29 509 Palliatieve zorg

Nr. 62 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ontvangen ter Griffie op 8 juni 2016.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling is aan de Kamer overgelegd tot en met 8 juli 2016.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 9 juli 2016

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2016

Hierbij zend ik u een ontwerpbesluit, houdende de wijziging van de Regeling palliatieve terminale zorg in verband met de verlenging van de werkingsduur en actualisering1.

De voorlegging geschiedt in het kader van artikel 24a van de Comptabiliteitswet 2001 en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over de voorgenomen wijziging van de Regeling Palliatieve terminale zorg (hierna: regeling) voordat deze door mij zal worden vastgesteld.

Aanleiding

De reden voor deze brief is de aanpassing van de regeling, zoals toegezegd in mijn brief van 19 oktober jl. (Kamerstuk, 29 509, nr. 51). In deze brief wordt de uitkomst van de evaluatie van de regeling toegelicht, die in de zomer van 2015 heeft plaatsgevonden. Vervolgens is overleg gevoerd met de meest betrokken organisaties om te bezien hoe de regeling kan worden aangepast en zijn ook

enkele toezeggingen uit het Algemeen Overleg van 28 januari jl.(kamerstuk 29 509, nr. 59) meegenomen, zoals het kunnen meegroeien van de regeling met het aantal sterfgevallen en inzet van vrijwilligers, alsook het verbreden van het bereik van de regeling, zodat vrijwilligers ook op andere plaatsen waar mensen overlijden kunnen worden ingezet.

In mijn recente brief van 20 mei 2016(Kamerstuk 29 509, nr. 61), heb ik deze wijzigingen uitgebreid toegelicht. Hieronder volgt daarom beknopt een opsomming van de belangrijkste wijzigingen. Voor een uitgebreidere toelichting verwijs ik u naar de eerdere brief.

De uitgangspunten voor de nieuwe regeling

Achtergrond

De Regeling palliatieve terminale zorg bestaat sinds 2007 en regelt instellingssubsidies die op aanvraag kunnen worden verstrekt aan hospices/bijna-thuis huizen en netwerken palliatieve zorg. De regeling bestaat uit twee onderdelen: het grootste onderdeel (thans ruim 15 miljoen euro) is bedoeld voor het stimuleren van vrijwillige palliatieve zorg via een tegemoetkoming voor de coördinatiekosten van vrijwilligers en voor exploitatie en huisvestingskosten van bijna-thuis huizen. Een kleiner deel van de regeling (thans bijna 3,5 miljoen euro) is bedoeld voor het coördineren van de netwerken palliatieve zorg. Er zijn 66 netwerken in Nederland met nationale dekking, waarin aanbieders van palliatieve zorg zich verenigd hebben. Binnen netwerken werken organisaties samen en dragen zorg voor voldoende aanbod.

Wijzigingen van de subsidieregeling

De volgende aanpassingen worden in de subsidieregeling opgenomen:

De kleine groep Wtzi-toegelaten hospices die geen deel uitmaken van een grotere organisatie kunnen nu ook gebruik maken van de regeling. Overige Wtzi-toegelaten instellingen blijven uitgesloten van de regeling in de zin dat ze zelf geen subsidie kunnen aanvragen.

Wel kan inzet indirect plaatsvinden. De inzet van vrijwilligers door VPTZ-organisaties in Wtzi toegelaten hospices zal subsidiabel gesteld worden. De uitsluiting in de huidige regeling (artikel 3, eerste lid, onder b) wordt daartoe opgeheven.

Ook inzet in andere organisaties wordt mogelijk gemaakt. Het tarief voor de inzet in overige instellingen wordt gesteld op het niveau van het tarief voor de onbetaalde coördinatie thuis. Naast de inzet in verpleeg- en verzorgingshuizen is ook inzet van vrijwillige palliatieve terminale zorg in bijvoorbeeld instellingen voor gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg mogelijk.

Het verschil in tarieven tussen high care hospices en bijna-thuis huizen blijft in stand, maar wordt minder groot. Besloten is om het tarief voor de high care hospices voorlopig te bepalen op 70% van het tarief van bijna-thuis huizen.

In de oude regeling bestonden de tarieven voor high care hospices en bijna-thuis huizen uit een exploitatiecomponent en een huisvestingscomponent. Ter vereenvoudiging is dit onderscheid opgeheven en wordt sprake van één integraal tarief.

De regeling blijft betrekking hebben op palliatieve zorg in de laatste levensfase. Deze fase is voor palliatieve zorg voor kinderen moeilijker te bepalen en kan in dat geval uitgebreid worden tot in beginsel maximaal een jaar. Dit wordt overigens niet expliciet in de regeling opgenomen, omdat het begrip terminale hulpbehoevende daarin thans ook niet is gedefinieerd. In de praktijk wordt daar voor volwassenen een verwachte maximale levensverwachting van drie maanden voor gehanteerd.

Het totale beschikbare bedrag voor de vrijwillige palliatieve terminale zorg zal jaarlijks met 3% wordt verhoogd. Omdat het tarief per instelling na de laatste verhoging van het budget in 2013 drie jaar achtereen gedaald is, verhoog ik het bedrag van de regeling vanaf 2017 ter compensatie hiervan.

Voor de netwerken zal de ondersteuning worden uitgebreid met de zeven netwerken kinderpalliatieve zorg, met een vast bedrag per netwerk (35.000 euro) dat niet ten koste van de bestaande netwerken zal gaan.

De regio-indeling van de netwerken is (zeer beperkt) aangepast.

Netwerken krijgen verder grotere mogelijkheden om samen te werken en gezamenlijk (afgestemde) voorstellen en activiteitenplannen in te dienen.

De berekening van de subsidie wordt iets aangepast; ieder netwerk ontvangt een vast basisbedrag, zodat ook kleine netwerken voldoende middelen hebben om een minimaal aantal uren coördinatie te financieren. Het restant van de middelen wordt dan op basis van het inwonertal verdeeld over de netwerken.

De huidige regeling kent een vervaldatum van 1 januari 2017, zodat de aanpassing ook voorziet in een verlenging van de regeling tot 1 januari 2022.

Na de aanpassingen in de regeling zal de regeling in de Staatscourant worden gepubliceerd en het aanvraagformulier worden aangepast.

Ten slotte

Ik hoop u met deze voorhangbrief voldoende te hebben geïnformeerd over de beoogde wijzigingen en verlenging van de regeling palliatieve terminale zorg.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven