29 515
Kabinetsplan aanpak administratieve lasten

nr. 182
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 februari 2007

VWS werkt aan het terugdringen van de administratieve lasten, bureaucratie en regeldruk. Daarbij richten we ons op bedrijven, zorginstellingen, professionals in de zorg en burgers.

In deze brief ga ik specifiek in op de AWBZ-gefinancierde zorg en de aanpak van lasten voor instellingen en professionals die in deze sector werken.

In aanvulling op de eerder gepresenteerde plannen om administratieve lasten in de AWBZ terug te dringen heeft VWS nader onderzoek gedaan naar lasten, regels en bureaucratie die instellingen en professionals in de sector zelf als het meest belastend en ergerniswekkend ervaren: de beleefde lasten. In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van het onderzoek. Ik begin met een schets van de acties en voorstellen die al eerder in gang waren gezet.

1 Wat is al in gang gezet?

VWS heeft de afgelopen drie jaar maatregelen genomen om de administratieve lasten voor burgers en bedrijven te verminderen. U bent in eerdere brieven op gebied van de aanpak van administratieve lasten geïnformeerd over verschillende acties en voornemens die (ook) voor dit deel van de zorgsector relevant zijn. Ik loop de belangrijkste daarvan langs.

• Met mijn brief van 12 december 2006 (Tweede Kamer, 29 515, nr. 175) heb ik 10 maatregelen genomen om de administratieve lasten bij het pgb te verlagen.

• In dezelfde brief van 12 december 2006 heb ik aangekondigd met SZW en OC&W één of twee pilots uit te voeren waarin wordt nagegaan of door een participatiebudget verbetering optreedt in keuzemogelijkheden, kwaliteit en vermindering van administratieve lasten voor de deelnemers. De uitdaging is immers de burger centraal te stellen in plaats van de systemen.

• De invoering van het jaardocument (maatschappelijke verantwoording) voor de care. Dit jaardocument integreert de talloze aparte verantwoordingen die er nu zijn en bevat alle informatie die voor de stakeholders van instellingen, het toezicht en de financiële afrekening nodig zijn.

• In het verlengde van het jaardocument zet VWS strakke regie op de eventuele aanvullende informatievragen. De benadering is: nee, tenzij. Zie de brief van 10 maart 2006 (Tweede Kamer, 29 515, nr. 132).

• Er is een eenvoudige hygiënecode (HACCP/warenwet) voor zorginstellingen.

• De overheidssturing op de bouw van zorginstellingen verdwijnt binnen enkele jaren. De regelgeving voor onderhoud is al vereenvoudigd. Binnen enkele jaren verdwijnt ook de vergunning voor renovatie of nieuwbouw en is het aan instellingen zelf om risicodragend te investeren in kapitaal.

• Het berichtenverkeer in de AWBZ tussen CIZ, zorgkantoren en zorgaanbieders wordt door betere benutting van het AZR-systeem en de invoering van het burgerservicenummer in 2007 in lijn gebracht.

• De aanbevelingen uit het rapport van de commissie De Beer op gebied van verlaging van de administratieve lasten op het gebied van de indicatiestelling zijn door het CIZ uitgevoerd.

• De NZa is gestart de bestaande beleidsregels kritisch door te lichten. Op basis daarvan komt de NZa met voorstellen die tot een substantiële vermindering van de in het veld ervaren lasten- en regeldruk moet leiden.

• In het programma «Stroomlijning Indicatieprocessen in Zorg en Sociale Zekerheid», werken de ministeries van SZW en VWS samen met het CIZ, het UWV en het CWI en een aantal gemeenten aan de vermindering van administratieve lasten voor de burger die een voorziening aanvraagt. Zie mijn brief van 21 maart 2006 (Tweede Kamer, 29 515, nr. 134). Deze samenwerking zal medio mei 2007 tot de eerste resultaten leiden.

2 Onderzoek «beleving» van administratieve lasten

Bij het ontwikkelen van acties en beleid om tot reductie van lasten te komen is de focus grotendeels gericht geweest op de informatieverplichtingen in regels en wetten van de rijksoverheid en de daaraan verbonden lastendruk, berekend volgens een standaardkostenmethode. Een nadeel van die aanpak is dat geen rekening wordt gehouden met het feit dat informatieverplichtingen kunnen samenvallen met de eigen informatiebehoefte van een instelling met het oog op de eigen bedrijfsvoering en daardoor niet per se «een last» zijn. Een ander nadeel is dat bureaucratie die door andere partijen dan de overheid zelf wordt veroorzaakt geen aandacht krijgt. Daarnaast maakt deze benadering de «irritatiedimensie» niet zichtbaar: in welke mate ervaart men het nut van een informatieverplichting en ervaart men bijvoorbeeld een regel en een daarbij behorend werkproces als proportioneel en efficiënt?

De VWS-commissie administratieve lasten zorg (externe commissie), die VWS adviseert over de aanpak, heeft hier in de brochure «Een kwestie van vertrouwen» al op gewezen. VWS heeft eind 2005–begin 2006 door de combinatie PWC – It Cares – M&I/Kompas in kaart laten brengen welke administratieve lasten instellingen en medewerkers van instellingen zelf ervaren en beleven. Het onderzoeksrapport «Reduceren administratieve lasten: meer dan schrappen van regelgeving» is in juni 2006 gereed gekomen en treft u bijgaand aan.1

Het onderzoek is een verdere uitwerking en verdieping van bevindingen uit regionale bijeenkomsten van de VWS-commissie en werkbezoeken die door het departement zijn afgelegd. Ook de inzichten en actiepunten uit het project Alexander (de uitwerking van het convenant met de branche-organisaties in de AWBZ voor het onderdeel administratieve lasten) zijn meegenomen.

In het onderzoek is nagegaan wat voor instellingen de omvang is van de administratieve handelingen die voortvloeien uit regels van de overheid of verplichtingen die andere partijen opleggen. Die omvang is vervolgens gerelateerd aan de waarde die de desbetreffende informatie voor de zorginstelling zelf heeft. De ervaren administratieve lasten zijn hoog als er veel handelingen moeten worden uitgevoerd in combinatie met een beperkt nut van de verzamelde informatie voor de eigen bedrijfsvoering.

Het onderzoek van PWC c.s. heeft in hoofdlijnen de volgende conclusies opgeleverd:

• ongeveer de helft van de ervaren lasten komt voort uit (omvangrijke of als overbodig ervaren) regelgeving en de wijze waarop in de uitvoering met regels wordt omgegaan (uitvoeringspraktijk);

• een aanmerkelijk deel van de ervaren lasten hangt samen met de wijze van implementeren van nieuwe regels;

• voor een ander deel ontstaan hoge ervaren lasten doordat een instelling onvoldoende op de hoogte is van het waarom van een regel;

• het veld ervaart nog geen daling van de lasten als gevolg van de ingezette projecten;

• ten slotte ontstaan veel lasten wanneer instellingen met meerdere zorgkantoren te maken hebben en grote verschillen ondervinden in de informatie die zorgkantoren vragen.

Daarnaast heeft het onderzoek een rangorde (een top-30) opgeleverd van administratieve lasten knelpunten die de instellingen in de AWBZ ervaren (zie paragraaf 1.18 van het onderzoeksrapport). Hiermee kom ik tegemoet aan uw verzoek in het algemeen overleg van 16 november 2005 om een top 10 van de meest irritante regels voor de AWBZ op te stellen.

De onderzoekers doen drie hoofdaanbevelingen voor een effectievere aanpak van de administratieve lasten in de AWBZ:

• betere communicatie:zorg als overheid dat het veld sneller en beter op de hoogte is van veranderingen zodat zij daar tijdig op kunnen inspelen; stem de veranderingen beter op elkaar af;
• onderhoud wet- en regelgeving:schrap nog meer overbodige regels, beloon «goede» instellingen met minder verantwoordingsverplichtingen en breng versnipperde regels bij elkaar;
• meer zelfregulering:stimuleer dat zorgaanbieders, overheden en (controlerende) bestuursorganen elkaar meer aanspreken op wat ze zelf kunnen doen.

Veel van de in het onderzoek gesignaleerde knelpunten worden al opgepakt in lopende trajecten. Ik noem er een aantal:

• het toezicht van de IGZ wordt beter afgestemd, in het kader van het programma «Eenduidig Toezicht», op dat van andere toezichthouders om overlap en dubbele belasting te voorkomen;

• het aantal enquêtes, monitors en onderzoeken neemt de komende jaren af als gevolg van het project samenhang beleidsinformatie van VWS;

• de werklast bij de jaarlijkse verantwoording gaat verminderen (project jaardocument), en;

• binnen enkele jaren gaan de overheidsregels en -procedures op gebied van de bouw verdwijnen.

Na deze «schifting» blijft er nog een reeks knelpunten over waarop de belangrijkste aanbevelingen van de onderzoekers ook betrekking hebben. VWS heeft eind 2005 en 2006 een factsheet uitgebracht met daarin de belangrijkste veranderingen in de AWBZ. Deze factsheet is een opmaat naar een permanente internetvoorziening over de AWBZ. Op het terrein van het onderhoud van het regelsysteem is de NZa gestart met het doorlichten van de eigen beleidsregels. Ik verwacht van deze doorlichting al in 2007 concrete resultaten. De aanpak van de overige knelpunten hangen samen met de keuzen die in de kabinetsformatie over de AWBZ worden gemaakt. Ik laat het aan de nieuwe bewindspersoon om de verdere aanpak vorm te geven.

4 Tot slot

Het onderzoek laat zien dat het veld nadrukkelijk behoefte heeft aan het verder verminderen van administratieve lasten en regeldruk. Nu er nieuwe slagen worden gemaakt om de AWBZ toekomstbestendiger te maken, is aandacht voor administratieve lasten, regeldruk en communicatie van groot belang. Het gaat zowel om het verder vereenvoudigen of afschaffen van (beleids)regels als om een betere onderlinge samenwerking.

Ik realiseer me dat door de vele veranderingen in en rond de AWBZ veel instellingen een hoge «aanpassingsdruk» ervaren. Tegelijkertijd verwacht ik dat alle investeringen die we nu doen, onder meer in verbetering van de indicatiestelling, in verandering van het bouwregime, in het AZR en in intramurale bekostiging na een periode van gewenning tot structureel lagere administratieve lasten zullen leiden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven