29 507
Regels voor de financiële dienstverlening (Wet financiële dienstverlening)

nr. 46
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 1 juni 2006

De vaste commissie voor Financiën1, de vaste commissie voor Justitie2, de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap3 en de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer4 hebben op 25 april 2007 overleg gevoerd met viceminister-president, minister Bos van Financiën en minister Hirsch Ballin van Justitie over:

– de brief van de minister van Financiën over de voortgang van de uitbreiding van de schuldenregistratie (29 507, nr. 41);

– de brief van de minister van Justitie over buitengerechtelijke incassokosten (30 928, nr. 7).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Spekman (PvdA) wijst erop dat schulden levens stuk maken, maar dat mensen soms worden verleid tot het maken van schulden en tot het meedoen met de gekte. Kan de overheid dergelijke verleidingen niet voorkomen? Stelt zij zich niet te afhankelijk op van het overleg met het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven? In de afgelopen vijf jaar is het aantal mensen met schulden verdubbeld. De situatie is dus urgent.De overheid moet investeren in armoedebestrijding, schuldhulpverlening en preventie. De huidige incidentele financiering van schuldhulpverlening zou structureel moeten worden.

De uitbreiding van schuldenregistratie is een eerste stap in de goede richting. Van uitstel komt echter afstel. Kan het ministerie het uitbreidingsproces versnellen? Is het geen doodlopende weg dat voor de identificatie van de persoon achter de te registreren schuld is gekozen voor gebruikmaking van de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA), die zo lek als een mandje is?

Waarom zouden reclamemakers zich aan de regels ter bescherming van de kwetsbaarste groepen houden als een boete slechts tussen de € 6000 en € 30 000 bedraagt, terwijl een spotje op tv € 100 000 kost? Verhoogt de minister dit boetebedrag?

Roodstanden kunnen worden aangepakt door bij voorbeeld studenten niet de mogelijkheid te bieden, een lening van € 10 000 af te sluiten of mensen bij meerdere banken rekeningen te laten openen en met het grootste gemak rood te laten staan. Registratie van roodstand is ook een oplossing.

Het uitgangspunt van het kabinetsbeleid moet zijn dat ook overheidsschulden, zoals studieschulden en verkeersboetes, ondergebracht en geregistreerd dienen te worden. Geen instantie mag zich verschuilen achter zijn computersysteem, zeker de Informatie Beheer Groep (IBG) niet, die ook al niets aan fraudebestrijding doet.

Gezien de aard van de probleemschulden en het gedrag van incasso-organisaties, moet de overheid een stok achter de deur hebben om incasso-organisaties te vermanen die te hoge buitengerechtelijke incassokosten in rekening brengen. Is de minister het hiermee eens?

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA) vindt dat de nadruk op preventie van schulden moet komen te liggen. De campagne van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) waarin wordt gewezen op de risico’s van onverantwoord lenen juicht zij toe. Welke integrale visie heeft het kabinet op de schuldenproblematiek, schuldhulpverlening, overkreditering en de aanpak daarvan? Hoe zijn de verantwoordelijkheden op dit vlak over de betrokken ministeries verdeeld? Wat doet de minister van Financiën om het uitbreidingsproces van de schuldenregistratie te bespoedigen, waartoe marktpartijen het initiatief hebben genomen? Waarom duurt het zo lang? Waarom wordt het systeem van het Bureau Krediet Registratie (BKR) niet voor de uitbreiding gebruikt, waarbij naar verluidt alleen achterstanden hoeven te worden toegevoegd? Heeft het nieuw op te zetten systeem voldoende toegevoegde waarde?

Kredietaanbieders moeten zich aan de Wet op het financieel toezicht (Wft) houden. Worden de gedragsregels in de wet aangescherpt, zodra de schuldenregistratie is uitgebreid?

Met de identificatiemethode staat of valt het systeem. Biedt de GBA een betrouwbare identificatiemethode? Zo niet, kan de overheid een helpende hand toesteken?

Schuldenregistratie van overheidswege zou moeilijk te realiseren zijn, maar de overheid heeft een voorbeeldfunctie en moet die dus juist realiseren en wel op korte termijn. Roodstanden moeten worden geregistreerd, ook van degenen die een maandlang continu rood staan en na storting van hun salaris nog steeds rood staan. Dan kan in een vroeg stadium worden gesignaleerd wie ernstige financiële problemen riskeren. Registratie betekent niet dat er geen kredieten meer kunnen worden verstrekt. Als de financiële positie van iemand voldoende is, al staat die soms rood, kan die nog best lenen. Wil de minister hierover met de marktpartijen spreken?

Wil de minister van Justitie de Kamer over de resultaten van zijn overleg met het bedrijfsleven over onredelijk hoge buitengerechtelijke incassokosten informeren? Wanneer treedt de wet ter implementatie van de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken in werking? Kan de Consumentenautoriteit niet eerder om aandacht voor deze problematiek worden gevraagd?

Mevrouw Karabulut (SP) vindt dat onmogelijk moet worden gemaakt dat steeds meer mensen in de financiële problemen raken door onverantwoorde kredietverstrekking en dat consumenten onder druk worden gezet door incassobureaus die buitensporig hoge kosten voor de inning van openstaande vorderingen berekenen. Natuurlijk heeft de consument een eigen verantwoordelijkheid, maar kredietverstrekkers hebben een zorgplicht. Noch zij, noch bedrijven, noch gezinnen en individuen zijn gebaat bij een toename van schulden. Hoe meer inzicht kan worden verworven in de schulden die mensen bij bedrijven, kredietverstrekkers, financiële instellingen, maar ook de overheid hebben, hoe beter kan worden bepaald of kredietverstrekking verantwoord is. Het initiatief van de marktpartijen tot uitbreiding van de schuldenregistratie is dan ook lovenswaardig. Waarom duurt het zo lang voor het systeem waarin achterstanden en schulden kunnen worden geregistreerd, is gebouwd, laat staan gevuld? Kan het niet sneller? Waarom kunnen andere marktpartijen dan het platform dat het initiatief heeft genomen, wel uitgebreid registreren met goedkeuring van het College bescherming persoonsgegevens (CBP)? Wat vormt het obstakel: privacybescherming, technische problemen, het ontbreken van kennis? Is de minister bereid het uitbreidingsproces te bespoedigen of zich als participant op te stellen in plaats van als toeschouwer?

Op welke wijze wordt de privacy in het nieuwe systeem gewaarborgd? Vindt de minister ook dat de overheid een plaats dient te krijgen in de stichting die de initiatiefnemers willen oprichten? Hoeveel bedrijven werken mee aan het systeem ter uitbreiding van de schuldenregistratie? Welk deel van de markt wordt gedekt? Klopt het dat de telecomsector is afgehaakt? Zo ja, waarom?

Registratie van overheidsschulden is ook van belang voor een zo volledig mogelijk inzicht in het reëel besteedbare inkomen van mensen en voor voorkoming van overkreditering. Waarom is die zo lastig te realiseren? Betalingsachterstanden bij parkeerboetes worden nu ook aan deurwaarders verstrekt. Waarom kunnen deze gegevens niet in het schuldenregistratiesysteem worden opgenomen? Het zelfde geldt voor de studieschulden.

Overkreditering en daarmee gepaard gaande schulden kunnen in eerste instantie worden voorkomen door inzicht in de financiële situatie, een kredietwaardigheidstoets en nakoming van de zorgplicht en het verwerken van ingewonnen informatie. Wat is de stand van zaken in het in het vooruitzicht gestelde wetsvoorstel voor hogere beboeting? Hoe zit het met de gedragscode waaraan de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Vereniging van Financieringsmaatschappijen in Nederland (VFN) werken? Vindt de minister ook dat er afgegaan moet worden op een duidelijke indicatie, bij voorbeeld het sociaal minimum, om te stellen dat iemand geen marge heeft en dus geen lening mag krijgen?

Misleidende leenreclames moeten van tv verdwijnen overeenkomstig de wens van een meerderheid in de Kamer blijkens de aanneming van de motie-Vietsch. Voert de minister deze motie uit?

Waarom neemt de minister van Justitie de norm uit het rapport Voor-werk II niet in een wet op, zodat incassobureaus maximaal 15% van de hoofdsom in rekening mogen brengen?

De heer Weekers (VVD) wijst erop dat armoede in Nederland vaak door overkreditering en een complexe schuldenproblematiek wordt veroorzaakt. Daarom moeten maatregelen ter preventie worden genomen. Baten die niet en is het te laat, dan moeten er goede programma’s voor schuldhulpverlening zijn. Wanneer treedt de recentelijk aangepaste Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) in werking? Mensen moeten voortdurend op hun eigen verantwoordelijkheid worden aangesproken en in staat worden gesteld om goede afwegingen te maken; de overheid hoeft niet geheel voor de schuldproblemen op te draaien en geen moralistisch appel op mensen te doen. Wat is de stand van zaken in het financieel alfabetiseringsproject? Wordt het bedrijfsleven daarbij betrokken? Het is efficiënter om mensen uit het bedrijfsleven op scholen en in buurthuizen een verhaal te laten vertellen dan een overheidscampagne te voeren. Worden websites gekoppeld en beschikbaar gesteld?

Welke marktpartijen doen nog mee aan het initiatief tot uitbreiding van de schuldregistratie? Zijn de telecommunicatiebedrijven afgehaakt, terwijl jongeren, áls ze al schulden hebben, die daar wel bij hebben? Welke andere partijen zijn afgehaakt en waarom? Waar is de vertraging in de realisatie van de uitbreiding met langdurige betaalachterstanden aan te wijten? Waarom wordt ter identificatie gekozen voor aansluiting op de GBA in plaats van het burgerservicenummer (BSN)? Hoe komt het dat de IBG en het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) niet kunnen aansluiten op het nieuwe registratiesysteem?

Niet alle schulden van mensen hoeven te worden geregistreerd, maar wel de schulden en achterstanden die zo hoog oplopen dat ze problematisch dreigen te worden. Dan kunnen de betrokken instanties ingrijpen.

Kunnen in het registratiesysteem van het BKR problematische schulden en achterstanden worden geregistreerd buiten de schulden en kredietfaciliteiten die er nu in worden opgenomen? Schrijven de Europese aanbestedingsregels niet voor dat meerdere marktpartijen moeten worden uitgenodigd om een offerte uit te brengen voor de bouw van een systeem ter uitbreiding van de schuldenregistratie?

De roodstanden op bankrekeningen lopen op en de rentes die daarover moeten worden betaald zijn hoger dan de rentes die kredietverstrekkers in rekening brengen. Mensen mag echter niet de mogelijkheid worden ontnomen om inzicht te krijgen in de producten die op de markt bestaan, bij voorbeeld via de tv. Tegen misleidende reclames moet wel hard worden opgetreden. De huidige sancties schrikken niet voldoende af. Voor reputatieschade zijn bedrijven wel bang, dus voor publicaties van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Het kaf moet dus van het koren worden gescheiden. Roodstanden van een maand mogen niet worden geregistreerd, want de gevolgen van een registratie staan niet in verhouding tot de schade die het rood staan totdat het salaris wordt gestort, berokkent. Banken laten mensen ook altijd rood staan naar verhouding tot hun salaris, dus problematische schulden kunnen er niet door ontstaan, zeker niet na een maand. Het verstrekken van leningen door banken aan jongeren ten belope van € 10 000 moet ook niet per definitie worden verboden; wel afhankelijk van het doel waarvoor een dergelijk bedrag wordt gebruikt, bij voorbeeld een investering in hun studie. Creditcardverstrekking zonder kredietwaardigheidstoetsing is zorgwekkend. Bedrijven hebben een zorgplicht en moeten mensen behoorlijk voorlichten over de financiële producten die ze verkopen; de AFM moet toezicht op de naleving daarvan houden.

Torenhoge incassobedragen stroken niet met de wet, zoals blijkt uit de brief van de minister van Justitie. Rechters zullen dergelijke bedragen nooit toewijzen; zij kijken er ook ambtshalve naar. Veel mensen worden getild, doordat incassobureaus ontvangen betalingen eerst van de incassokosten aftrekken en daarna pas van de hoofdsom. Aan de andere kant betalen mensen redelijke kosten voor de incassering van door hen niet betaalde vorderingen vaak niet. De rechter vordert die ook niet, omdat dat te duur is. Als dat wel gebeurt, beschouwt de rechter het schrijven van brieven en het aanleggen van een dossier door een incassobureau vaak als handelingen ter instructie van de procedure en rekent hij of zij de buitengerechtelijke kosten niet mee. Zodoende komen de kosten niet voor rekening van diegenen die ze veroorzaken. Dat is niet toelaatbaar. De vervuiler betaalt, zij het in redelijke mate. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft ooit een tarief van 15% aan buitengerechtelijke incassokosten vastgesteld. Dat tarief daalde naar gelang van de hoogte van de vordering. Dat was redelijk. Het voorwerk is hetzelfde, ongeacht het te innen bedrag. Is de minister van Justitie bereid om een forfaitair buitengerechtelijk incassotarief in wet- en regelgeving op te nemen, zoals aanbevolen in het proefschrift van de heer M.L. Hendrikse?

De heer Tony van Dijck (PVV) vindt dat de nadruk op preventie van schuldvorming moet worden gelegd. Registratie van schulden impliceert vaak dat het te laat is. Bedrijven en commerciële instellingen moeten veel meer op hun zorgplicht worden gewezen.

De Wft biedt voldoende houvast voor verantwoorde kredietverlening; de AFM dient op de naleving van deze wet toe te zien. De rol en het takenpakket van de AFM zou eens moeten worden doorgelicht, want die organisatie lijkt op zelfrijzend bakmeel.

Bij het voornemen om de schuldenregistratie uit te breiden, wordt voorbijgegaan aan de vraag of iemand die zijn schulden kan betalen, die ook gaat betalen. Mensen die te kwader trouw blijken te zijn, dienen dus ook geregistreerd te worden. Het optuigen van een nieuw systeem naast het systeem van het BKR is echter onwenselijk: de schuldenregistratie wordt er alleen maar ondoorzichtiger op. Een integrale BKR-toets met autorisatie zou verplicht moeten worden gesteld voor kredietverstrekkers die op het punt staan, mensen een lening te verstrekken of toe te staan dat mensen een bedrag in termijnen aflossen. Dan wordt de verstrekte lening van zelf in het BKR geregistreerd en worden de schuldgegevens geactualiseerd. Wanbetaling of betalingsachterstanden dienen aan het BKR te worden gemeld, zodat integraal maatregelen tegen schuldenaars kunnen worden genomen. Wat vindt de minister van dit voorstel? Waarom kan het BKR geen schulden en betalingsachterstanden registreren?

De registratie van overheidsschulden wordt een langetermijnexercitie vanwege de nodige systeemaanpassingen. Vindt de minister die niet veel te complex? Is hij niet van mening dat het daarom zo lang duurt? Hoeveel kost deze exercitie? Dragen de marktpartijen of de overheid de kosten?

Identificatie via de GBA is niet wenselijk, want het BSN is het geschiktst om een persoon te identificeren. Waarom opnieuw een nummer introduceren? Het is toch veel verstandiger om de problemen met het BSN op te lossen, zodat de verschillende partijen dat kunnen gebruiken?

Voor de buitengerechtelijke incassokosten zou een maximum bij wet moeten worden vastgelegd, anders blijven die de pan uitrijzen. Dat bespaart burgers een hoop zorgen en gangen naar de rechter. Waarom zouden de incassokosten een percentage van de hoofdsom belopen, terwijl een incassotraject niet naar gelang van het te innen bedrag verandert?

Wat vindt de minister van de introductie van een kredietpas, waarop per individu een kredietplafond kan worden vastgesteld en roodstanden en al dan niet verstrekte leningen kunnen worden geregistreerd?

De heer Vendrik (GroenLinks) mist de minister van SZW oftewel de chef schuldhulpverlening bij dit algemeen overleg.

Krachtens het Besluit financiële dienstverlening zijn makers van reclamespots voor kredietverstrekkers verplicht tot het op het tv-scherm laten verschijnen van een overzicht van de rentevoeten op de aangeprezen producten. Dat overzicht is te klein en verschijnt te kort. Wil de minister van Financiën hier wat aan doen?

Wanneer wordt er een apart algemeen overleg over de bevoegdheden en taakuitvoering van de AFM gehouden? Stuurt de minister van Financiën hierover een brief of neemt hij hierover een passage in een of andere evaluatie op? Kan dat dit jaar nog gebeuren?

Marktpartijen en maatschappelijke organisaties bespreken de mogelijkheid tot uitbreiding van de schuldenregistratie middels de opzet van een nieuw systeem. Wordt dat een digitaal bestand van alle Nederlanders op de Nederlanders na die geen hypotheek, doorlopend krediet of studieschuld hebben? Zo ja, blijft dit desondanks een privaatrechtelijke gelegenheid, zij het met wettelijke waarborgen, geboden door het CBP? Dat zou raar zijn. Wie krijgen er toegang tot het systeem, dat ter invulling van de zorgplicht dient, die unaniem van toepassing is op alle vormen van kredietverlening en overige financiële producten? Hoe gaat het in de praktijk werken? Welk gebruik gaan de financiële partijen ervan maken? Kortom: hoe zit het met de legitimiteit en de effectiviteit van het registratiesysteem? Waarom voorziet het kabinet het niet van een wettelijke basis? Dit is toch duidelijk een zaak van de overheid?

Het registreren van roodstanden van een maand is spijkers op laag water zoeken. Eerst moet blijken wat dit aan acties van partijen, betrokken bij de instandhouding en het vullen van het systeem, veronderstelt en of dat zinvol is. Bovendien beslist niet de wetgever, maar beslissen marktpartijen hier bij de huidige stand van zaken over.

Er moet een wettelijke regeling inzake de buitengerechtelijke incassokosten komen, bij voorbeeld door middel van een normering van de maximale kosten. Wil de minister van Justitie hiertoe het initiatief nemen?

Antwoord van de bewindslieden

De minister van Financiën deelt de zorgen van de Kamer over het aantal mensen met problematische schulden. Zij kosten de samenleving geld, terwijl zij zelf in de marge van de samenleving verdwijnen. Die mensen op hun eigen verantwoordelijkheid wijzen, volstaat in zijn ogen niet. Een algemeen verbod op reclame voor kredieten is nergens in Europa gebleken. Het verbod op tabaksreclame is mede gebaseerd op een Europese richtlijn. Bovendien valt reclame onder de vrijheid van meningsuiting uit het EVRM. Het kabinet onderzoekt of een verbod mogelijk en effectief is.

Het ministerie van Financiën is verantwoordelijk voor de financiële dienstverlening en het toezicht daarop, het ministerie van Justitie voor alles wat met de rechtspraktijk te maken heeft en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor schuldhulpverlening en armoedebestrijding. De minister zegt toe, dit jaar nog een debat met de Kamer te voeren over de bevoegdheden en de daadkracht van de AFM.

Schuldenregistratie speelt een belangrijke rol in de preventie van schulden. Dat is belangrijk. Er bestaat wel een groot verschil tussen een schuld, een problematische schuld en een betalingsachterstand. Bovendien moet de privacywetgeving worden nageleefd. Het is niet toegestaan om zo maar allerlei systemen en bestanden aan elkaar koppelen en daartoe derden toegang verschaffen.

Naar aanleiding van de flitsevaluatie van 2006 en het onderzoek van de AFM naar kredietreclames wordt ten eerste de verbetering doorgevoerd dat de berekening van premies voor verzekeringen die soms aan kredieten worden gekoppeld, representatief moet zijn voor de verzekering. De consument kan zo een beter beeld van de kosten van het krediet krijgen. Ten tweede wordt nagegaan of in de reclameregels een algemeen verbod op het uitlokken van impulsaankopen kan worden opgenomen, hoe moeilijk ook te definiëren is wat dat zijn. Eind 2007 moeten deze twee zaken wel opgenomen staan in het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen.

Een brede evaluatie van alles wat te maken heeft met kredietverstrekking is inmiddels aanbesteed. Daarbij worden de eisen die aan de kredietreclames worden gesteld, de kredietprospectussen, de kredietwaardigheidstoets, de maximale kredietvergoeding en roodstand onder de loep genomen. De bevoegdheden en de positie van de AFM bij de handhaving van kredietregels kunnen daaraan worden toegevoegd. De resultaten vormen dan een input voor het debat over schulden en kredietregels dat voor eind 2007 wordt gevoerd en voor de uitvoering van de motie-Vietsch. Er wordt een kosten-batenanalyse gemaakt indien uit de evaluatie blijkt dat op roodstanden bepaalde kredietregels van toepassing moeten worden gemaakt. Over opname van wettelijke verplichtingen ten bate van de kredietwaardigheidstoets kan in het debat over de evaluatie van gedachten worden gewisseld.

Er is een Europese richtlijn over consumentenkrediet in de maak. Tegen tal van onderdelen daarvan heeft het kabinet bezwaar. De uiteindelijke versie zal wellicht handvatten bieden om bepaalde regels ten aanzien van roodstand te kunnen stellen.

Het kabinet is voornemens, in 2008 de boete te verhogen tot maximaal € 500 000 aan kredietverstrekkers die de reclameregels overtreden.

Op 10 november 2006 is CentiQ, het platform voor financiële educatie, opgericht. Daaraan nemen instanties, bedrijven en wetenschappers deel. Zij maken mensen onder andere bewust van de vijf vragen die zij aan verkopers van financiële producten moeten stellen. Hierover krijgt de Kamer op korte termijn een technische briefing. Het uitgangspunt van CentiQ is gelijk aan wat voor alle wetgeving geldt: «de geïnformeerde consument». Allen moeten betere toegang krijgen tot informatie over financiële producten. Helaas begrijpt nu slechts een kwart van de burgers die.

De AFM handhaaft strenger en berokkent financiële dienstverleners soms reputatieschade door opgelegde boetes te publiceren. Dat blijkt zeer effectief te zijn. De AFM wordt ook verzocht, na te gaan of het zinvol is om strenger te handhaven ten aanzien van de grootte van de letters die voor het overzicht worden gebruikt, dat op het tv-scherm dient te verschijnen bij reclame voor kredietverstrekkers. Er bestaat geen reden om het personeelsbestand van de AFM drastisch in te krimpen, want die verricht maatschappelijk zeer nuttig werk, maar zij zal in de afslankingsoperatie van de overheid wel voor haar deel meedraaien, aangezien zij een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) is.

De VFN en de NVB stellen een gedragscode op voor de manier waarop de kredietwaardigheidstoets moet worden toegepast. Dat initiatief steunt het kabinet van harte.

De staatssecretaris van SZW is aan het verifiëren of een nadere intensivering van de schuldhulpverlening een goed middel is om armoede te bestrijden. In het coalitieakkoord zijn daarvoor, maar ook voor gesubsidieerde arbeid en de Wet sociale werkvoorziening (WSW) enkele miljoenen gereserveerd. Gemeenten kunnen daarmee de problemen waar zij tegenaan lopen, effectief aanpakken.

De overheid is wel degelijk betrokken bij het marktinitiatief tot uitbreiding van de schuldenregistratie, onder andere in de hoedanigheid van het ministerie van Financiën. Het CBP toetst de uitbreidingsmogelijkheden aan de privacywetgeving. Juist privacywetgeving zorgt voor vertraging, waardoor de uitbreiding van de registratie pas per 1 januari 2009 een feit is. De oplossing om mensen aan de hand van de GBA te identificeren, lijkt de enige houdbare voor alle betrokken partijen te zijn, al is de GBA niet waterdicht. De kwaliteit van het stelsel van het GBA wordt vergroot dankzij de introductie van het BSN.

Aan het marktinitiatief werkt verder de gemeente Tilburg namens alle Nederlandse gemeenten als overheidsinstantie mee. Die gemeente heeft daarvoor € 150 000 van het kabinet gekregen. Bovendien werkt de overheid eraan mee in de hoedanigheid van de IBG en de Belastingdienst.

De minister zegt toe, de Kamer op een nader tijdstip te informeren over de aard van de obstakels die de privacywetgeving heeft opgeworpen voor de uitvoering van het marktinitiatief tot uitbreiding van de schuldenregistratie en over de gemaakte afwegingen ten aanzien van het al dan niet wenselijke privaat- of publiekrechtelijke karakter van het initiatief. Voorts maakt het marktinitiatief een afweging over de hoeveelheid in het systeem op te nemen gegevens, de toegankelijkheid van die gegevens en de gegevens die volgens de privacywetgeving mogen worden gekoppeld. Het doel van de uitbreiding van de schuldenregistratie is het verrijken van de kredietwaardigheidstoets. Het BKR-bestand wordt niet vervangen, maar gekoppeld aan een nieuw systeem, dat met het BKR-systeem kan communiceren. Bij de opzet van dit nieuwe systeem zijn woningbouwcorporaties betrokken, energiebedrijven, het Leger des Heils, gemeentelijke kredietbanken, de gemeente Tilburg en dergelijke. Zij hebben allemaal zo hun eigen systemen en registratiebehoeften. Het is moeilijk om hier een uniforme behoefte uit te distilleren en daarbij rekening te houden met de privacywetgeving. Hoe meer bedrijven erbij betrokken worden, hoe lastiger het wordt om het systeem op te zetten. Telecommunicatiebedrijven zijn er overigens niet bij betrokken, omdat jongeren daar steeds minder schulden bij hebben dankzij onder andere de maatregel dat jongeren met schulden alleen nog maar prepaidkaarten mogen kopen. De IBG en de Belastingdienst kunnen hun systemen pas in respectievelijk 2010 en 2011 aan het nieuwe systeem koppelen, omdat zij andere hoofdtaken hebben dan het bouwen van schuldregistratiesystemen. De minister zegt toe, na te gaan of de bouw van het nieuwe systeem en de koppeling aan bestaande systemen bij de diverse deelnemende partijen kan worden versneld. Hij informeert de Kamer hier voor het zomerreces over.

De minister van Justitie zet uiteen dat er een groot verschil bestaat tussen de registratie van persoonsgegevens door politie en justitie en het BKR. Het BKR beschikt over informatie die volgens de systematiek van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) wordt gelegitimeerd doordat mensen bij door hen verrichte rechtshandelingen ermee hebben ingestemd dat gegevens aan dat BKR worden verstrekt en dit bureau daarmee aan de slag gaat, terwijl politie en justitie gegevens verwerken van personen die overtredingen of misdrijven hebben gegaan. Zij hebben daar natuurlijk niet voor getekend. Het verschil is te wijten aan het feit dat registratie door het BKR het belang van betrokkene zelf dient, terwijl politiële en justitiële registratie het algemeen belang dient. Het is moeilijk om combinaties van gegevens waarvoor mensen tekenen en van gegevens die de overheid ongevraagd verwerkt, zoals snelheidsovertredingen, toelaatbaar te verklaren.

De minister heeft VNO-NCW en MKB Nederland uitgenodigd voor een gesprek over incassobureaus die onredelijke buitengerechtelijke kosten in rekening brengen. Voorts overweegt hij om onredelijke buitengerechtelijke kosten te plaatsen op de lijst van de onredelijk bezwarende bedingen, de zogenoemde zwarte lijst. Dit vereist een definitie van «redelijke kosten». Zodra het wetsvoorstel tot uitvoering van de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken is aanvaard, kan de Consumentenautoriteit op basis daarvan optreden tegen incassobureaus die onredelijke kosten berekenen. Voor de definitie van «redelijke kosten» kan worden uitgegaan van een forfaitair bedrag of van een vast percentage van bijvoorbeeld 15, maar zo’n definitie kan een kostenopdrijvend effect hebben. De herziening van het burgerlijk procesrecht is op korte termijn aan de orde bij de Nederlandse vereniging voor het burgerlijk procesrecht. Daarnaast is er sprake van de vorming van een raad, die bij de herziening een rol kan spelen en kan zorgen voor een samenhangende benadering van de gerechtelijke en buitengerechtelijke incassokosten. Verder wordt er op Europees vlak aan een mogelijk geharmoniseerde regeling voor consumentenkoop gewerkt, waarin dit een rol kan spelen. Hierop wacht het kabinet waarschijnlijk niet, al zou het wel verstandig zijn als het er rekening mee hield. De criteria waaraan het door de minister geplande overleg moet voldoen zijn: beheersing van incassokosten en voorkoming van excessieve kosten met als mogelijkheid het plaatsen van te hoge incassokosten op een zwarte lijst, indien het bedrijfsleven zich hier niet eensluidend aan kan of wil committeren. De minister overlegt niet alleen met VNO-NCW, maar ook met de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen (NVI) en een van haar medebestuursleden. Het preadvies van M. L. Hendrikse wordt de komende maanden bij de herziening van het burgerlijk procesrecht betrokken. Verder wordt op 15 mei 2007 met de Koninklijke beroepsorganisatie van gerechtsdeurwaarders en daarna met Intrum Justitia overlegd. De minister zegt de Kamer toe dat zij in het najaar een brief over de resultaten van alle geplande overleggen kan verwachten.

Het CJIB houdt zich bezig met een vierjarig project voor de modernisering en het op nieuwe taken berekend maken van de geautomatiseerde verwerking van uit te keren voorschotten op schadevergoedingen aan slachtoffers van geweld- en zedendelicten. Dit project heet Noordenwind. Zodra het is afgerond, is het mogelijk om niet meer op basis van zaken, maar op basis van personen inzicht in de schuldposities te geven.

De Eerste Kamer behandelt het wetsvoorstel tot Wijziging van de WSNP op 22 mei 2007.

Nadere gedachtewisseling

De heer Spekman (PvdA) is zeer tevreden als de aan reclamemakers mogelijk op te leggen boete niet meer maximaal € 30 000 bedraagt, maar € 500 000. Ook ziet hij uit naar de informatie die de Kamer voor het zomerreces over onder andere de brede evaluatie krijgt. Hij bepleit de registratie van roodstanden en het voorkomen dat roodstanden van de ene naar de andere rekening worden overgeheveld. Dreigen met reputatieschade lijkt hem voor bedrijven niet afschrikwekkend genoeg.

De maatschappij en het CBP maken zich te druk over privacybescherming, terwijl mensen in Nederland al te grif gegevens over zichzelf verstrekken door bij voorbeeld een bonuskaart van een supermarkt te accepteren. Het gaat erom dat de schade door schulden aan gezinnen en de maatschappij wordt beperkt.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA) vindt dat de uitbreiding van de schuldenregistratie geen doel op zichzelf mag zijn. Zij bedankt de bewindslieden voor de toezegging dat er nog een breed kredietdebat wordt gevoerd en hoopt dat dan de discussie over de registratie van roodstand van een maand versus drie maanden kan worden geëntameerd. Verder is zij het ermee eens dat aan de registratie van roodstand van een maand een kosten-batenanalyse vooraf moet gaan.

Positief is dat de boetes, in voorkomend geval op te leggen aan reclamemakers, worden verhoogd. Steunen de ministers ook het initiatief van kredietverleners tot certificering van de markt? Wat doen zij of de AFM om te voorkomen dat in de marge van de website www.blijfpositief.nl reclames verschijnen voor bij voorbeeld lenen zonder BKR-toets?

Mevrouw Karabulut (SP) leest graag in een brief van de minister van Financiën wat de visie van het kabinet op de uitbreiding van de schuldenregistratie is, wat de hindernissen zijn, waar het systeem moet worden ondergebracht, wat het tijdpad is en of het ministerie van Financiën een actieve rol in de totstandkoming van het initiatief gaat spelen. Informeren de bewindslieden de Kamer zodra zij op nieuwe problemen stuiten?

Welke problemen vormt de EU-regelgeving voor leenreclames? Op welke termijn legt de minister van Financiën de Kamer uit of de motie-Vietsch kan worden uitgevoerd? Wat gebeurt er in de tussentijd? Klopt het dat de minister van Justitie met de door hem voor de komende maanden geplande overleggen met het bedrijfsleven beoogt, een norm voor buitengerechtelijke incassokosten vast te stellen?

De heer Weekers (VVD) vindt dat tijdens het debat over wat de AFM kan, mag en doet knopen moeten worden doorgehakt op het vlak van kredietreclames, gedragsaanwijzingen en de kredietwaardigheidstoets. Hij is voorts benieuwd naar de technische briefing over alles wat verband houdt met financiële educatie en bedankt de minister van Justitie voor zijn uitleg dat er een spanningsveld tussen privacyelementen bestaat en de poging om mensen tegen zichzelf te beschermen.

De heer Weekers vraagt nogmaals of de minister tijdens zijn gesprekken met het bedrijfsleven over buitengerechtelijke incassokosten wil inzetten op de invoering van een forfaitair bedrag, zoals ook voor gerechtskosten in rekening wordt gebracht.

De heer Tony van Dijck (PVV) merkt op dat hij de AFM zelfrijzend bakmeel noemde, omdat die telkens ad hoc extra taken krijgt. Hij is daarom verheugd over het feit dat aan de rol van de AFM een apart algemeen overleg wordt gewijd.

De heer Van Dijck mist een gedegen uitweiding over de zorgplicht van het bedrijfsleven in de private sector, voor de nakoming waarvan de overheid en de AFM regelgeving zouden moeten opstellen ter preventie van overkreditering en aankopen op afbetaling.

Als het initiatief bij de marktpartijen blijft liggen, ontstaat het risico van belangenverstrengeling. De marktpartijen hebben namelijk inzicht in de financiële situatie van veel mensen en kunnen die dus gericht aanschrijven om meer producten te slijten. Als het fout gaat, moet de overheid voor de schuldsanering opdraaien. De minister van Financiën zou het initiatief dus moeten sturen.

Waarom kan het registratiesysteem van de BKR niet worden uitgebreid zonder de privacy van mensen in gevaar te brengen?

In de ogen van de heer Vendrik (GroenLinks) is het voordeel van de uitbreiding van de schuldenregistratie dat het de preventie van problematische schulden bevordert. Ontstaat er toch een problematische schuld, dan krijgen de partijen de beschikking over een schat aan informatie. Die zou wel eens voor een heel ander doel kunnen worden gebruikt dan het beoogde. Dat is het nadeel ervan.

Om roodstand op verschillende rekeningen te voorkomen, zou die niet moeten worden geregistreerd, maar zou de opening van een rekening-courant moeilijker moeten worden gemaakt.

Het is goed als minister Verhagen zich met de opstelling van de Europese richtlijn inzake consumentenkrediet bemoeit, omdat die heeft gezegd dat alle leenreclames van tv moeten verdwijnen.

De minister van Financiën is bereid, na te gaan of Europese regelgeving het van tv laten verdwijnen van leenreclames bemoeilijkt en zo ja, of die kan worden veranderd. De brief die het kabinet de Kamer voor het zomerreces stuurt, zal zijn visie op het marktinitiatief bevatten, de ondervonden hindernissen, het tijdpad en de al dan niet gewenste rol van de overheid in de uitvoering ervan. De uitvoering van de motie-Vietsch hangt af van het rapport over de brede kredietevaluatie. Daarin zal ook juridische informatie staan over de mogelijkheid om leenreclames te verbieden en over het registreren van roodstanden van een maand of juist het bemoeilijken van de opening van een rekening-courant.

Schuldenregistratie, het al dan niet verbieden van leenreclames, op te leggen boetes en financiële educatie zijn allemaal activiteiten op het vlak van preventie, dus daar doet de overheid wel degelijk wat aan.

Met het BKR wordt volop overlegd en in systeemtechnische zin samengewerkt. Het eigenbelang van marktpartijen bij een goede totstandkoming van een uitgebreide schuldenregistratie mag niet worden onderschat. Marktpartijen hebben namelijk niets aan het verlenen van krediet aan cliënten die dat niet kunnen terugbetalen.

De minister van Justitie bevestigt dat in het overleg met de branche in de komende maanden een nadere normering wordt nagestreefd, al bevat artikel 6:96, lid 2 onder c van het Burgerlijk Wetboek reeds een norm. De Kamer wordt hier in het najaar over geïnformeerd.

Toezeggingen

– Voor het einde van 2007 wordt een debat gevoerd.

– De Kamer krijgt in het najaar van 2007 informatie over de evaluatie van kredietverstrekking in brede zin en over de bevoegdheden en positie van de AFM bij de handhaving van de kredietregels.

– Op basis van deze informatie wordt het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen eind 2007 aangevuld met een koppeling aan verzekeringen en krediet, de hoogte van premies en een verbod op het uitlokken van impulsaankopen.

– De Kamer krijgt een technische briefing over de financiële educatie van consumenten, waarvoor CentiQ is opgericht.

– Nog voor het zomerreces van 2007 wordt de Kamer over de visie van het kabinet en de oplossingen voor de problemen die gepaard gaan met de uitbreiding van de schuldenregistratie, geïnformeerd.

– De Kamer krijgt in het najaar informatie over de resultaten van de overleggen van de minister van Justitie met het bedrijfsleven over buitengerechtelijke incassokosten en de beoogde normering.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Blok

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

Pater-van der Meer

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Van de Camp

De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Koopmans

De griffier van de vaste commissie voor Financiën,

Vente


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (ChristenUnie), Jules Kortenhorst (CDA), Van der Burg (VVD), Tony van Dijck (PVV), Heerts (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Van Dam (PvdA), Halsema (GroenLinks), Remkes (VVD), Jonker (CDA), Aptroot (VVD), Van Gerven (SP), Jan de Vries (CDA), Van Hijum (CDA), De Krom (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Anker (ChristenUnie), Mastwijk (CDA), Schippers (VVD), De Roon (PVV), Smeets (PvdA), Van Gijlswijk (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA) en Spekman (PvdA).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), De Wit (SP), Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), Arib (PvdA), ondervoorzitter, De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Çörüz (CDA), Wolfsen (PvdA), Joldersma (CDA), Gerkens (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Van Velzen (SP), Azough (GroenLinks), Griffith (VVD), Teeven (VVD), Kalma (PvdA), De Roon (PVV), Verdonk (VVD), Pechtold (D66), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Bouwmeester (PvdA), Van Toorenburg (CDA) en Anker (ChristenUnie).

Plv. leden: Sterk (CDA), Langkamp (SP), Weekers (VVD), Van der Vlies (SGP), Van Dijken (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Jager (CDA), Gill’ard (PvdA), Jonker (CDA), Roemer (SP), Jan de Vries (CDA), Abel (SP), Halsema (GroenLinks), Blok (VVD), Van Miltenburg (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Fritsma (PVV), Zijlstra (VVD), Koşer Kaya (D66), Ouwehand (PvdD), Spekman (PvdA), Van Gijlswijk (SP), Bouchibti (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Slob (ChristenUnie).

XNoot
3

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), voorzitter, Depla (PvdA), Slob (ChristenUnie), Remkes (VVD), Joldersma (CDA), Jan de Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Jan Jacob van Dijk (CDA), Aptroot (VVD), Leerdam (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Roefs (PvdA), ondervoorzitter, Abel (SP), Van Leeuwen (SP), Verdonk (VVD), Biskop (CDA), Bosma (PVV), Pechtold (D66), Zijlstra (VVD), Jasper van Dijk (SP), Besselink (PvdA), De Rooij (SP), Ouwehand (PvdD) en Dibi (GroenLinks).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Ferrier (CDA), Gill’ard (PvdA), Anker (ChristenUnie), Weekers (VVD), Atsma (CDA), Sterk (CDA), Vietsch (CDA), Schinkelshoek (CDA), Ten Broeke (VVD), Van Dijken (PvdA), Hamer (PvdA), Van Dam (PvdA), Van Bommel (SP), Langkamp (SP), Dezentjé Hamming (VVD), Jonker (CDA), Fritsma (PVV), Van der Ham (D66), Nicolaï (VVD), Leijten (SP), Bouchibti (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD) en Azough (GroenLinks).

XNoot
4

Samenstelling:

Leden: Van Gent (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Haverkamp (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie).

Plv. leden: Duyvendak (GroenLinks), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Crone (PvdA), Hessels (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Willemse-van der Ploeg (CDA), Kamp (VVD), Wolfsen (PvdA), Vos (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Waalkens (PvdA), Van Beek (VVD), Schermers (CDA), Besselink (PvdA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Vietsch (CDA) en Ortega-Martijn (ChristenUnie).

Naar boven