nr. 87
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2009
Hierbij bied ik u de rapportage aan van de evaluatie van het platform
CentiQ.1 Deze rapportage bevat de resultaten van
het onderzoek naar de effectiviteit en het functioneren van het platform door
het onderzoeksbureau B&A.
Financiële ongeletterdheid is een groot maatschappelijk probleem.
Daarom heb ik in 2006 het initiatief genomen voor CentiQ, in de overtuiging
dat krachtenbundeling van alle betrokken partijen de enige weg is om iets
aan dit probleem te doen. Net als projecten gericht op ongeletterdheid, obesitas
en digitale vaardigheden beoogt CentiQ een gedragsverandering te realiseren.
Dit vergt per definitie een langetermijninspanning.
Het platform heeft als missie het financiële inzicht en de financiële
vaardigheden van consumenten te vergroten en te bevorderen dat consumenten
bewust financiële beslissingen nemen. Door krachten te bundelen in het
platform CentiQ willen partners consumenten beter bereiken, informeren en
helpen «wijzer in geldzaken» te worden. Het versterken van de
vaardigheden van consumenten is complementair aan wetgeving en toezicht gericht
op het marktgedrag van aanbieders.
In november 2006 werd het platform CentiQ gelanceerd; gelijktijdig werd
een aantal grootschalige onderzoeken opgestart, waaronder het onderzoek «Financieel
Inzicht van Nederlanders». In juni 2008 presenteerde het platform de
resultaten van dit onderzoek, samen met het actieplan «Wijzer in Geldzaken».
In de tweede helft van 2008 werd gestart met de uitvoering van het actieplan.
Ik heb uw Kamer toegezegd om het functioneren van het platform een jaar
na de lancering van het Actieplan te laten evalueren. In het besef dat deze
evaluatie te vroeg komt om de maatschappelijke effecten van het platform vast
te stellen, ligt de nadruk bij deze evaluatie op het functioneren van het
platform. Het onderzoeksbureau B&A kreeg de opdracht om te onderzoeken
welke veranderingen in producten en diensten hebben plaatsgevonden door het
platform, wat de impact is van deze producten en diensten, wat de betekenis
van het netwerk is en hoe de organisatie functioneert.
Conclusies en aanbevelingen
Het onderzoeksbureau concludeert in haar evaluatierapport dat de opgave
van CentiQ van groot maatschappelijk belang is. Vanwege de breedte van het
probleem ligt de keuze voor een netwerkorganisatie voor de hand. Deze organisatievorm
brengt met zich mee dat er de nodige energie is gestoken in het helder krijgen
van de individuele belangen ten opzichte van de collectieve missie. Nu de
posities zijn uitgekristalliseerd, is de weg vrij om verder maatschappelijk
resultaat te realiseren. De motor achter de gerealiseerde resultaten is het
projectbureau dat is ondergebracht bij en bemenst door het ministerie van
Financiën. Daarnaast is een beperkt aantal partners actief. De onderzoekers
adviseren om het projectbureau te versterken en de rol van de stuurgroep bij
het betrekken van partners te intensiveren.
Er worden door het platform goede producten en diensten ontwikkeld. Daarnaast
zijn nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan. Verder concludeert het onderzoeksbureau
dat de inhoudelijke strategie onomstreden is en dat de kennisfunctie van het
platform wordt gewaardeerd en een structurele plek moet krijgen. De problematiek
vraagt om een innovatieve aanpak. Het platform vervult de rol van kraamkamer:
veel activiteiten hebben het karakter van een pilot;
een brede uitrol bij succes is een vervolgstap die vaak nog moet worden gezet.
Voorbeelden hiervan zijn de ontwikkeling van digitale huishoudboekjes door
banken en de landelijke uitrol van pensioenspreekuren met hogescholen. Daarnaast
is een aantal langlopende trajecten gestart, zoals de activiteiten die zijn
gericht op inbedding van het thema omgaan met geld in het onderwijs.
De onderzoekers constateren dat financiële ongeletterdheid een omvangrijk
en weerbarstig probleem is. Zij onderkennen dan ook dat de evaluatie te vroeg
komt om het netwerk op maatschappelijke resultaten te toetsen. Zij bevelen
aan om voor de middellange termijn heldere ambities en concrete doelstellingen
te formuleren, die het mogelijk maken om de effectiviteit te beoordelen.
Respons van de stuurgroep van CentiQ
De stuurgroep van het platform CentiQ heeft mij middels een brief laten
weten hoe zij aan de aanbevelingen van het onderzoeksbureau gevolg zullen
geven. De brief van de stuurgroep is als bijlage toegevoegd.
De leden van de stuurgroep zullen zich intensiever inspannen om het netwerk
goed te laten functioneren en om partners te activeren. Daarnaast wordt een
aantal wijzigingen voorbereid om de organisatie beter te laten functioneren.
Ook worden striktere eisen gesteld aan het partnerschap, zodat dit minder
vrijblijvend wordt. Ook zal de kennisfunctie van het platform worden uitgebouwd.
De ambities van het platform zullen worden vertaald in concretere doelstellingen,
zodat de effectiviteit van het netwerk ook tussentijds kan worden bepaald.
Omdat de weerbarstige problematiek vraagt om innovatieve oplossingen,
hebben veel van de projecten tot nu toe het karakter van een pilot. Succesvolle pilots zullen worden uitgerold om hun maatschappelijk
effect te vergroten. Daarnaast is er een aantal activiteiten waarvan
het effect pas op langere termijn zichtbaar zal worden, bijvoorbeeld de inbedding
van het thema omgaan met geld in het onderwijs.
Ik heb er vertrouwen in dat met deze wijzigingen het platform CentiQ op
de juiste weg is. Ik ben voornemens het onderzoek naar de effectiviteit en
het functioneren van het platform eind 2010 te herhalen. Daarnaast zal het
onderzoek naar het «Financieel inzicht van Nederlanders» dat in
2007 werd uitgevoerd als startpunt voor het platform CentiQ, in 2012 herhaald
worden om het maatschappelijk effect te beoordelen. Daarna zal worden besloten
of het platform CentiQ zal worden gecontinueerd. In de tussentijd zal ik uw
Kamer op de hoogte houden van de vorderingen en resultaten van het platform.
De minister van Financiën,
W. J. Bos