
2008 in totaal 200 stelsels zijn afgeschaft, omgezet in meldingen of in algemene
regels dan wel is besloten tot toepassing van de lex silencio positivo. Medio
2008 was over nog eens 103 stelsels besloten deze eveneens af
te schaffen of om te zetten in meldingen of algemene regels, dan wel besloten
tot toepassing van de lex silencio positivo.
In mijn brief van 3 december 2008 over de mogelijkheden voor lex
silencio positivo (TK 29 515, nr. 274), kondigde ik de omzetting
van nog eens 24 stelsels naar lex silencio positivo aan (bij deze 24 zijn
ook de 9 lex silencio positivo’s meegenomen die medio 2008 in voorbereiding
waren). Ik gaf verder aan dat bij 21 stelsels de lex silencio positivo reeds
was ingevoerd of dat er al een besluit lag tot invoering van de lex silencio
positivo (het B&A rapport noemt op dit onderdeel een getal van 27 stelsels,
maar hier bleek sprake van een dubbeltelling doordat o.a. in de Omgevingsvergunning
een aantal vergunningen wordt samengevoegd). Verder meldde ik in mijn brief
van 3 december 2008 dat er 3 stelsels zouden worden afgeschaft of omgezet
in algemene regels.
In de brief van de minister van Justitie van 9 juli jl. (TK 29 515,
nr. 293) naar aanleiding van de motie-J.J. van Dijk cs (TK
31 579, nr. 18) over de lex silencio positivo, werden nog eens 45
omzettingen naar lex silencio positivo aangekondigd en 45 omzettingen van
vergunningstelsels naar algemene regels of afschaffing van regels. Uit de
tijdelijke AMvB Lex silencio positivo (TK 31 579, nr. 20) blijkt
dat er nog eens 22 lex silencio positivo’s worden ingevoerd bij de vergunningen
die onder de dienstenrichtlijn vallen. Zodoende komt het aantal overblijvende
vergunningstelsels uit op 668 en niet op de 843 vergunningstelsels zoals verondersteld
door de indiener van de motie.
De indiener van de motie telt de 94 stelsels die volgens het B&A-rapport
niet vallen onder de definitie «vergunning» op bij het aantal
vergunningstelsels. Daarnaast zit een groot verschil in de appreciatie van
de omzetting van vergunningstelsels naar een meldingsplicht. Volgens de door
het kabinet gehanteerde definitie van een vergunning betreffen dit dan geen
vergunningstelsels meer, de indiener van de motie trekt de omzetting naar
een meldingsplicht volgens de toelichting op de motie niet af van het aantal
vergunningstelsels
Ik heb uw Kamer tijdens het VAO al toegezegd dat ik graag door de Commissie
Regeldruk Bedrijven wil laten onderzoeken of er in meldingsplichten omgezette
vergunningstelsels meldingsplichten zijn die door ondernemers als belastend
worden ervaren. Dat maakt dergelijke meldingsplichten echter nog niet tot
vergunningen.
Van het gecorrigeerde oorspronkelijke aantal van 983 vergunningstelsels,
betreft 32% (in totaal gaat het om 315 stelsels) de voorgenomen en
grotendeels al gerealiseerde afschaffing, omzetting naar een melding of in
algemene regels. Daarnaast is voor 112 vergunningstelsels gekozen voor de
invoering van lex silencio. Van de 983 vergunningstelsels is dus in totaal
43% afgeschaft of vereenvoudigd.
In de motie vraagt de heer Elias om een additionele reductie met 350 vergunningstelsels
in de periode tot en met 2011. Ten opzichte van de overgebleven voorraad is
dat een vermindering met nog eens 65%.
Ik acht dit na alle inspanningen van het kabinet op dit vlak een weinig
realistische doelstelling. Ik ontraad daarom de motie. Dat neemt niet weg
dat ik te allen tijde bereid ben om te kijken naar aanpassingen van specifieke
vergunningstelsels die naar het oordeel van het bedrijfsleven zouden kunnen
of moeten worden vereenvoudigd. Signalen vanuit uw Kamer hierover neem ik
daarbij uiteraard ter harte.
De staatssecretaris van Economische Zaken,
F. Heemskerk