Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29515 nr. 1 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29515 nr. 1 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag,9 april 2004
Hierbij bieden wij u het kabinetsplan aanpak administratieve lasten aan. Het betreft een uitwerking van de doelstelling uit het Hoofdlijnenakkoord om de administratieve lasten in deze kabinetsperiode met een kwart te verminderen.
Bijgaande nota geeft de hoofdlijnen aan van de acties die worden genomen om deze doelstelling te realiseren. Tegelijkertijd sturen de ministers van VWS, VROM, SZW, JUS, LNV, V&W, OCW, FIN en EZ een nadere toelichting op de plannen die op hun departementen zullen worden uitgevoerd.
De voortgang van de uitvoering van de plannen zal voortaan deel uitmaken van de begrotingscyclus en in de Miljoenennota en departementale begrotingen en jaarverslagen terugkomen.
Met dit kabinetsplan wordt ook invulling gegeven aan het verzoek van de Vaste Commissie voor Financiën van 10 november 2003 (51-03-Fin) waarin wordt gevraagd om een reactie op een voorstel voor het afschaffen van overbodige regels en onnodige administratieve lasten en de motie Fierens van 19 februari 2004 (Kamerstukken II, 2003–2004, 29 362, nr 10) waarin wordt gevraagd om een stappenplan voor de Europese aanpak van administratieve lasten.
MEER RUIMTE VOOR ONDERNEMERS DOOR MINDER LASTEN
Van lastenproductie naar lastenreductie
De afgelopen decennia heeft de overheid geprobeerd voor alle grote en kleine problemen van onze steeds complexere samenleving eigenhandig een oplossing te vinden. De hoeveelheid regelgeving die hierdoor is ontstaan, grijpt diep in onze samenleving in en legt een groot beslag op de bewegingsvrijheid van burgers en bedrijven. Dit kabinet staat een andere aanpak voor, waarbij de overheid kritischer en terughoudender is in wat zij regelt en hoe zij het regelt.
De vermindering van de administratieve lasten voor bedrijven maakt deel uit van die bredere aanpak. Het kabinet wil de administratieve lasten deze kabinetsperiode met een kwart verminderen. Hierbij gaat het zowel om het verminderen van de administratieve lasten uit bestaande regelgeving als het zoveel mogelijk beperken van nieuwe administratieve lasten uit voorgenomen regelgeving. Dat is hard nodig. De omvang van de lasten bedraagt namelijk met € 16,4 miljard 3,6% van het BBP. Vermindering van de lasten zorgt voor versterking van onze economie en herstel van de concurrentiekracht van Nederland.
Alle departementen hebben zich in de afgelopen maanden ingespannen om plannen voor vermindering van de administratieve lasten te ontwikkelen. Het kabinet presenteert in deze brief een overzicht van die plannen: overbodige regels worden geschrapt en wel noodzakelijke regels worden zo mogelijk slimmer ingericht, zodat ondernemers daar met minder kosten en tijdverlies aan kunnen voldoen. Waar drie voorgaande kabinetten een lastenreductie van € 1 miljard hebben gerealiseerd, leveren de huidige voorstellen een vermindering op met € 3 miljard. Het beeld per jaar is als volgt:
Bruto reductie in mrd euro | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
(cumulatief) | |||||
0,3 | 0,8 | 1,2 | 2,5 | 3,0 |
Het bedrijfsleven is intensief betrokken geweest bij de opstelling van de plannen. Via zogenaamde Gemengde Commissies of andere groepen waarin het bedrijfsleven betrokken is, zijn vele opties voor reductie van lasten uitgebreid de revue gepasseerd.
Met de huidige voorstellen wordt al 18% reductie gehaald. De voorliggende plannen betekenen dan ook een grote eerste stap. Voor het overgebleven deel inventariseert het kabinet extra reductiemogelijkheden. Dit is ook nodig omdat er nieuwe lasten aankomen, bijvoorbeeld als gevolg van de nieuwe Wet financiële dienstverlening en nieuwe Europese richtlijnen over voedselveiligheid en stoffen (REACH). Ook deze nieuwe administratieve lasten moeten worden gecompenseerd.
Departementen kijken op hun eigen terreinen en over de schutting om samen op een aantal terreinen stapeling van administratieve lasten op te lossen. Het kabinet beziet bijvoorbeeld de regelgeving bij gevaarlijke stoffen en toezicht. Ook de mogelijkheden van inzet van ICT worden (inter)departementaal uitgewerkt. Het bedrijfsleven blijft hierbij uiteraard betrokken.
Een maximale inzet in Europa is essentieel, omdat ruim 40% van de administratieve lasten rechtstreeks voortvloeit uit internationale (voornamelijk Europese) regelgeving. Deze regelgeving is er overigens niet voor niets: de harmonisatie van regels in Europa levert over het algemeen belangrijke voordelen op voor ondernemers en komt ook vaak in de plaats van nationale regels. Dit neemt niet weg dat nieuwe Europese regels zo lastenarm mogelijk moeten worden ontworpen en dat onnodige lasten in bestaande regels moeten worden aangepakt. Het kabinet zal het EU-voorzitterschap, dat Nederland de tweede helft van 2004 bekleedt, benutten om ook op het Europese podium vooruitgang te boeken in de vermindering van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Ook in deze Europese aanpak is daarbij overigens de steun van het bedrijfsleven onontbeerlijk.
De coördinatie van de ambitieuze kabinetsdoelstelling ligt in handen van het ministerie van Financiën in nauwe samenwerking met Economische Zaken. Via de begrotingscyclus wordt op de voortgang toegezien. Realisatie van de in deze brief gepresenteerde voorstellen vormt een eerste stap. De voortgang van de uitvoering en inventarisatie van aanvullende plannen presenteert het kabinet in de Miljoenennota 2005. Verder zal het kabinet volgend voorjaar, als de onvermijdelijke toenames in beeld zijn gebracht en aanvullende voorstellen zijn geïnventariseerd, departementale administratieve lastenplafonds vaststellen om de realisatie van de reductiedoelstelling te ondersteunen.
Administratieve lastenverlichting creëert ruimte voor ondernemers. Berekeningen van het CPB laten zien dat de lastenverlichting een positief effect heeft op de arbeidsproductiviteit in de marktsector, de concurrentiekracht, de output in de marktsector en de economische groei. Op lange termijn neemt het BBP met 1,5% toe. Het terugdringen van de bureaucratie in de collectieve sector speelt 24 000 arbeidskrachten vrij die ingezet kunnen worden voor het primaire proces (handen aan het bed) en kunnen bijdragen aan het vergroten van de output en het verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening in de collectieve sector. Ten slotte stelt het terugdringen van de bureaucratie werkgevers in staat om sneller te reageren op veranderende marktomstandigheden. Hiermee draagt het ook bij aan een sneller herstel van de economische groei.
1. Inleiding | 5 |
2. Startpunt | 8 |
3. De eerste stap: de concrete maatregelen tot nu toe | 11 |
4. De tweede stap: meer maatregelen | 18 |
Bijlage 1: overzicht reductieplannen | 25 |
Bijlage 2: monitoringsafspraken en -regels | 31 |
Bijlage 3: toelichting methodiek voor het bepalen van omvang en herkomst administratieve lasten | 33 |
Bijlage 4: rapportage macro-economische effecten vermindering administratieve lasten | 35 |
Een veelgehoorde klacht van ondernemers is dat ze te veel tijd en energie kwijt zijn aan het voldoen aan de informatievragen van de overheid. Informatievragen, waarvan het de ondernemer niet altijd duidelijk is waarom ze worden gesteld, waarom zo vaak of weer opnieuw. De tijd en energie die hen dit kost, willen ze liever besteden aan ondernemen.
Het kabinet zet in op vermindering van bureaucratie en regelzucht. Dat is ook nodig. De overheid heeft zich in de afgelopen decennia, onder invloed van verschillende ontwikkelingen en incidenten, te veel de rol aangemeten van probleemoplosser die probeert om voor alle grote en kleine problemen van een steeds complexer wordende samenleving een oplossing te vinden. Dit gebeurt veelal via het afkondigen van nieuwe wetten en regels. Deze hebben ertoe geleid dat het regelsysteem steeds complexer en bureaucratischer is geworden. Daarbij komt dat er meer Europese regelgeving op ons afkomt.
Het woud aan wetten en regels dat hierdoor is ontstaan, grijpt diep in in de samenleving en legt een groot beslag op de bewegingsvrijheid van burgers en bedrijven. Samenhang en logica van deze regels zijn voor burgers en ondernemers soms niet goed meer te begrijpen. De overheid is hiermee haar doel voorbij geschoten. Zoals ook RMO1 en WRR2 constateren, kunnen de maatschappelijke problemen niet worden opgelost met steeds meer van hetzelfde (meer regels, voorschriften en toezichthouders). De oplossing vraagt een andere aanpak, waarbij de overheid zich kritischer en terughoudender moet opstellen in wat zij regelt en hoe zij regelt. De overheid kan en moet niet altijd verantwoordelijkheden willen overnemen. De kabinetsvisie Andere Overheid gaat hier ook op in.3
De aanpak van de administratieve lasten voor bedrijven maakt deel uit van het bredere kabinetsbeleid dat gericht is op versterking van de economie en herstel van de concurrentiekracht van Nederland.
Deze aanpak zal verder ondersteund worden door:
• de in 2003 doorgevoerde versterking van de bestaande beoordeling van voorgenomen regelgeving op effecten voor bedrijfsleven, milieu en uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid;
• de initiatieven in het kader van het bevorderen van de economische dynamiek, bijvoorbeeld door stimulering van innovatie;
• de aanpak van strijdige regels.
Ook in internationaal verband heeft verbetering van de kwaliteit van regelgeving volop aandacht. Zo is in Europa recent een «Actieplan vereenvoudiging van verbetering van regelgeving» in het leven geroepen. Dit actieplan is een uitwerking van de Lissabon strategie om van Europa de meest concurrerende en welvarende regio te maken.
In het Hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet de ambitie geformuleerd in deze kabinetsperiode de administratieve lasten per saldo met een kwart ten opzichte van 31 december 2002 te verlagen. Hierbij gaat het zowel om het verminderen van administratieve lasten uit bestaande regelgeving, als het zoveel mogelijk beperken van administratieve lasten uit voorgenomen regelgeving.
Al drie kabinetten achtereen is geprobeerd de informatievragen van de overheid te beperken. Dat is tot op heden maar zeer ten dele gelukt, zo leert het resultaat van de afgelopen drie kabinetsperioden. In de periode 1994 tot en met 2002 is een administratieve lastenreductie van circa€ 1 miljard1 bereikt.
De realisatie van de plannen die in deze brief worden gepresenteerd vragen de komende jaren een stevige inspanning van alle partijen: van kabinet, parlement, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Die moet er toe leiden dat informatieverplichtingen in regelgeving worden vereenvoudigd, verminderd of zelfs afgeschaft. De ruimte die daardoor ontstaat, biedt perspectieven en kansen, maar geeft soms ook onzekerheid. Soms kan dat ook pijn doen omdat de overheid niet langer probeert alle problemen op te lossen, minder gedetailleerde voorschriften zal maken en dus soms minder «maatwerk» zal leveren voor specifieke situaties of belangengroeperingen. Dit vergt een actievere houding, meer zelforganisatie en dus ook meer eigen verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven. Deze nieuwe sturingsfilosofie van dit kabinet is ook de basis voor het project Andere Overheid.
Dit kabinet kiest daarom nu voor een rigoureuze aanpak samen met het bedrijfsleven. In deze brief presenteert het kabinet een concreet plan van aanpak over hoe deze doelstelling te realiseren.
Verklaring kernbegrippen administratieve lasten voor het bedrijfsleven
• Om haar publieke belangen te kunnen waarborgen, legt de overheid aan het bedrijfsleven en aan burgers verplichtingen op tot het doen of nalaten van handelingen of gedragingen (inhoudelijke verplichtingen) en daarnaast verplichtingen tot het verschaffen van informatie over die handelingen en gedragingen (informatieverplichtingen).
• Administratieve lasten zijn alleen die kosten voor het bedrijfsleven om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Dit omvat ook informatieverplichtingen aan derden (zoals bijvoorbeeld consumenten)
• Het bedrijfsleven wordt hier breed geïnterpreteerd, bijvoorbeeld ook instellingen in de zorg worden hiertoe gerekend.
De afgelopen maanden hebben alle departementen zich ingespannen om de administratieve lasten van duizenden regels onder de loep te nemen en te verminderen. Het bedrijfsleven is daar door departementen intensief bij betrokken via de Gemengde Commissies of andere groepen. Klachten, meldingen en andere suggesties van ondernemers hebben zodoende een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van de voorstellen.
Minder lasten
Deze operatie beperkt zich tot de vermindering van administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Er is uiteraard meer te zeggen over regelgeving dan alleen de administratieve lasten invalshoek. Een aantal voorbeelden:
• Minder andere lasten voor bedrijven: Een aantal vakministers heeft de operatie voor verlaging van de administratieve lasten verbreed door bijvoorbeeld andere (nalevings)kosten voor het bedrijfsleven kritisch te bezien, zoals bij LNV (stelselherziening mestregelgeving), V&W, JUS (vermindering transactiekosten in het contractenrecht; in kaart brengen lasten procesrecht), EZ, FIN (financiële markten) en bij VROM. Bij VROM is de administratieve lastenreductie gekoppeld aan de herijkingsoperatie, die als doel had voor het geheel van regelgeving van VROM na te gaan of de gestelde beleidsdoelen op het terrein van VROM met minder, eenvoudiger en beter gestroomlijnde regels kunnen worden gerealiseerd, waardoor ook de uitvoering en handhaving van die regels kan worden verbeterd
• Minder administratieve lasten voor burgers: Het programma Andere Overheid richt zich onder andere op het verminderen van administratieve lasten voor burgers.
• Efficiencyverbetering van overheidsorganisaties: OCW pakt de lasten bij scholen aan.
In deze brief presenteert het kabinet de «voorraad» en de (inter)nationale herkomst van de administratieve lasten (situatie eind 2002) en een overzicht van de plannen tot nu toe voor verlaging van deze lasten (hoofdstukken 2 en 3). Dit is een belangrijke eerste stap om de lasten in deze kabinetsperiode fors te verlagen. Ondertussen inventariseert het kabinet mogelijkheden om de administratieve lasten verder te verlagen (hoofdstuk 4). De voortgang hiervan meldt het kabinet in de Miljoenennota 2005. Volgend voorjaar zal het kabinet de departementale «administratieve lastenplafonds» vaststellen.
De coördinatie van deze operatie ligt bij het Ministerie van Financiën in nauwe samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken. De vorderingen van de administratieve lastenreductie voor het bedrijfsleven worden gevolgd via de jaarlijkse miljoenennota en departementale begrotingen (september) en de jaarverslagen (mei)1.
Dit plan van aanpak vraagt een kabinetsbrede inzet. Alle ministers dragen hieraan hun steentje bij en staan voor de plannen die ze hebben gemaakt. De vakministers zijn dan ook zelf verantwoordelijk voor de realisatie van hun plannen en sturen deze ook tegelijk met dit plan van aanpak naar het parlement.
Het realiseren van deze ambitie voor administratieve lastenreductie vereist dat bij de afwegingen in het kabinet, parlement, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties de administratieve belasting steeds een serieus aandachtspunt vormt. Administratieve lastenreductie is geen «aparte» operatie, maar is verbonden met de wijze waarop het kabinet haar ambities definieert en invult op álle terreinen. Om deze ambitie te kunnen realiseren is het nodig dat ook het parlement het streven om de administratieve lasten te verminderen steeds meeneemt in de afwegingen die zij maakt.
Macro-economische effecten vermindering van administratieve lasten
Het Centraal Planbureau heeft op verzoek van het kabinet een inschatting gemaakt van de macro-economische effecten van het verlagen van de administratieve lasten met een kwart. Het CPB verwacht dat de maatregelen leiden tot een stijging van de arbeidsproductiviteit met 1,7% en een toename van het BBP van 1,5%. Ook de werking van de arbeidsmarkt verbetert. Dit komt tot uitdrukking in een hoger arbeidsaanbod en een lagere evenwichtswerkloosheid.
In de collectieve sector leidt de verlaging van de administratieve lasten tot een vermindering van de bureaucratie. Hierdoor komen 24 000 werknemers die zich bezig houden met administratieve taken beschikbaar voor het primaire proces. Meer handen aan het bed in plaats van benen onder het bureau wordt hierdoor werkelijkheid. Dit draagt bij aan het vergroten van de output en het verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening van de collectieve sector. Om statistische redenen leidt deze arbeidsproductiviteitsgroei in de collectieve sector niet tot een hoger BBP. De welvaartswinst is dan ook nog groter dan de toename van het BBP suggereert.
Ook de private sector profiteert. Op lange termijn leidt het terugdringen van de bureaucratie in de bedrijvensector tot een verhoging van de arbeidsproductiviteit, een stijging van de werkgelegenheid, een verbetering van de concurrentiepositie en een vergroting van de export en de productie. Het duurt enige jaren om deze positieve effecten te bereiken. Op korte en middellange termijn loopt de werkloosheid op omdat de economie enkele jaren (5 tot 10 jaar) nodig heeft om zich aan te passen.
Het kabinet beoogt met de verlaging van de administratieve lastendruk ook het aanpassingsvermogen van de economie te vergroten. Minder bureaucratie stelt ondernemers in staat om sneller op veranderende (arbeids-) marktomstandigheden te reageren. Terugdringen van de bureaucratie draagt daarmee ook bij aan een snel herstel van de economische groei.
De rapportage van het CPB is te vinden in bijlage 4.
2.1 Stand van zaken administratieve lasten per 31 december 2002
Administratieve lasten zijn die kosten voor het bedrijfsleven om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit weten regelgeving van de overheid. De kabinetsbrede omvang van deze lasten per 31 december 2002 is in kaart gebracht. Deze inventarisatie («nulmeting») vormt het startpunt van deze operatie. Figuur 2.1 geeft het overzicht. De ramingen van administratieve lasten per 31 december 2002 komen uit op € 16,4 miljard. Dat komt overeen met 3,6% van het BBP.
De nulmeting maakt het mogelijk dat (1) gedetailleerd inzicht wordt verkregen in de administratieve lasten per wet, (2) inzicht wordt verkregen in de uitgangspunten en de basisgegevens waardoor (effecten van) reductievoorstellen goed kunnen worden gekwantificeerd, (3) alternatieven van voorgenomen wet- en regelgeving en de bijbehorende effecten gemakkelijk kunnen worden doorgerekend en (4) snel en betrouwbaar (op niveau van wetten) kan worden gerapporteerd over de ontwikkeling van administratieve lasten gedurende een kabinetsperiode. De omvang van administratieve lasten is bepaald op basis van een rekenmethodiek die wordt toegelicht in bijlage 3. De omvang van de administratieve lasten per departement loopt sterk uiteen. De administratieve lasten van Financiën, VWS, SZW en Justitie blijken meer dan driekwart van de totale omvang uit te maken. Meer dan de helft van de administratieve lasten blijken veroorzaakt te worden door een tiental wetten.
Figuur 2.1: verdeling omvang administratieve lasten over departementen in miljarden Euro's
De administratieve lasten die voortkomen uit de wet- en regelgeving van BZK zijn nog niet in dit overzicht opgenomen, maar zijn naar verwachting zeer beperkt1. BZK onderzoekt, in overleg met ACTAL, de omvang van administratieve lasten op een aantal wetgevingsterreinen preciezer. In de Miljoenennota 2005 wordt hierover gerapporteerd.
Top 10: wetgeving met hoogste administratieve lasten
De grootste veroorzakers van administratieve lasten voor het bedrijfsleven zijn de volgende wetten. Hierbij moet worden opgemerkt dat deze lijst alleen de wetten met de grootste administratieve lasten aangeeft. Het is geen weergave van de totale administratieve lasten op een bepaald beleidsterrein.
Wetgeving | Departement | Omvang (€ mld) | Informatieverplichting |
---|---|---|---|
Wet op de jaarrekening | Justitie | 1,5 | Opstellen jaarrekening en verstrekken van informatie daaruit |
Omzetbelasting | FIN | 1,4 | BTW vermelding op factuur, aangiften BTW, afdrachten belastingdienst |
Warenwet | VWS | 1,2 | Kwaliteits- en veiligheidsvoorschriften, waaronder etiketterings- en verpakkingsvoorschriften |
Wet Milieubeheer | VROM | 1,0 | Informatieverplichting m.b.t. o.a. milieuvergunningen, meldingen |
Loonbelasting | FIN | 0,7 | Loonadministratie en afdracht loonbelasting verzorgen |
Ziekenfondswet | VWS | 0,7 | Verplichte handelingen ten behoeve van de financiering van medische verrichtingen voor werknemers (declaraties) |
Coördinatiewet Sociale Verzekering | SZW | 0,6 | Loonadministratie bijhouden en afdracht premies voor de werknemersverzekeringen (onder andere WAO, WW) |
Inkomstenbelasting | FIN | 0,6 | Opstellen aangiften inkomstenbelasting |
Prijzenwet | EZ | 0,5 | Verplichting tot prijsvermelding artikelen |
Arbeidsomstandig-hedenwet | SZW | 0,5 | Inlichten werknemers, risico-inventarisatie inclusief plan van aanpak risico's arbeidsomstandigheden |
Totaal | 8,7 |
Herkomst van administratieve lasten
Figuur 2.2 geeft aan waar de administratieve lasten hun oorsprong hebben. Dit onderscheid geeft aan waar en hoe de administratieve lasten aangepakt kunnen worden. Het blijkt dat ruim 40% (€ 7 miljard) van administratieve lasten rechtstreeks voortkomt uit internationale regelgeving. Het aandeel nationale regelgeving is ongeveer even groot. De resterende 13% is internationaal voorgeschreven en nationaal vormgegeven. Uit de tabel blijkt dat er hier ook grote verschillen tussen de departementen bestaan. Overigens heeft Europese harmonisatie van regelgeving over het algemeen veel voordelen, en komt ook vaak in plaats van nationale regels. Het blijft uiteraard wel essentieel dat deze regelgeving zo lastenarm mogelijk wordt vormgegeven.
Het onderscheid haar herkomst van administratieve lasten is gebruikt bij het opstellen van de departementale reductieplannen en het opstellen van de EU agenda. In bijlage 3 wordt nader toegelicht hoe dit onderscheid is gemaakt.
Voorbeelden van irritante administratieve rompslomp voor het bedrijfsleven
Niet alleen de omvang van de administratieve lasten is relevant maar ook hoe deze lasten door de ondernemer worden ervaren. Sommige informatieverplichtingen zijn qua omvang van de administratieve lasten misschien niet zo groot, maar worden gevoelsmatig als grote last ervaren doordat deze zinloos worden gevonden. Hieronder een overzicht van de meest irritante administratieve rompslomp. Deze zijn afkomstig uit de meldingen die op de website www.administratievelasten.nl zijn binnengekomen en andere input vanuit het bedrijfsleven.
• De Wet Bescherming Persoonsgegevens geeft een overvloed aan voorschriften met betrekking tot het gebruik van persoonsgegevens en verplicht werkgevers alle gegevensbestanden die enigszins gevoelig worden geacht te melden bij een toezichthouder.
• Bedrijven moeten elke keer als de jaarrekening bij de Kamer van Koophandel is gedeponeerd dit publiceren in de Staatscourant. Daarbij wordt de Staatscourant ook toegestuurd aan het bedrijf. Niet alleen de kosten van de vermelding, maar ook de kosten van het bewijsnummer en de toezending daarvan worden doorberekend aan het bedrijf.
• De verplichting tot het maken van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) over de arbeidsomstandigheden leidt in de praktijk tot omvangrijke en gedetailleerde vragenlijsten. De wetgeving regelt bijvoorbeeld dat per theatervoorstelling een RIE moet worden uitgevoerd. Dit betekent alleen voor de theaterwereld al zo'n 20 000 (= aantal reizende voorstellingen) RIE's per jaar. Per bezoek moet een hele lijst aan checkpunten worden doorgenomen.
• Elke keer als een horeca-ondernemer een nieuwe leidinggevende in dienst neemt moet hij een nieuwe drank- en horeca vergunning én een nieuwe exploitatievergunning aanvragen.
• Een bedrijf wordt soms wel vijf keer per jaar gevraagd een CBS enquête in te vullen en is verplicht daaraan mee te werken. Zo worden bedrijven verplicht een vragenformulier «Productie Statistiek Industrie 2002» in te vullen welke zo complex van aard is dat zij soms genoodzaakt zijn om hiervoor een accountant te consulteren.
• Het bijhouden van de huidige mestboekhouding kost een veehouder circa € 3 800 per jaar. Tevens hierbij sprake van een grote stapeling van regelgeving.
• Een bedrijf wordt telkens geconfronteerd met verschillende definities, bijvoorbeeld bij het loonbegrip. Veel bedrijfspensioenfondsen kennen bijvoorbeeld eigen premieberekeningen op basis van verschillende grondslagen.
• Bedrijven moeten van vlees op het etiket vermelden waar het dier vandaan komt en wanneer het geslacht is, ook als het dier uit de EU komt.
Figuur 2.2: herkomst administratieve lasten per 31 december 2002
3. DE EERSTE STAP: DE CONCRETE MAATREGELEN TOT NU TOE
Op basis van de nulmetingen hebben de ministeries voorstellen geïnventariseerd om de administratieve lasten die voortvloeien uit weten regelgeving op hun departementen te verminderen. Alle departementen hebben hierbij het bedrijfsleven betrokken. Ambtenaren en bedrijfsleven hebben gezamenlijk advies uitgebracht aan de vakministers over hoe de administratieve lasten voor het bedrijfsleven van het betreffende departement in deze kabinetsperiode kunnen worden verlaagd. Paragraaf 3.2 en 3.3 lichten deze eerste voorstellen toe. Paragraaf 3.4 beschrijft hoe de uitvoering van de voorstellen wordt bewaakt en hoe zal worden omgegaan met eventuele toenames van administratieve lasten uit nieuwe regelgeving.
3.2 Vermindering van administratieve lasten eerste stap
Tabel 3.1 geeft een overzicht van de huidige departementale voorstellen voor vermindering van administratieve lasten en in welk jaar van deze kabinetsperiode de voorstellen worden gerealiseerd. De voorstellen tellen op tot ongeveer € 3 miljard administratieve lastenreductie. In de tabel worden bruto reducties weergegeven. Dit betekent dat de eventuele toenames van administratieve lasten door nieuwe regelgeving veelal nog niet gekwantificeerd zijn en daarmee dus ook niet in dit overzicht zijn vermeld.
Het saldo van toe- en afnames van administratieve lasten over 2003 wordt binnenkort gepubliceerd in het Financieel jaarverslag van het Rijk.
Qua invulling en uitvoering zijn de plannen zeer divers. Ze vallen uiteen in het schrappen van regels, anders vormgeven en harmoniseren van begrippen en/of vergunningen en efficiencyverbetering in de uitvoering van regelgeving, vaak gefaciliteerd door toepassing van ICT. Verder blijkt dat het merendeel van de reducties wordt behaald in de jaren 2006 en 2007. Dit heeft onder andere te maken met de lange doorlooptijd van wetgevingstrajecten.
Voor de informatieverplichtingen die rechtstreeks voortkomen uit Europese regelgeving worden in een aantal gevallen efficiencyverbeteringen in de uitvoering voorgesteld. Aanpassing van de Europese regelgeving zelf vraagt een ander traject (paragraaf 4.5). De uitkomst van dit traject is minder zeker, aangezien hiervoor de instemming van alle lidstaten vereist is. Eén onderdeel van het «Actieplan vereenvoudiging en verbetering van de regelgeving», het zogenaamde vereenvoudigingsprogramma, biedt hiervoor evenwel goede aanknopingspunten.
Tabel 3.1: Overzichtstabel reductiebeeld per departement per jaar1
3.3 Hoofdlijnen van de geïnventariseerde reductievoorstellen
Hieronder wordt kort aangegeven wat de ondernemer merkt van de belangrijkste voorstellen uit de eerste stap voor administratieve lastenreductie. Bijlage 1 geeft een systematisch overzicht van de reductiemaatregelen met een omvang van meer dan € 1 miljoen en de effecten voor de ondernemers. Een uitgebreider beeld van de actieplannen in hun specifieke context per departement is te vinden in de departementale actieplannen die tegelijkertijd met deze brief aan het parlement worden gezonden.
De administratieve lasten bij het ministerie van Financiën vallen uiteen in lasten voor de belastingen en het toezicht op de financiële markten. De grootste reducties op fiscaal terrein worden gehaald met het wetsvoorstel WALVIS en de samenvoeging van de heffing van de loonbelasting en de premies voor werknemersverzekeringen. Met het Fiscaal Pakket 20042 is een einde gemaakt aan de ingewikkelde administratie voor het woon-werkverkeer en wordt elektronische aangifte mogelijk. Op het gebied van de financiële markten wordt onder meer het toezicht vereenvoudigd en efficiënter georganiseerd. Zo zullen kredietinstellingen minder solvabiliteitsrapportages hoeven op te stellen en verzenden. Dat scheelt hen veel tijd en kosten. Een andere reductie kan worden behaald door aanpassing van de vorm en wijze van beschikbaarstelling van de Financiële Bijsluiter.
WALVIS/ SUB: loonergernissen opgelost
Op het terrein van de fiscale regelgeving en werknemersverzekeringen (sofi-domein) is een grote operatie (WALVIS/SUB) in gang gezet, gericht op harmonisatie van loonbegrippen, hergebruik van gegevens door inrichting van één centrale polisadministratie en de stroomlijning van de uitvoering door overdracht van de premie-inning naar de belastingdienst (SUB). De ondernemer hoeft hierdoor niet langer loongegevens aan verschillende instanties te leveren, zoals UWV, Belastingdienst, ziekenfondsen en CBS. Dat leidde tot veel ergernis. Vanaf nu is eenmaal aanleveren voldoende. Voor het sofi-domein (SZW en Financiën samen) leveren beide operaties € 276 mln. op.
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (€ 310 miljoen)
VWS realiseert de grootste reductie door automatisering van het declaratieverkeer tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder. Daarnaast schrapt VWS in de Ziekenfondswet onder meer de machtigingen voor het mogen leveren van zorg. Verder wordt de eigen bijdrage in de AWBZ vereenvoudigd. De inzet is om de vermindering van administratieve lasten te laten aansluiten bij een verdere verbetering van de informatievoorziening in de zorg ter vergroting van de transparantie in de sector.
Woon-werkverkeer
De ingewikkelde registratie woon-werkverkeer leverde veel irritatie op bij het bedrijfsleven. In combinatie met vereenvoudiging bij de belastingheffing wordt dit nu aangepakt. Dit alles betekent voor de ondernemer veel minder en veel eenvoudiger registraties.
Sociale Zaken en Werkgelegenheid (€ 472 miljoen)
De grootste reducties realiseert SZW bij de werknemersverzekeringen en de arbeidsomstandigheden. Op het terrein van de werknemersverzekeringen is een grote operatie (WALVIS/SUB) in gang gezet. Ook overweegt het kabinet, in combinatie met de invoering van de eerstedagsmelding, het afschaffen van de melding sociale verzekeringen. Verder zijn voor de arbeidsongeschiktheidswetgeving straks minder gegevens nodig door de verlenging van de loondoorbetaling en afschaffing van de WAZ. Ook is in combinatie met vereenvoudiging bij de belastingheffing een vereenvoudiging van de premieheffing gerealiseerd (o.a. woon-werkverkeer).
Op het terrein van de arbeidsomstandigheden, waarvan de regelgeving bij het MKB veel ergernis oplevert, heeft de Kamer het wetsvoorstel voor afschaffing van verplicht werkoverleg goedgekeurd en is inmiddels een aantal voorstellen voor vereenvoudiging van wet- en regelgeving in een Actieplan voorgelegd. Digitalisering, het laagdrempelig aanbieden van een risico-evaluatie en -inventarisatie (RI&E) per branche en vereenvoudiging van certificeringsregelingen leiden tot verdere verlaging van administratieve lasten. Tenslotte wordt de informatievoorziening aan het MKB verbeterd door beschikbaar stelling van betrouwbare en toegankelijke informatie via arbo.nl en via vertrouwde partijen (brancheorganisaties en administratiekantoren).
Digitale brancheRIE (risico-inventarisatie en – evaluatie)
De verplichting tot het maken van een risico-inventarisatie en -evaluatie over de arbeidsomstandigheden leidt in de praktijk tot omvangrijke en gedetailleerde vragenlijsten. Straks vult de ondernemer een, in samenwerking met de branche, op maat gemaakte digitale RI&E in die vergelijkbaar is met de belastingdiskette.
Standaardisering van de invoer van basisgegevens ten behoeve van de jaarrekening via toepassing van het XBRL-systeem (eXtensible Business Reporting Language) levert de belangrijkste bijdrage aan de reductievoorstellen van Justitie. Deze open standaard voor administratieve software en datatransmissie vergemakkelijkt de communicatie tussen overheid en bedrijven. De ingevoerde gegevens kunnen behalve voor de jaarrekening van bedrijven ook voor andere doeleinden gebruikt worden, zoals belastingaangiftes, statistiekverplichtingen, premieheffing werknemersverzekeringen. Door zoveel mogelijk begrippen te standaardiseren, hoeven minder vaak gegevens te worden opgevraagd bij de ondernemer. Door daarbij een betere aansluiting op de financiële administratie van bedrijven zelf te realiseren, kost dit de ondernemer minder tijd. Zie ook paragraaf 4.4. Naar verwachting zal niet de volledige opbrengst van dit voorstel (nu geraamd op ca. 420 mln) in deze kabinetsperiode kunnen worden gerealiseerd. Er is een spreiding van de besparingen voorzien waarbij 50 mln. in 2006, 300 mln. in 2007 en 70 mln. in 2008 gerealiseerd zal worden. Op basis van tussenresultaten in het project zal deze raming zo nodig worden bijgesteld.
Verder staan onder meer voorstellen voor invoering van elektronische communicatie t.b.v. het bijeenroepen van de algemene vergadering van aandeelhouders en digitalisering van meldingen ten behoeve van het Centraal testamentenregister op het programma.
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (€ 527 miljoen)
De belangrijkste maatregelen die VROM aankondigt zijn de VROM-vergunning, het brengen van vergunningplichtige bedrijven onder algemene regels en het vereenvoudigen van de algemene regels door onderscheid te maken tussen kleine, middelgrote en grote bedrijven.
Hierdoor zullen minder bedrijven een vergunning hoeven aan te vragen. De bedrijven die nog wel een vergunning moeten aanvragen hoeven nog maar één vergunning op de beleidsterreinen van VROM aan te vragen (integrale VROM-vergunning). Gegevens hoeven dus maar één keer aangeleverd te worden. Bedrijven die onder een meldingsplicht vallen hoeven slechts die informatie aan te leveren die echt noodzakelijk is.
Omvangrijkste reductievoorstellen Hierbij een overzicht van de meest omvangrijke voorstellen voor vermindering van administratieve lasten voor ondernemers. Zie voor een uitgebreid overzicht ook bijlage 1
Reductievoorstel | Ministerie | Omvang (€ mln) |
---|---|---|
Eenvoudige gegevensinvoer en informatie-aanlevering voor ondernemers tbv opmaken en overleggen van jaarrekeningen door meervoudig gebruik van informatie en waar mogelijk ook via harmonisatie van begrippen (toepassing XBRL) | Jus | 350 |
Uniformering loonbegrippen en samenvoeging heffing loonbelasting met premies werknemersverzekeringen. Inrichten één centrale administratie voor gegevens over arbeidsverhoudingen (Wetsvoorstel Walvis/Sub) | Fin en SZW | 276 tag="(PAG NR="15")">> |
Het brengen van vergunningplichtige bedrijven onder de 8.40 AMvB's waardoor meer bedrijven geen vergunning hoeven aan te vragen, maar kunnen volstaan met een melding. Dit betekent onder andere minder informatie-uitvraag. | VROM | 161 |
Schrappen handelingen in de uitvoering van de zorg, onder andere afschaffen contracteerverplichting en opheffen machtigingen tussen verzekeraar en aanbieder. | VWS | 150 |
Minder informatievraag en reductie van de kosten van overleg met het bevoegd gezag door invoeren VROM-vergunning. | VROM | 143 |
Vereenvoudigen van handelingen in de uitvoering zorg door automatiseren informatieverkeer tussen verzekeraar en zorgaanbieder (declaratiecasus) | VWS | 90 |
Afschaffen verplicht werkoverleg | SZW | 89 |
Vermindering en vereenvoudiging gegevensuitvraag vrachtbrief door inkrimpen vrachtbrief-verplichting wegvervoer | V&W | 79 |
Vereenvoudiging mestboekhouding/ -registraties via invoeren nieuw stelsel van mestwetgeving | LNV | 78 |
Elektronische oproeping vergadering aandeelhouders BV's en NV's in plaats van per post | JUS | 69 |
Totaal | € 1 485 |
Verkeer & Waterstaat (€ 273 miljoen)
Verkeer en Waterstaat bereikt de grootste reducties op de beleidsterreinen wegenverkeersrecht, goederenvervoer over de weg en zeevaart. Binnen het wegenverkeersrecht gaat het bijvoorbeeld om vereenvoudigingen in de bij te houden administraties en te volgen procedures voor kentekenbewijzen van auto's. Erkende voertuigbedrijven hebben de mogelijkheid om de tenaamstelling van verkochte voertuigen in het eigen bedrijf, in plaats van op het postkantoor, te verzorgen. Daarnaast wordt ten behoeve van erkende garagebedrijven verder gewerkt aan de mogelijkheden om het APK-keuringsbewijs te printen en verder te digitaliseren. Binnen het goederenvervoer over de weg levert versobering en digitalisering van de vrachtbrief in de Wet goederenvervoer de grootste vermindering van administratieve lasten. Daarnaast wordt de enquêtedruk verlicht. Deze reductie zal voordelen opleveren voor de wegvervoerders en verladers. Binnen de zeevaart schrapt V&W achterhaalde informatieverplichtingen betreffende schip en bemanning. De reductie hiervan komt ten goede aan de zeevaartbranche.
Één keer opvragen gegevens bij het binnenkomen van zeehavens
Er wordt gewerkt aan één elektronisch overheidsloket voor het doen van verplichte aangiftes bij het binnenkomen van havens. Samen met andere moderniseringsmaatregelen zullen de administratieve lasten bij toezicht op de zeescheepvaart ongeveer € 3,7 miljoen dalen.
Economische Zaken (€ 126 miljoen)
Economische Zaken haalt onder andere reducties door ICT toepassingen bij de Handelsregisterwet en de afschaffing van de vertaal- en waarmerkverplichting bij de Octrooiwet. Ondernemers kunnen straks bij de Kamers van Koophandel on-line inschrijven en bedrijfsgegevens wijzigen. Daarnaast worden door diverse maatregelen bij energie- en telecomwetgeving reducties bereikt.
Hoewel de administratieve lasten bij het CBS al sterk zijn teruggebracht, is een veelgenoemde ergernisfactor door ondernemers de medewerking aan enquêtes van het CBS. De reductie van de enquêtedruk wordt dan ook onverminderd voortgezet. Een andere veelgenoemde ergernisfactor door ondernemers is de verplichte publicatie in de Staatscourant van deponering van de jaarstukken. Deze verplichting zal worden geschrapt en vervangen door elektronische publicatie. Verder wordt door efficiencymaatregelen ten aanzien van de Prijzenwet administratieve lastenreductie bereikt. Participatie van het bedrijfsleven is hier essentieel.
Minder en eenvoudiger enquêtes
Het CBS zal in de komende jaren zoveel mogelijk gebruik gaan maken van gegevens die al bij andere overheidsinstanties beschikbaar zijn. Vooral de MKB-ondernemer zal in de komende jaren eenvoudiger en vooral minder enquêtes hoeven in te vullen. Verder gaat het CBS de invulling van vragenlijsten vergemakkelijken door meer gebruik te maken van ICT.
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (€ 106 miljoen)
De belangrijkste reductie binnen LNV komt door de drastische herziening van de mestwetgeving. Voor de ondernemers zal het nieuwe stelsel verschillen van het huidige door robuustheid (minder maatwerk), een risicobenadering (minder informatieverplichtingen voor grondgebonden bedrijven) en geen stapeling van regelgeving. Andere belangrijke reducties worden voorzien binnen de dierlijke wetgeving onder meer door het afschaffen van de verplichte registraties van bezoekers aan veehouderijbedrijven. LNV zal ook regels schrappen bijvoorbeeld over de rijkskeurmerken voor boter en kaas. Hierdoor zal het bedrijfsleven zelf meer inhoud moeten geven aan de eigen verantwoordelijkheid om kwaliteitsgaranties af te geven.
Mestwetgeving: naar een robuuster stelsel
Het bijhouden van de huidige mestboekhouding kost de veehouder ca € 3 800 per jaar. Het gaat hierbij om veel verschillende en gedetailleerde regels. Er komt met de herziening van de mestwetgeving een ander en robuuster stelsel dat tot vermindering van administratieve lasten leidt.
Onderwijs Cultuur en Wetenschap (€ 5 miljoen)
Meer dan 90% van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven bij OCW1 worden veroorzaakt door de Wet educatie en beroepsopleidingen binnen het domein van de beroepspraktijkvorming. Deze reductie wordt nagenoeg volledig gerealiseerd door wijziging van de procedures rond de erkenning van zogenaamde leerbedrijven. Als een bedrijf wil dienen als opleidingsplaats binnen een beroepsopleiding is het verplicht daarvoor een erkenning aan te vragen bij de daartoe bevoegde kenniscentra. Voorstel is om de verplichting tot erkenning per opleiding om te zetten in een generieke erkenning per sector en de geldigheidsduur van de erkenning te verlengen van 2 naar 4 jaar.
Parallelle interdepartementale trajecten: subsidies en aanbesteden
Voor subsidies en aanbestedingen door de overheid is een apart traject gestart dat parallel loopt aan de doelstelling tot vermindering van administratieve lasten.
Subsidies: vorig jaar is een inventariserend onderzoek uitgevoerd naar de omvang van de administratieve lasten voor bedrijven die samenhangen met het aanvragen en ontvangen van subsidies van de rijksoverheid. De omvang van administratieve lasten bij de in het onderzoek betrokken subsidieregelingen bleek sterk te variëren. Gemiddeld bedroegen de administratieve lasten 8% van het uitgekeerde subsidiebedrag. Op grond van de in het subsidieoverzicht rijksoverheid (SOR) opgenomen subsidie wordt in dit onderzoek het totale bedrag aan administratieve lasten geraamd op 108 miljoen euro1. Dit voorjaar komt voor alle departementen een meetinstrument beschikbaar aan de hand waarvan bij de vormgeving van nieuwe subsidieregelingen en de gebruikelijke periodieke evaluatie van subsidieregelingen in kaart kan worden gebracht welke administratieve lasten worden veroorzaakt en welke lastenarme alternatieven voor handen zijn.
Aanbestedingen door de overheid: er staat een aantal veranderingen op stapel rondom de aanbestedings-regelgeving. De lasten voor het bedrijfsleven die voortvloeien uit aanbestedingsregelgeving kunnen worden verminderd door uniformering van de op te vragen informatie bij de inschrijvers van aanbestedingen door de overheid. Dit zal waarschijnlijk betekenen dat één en ander vastgelegd moet worden in wet- en regelgeving, waardoor volgens de definitie nieuwe administratieve lasten ontstaan. Er is onder leiding van EZ een parallel traject gestart om te komen tot substantiële vermindering van de materiële lasten voor het bedrijfsleven.
3.4 Het bewaken van de uitvoering
Uitvoering van de voorstellen uit dit hoofdstuk is in ieder geval nodig om de doelstelling van het kabinet de administratieve lasten met een kwart te verminderen in 2007 te realiseren. Deze voorstellen zijn overigens deels al gestart in 2003 en begin 2004. Het kabinet heeft afgesproken over de voortgang van de reductiemaatregelen aan de Tweede Kamer te rapporteren in het kader van de begrotingscyclus.
Het is de bedoeling dat in 2005 departementale lastenplafonds worden vastgesteld. Bijlage 10 van de Miljoenennota 2004 (Spelregels administratieve lasten) vermeldde de uitgangspunten bij het vaststellen van die lastenplafonds. Er worden netto lastenplafonds vastgesteld en de plafonds zullen worden gehandhaafd. Dit impliceert dat het verantwoordelijke departement voor additionele administratieve lasten ten opzichte van het plafond compenserende maatregelen moet nemen. De monitoringsafspraken staan vermeld in bijlage 2.
Bij de vaststelling van de netto lastenplafonds per departement zal onder meer rekening worden gehouden met de effecten van onvermijdelijke nieuwe regelgeving. Slechts voor een aantal terreinen is bekend wat de toename van onvermijdelijke nieuwe regelgeving is; in de loop van 2004 zal die toename nauwkeuriger in beeld worden gebracht. De vaststelling van departementale (netto) lastenplafonds vindt mede daarom in het voorjaar van 2005 plaats. Tot die tijd geldt bij wijze van plafond de departementale (bruto) reductie-opgave, zoals in deze brief vastgelegd.
De inzet van het kabinet is om de administratieve lasten van nieuwe regels zoveel mogelijk te vermijden dan wel zo klein mogelijk te maken en deze nieuwe lasten dus te compenseren door extra reducties op bestaande regelgeving. Nieuwe regelgeving wordt hiertoe in de interdepartementale voorbereidingsfase getoetst op bedrijfseffecten, milieueffecten en wetgevingskwaliteit en door ACTAL expliciet getoetst op administratieve lasten.
Diezelfde alertheid op de administratieve-lasteneffecten van nieuwe maatregelen is noodzakelijk in Brussel. Voorbeelden van nieuwe administratieve lasten zijn de in voorbereiding zijnde Europese richtlijnen op gebied van voedselveiligheid en stoffen (REACH). De Nederlandse regering wil dat bij nieuwe Europese regelgeving zoals REACH de administratieve lasten zo beperkt mogelijk worden gehouden. In ieder geval moet worden vermeden dat bovenop de EU-regelgeving een «nationale kop» wordt gezet. In Nederland worden nieuwe voorstellen van de Europese Commissie beoordeeld in een interdepartementaal samenwerkingsverband en aan het parlement voorgelegd. Ook in die context wordt aandacht besteed aan de voorziene administratieve lasten van nieuwe voorstellen. Om die goed in kaart te kunnen brengen, moet evenwel de opzet van «impact assessments» van de Commissie worden verbeterd. (Zie paragraaf 4.5 voor nadere uitwerking).
4 DE TWEEDE STAP: MEER MAATREGELEN
Het kabinet brengt aanvullende voorstellen voor verlaging van administratieve lasten in kaart, de zogenaamde tweede stap. Allereerst omdat de nu getraceerde reductiemogelijkheden in totaliteit nog niet optellen tot de door het kabinet nagestreefde omvang. Bovendien moeten we er rekening mee houden dat gedurende de rit soms ook nieuwe administratieve lasten zullen ontstaan. Het kabinet volgt hierbij vier sporen:
• aanvullende departementale acties (4.2)
• interdepartementale thema's (4.3)
• efficiencyverbetering door inzet van ICT (4.4)
• verlaging administratieve lasten uit Europa (4.5)
Deze trajecten worden in de komende maanden verder uitgewerkt. De mogelijke opbrengst aan administratieve lastenreductie van deze aanvullende voorstellen zullen daarbij worden gekwantificeerd. In de Miljoenennota 2005 zal de voortgang hiervan worden gepresenteerd. Mede daarom stelt het kabinet pas in het voorjaar van 2005 de departementale administratieve lastenplafonds vast om de kabinetsdoelstelling van een kwart minder administratieve lasten te realiseren.
Nu het takenpakket van ACTAL is uitgebreid tot bestaande regelgeving, zal zij ook adviseren over aanvullende reductiemogelijkheden op dit gebied.
4.2 Aanvullende departementale acties
Het kabinet verkent de mogelijkheden van aanvullende departementale acties om de administratieve lasten te verminderen. Hieronder volgen de belangrijkste acties. In de departementale brieven wordt hier uitgebreider op ingegaan.
• De minister van SZW bekijkt onder andere mogelijkheden van aanvullende voorstellen tot vereenvoudiging van de regels rond de risico-inventarisatie en -evaluatie en de arbodienstverlening, vooral voor kleine ondernemers. Bij de internationaal bepaalde weten regelgeving vindt een onderzoek plaats naar reductiemogelijkheden voor verkleining van de nationale kop. Tot slot heeft de minister van SZW aan de Stichting van de Arbeid de vraag voorgelegd de mogelijkheid te onderzoeken van vermindering van administratieve lasten door ook bij aanvullende pensioenen het WALVIS-loonbegrip te benutten.
• De minister van Justitie verwacht door vereenvoudiging van het vennootschapsrecht aanvullende vermindering van administratieve lasten te kunnen realiseren. In november 2003 is een commissie van vertegenwoordigers van Justitie, EZ en externe deskundigen gestart. Deze zal in april 2004 rapporteren. Voorts zal een breed onderzoek worden gestart in verband met herziening van het stelsel van toezicht op vennootschappen (verklaring van geen bezwaar bij oprichting BV), gericht op vermindering van administratieve lasten.
• De minister van VROM heeft de mogelijkheden van administratieve lastenreductie aan de uitvoeringskant van wet- en regelgeving onder de loep genomen. De Gemengde Commissie, die hiermee aan de slag is gegaan, heeft een aantal concrete suggesties gedaan voor aanvullende maatregelen. Op dit moment worden deze suggesties uitgewerkt.
• De minister van VWS neemt in de komende maanden de administratieve lasten nog eens zorgvuldig onder de loep en brengt de aanvullende reductiemogelijkheden in kaart.
Parallel traject: aanpak administratieve lasten bij mede-overheden
Parallel aan de trajecten die bijdragen aan de kabinetsbrede taakstelling loopt een aantal acties gericht op vermindering van administratieve lasten bij gemeenten, provincies, waterschappen en PBO's.
• Gemeenten: De administratieve lasten worden bij 10 gemeenten in kaart gebracht in een samenwerking tussen het Rijk en de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Onderdeel van dit project is ook de ontwikkeling van een instrument om de administratieve lasten op lokaal niveau in kaart te brengen, te analyseren en te verminderen. In het kader van het Grote Stedenbeleid zal het aan de grootste 30 Nederlandse gemeenten worden aangeboden en prestaties op het terrein van de administratieve lastenreducties worden afgesproken (GSB 2005–2009). De minister van BZK neemt de uitrol van het instrument naar de andere gemeenten op zich.
• Provincies: Hier zal het Rijk met het InterProvinciaal Overleg een traject starten dat vergelijkbaar is met de aanpak bij gemeenten.
• Waterschappen: De omvang van administratieve lasten van waterschappen is beperkt (€ 6 miljoen). De waterschappen geven vooralsnog geen prioriteit aan reductie van deze lasten.
• Publiekrechtelijke bedrijfsorganen (PBO): Uit een eerste inventariserend onderzoek blijkt dat de administratieve lasten voor bedrijven circa € 75 miljoen bedragen. Deze lasten zijn bij enkele productschappen geconcentreerd en hebben met name betrekking op verordeningen op het terrein van kwaliteitsmanagement en ziektepreventie. Gecoördineerd door de SER lichten de product- en bedrijfschappen uiterlijk 1 juli hun verordeningen integraal door en uiterlijk 31 december 2004 is de inventarisatie van de reductiemogelijkheden afgerond.
4.3 Interdepartementale thema's
Belangrijke knelpunten in de informatieverplichtingen van ondernemers kunnen vaak niet direct worden toegeschreven aan bepaalde departementen, omdat ze «tussen» de verschillende overheidsinstanties en departementen in ontstaan, bijvoorbeeld bij stapeling van informatieverplichtingen, meervoudige gegevensaanlevering of onduidelijkheid over de van toepassing zijnde wetgeving. Dit brengt niet alleen onnodig hoge administratieve lasten voor de ondernemer met zich mee, maar levert ook veel irritaties op.
De aanpak van deze knelpunten vraagt goede samenwerking tussen ministeries, waarbij uiteraard zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij de ondernemer. De verantwoordelijkheid voor het aanpakken van deze knelpunten ligt bij de betrokken vakdepartementen. Het meest betrokken departement treedt hierbij veelal als trekker op. Er is een aantal projecten geïdentificeerd op basis van klachten en meldingen vanuit het bedrijfsleven. Tabel 4.1 geeft een overzicht van de concreet voorgenomen samenwerkingsprojecten tot nu toe. In paragraaf 4.4 wordt ingegaan op interdepartementale samenwerkingsprojecten met ICT.
Klankbordgroep van ondernemers
EZ en FIN roepen een klankbordgroep van ondernemers in het leven die in bredere zin het regeringsbeleid over regelgeving en concurrentiekracht zal begeleiden. Deze klankbord-
groep kan onder andere suggesties doen op het vlak van departementale en interdepartementale projecten voor verdergaande administratieve lastenreductie, maar kan ook een rol krijgen bij het genereren van ideeën en toetsen van mogelijkheden tot verlaging van overige nalevingskosten van regelgeving.
Via de aanpak van modelbedrijven en analyses van de opgeleverde nulmetingen worden meer nieuwe samenwerkingsprojecten geïnventariseerd. Onderdeel hiervan is ook een methodiek om de wijze van sturing op een bepaald beleidsterrein onder de loep te nemen. Voor dit laatste wordt onder andere aansluiting gezocht bij het project andere overheid, waar dit ook een belangrijk thema vormt.
Bij de aanpak van modelbedrijven fungeert de praktijksituatie bij een reëel bedrijf, dat het modale bedrijf in een sector vertegenwoordigt, als vertrekpunt. De administratieve lasten in de verschillende levensfasen van dat bedrijf worden in kaart gebracht. Zo ontstaat een op de praktijk gebaseerd inzicht in de stapeling, overlap en eventuele strijdigheden van de administratieve lasten (tijdens de verschillende levensfasen) op bedrijfsniveau. Dit levert input voor nieuwe interdepartementale thema's en departementale voorstellen die evt. samen met medeoverheden en waar nodig de brancheorganisaties kunnen worden gerealiseerd. Overleg hierover met de sectoren ziekenhuizen en schouwburgen wordt gestart. In 2004 worden 5 tot 6 sectoren onder de loep genomen. Hiervoor zal onder meer worden geput uit de meldingen die bij het meldpunt administratieve lasten zijn binnengekomen.
Tabel 4.1 Concrete samenwerkingsprojecten
Project | Doel | Trekker/ team | Timing |
---|---|---|---|
Gevaarlijke stoffen | Efficiënt en effectief beleid op het gebied van gevaarlijke stoffen door duidelijker verdeling van verantwoordelijkheden tussen de verschillende overheidspartijen en tussen overheid en bedrijfsleven. | LNV ism V&W. Betrokken zijn EZ, Defensie, VROM, SZW, VWS, BZK | 2005 |
Ketenomkering en toezicht op toezicht | • Verkennen van de mogelijkheden van een betere benutting van gegevens van bedrijfsleven door overheden (o.a. in de agrosector) • Onderzoeken van mogelijkheden voor effectievere inzet van publieke en private controle en handhavingsapparaat (o.a. in de agrosector) | LNV ism JUS, BVK, EZ, FIN, SZW en bedrijfsleven | Concretisering verdere uitwerking medio 2004 en voortgangsrappor-tage eind 2004 |
Verdere vereenvoudiging van het loonbegrip | Verdere vereenvoudiging van de administratieve lastenkant van het loonbegrip voor de loonheffing en de werknemersverzekeringen. | FIN en SZW | Voorjaar 2005 |
Vergunningen | Verlagen administratieve lasten, beperken termijnen en stroomlijnen verschillende vergunningen. | EZ, i.s.m. relevante departementen | Plan van aanpak medio 2004 |
Integratie wetgeving vleeshandel (Veewet, de Vleeskeuringswet, de Landbouwwet en de Warenwet) | Verhoging van de transparantie en opheffing van doublures en daarmee vermindering van de administratieve lasten, mede in het licht van EU regelgeving mbt voedselhygiëne. | VWS en LNV | Eind 2004: plan van aanpak |
tag="(PAG NR="21")">> | |||
Stroomlijning vergunningsaanvragen Bouwbesluit en Monumentenwet | Aansluiten van vergunningaanvraag voor het wijzigen van een monument te laten aansluiten aan het proces van het aanvragen van een bouwvergunning (VROM regelgeving). | OCW ism VROM | 2005 |
Artiesten en beroepssporters
Opdrachtgevers van artiesten en beroepssporters worden bij overeenkomsten van korte duur geconfronteerd met relatief veel administratieve lasten. In de laatste drie jaar zijn veel nieuwe regels voor de opdrachtgevers van artiesten en beroepssporters gemaakt. Deze nieuwe regels zijn gaan gelden om aan verschillende praktijkproblemen het hoofd te bieden. Overleg met de Tweede Kamer over een evaluatie van deze problemen is voorzien in mei 2004. De regeling is een van de voorbeelden waarbij een interdepartementale aanpak mogelijk resultaten in de tweede stap kan opleveren.
4.4 Efficiencyverbetering door inzet van ICT
Via de inzet van ICT kan op verschillende manieren vermindering van administratieve lasten worden bereikt. Kansrijk is het gebruik van één centrale ICT-infrastructuur voor (stroomlijning van) verschillende informatiestromen. Om deze ICT-infrastructuur te ontwikkelen is het programma ICT en administratieve lastenverlichting (ICTAL) gestart. Dit programma wordt in nauw overleg met het bedrijfsleven (w.o. VNO-NCW en MKB) door het ministerie van Economische Zaken uitgevoerd. De minister van Economische Zaken zal de Tweede Kamer separaat uitgebreid informeren over de voortgang van en de verdere plannen met betrekking tot de ontwikkeling van de ICT-infrastructuur. Een belangrijke randvoorwaarde voor het slagen van het programma is dat begrippen en definities eerst geharmoniseerd worden. In tabel 4.2 wordt een aantal concrete ICT-projecten toegelicht.
ICTAL programma
De kernelementen van de ICT-infrastructuur zijn de Overheidstransactiepoort (OTP), het Bedrijvenloket en het Basisbedrijvenregister1. De infrastructuur als zodanig leidt niet tot vermindering van administratieve lasten. Deze worden pas verminderd wanneer de infrastructuur wordt gebruikt. Om tot verdere uitbreiding van het gebruik te komen wordt in kaart gebracht welke informatiestromen op termijn op de infrastructuuur kunnen worden aangesloten en welke organisatorische en bestuurlijke randvoorwaarden hiervoor vervuld moeten worden. Vanuit het ICTAL programma worden potentiële gebruikers zoveel mogelijk ondersteund.
Tabel 4.2 concrete ICT projecten
Project | Doel | Trekker/team | Timing |
---|---|---|---|
Integrale aanpak digitale informatie tussen burgers & overheid en tussen bedrijven & overheid. | Een wettelijke regeling voor de eenmalige gegevensuitwisseling met behulp van basisregistraties en identificatienummers (Burgerservice nummer en Bedrijvenservice nummer). Als burgers en bedrijven op eenduidige wijze kunnen communiceren met alle overheidsonderdelen kunnen de administratieve lasten verminderd worden en kan de kwaliteit van dienstverlening toenemen | BZK en EZ ism vakministers | aanpak en planning voor zomer 2004 |
Eenmalige gegevensinvoer (XBRL) | • Opstellen projectplan• Bouwen van een taxonomie (gegevenswoordenboek) waardoor eenmalige gegevensinvoer mogelijk wordt• Ontwikkelen tools voor implementatie | JUS, FIN, EZ (CBS) | • Voor 1 juni 2004• Medio 2005 • 2005–2006 |
4.5 Verlaging administratieve lasten uit Europa
Uit de inventarisatie van de administratieve lasten is gebleken dat een aantal omvangrijke complexen van administratieve lasten, waaronder btw, jaarrekeningenrecht, warenwet, prijzenwet en de arbowet een Europese oorsprong kennen. De harmonisatie van regels op grensoverschrijdende terreinen heeft belangrijke voordelen voor het bedrijfsleven. In de complexe besluitvormingsprocedures in Brussel worden daarbij evenwel soms onnodige informatieverplichtingen opgelegd, door de Commissie, de lidstaten of het Europese Parlement.
De aanpak van de administratieve lasten in Nederland heeft onmiskenbaar ook een Europese component, omdat op steeds meer terreinen Europese regels ontstaan. Het kabinet wil in het Europese beleid meer aandacht schenken aan de gevolgen van regelgeving voor het bedrijfsleven in het algemeen en voor de (verlaging van) administratieve lasten in het bijzonder. Het Actieplan vereenvoudiging en verbetering van regelgeving biedt daartoe goede mogelijkheden, maar moet meer op het thema van administratieve lasten worden toegespitst.
Het kabinet doet dat, samen met de andere EU-voorzitters in 2004 en 2005 (Ierland, Luxemburg, Verenigd Koninkrijk) op drie manieren1:
1) Administratieve lasten nadrukkelijker op de EU agenda;
2) Voorkomen van nieuwe Europese administratieve lasten;
3) Aanpakken van administratieve lasten in bestaande Europese regels
«The administrative burden declaration»
Een aantal landen heeft tijdens een bijeenkomst van de Directors for Better Regulation (19 en 20 februari 2004, Den Haag) laten weten geïnteresseerd te zijn in het standaard kostenmodel, dat in Nederland wordt gebruikt voor het meten van administratieve lasten. Noorwegen, Zweden en Denemarken hebben verklaard het model te gaan gebruiken om nulmetingen te verrichten. Het Ministerie van Financiën2 verzorgt workshops voor geïnteresseerde landen om de bekendheid met de methodologie te vergroten. Gezien de belangstelling zou de groep landen die eenzelfde systematiek gebruikt bij het in kaart brengen van de administratieve lasten het komende jaar verder kunnen groeien.
Naarmate meer landen mee gaan doen, wordt het ook gemakkelijker om van elkaar te leren door bijvoorbeeld te benchmarken op welke wijze Europese regels zijn geïmplementeerd.
Administratieve lasten nadrukkelijker op de EU agenda
In de Lissabon strategie is het verminderen van de administratieve lasten («red tape for economic operators») één van de prioriteiten. Administratieve lastenverlichting draagt immers bij aan het verbeteren van de concurrentiepositie van het Europese bedrijfsleven en het bevorderen van een duurzame groei in de EU. De genoemde voorzitterschappen zullen lidstaten en Commissie aansporen om op zowel Europees als nationaal niveau de administratieve lasten te verlagen. Tijdens Raadsbijeenkomsten (op ministerieel niveau) zal de mogelijkheid worden besproken om de Lissabon strategie verder te operationaliseren, onder meer door de administratieve lasten als indicator voor die strategie ook in Europese context zoveel mogelijk te kwantificeren1.
Voorkomen van nieuwe Europese administratieve lasten
Regulatory Impact Assessments (RIA's, zijnde het vooraf in kaart brengen van effecten van voorgestelde regels) maken een belangrijk onderdeel uit van het genoemde actieplan. Nederland en de andere EU voorzitters hebben gevraagd om binnen die RIA's de administratieve lasten te kwantificeren.2 Dit maakt het mogelijk om in de besluitvorming in Brussel over nieuwe regels het thema administratieve lasten serieus te nemen. De Europese Commissie heeft hierop inmiddels positief gereageerd.3 In het kader van de Europese Raad op 26 maart 2004 is bevestigd dat de Commissie onderzoekt of kwantificering van administratieve lasten in het kader van RIA's mogelijk is en dat daarop in november tijdens het Nederlandse voorzitterschap wordt teruggekomen. In de onderhandelingen over nieuwe EU regelgeving zal ook nadrukkelijker aandacht worden gegeven aan administratieve lasten. Tijdens de voorbereiding van de besluitvorming over nieuwe commissievoorstellen in Nederland wordt aan het thema administratieve lasten uitdrukkelijk aandacht besteed.
Aanpakken van administratieve lasten in bestaande Europese regels
Een tweede belangrijk belangrijk onderdeel van het actieplan is het vereenvoudigingsprogramma, waarin op een aantal terreinen maatregelen zijn opgenomen om de administratieve lasten te verminderen. De Commissie en de Europese Raad hebben inmiddels besloten dat het vereenvoudigingsprogramma meer betrekking moet krijgen op de gevolgen voor bedrijven, waaronder administratieve lasten4. Lidstaten als Nederland moeten tegelijkertijd meer gebruik maken van de mogelijkheid om onderwerpen aan te dragen waarvan het bedrijfsleven aantoonbaar «last heeft».
Door de Nederlandse ministeries is tegelijk met de nulmetingen geïnventariseerd welke administratieve lasten een internationale (veelal Europese) herkomst hebben (zie ook hoofdstuk 2). Op basis van deze gegevens wordt de komende maanden de Nederlandse inzet voor de agendering van administratieve lasten in bestaande EU regelgeving geformuleerd. Dit agenderen en aanpakken van de administratieve lasten van bestaande regelgeving zal plaats moeten vinden in de diverse vakraden. Het spreekt voor zich dat hier voor concrete resultaten de steun van de Europese Commissie en de overige lidstaten nodig is. Daarnaast zal worden nagegaan of door toepassing van ICT efficiencywinst te halen valt in de toepassing van EU-regels. In de Miljoenennota 2005 volgt meer over de Nederlandse inzet om de administratieve lasten op de Europese agenda te zetten.
Voorbeeld van administratieve lasten in vakraad: Warenwet en efficiëntere etikettering in Europa
De minister van VWS verwacht bij de gezondheidsbescherming verdere verlaging van de administratieve lasten te kunnen realiseren door efficiencyverbetering bij de etiketteringsverplichtingen in de Warenwet. De Warenwet is grotendeels Europees bepaald en de ontwikkelingen in de Europese Unie wijzen in de richting dat deze last alleen maar verder zal toenemen. Verlaging van de administratieve lasten kan bereikt worden via bijvoorbeeld bundeling van wijzigingen in etiketteringsvoorschriften (bijv eens per 3 tot 5 jaar) in de warenwet en toepassing van ICT (bijvoorbeeld centrale database, via een barcode op het etiket) bij de weergave van informatieverplichtingen aan consumenten. Overheid, bedrijfsleven en consumentenorganisaties komen gezamenlijk voor 1 juli 2004 met een concreet voorstel voor de etiketteringvoorschriften van levensmiddelen. Op basis van dit voorstel zal worden gekeken of er een breder toepassingsgebied (non-food) mogelijk is. Aangezien de etiketteringsverplichtingen gedetailleerd zijn voorgeschreven zal ook bekeken worden welke strategie gevolgd zal moeten worden in Europa.
De ministeries van Financiën, Justitie en EZ organiseren met de overige geïnteresseerde departementen ter gelegenheid van het Nederlands voorzitterschap in september 2004 een conferentie over «better regulation» en administratieve lasten. Bij die gelegenheid zullen onderdelen van de bovengenoemde administratieve lasten agenda, namelijk de kwaliteit van EU-regelgeving in het algemeen en de administratieve lastenagenda in het bijzonder worden besproken met het oog op het vergroten van het draagvlak voor de aanpak.
Hierbij volgt een overzicht van alle (voor een deel al gerealiseerde) reductieplannen met een omvang van meer dan 1 miljoen euro.
OVERZICHT ACTIES TER VERMINDERING ADMINISTRATIEVE LASTEN
Wat? | Hoe? | Reductie (in milj.€) | Wie? |
---|---|---|---|
Doelgroep: alle bedrijven | |||
Ondernemer kan voortaan elektronisch inschrijven bij Kamer van Koophandel (KvK) | Efficiëntere uitvoering Handelsregisterwet | 1,6 | EZ |
Ondernemer kan voortaan wijziging bedrijfsgegevens elektronisch doorgeven aan KvK | Efficiëntere uitvoering Handelsregisterwet | 4,7 | EZ |
Ondernemer kan overige transacties met KvK elektronisch afhandelen | Efficiëntere uitvoering Handelsregisterwet | 1,8 | EZ |
Verplichte melding in de staatscourant voor onder meer statutenwijziging en ontbindingen wordt geschrapt. | Aanpassing Handelsregisterwet | 0,7 | EZ |
Aan met name MKB-ondernemers worden minder formulieren voorgelegd bij de jaar en korte termijnstatistieken en arbeidsmarktstatistieken door vergroting gebruik bestaande bronnen (Walvis) | Efficiëntere uitvoering CBS-wet en onderliggende regelgeving. | 3,3 | EZ |
Bevorderen elektronische prijsaanduiding en inzet ICT | Efficiëntere uitvoering Prijzenwet | 60,8 | EZ |
Afschaffen eis accountantsverklaring voor de willekeurige afschrijving en de milieu-investeringsaftrek, vervallen afgifte fietsverklaring en vervallen controle fietsgedrag | Via Belastingplan 2003, Wijziging van de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting | 21,5 | FIN |
Elektronische winstaangifte door ondernemer in plaats van papieren aangifte, vervallen scholingsaftrek en aflopen pakket filmmaatregelen | Via Belastingplan 2004, Wijziging van de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting | 27,3 | FIN |
Afschaffen afdrachtverminderingen, afschaffen premiesparen, afschaffen feestdagenregeling (gedeeltelijk heringevoerd m.i.v. 2004) | Via Belastingplan 2003, Wijziging van de loonbelasting en de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen | 51,0 | FIN |
Vereenvoudiging behandeling woon-werkverkeer en vervallen afdrachtvermindering scholing non-profit | Belastingplan 2004, Wijziging van de loonbelasting en de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen | 27,5 | FIN |
Invoering elektronische aangifte omzetbelasting | Belastingplan 2004, omzetbelasting | 25,0 | FIN |
Vervallen belastingafdracht voor elektronische diensten naar derde-landen | Implementatie richtlijn e-commerce (omzetbelasting) | 16,0 | FIN |
Vervallen bepaalde bunkerverklaringen bij accijns, aanscherping stimulering warmtekrachtkoppeling en afschaffen verplichte procesvertegenwoordiging | Belastingplan 2003, overige fiscale wetten | 2,1 | FIN |
Vervallen stimuleringsregeling laagzwavelige brandstof en omzetting brandstofbelasting in tariefmaatregel | Belastingplan 2004, overige fiscale wetten | 2,0 | FIN |
Wetsvoorstel WALVIS (uniform loonbegrip) en samenvoeging heffing loonbelasting en premies voor de werknemersverzekeringen | Wetsvoorstel Walvis/SUB | 180,0 | FIN |
Wegvallen werkgeverslasten door afschaffing afdrachtvermindering kinderopvang | Wetsvoorstel basisvoorziening kinderopvang | 2,9 | FIN |
Minder aangiften loonheffing door vermindering van het aantal inhoudingsplichtigen (via de fiscale eenheid) | Wijziging Wet op de loonbelasting 1964 | 2,0 | FIN |
Minder administratie door collectieve in plaats van individuele aanpak van personeelsverstrekkingen | Vereenvoudiging Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 | 10,0 | FIN |
Vereenvoudiging douaneprocedures door het gebruik van elektronische gegevensuitwisseling en door het vervallen van verklaringen | Wijziging van het Douanebesluit en de Douaneregeling | 24,5 | FIN |
Vereenvoudigingen inningsproces, jaaraangiftes met voorlopige betalingen en stroomlijning procedures van de Wet belastingen op milieugrondslag (WBM) | Wijzigingen Algemene wet inzake rijksbelastingen en Invorderingswet en herziening WBM | 4,4 | FIN |
Vereenvoudigingen Wet waardering onroerende zaken (WOZ) | Wetsvoorstel verbetervoorstellen WOZ | 3,4 | FIN |
Versnellen van procedures en vereenvoudiging van formulieren | Restant uitvoeringsmaatregelen Kamerstukken II, 2001–2002, 28 346 | 10,0 | FIN |
Inkomstenbelastingaangiften aanbieden in aangepaste vorm ten behoeve van verplichtingen in het kader van het successierecht | Wijziging uitvoeringspraktijk via proefopstelling successiememorie via F-biljet | 10,0 | FIN |
Successieaangiften aanbieden in aangepaste vorm ten behoeve van conserverende aanslag in het kader van het successierecht | Wijziging uitvoeringspraktijk via proefopstelling conserverende aanslag (Successiewet) | 2,0 | FIN |
Opheffen uitzonderingssituatie motorrijtuigenbelasting door invoering houderschapsbelasting voor bedrijven die autobussen exploiteren | Wijziging motorrijtuigenbelasting voor autobussen | 1,0 | FIN |
Vereenvoudigingen rapportages voor de Wet financiële betrekkingen buitenland (Wfbb) | Nieuw rapportagekader van De Nederlandse Bank voor Wfbb | 37,7 | FIN tag="(PAG NR="26")">> |
Eenvoudiger gegevensinvoer en informatie-aanlevering door ondernemers tbv opmaken en overleggen van jaarrekeningen | Invoering van de toepassing van xbrl voor het opmaken en overleggen van de jaarrekening | 350,0 | JUS |
Bij ondernemers worden vergoedingen voor reprorecht geïnd en toegekend door een stichting, via een stelsel van tevoren afgesproken forfaitaire bedragen | Aanwijzing van een «eigenrechtorganisatie» (Stichting reprorecht) | 57,0 | JUS |
Ondernemers kunnen jaarstukken bij KvK straks aanleveren per e-mail i.p.v. postverzending | Nieuwe werkwijze op grond van eerste richtlijn vennootschapsrecht | 7,0 | JUS |
Ondernemers kunnen volstaan met minder, en minder vaak informatie aan te leveren over de toepassing van de wet bescherming persoonsgegevens | Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en de uitvoering daarvan. | 3,0 | JUS |
Oproeping aandeelhouders per e-mail in plaats van per post | Elektronische oproeping vergadering van aandeelhouders BV's en NV's (Boek 2 BW) | 69,0 | JUS |
Vereenvoudiging van procedure bij oprichting van rechtspersonen | ICT-toepassing bij afgifte verklaring van geen bezwaar (op grond van art 2: 179 BW) | 9,0 | JUS |
Minder tijdsbeslag en formulieren voor leerbedrijven | Standaardiseren en verruimen procedure van de Wet educatie en beroepsopleidingen | 4,6 | OCW |
Vereenvoudiging van de gegevensuitvraag aan intermediairs. | Vereenvoudiging Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs (WAADI) | 1,4 | SZW |
Vereenvoudigde gegevensuitvraag over de inzet van vreemdelingen in het arbeidsproces | Vereenvoudiging Wet arbeid vreemdelingen (WAV) | 2,0 | SZW |
Vervallen van rapportages over percentages allochtone werknemers | Expiratie Wet Stimulering Arbeidsdeelname Minderheden (SAMEN) | 7,5 | SZW |
Vervallen informatiekosten betreffende de inschakeling van werkzoekenden | Intrekken Wet Inschakeling Werkzoekenden (Wiw) | 1,6 | SZW |
Vervallen verplichting tijdig kenbaar maken dienstrooster aan werknemers door werkgevers | Wijziging van de Arbeidstijdenwet (ATW) | 15,6 | SZW |
Standaardisering gegevens ten behoeve van toetsing op noodzaak ontslag om bedrijfseconomische redenen | Wijziging Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBAV) | 3,7 | SZW |
Vervallen van verplichting tot werkoverleg | Verplicht werkoverleg schrappen uit de Arbeidsomstandighedenwet | 89,0 | SZW |
Besparing op keuring van drukapparatuur door marktwerking | Warenwetbesluit Drukapparatuur (gebruiksfase) | 1,0 | SZW |
Rechtstreeks en indirect (administratiekantoren en branches) openstellen van Arbobronnen voor het bedrijfsleven, met behulp van vraaggeoriënteerde informatieoverdracht en voorlichting. | Verandering van werkwijze | 55,0 | SZW |
Efficiëntere implementatie van de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) mogelijk door snellere en meer toegankelijke informatie over de RI&E aan de werkgevers | Openstellen van een speciale RI&E website | 7,0 | SZW |
Per branche wordt een op maat gesneden RI&E digitaal aangeboden, zodat het invullen hiervan veel makkelijker en sneller gaat | Digitalisering van RI&E's per branche | 28,0 | SZW |
Door gebruik van branchespecifieke RI&E's via de website, kan een beperktere toets op de RI&E plaatsvinden door de Arbo-diensten | Wijziging Regeling Certificatie Arbo-diensten | 23 | SZW |
Vervallen van informatieverstrekking over feestgeschenken, ter bepaling van jaarloon | Afschaffen feestgeschenkenregeling via Belastingplan 2003 | 34,0 | SZW |
Door vereenvoudiging van de reiskostenregeling, vindt er minder uitvraag van informatie over woon-werkverkeer plaats. | Vervanging regeling vergoeding woon-werkverkeer door regeling vergoedingen en verstrekkingen zakelijk vervoer 2004 | 25,0 | SZW |
Door verlenging loondoorbetaling bij ziekte, zijn er minder WAO-aanvragen op, zodat er minder informatie hoeft te worden verstrekt. | Wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte (WVLZ) | 8,0 | SZW |
Vervallen van de vraag naar gegevens betreffende de arbeidsongeschiktheid van zelfstandige ondernemers en afschaffing heffing WAZ-premie. | Wet einde toegang verzekering Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ) | 19,0 | SZW |
Uniformering loonbegrippen, waardoor de werkgever minder hoeft te registeren en rapporteren. | Wetsvoorstel Administratieve Lastenverlichting en Vereenvoudiging In Sociale verzekeringswetten (WALVIS) | 76,0 | SZW |
Beperking informatievraag door | |||
samenvoeging heffing loonbelasting en premieheffing voor de werknemersverzekeringen (SUB1) | Wetsvoorstel Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) | 20,0 | SZW |
Wegvallen kosten voor verschillende handelingen ten behoeve van de meldingen sociale verzekeringen | Vervallen Besluit Melding Sociale Verzekeringen (MSV) | 27,0 | SZW tag="(PAG NR="27")">> |
Meer bedrijven hoeven geen vergunning aan te vragen, maar kunnen volstaan met een melding. Dit betekent onder andere minder informatievraag | Het brengen van vergunningplichtige bedrijven onder de 8.40 amvb's | 161,2 | VROM |
Bedrijven kunnen volstaan met eenmalig vooroverleg met het bevoegd gezag, eenmalige aanlevering van basisgegevens over de inrichting en eenmalige beroep en bezwaarprocedure voor bouw en milieuvergunningen. | Invoering VROM-vergunning door samenvoegen bouwvergunning en Wm-vergunning | 142,6 | VROM |
De informatievraag wordt beter afgestemd om de omvang van het bedrijf en er vindt gerichter toezicht plaats | 8.40 amvb's (Wet milieubeheer) wijzigen door onderscheid te maken tussen kleine, middelgrote en grote bedrijven. | 55,0 | VROM |
De bedrijven die nu verplicht zijn zowel een milieujaarverslag voor de overheid als een publieksjaarverslag op te stellen, kunnen straks volstaan met één overheidsverslag | Aanpassen besluit milieuverslaglegging (Wet milieubeheer) | 14,5 | VROM |
Vereenvoudiging van Wro leidt tot minder kosten, doordat bedrijven makkelijker kennis kunnen nemen van de Wet en ruimtelijke plannen. | Vernieuwing Wet ruimtelijke ordening | 6,4 | VROM |
Ondernemers kunnen straks volstaan met invullen van één standaardformulier (dat elektronisch beschikbaar is) voor aanvragen vergunningen en doen van meldingen | Effciencyverbetering in de uitvoering van 8.40 AMvb's en de Wm-vergunning | 12,8 | VROM |
Schrappen van niet strikt noodzakelijke informatieverplichtingen bij de aanvraag van de Wm-vergunning, zodat bedrijven in de toekomst minder informatie hoeven te overleggen bij aanvraag van deze vergunning. | Herziening inrichtingen en vergunningenbesluit (Wet milieubeheer) | 1,6 | VROM |
Bedrijven hoeven minder vaak een vergunning aan te vragen, dus minder informatievraag | Wijzigingsvergunningen in kader Wet milieubeheer afschaffen | 5,0 | VROM |
Doelgroep: transportbedrijven | |||
Schippers hoeven minder gegevens in te vullen in het dienstboekje. | Vereenvoudigingen in de uitvoering Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart | 1,6 | V&W |
Minder tijd nodig om vrachtbrief in te vullen door digitalisering en vereenvoudiging | Inkrimpen vrachtbriefverplichting wegvervoer | 79,0 | V&W |
Vervallen beperking inzet eigen vervoersmiddelen door opheffing inschrijfplicht eigen vervoer | Aanpassing Wet goederenvervoer over de weg | 2,2 | V&W |
Vervallen verplichting tot overleggen van bewijsstukken van dienstbetrekking | Aanpassing Wet goederenvervoer over de weg | 2,2 | V&W |
Minder formaliteiten bij grensoverschrijdend vervoer door vervallen verschillende verplichtingen door uitbreiding EU | Vervallen verschillende internationale bilaterale overeenkomsten tav wegvervoer | 9,2 | V&W |
Beperking druk vervoerenquêtes bij goederenvervoer over de weg door efficiëntere informatie-uitvraag | Aanpassing wet goederenvervoer over de weg | 12,7 | V&W |
Vrijlaten vervoerstarieven voor kolen en staal | Intrekken Wet en Besluit vrachtprijzen van vervoer kolen en staal en Wet en Besluit uitvoering verordening no. 11 | 7,2 | V&W |
Schrappen van de verplichting tot inspecties van voorraden levensmiddelen en diverse aantekeningen in het scheepsdagboek | Aanpassing Schepelingenbesluit | 16,0 | V&W |
Vereenvoudiging melding veiligheidscommissie zeevaart | Aanpassing Schepenwet | 1,7 | V&W |
Afschaffen van de verplichting voor buitenlandse officieren op Nederlandse vlag schepen om een Nederlands monsterboekje te hebben | Aanpassing Zeevaartbemanningswet | 1,2 | V&W |
Schrappen verplicht nationaal certificaat van deugdelijkheid voor schepen zwaarder dan 500 GT. | Aanpassing Schepenwet | 2,5 | V&W |
Schrappen eis regelmatige peilingen kofferdammen en vullingen | Aanpassing schepenwet | 24,4 | V&W |
Minder verplicht op te leveren informatie voor bedrijven | Modernisering toezicht | 11,0 | V&W |
Doelgroep: Agrosector, met name land- en tuinbouwbedrijven | |||
Vermindering dubbele gegevensinwinning door combineren inwinning landbouwtellingsgegevens en inwinning gegevens voor basisregistraties | Efficiëntere uitvoering gegevensinwinning landbouwtellingsgegevens Landbouwwet en gegevens basisregistratie meststoffenwet | 2,6 | LNV |
Eenvoudiger administratieve verplichtingen mbt mest | Invoeren nieuw stelsel van mestwetgeving | 78,0 | LNV |
Schrappen van «reinigen en ontsmetten»-boekje en schrappen van bijhouden register van R&O-handelingen | Wijziging Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten van de gezondheids- en welzijnswet voor dieren | 2,0 | LNV |
Private certificering komt in de plaats van registratieverplichtingen van overheidswege voor honden en katten | Verandering van de uitvoering van het Honden- en Kattenbesluit | 2,2 | LNV tag="(PAG NR="28")">> |
Voor ondernemers geen verplichte kwaliteitskeuring van kaas en boter door de overheid | Vervallen van enkele rijkskeurmerken (boter, kaas) door het aflopen en niet verlengen van de betreffende landbouwkwaliteitsregelingen behorende bij de Landbouwkwaliteitswet | 1,6 | LNV |
Geen verplichting meer tot bijhouden van register van bezoekers van veehouderijbedrijf | Afschaffen bezoekersregister in Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten behorende bij de Gezondheidswet- en welzijnswet voor dieren. | 13,0 | LNV |
Veehouderijondernemers kunnen rechtstreeks mutaties van gegevens over dieren doorvoeren in centrale database | Vereenvoudigen uitvoering bedrijfsregistervoorschrift in de Regeling Identificatie en Registratie (I&R) Rund behorende bij de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren | 3,6 | LNV |
Makkelijkere informatieverstrekking (via internet) en minder frequente informatie-overdracht (door meervoudig gegevensgebruik) voor ondernemers in de varkenshouderssector | Integratie van gegevensstromen van Registratie Identificatie en Registratie varkens I&R, Regeling Varkensleveringen (RVL) en de Regeling Bedrijfscontrole dierziekten (RBD) behorende bij de Veewet | 8,0 | LNV |
Doelgroep: financiële instellingen | |||
Vervallen verplichte uitreiking dividendnota's voor instellingen die dividend uitkeren | Vervallen verplichting in artikel 9, eerste lid, van de Wet op de dividendbelasting 1965 | 1,3 | FIN |
Beperken frequentie en mogelijke aanpassingen van het bijdragemodel (self assessment) voor effecteninstellingen | Toezichtpraktijk Wet toezicht effectenverkeer | 13,7 | FIN |
Beperken aantal insiders in complianceregeling | AMvB en nadere regelgeving Wet op het financieel toezicht | 5,5 | FIN |
Afschaffen verplichte aanbieding biedingsbericht | AMvB Wet toezicht effectenverkeer | 2,7 | FIN |
Beperken frequentie meldingen beurstransacties | AMvB Wet toezicht effectenverkeer | 2,7 | FIN |
Elektronische inwinning van inlichtingen | Toezichtpraktijk Wet toezicht effectenverkeer | 1,4 | FIN |
Vereenvoudiging vergunningaanvraag voor beleggingsinstellingen | AMvB Wet toezicht beleggingsinstellingen | 4,1 | FIN |
Minder tijd nodig voor opstellen en beschikbaar stellen Financiële Bijsluiter | Financiële Bijsluiter (onder voorbehoud van uitkomst evaluatie van de Financiële Bijsluiter) | 56,4 | FIN |
Informatie Besluit Kredietaanbiedingen elektronisch beschikbaar stellen | AMvB Wet financiële dienstverlening | 2,7 | FIN |
Verkorting van de bewaarplicht accountants van 10 naar 5 jaar | Regels Novaa | 1,6 | FIN |
Terughoudend zijn met nieuwe rapportages en wijzigingen in rapportages voor kredietinstellingen | Toezichtpraktijk Wet toezicht kredietwezen | 19,5 | FIN |
Verminderen aantal rapportages voor kredietinstellingen | AMvB Wet op het financieel toezicht | 13,0 | FIN |
Ontwikkelen van nieuw, op internet gebaseerd rapportage-tool voor kredietinstellingen | Toezichtpraktijk Wet toezicht kredietwezen | 2,6 | FIN |
Verbeteren software, elektronische handtekening voor assurantiemaatschappijen | Toezichtpraktijk Wet toezicht verzekeringsbedrijf en Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf. | 1,2 | FIN |
Minder beleggingsinstellingen die moeten rapporteren | Wet toezicht beleggingsinstellingen | 11,8 | FIN |
Alleen apert ongebruikelijke/ verdachte transacties melden | Wet melding ongebruikelijke transacties | 21,1 | FIN |
Versoepelen identificatie- en verificatieplicht bij dienstverlening | Wet identificatie bij dienstverlening | 1,2 | FIN |
Inperken gebruik watchlist | Sanctiewet | 2,0 | FIN |
DNB-tools voor financiële rapportageverplichtingen geldtransactiekantoren | Toezichtpraktijk Wet inzake de geldtransactiekantoren | 1,2 | FIN |
Doelgroep: bedrijven met merken en octrooien | |||
Tijdwinst door mogelijkheid van elektronisch aanvragen van merken en modellen en raadpleging merkenregister | Efficiëntere uitvoering van Eenvormige Beneluxwet op de merken en modellen | 3,0 | EZ |
Kostenbesparing door grotendeels vervallen vertalingsverplichting (excl. conclusies) en waarmerkverplichting. | Wijziging Octrooiwet | 8,9 | EZ |
Doelgroep: exporteurs, importeurs | |||
Door vervallen van handelsquota voor textiel, staal en diverse producten uit China is hiervoor niet langer een invoervergunning nodig. | Wijziging in- en uitvoerwet | 9,4 | EZ tag="(PAG NR="29")">> |
Minder verplichte keuringen door verhoging keuringsdrempels van gouden en zilveren voorwerpen. | Aanpassing Waarborgwet | 2,9 | EZ |
Met name MKB hoeft minder enquêtes in te vullen door verlaging van de waarnemingsdrempels en efficiencyverbetering in de gegevensuitvraag bij de statistieken internationale handel | Efficiëntere uitvoeringen CBS-wet en onderliggende regelgeving | 2,0 | EZ |
Doelgroep: energiebedrijven | |||
Beperken en efficiënter organiseren van informatieverplichtingen tbv toezicht op de elektriciteits- en gasmarkt | Efficiëntere uitvoering en aanpassingen elektriciteitswet en gaswet en onderliggende regelgeving | 3,3 | EZ |
Doelgroep: autobranche | |||
Extra acties informatieverstrekking aan consumenten vervallen per 2004 | Efficiëntere uitvoering Besluit etikettering personenauto's | 2,0 | EZ |
Digitaal beschikbaar stellen gegevens van vrijwaringbewijs | Wijziging wegenverkeerswet | 1,1 | V&W |
Digitaliseren afgifte deel II kentekenbewijs | Wijziging wegenverkeerswet | 9,8 | V&W |
Minder tijd nodig voor ondernemers om verplichte administratie kentekenbewijzen bij te houden. | Wijziging wegenverkeerswet | 20,0 | V&W |
Vervallen nationale typegoedkeuring en invoeren Europese typegoedkeuring waardoor minder verplichte keuringen nodig zijn. | Wijziging wegenverkeerswet | 8,6 | V&W |
Digitaliseren APK keuringsbewijs. | Wijziging wegenverkeerswet | 18,2 | V&W |
Doelgroep: zorgsector | |||
Schrappen nationale bepalingen in de warenwet | Afstemming Warenwet op andere wet- en regelgeving | 10,0 | VWS |
o.a. vereenvoudiging eigen bijdrage AWBZ en verbetering jaarverantwoording cure en care | Wet- en regelgeving vereenvoudiging, onder andere de Wet tarieven gezondheidszorg | 60,0 | VWS |
o.a. afschaffen contracteerverplichting en opheffen machtigingen tussen verzekeraar en aanbieder | Schrappen handelingen in de uitvoering van de Ziekenfondswet | 150,0 | VWS |
automatiseren informatieverkeer tussen verzekeraar en zorgaanbieder (declaratiecasus) | Vereenvoudigen van handelingen in de uitvoering van de Ziekenfondswet en de Wet toegang ziektenkostenverzekeringen (WTZ) | 90,0 | VWS |
Doelgroep: industrie, bouwbedrijven en bouwvergunningsplichtige bedrijven | |||
Verlaging frequentie verplichte rapportages en standaardisatie provinciale verordeningen betreffende | Aanpassing in de grondwaterwet | 10,0 | V&W |
Standaardisatie en digitalisering vergunningverlening en verlagen verplichte meet- en registratiemomenten | Aanpassing in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. | 20,5 | V&W |
Bedrijven hoeven minder vaak bodemonderzoek te doen en de reikwijdte van het bouwstoffen wordt beperkt (o.a. grond en bagger worden geschrapt). | Vereenvoudigen bouwstoffenbesluit | 26,0 | VROM |
Versoepelen bouwvergunningprocedure | Aanpassen Besluit bouwvergunningplichtige en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken bouwvergunningsprocedure | 11,3 | VROM |
Doelgroep: Telecom en post | |||
Verlichting vergunningplicht, vermindering rapportage- en informatieverplichtingen, meer inzet ICT door toezichthouders | Efficiëntere uitvoering en wijziging Telecomwet | 17,4 | EZ |
Minder informatie- en rapportageverplichtingen richting toezichthouder | Efficiëntere uitvoering Postwet | 2,5 | EZ |
Doelgroep: Overige | |||
Rapportageverplichtingen alleen nog bij nieuwe en veranderde delfstofwinningsactiviteiten | Vereenvoudiging Mijnbouwwet en onderliggende regelgeving | 1,0 | EZ |
Minder tijdsbeslag notariaat voor inschrijving en voor opvragen van inlichtingen, dan wel vereenvoudiging van de inschrijvingsplicht van testamenten door notarissen als gevolg van zelf registreren van testamenten door notarissen. | Digitale toegang Centraal Testamentenregister voor notariskantoren | 3,0 | JUS |
Verhogen grenzen vergunningplicht, uniformering vergunningsvoorwaarden, vereenvoudigen regime speelautomaten | Wet op de kansspelen | 1,5 | JUS |
Vervallen voorschriften voor bijhouden en doorgeven registraties van ballonvluchten | Aanpassing regelgeving | 2,4 | V&W |
Minder informatievraag | Wijzigen Milieu Effect Rapportage | 1,0 | VROM |
Vereenvoudiging aanbestedingsprocedure reïntegratietrajecten gemeenten ten behoeve van reïntegratiebedrijven. | Vereenvoudiging aanbestedingsregime reïntegratietrajecten gemeenten ten behoeve van reïntegratiebedrijven in de Wet Werk en Bijstand (WWB) | 18,5 | SZW tag="(PAG NR="30")">> |
Standaardiseren uitvraag van informatie ten aanzien van de kinderopvang. | Wet basisvoorziening kinderopvang ten behoeve van kinderopvangbedrijven (WBK) | 6,9 | SZW |
Vervangen van het arbeidsveiligheidsrapport per installatie door een Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie voor hoog risico-bedrijven | Wijziging in het Arbeidsomstandighedenbesluit | 2,0 | SZW |
Vereenvoudiging van deskundigheidseisen op het gebied van de stralingsbescherming | Vereenvoudiging regels in het Besluit Stralingsbescherming | 1,0 | SZW |
1 SUB = Samenwerking UWV en Belastingsdienst.
Bijlage 10 van de Miljoenennota 2004 (Spelregels administratieve lasten) vermeldde de uitgangspunten waaronder departementale administratieve lastenplafonds worden vastgesteld. Er worden netto lastenplafonds vastgesteld en parallel aan de begrotingscyclus wordt gevolgd of de geplande lastenreductie wordt gerealiseerd. De plafonds zullen worden gehandhaafd. Dit impliceert dat het verantwoordelijke departement voor additionele administratieve lasten ten opzichte van het plafond compenserende maatregelen moet nemen.
Bij de vaststelling van de netto lastenplafonds per departement zal onder meer rekening worden gehouden met de effecten van onvermijdelijke nieuwe regelgeving. Slechts voor een aantal terreinen is bekend wat de toename van onvermijdelijke nieuwe regelgeving is; in de loop van 2004 zal die toename nauwkeuriger in beeld worden gebracht. Ook in het effect van de maatregelen uit de tweede fase ontstaat in de loop van 2004 pas meer inzicht. De vaststelling van departementale (netto) lastenplafonds vindt daarom in het voorjaar van 2005 plaats. Tot die tijd geldt val bij wijze van plafond de departementale (bruto) reductieopgave, zoals in deze brief vastgelegd.
Om voortgang van de lastenreductie te bewaken en uiteindelijk de lastenplafonds te handhaven worden interdepartementaal de in deze bijlage beschreven regels gehanteerd.
• Voor de bepaling van de nulsituatie hebben de departementen de administratieve lasten van hun wet- en regelgeving kwantitatief in kaart gebracht (de zogenaamde nulmetingen). Het resultaat uit de nulmeting, met als peildatum 31 december 2002, vormt de grondslag voor de bepaling van de administratieve lastenplafonds per departement.
• Besluitvorming over administratieve lastenplafonds vindt plaats in de Ministerraad. In voorjaar 2005 worden departementale (netto) administratieve lastenplafonds vastgesteld. De in deze brief opgenomen reductiemaatregelen vormen vooralsnog de minimale (bruto) reductieopgave per departement.
• De regels administratieve lasten zijn van toepassing op de volledige wet- en regelgeving waarvoor de betreffende minister eerste ondertekenaar is.
• Beleidsvoorbereiding. Er is één hoofdbesluitvormingsmoment administratieve lasten gelijktijdig met de besluitvorming over de uitgavenkaders in het voorjaar. Hier worden afspraken gemaakt over de voortgang en te nemen maatregelen administratieve lasten. Besluitvorming loopt via de ministerraad. De nadere uitwerking en invulling van deze afspraken worden zichtbaar gemaakt in de departementale begrotingen. Onder- en overschrijdingen ten opzichte van de vastgestelde departementale (tussen)doelen worden meerjarig in beeld gebracht. Er vindt besluitvorming plaats over compensatie van tegenvallers.
• Verantwoording. In mei vindt de verantwoording aan het parlement plaats over de administratieve lastenreductie en de afspraken die in dat kader zijn gemaakt. De verantwoording over administratieve lasten zal onderdeel uitmaken van de jaarverslagen van de departementen.
Bovenstaande processen zijn gedetailleerd beschreven in de aanvullende aanschrijving op de Rijksbegrotingvoorschriften 2004.
D. Realisatie en signaleren van overschrijdingen
• Administratieve lastenreducties en toenames worden als volledig gerealiseerd beschouwd per de datum van inwerkingtreding. Voor reducties als gevolg van aanpassingen in wet- en regelgeving geldt de datum van inwerkingtreding zoals in Staatsblad of de Staatscourant gepubliceerd. Voor overige (beleids)regels geldt de datum van inwerkingtreding zoals uit formele stukken kan worden afgeleid.
• Het niveau van de administratieve lasten in de jaren na 2002 wordt constant gehouden voor de autonome prijsontwikkeling (p) en andere autonome ontwikkelingen zoals het aantal bedrijven (q) op het niveau van 31–12–2002. Dat maakt wijzigingen in de p en/of de q, die het gevolg zijn van reductiemaatregelen, transparant.
• Dreigende overschrijdingen ten opzichte van de vastgestelde departementale inspanning dienen door passende en tijdige maatregelen zoveel mogelijk voorkomen te worden. Deze over- en onderschrijdingen worden tijdig – uiterlijk het eerstvolgend informatie-uitwisselingsmoment (conform momenten uit Rijksbegrotingsvoorschriften) – aan de minister van Financiën en de ministerraad gemeld.
E. Compenseren van overschrijdingen administratieve lasten
• Iedere overschrijding dient te worden gecompenseerd, met inachtneming van gemaakte afspraken over compensatie over de jaren heen. De fasering van compensatiemaatregelen kan in de tijd afwijken van de fasering van de problematiek. In principe wordt een oplossing gezocht binnen de duur van de kabinetsperiode.
• Mutaties van ramingstechnische aard blijven buiten de toetsing van de feitelijke administratieve lastenontwikkeling aan het administratieve lastenplafond en vallen buiten het compensatievraagstuk.
• Overschrijdingen worden specifiek gecompenseerd. Specifieke compensatie betekent dat overschrijdingen gecompenseerd moeten worden binnen de wet- en regelgeving van de betreffende minister. De bewindspersoon die verantwoordelijk is voor de wet- en regelgeving die de overschrijding veroorzaakt, doet voorstellen voor specifieke compensatie. Die compensatie dient zo vorm gegeven te worden dat er geen administratieve lastenverzwaring bij andere departementen uit voortvloeit.
• Indien door de ministerraad wordt besloten dat specifieke compensatie achterwege blijft, vindt generale compensatie plaats. Onder generale compensatie wordt verstaan, dat de compensatie wordt uitgebreid naar andere wet- en regelgeving dan waarvoor de betreffende minister eerste ondertekenaar is. Een minister kan een gemotiveerd verzoek tot generale compensatie doen aan de minister van Financiën, op wiens voorstel uiteindelijk de ministerraad kan besluiten om onderlinge compensatie toe te staan.
• De administratieve lastenreductie voortkomend uit interdepartementale samenwerkingsprojecten wordt evenredig over de aan deze projecten deelnemende departementen verdeeld.
Methodiek voor het bepalen van de omvang van administratieve lasten
Nederland loopt met het kwantitatief meten en volgen van de administratieve lastenontwikkeling voorop in Europa. Een goed inzicht in de omvang van de administratieve lasten, en met name de opbouw ervan binnen de respectievelijke wetten en regels, is de eerste stap in het aanpakken ervan. Ook binnen Europa wordt dit herkend en Nederland wisselt met een groeiende groep landen en de Europese Commissie kennis hierover uit.
Bij het meten van administratieve lasten zijn aannames onvermijdelijk. Het is belangrijk dat de aannames uniform worden gehanteerd. De departementen hebben daarom in 2003, in samenwerking met Actal en op administratieve lasten gespecialiseerde onderzoekbureaus, een standaard vastgesteld die voor alle nieuw uitgevoerde metingen is gehanteerd (het «Standaard Kosten Model»). Voor de metingen die al bestonden zijn de aannames geëxpliciteerd. In alle gevallen zijn de omvang en de samenstelling van de administratieve lasten zichtbaar, en staat vast op welke wijze de voortgang kan worden gemonitored. Bedrijven zijn betrokken bij de onderzoeken naar de meting van administratieve lasten.
Het bovenstaande betekent dat de gekwantificeerde administratieve lasten een benadering van de werkelijke lasten zijn.
Daarbij zijn er twee aandachtspunten:
1. Het eerste aandachtspunt is dat sprake is van een «enge» definitie van administratieve lasten. Zo vallen lasten van aanbesteden niet onder de definitie, maar vormen zij wel een bron van ergernis voor het bedrijfsleven. Deze lasten worden, net als de lasten die met subsidieregelingen samenhangen, aangepakt in een traject dat parallel aan de aanpak van administratieve lasten loopt.
2. Het tweede aandachtspunt betreft de administratieve lasten met een gemengd karakter. Registraties die bedrijven om meer redenen bijhouden dan alleen informatieverplichtingen uit wet- en regelgeving zijn in beginsel voor 100% toegerekend aan desbetreffende wet- en regelgeving als administratieve last. De administratieve lasten vallen in die gevallen hoger uit dan ze feitelijk zijn. Om de kosten en de doorlooptijd van de nulmetingen niet te hoog op te laten lopen, is er in de standaard voor gekozen om in nieuwe nulmetingen niettemin toch van deze aanname uit te gaan. Alleen in nulmetingen op fiscaal terrein, waar in het verleden samen met het bedrijfsleven in de Commissie van Lunteren afspraken zijn gemaakt en ervaring is opgedaan met het specifiek toedelen van gemengde kosten, zijn administratieve lasten en bedrijfseigen kosten uitgesplitst.
Actal zal worden gevraagd komend jaar een advies uit te brengen over hoe hiermee kan worden omgegaan in de eerstkomende nieuwe integrale nulmeting van 2007.
Methodiek voor het bepalen van de herkomst van administratieve lasten
Alle departementen hebben de oorsprong van informatieverplichtingen bepaald (nationaal / internationaal). Informatieverplichtingen zijn daarbij in drie categorieën verdeeld:
• Categorie A: De informatieverplichting en de uitvoering daarvan zijn in Europees of internationaal verband opgelegd. Dit betekent dat zowel is voorgeschreven welke informatie bedrijven moeten aanleveren, als de wijze waarop dit moet gebeuren.
• Categorie B: De informatieverplichtingen vloeien voort uit Europese en internationale regelgeving, waarbij de uitvoering echter is overgelaten aan Nederland. Dit betekent dat is voorgeschreven welke informatie bedrijven moeten aanleveren, maar dat de wijze waarop wordt bepaald door Nederland.
• Categorie C: De informatieverplichtingen zijn uitsluitend het gevolg van Nederlandse weten regelgeving. Zowel de informatieverplichting als de wijze waarop hieraan uitvoering wordt gegeven, is door Nederland voorgeschreven.
Aan de hand van de nulmetingen zijn de informatieverplichtingen geïdentificeerd en hebben de departementen de informatieverplichtingen verdeeld over de drie categorieën. Dit is gebeurd door de betrokken beleidsmedewerkers en/of juristen en in sommige gevallen is daarna nog een check uitgevoerd op basis van bronteksten (Internationale wet- en regelgeving). Met behulp van het standaardkostenmodel is de administratieve lasten omvang bepaald.
De uitkomsten geven een goede indicatie van de herkomst van regelgeving en zijn een goed uitgangspunt om te bepalen welke dossiers voor een Europese aanpak in aanmerking komen.
(is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.)
Zie hiervoor ook de Spelregels Administratieve Lasten; bijlage 10 van de Miljoenennota 2004 (Kamerstukken II, 2003–2004, 29 200, nr. 1).
Zoals eerder aan de TK gemeld bij brief van november 2002 (Kamerstukken II, 2002–2003, 24 036, nr. 267).
In deze en andere tabellen zijn de oorspronkelijk aan de Tweede Kamer gemelde cijfers voor Walvis/sub (prijspeil 2000) opgenomen. Binnenkort worden aan de Tweede Kamer geactualiseerde cijfers gemeld.
Bekostigde onderwijsinstellingen worden niet tot het bedrijfsleven gerekend en vallen daarmee niet onder de definitie van administratieve lasten.
Hierbij zijn de subsidies vanuit het rijk, die niet in het Subsidieoverzicht Rijksoverzicht (SOR) zijn opgenomen (zoals bijvoorbeeld de Europese landbouwsubsidies en de arbeidsmarktsubsidies), buiten beschouwing gelaten.
Met de hieronder beschreven aanpak is ook invulling gegeven aan de motie Fierens, ingediend op 19 februari 2004, waarin wordt gevraagd om een stappenplan waarin ook de Europese aanpak wordt betrokken.
Zie daarvoor het «joint initiative on regulatory reform» van 26 januari 2004, gestuurd aan de collega ministers van Financiën in het kader van de ECOFIN Raad.
Brief van Commissievoorzitter Prodi aan de auteurs van het «joint initiative on regulatory reform» van 8 maart 2004.
Zie de brief van Commissievoorzitter Prodi en de conclusies van de Voorjaarsraad 2004 van het voorzitterschap.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29515-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.