29 507
Regels voor de financiële dienstverlening (Wet financiële dienstverlening)

nr. 49
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 januari 2008

In mijn brief van 13 juli jl. (29 507, nr. 48) heb ik u geïnformeerd over de stappen die op dat moment waren of zouden worden gezet om de transparantie van beleggingsverzekeringen te verbeteren en om zoveel mogelijk en zo spoedig mogelijk duidelijkheid te bieden aan degenen die in het verleden een beleggingsverzekering hebben afgesloten. De brief bevatte onder andere een weergave van de opzet van het eerder aangekondigde feitenonderzoek naar deze producten, uit te voeren door het Instituut voor Financieel Onderzoek IFO. Ik heb toen gemeld dat afronding van het onderzoek voor het eind van het jaar, ondanks de ondervonden moeilijkheden in de offertefase, nog steeds haalbaar was.

Inmiddels is gebleken dat het onderzoek toch meer tijd zal kosten. Dat is spijtig, gezien het belang dat ik, net als uw Kamer, hecht aan de uitkomsten van het onderzoek. De opgetreden vertraging heeft te maken met het feit dat het een complexe materie betreft en dat het onderwerp hoge eisen stelt aan de vereiste zorgvuldigheid. Een en ander geldt met name voor het empirisch feitenonderzoek met betrekking tot de productkenmerken van een aantal geselecteerde producten. Belangrijk is uiteraard dat de onderzoeksresultaten een goed beeld geven van de markt in beleggingsverzekeringen.

De stand van zaken is voor mij aanleiding geweest de onderzoekers en de aan het onderzoek meewerkende verzekeraars op het ministerie uit te nodigen waarbij zij zijn geïnformeerd dat ik verdere vertraging onacceptabel vind en hen heb opgeroepen er alles aan te doen opdat het onderzoek met spoed wordt afgerond en geen verdere vertraging ondervindt. Tijdens dit overleg heb ik kunnen vaststellen dat de bereidheid daartoe bij beide partijen ten volle aanwezig is. De resultaten van het onderzoek zullen naar verwachting over enkele maanden beschikbaar zijn.

Voor de goede orde merk ik op dat de opgetreden vertraging geen directe gevolgen heeft voor de afwikkeling van schadeclaims en de inspanningen van (onder andere) de Ombudsman Financiële Dienstverlening om te bemiddelen bij klachten resp. aanbevelingen te doen ten aanzien van polisreparatie voor bestaande polishouders. Het onderzoek heeft tot doel meer inzicht te geven in de markt voor beleggingsverzekeringen. De uitkomsten zijn niet bedoeld om in procedures te worden gebruikt, anders dan in de vorm van – daarom niet minder belangrijke – achtergrondinformatie.

Het is mijn voornemen u voorafgaand aan de uitkomsten van het onderzoek nader te informeren over de stand van zaken rond andere aspecten van dit dossier, zoals de genoemde werkzaamheden van de Ombudsman en de geschillenbeslechting via de rechter. De in mijn brief van 13 juli 2007 genoemde aanpassing van de transparantieregels is inmiddels geëffectueerd. Het desbetreffende besluit (Stb. 2007, 520) is conform planning per 1 januari in werking getreden.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven