29 507
Regels voor de financiële dienstverlening (Wet financiële dienstverlening)

nr. 44
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2007

De vaste commissie voor Financiën heeft mij, onder verwijzing naar mijn brief van 8 maart jl. over beleggingsverzekeringen (Kamerstukken II, 2006/07, 29 507, nr. 42), verzocht uw Kamer te informeren over de concrete uitwerking en invulling van het ingestelde onderzoek naar beleggingsverzekeringen (07-Fin-B-08). Daarover bericht ik u als volgt.

Zoals aangegeven in mijn brief van 8 maart zal het door mij aangekondigde onderzoek een volstrekt feitelijke opzet krijgen. De taakopdracht zal worden afgestemd met consumentenorganisaties, verzekeraars, de Ombudsman en de AFM. Het is belangrijk bij het formuleren daarvan grote zorgvuldigheid in acht te nemen, om er zeker van te zijn dat het onderzoek het in gang gezette proces rond beleggingsverzekeringen zoals beoogd zal versterken, zonder belemmeringen op te werpen voor de categorale klachtenbehandeling via het klachteninstituut KiFiD. Ook overleg met (potentiële) onderzoekers kan bijdragen aan een effectieve invulling van het onderzoek.

Rekening houdend met de tijd die gemoeid is met elk van de te doorlopen stappen (opstellen en afstemmen concept-taakopdracht, offertetermijn, bespreken en beoordelen offertes, verstrekken definitieve taakopdracht) verwacht ik dat het onderzoek eind mei van start zal kunnen gaan. Op dat moment, of zoveel eerder als mogelijk is, zal ik uw Kamer nader informeren over de inhoud en opzet van het onderzoek, en zal ik ook meer duidelijkheid kunnen geven over de planning van het onderzoek en de wijze waarop de Kamer op de hoogte zal worden gehouden van de voortgang daarvan.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven